naar homepage - 2011 - 2010 - 2009 - 2008 - 2007 - 2005 - 2004 - 2003  - 2002    


Frontberichten (archief 2006)



Brief uit 1916: ‘Ik ga sterven’
Recent werd een brief gevonden bij een opruiming op een oude zolder, die 90 jaar geleden werd verzonden door een Britse soldaat aan zijn vrouw, de nacht voor zijn executie in 1916 door de Duitsers. David Martin uit Belfast was een van de Britse soldaten die achter bleef bij de Britse terugtocht in Frankrijk in 1914. Hij verschool zich, samen met drie andere Britse soldaten, ruim 18 maanden bij een Franse boer in een klein dorp bij de Somme. Ze werden verraden, gevangen genomen en als spion ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.
In de nacht voor zijn dood schreef de 28 jarige Martin een afscheidsbrief aan zijn vrouw op een oude typemachine die hij van zijn Duitse bewakers te leen kreeg. De brief, die vol typefouten zit, is een bewogen testament en geeft de laatste gevoelens weer van een wanhopige man die weet dat hij sterven gaat en met weemoed terugdenkt aan zijn familie en echtgenote.
(Bron: Nieuwsbrief Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog no 15 - december 2006)

Onthulling vernieuwd Servisch WOI monument in Garderen
Op 25 november 2006 is door de Servische ambassadeur in Nederland het vernieuwde Servische monument op de begraafplaats in Garderen onthuld. Het oude monument was ooit opgericht voor 29 Servische soldaten die na hun krijgsgevangenschap in Duitsland in een opvangkamp in Milligen waren ondergebracht. Zij werden slachtoffer van de toen heersende Spaanse Griep epidemie en werden op de begraafplaats van Garderen begraven waar ook een herdenkingsmonument voor hen werd opgericht Waarschijnlijk gebeurde dit voor 1928 - zeker weten doet men het niet.
Op 13 mei 1938 werden de stoffelijke resten op verzoek van de Joegoslavische overheid opgegraven om in het vaderland te worden herbegraven. De loden kistjes met de stoffelijke resten hebben Joegoslavië echter nooit bereikt. Europa stond aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog en transporten over land verliepen moeizaam. Waarschijnlijk zijn de stoffelijke resten terecht gekomen in een mausoleum in het toenmalige Tsjecho-Slowakije.
Voor de nabestaanden, inmiddels de derde generatie, rest niets anders dan de gedenksteen op de begraafplaats in Garderen, als laatste tastbare aandenken aan hun dierbare familieleden.

Het monument verkeerde echter in verregaande staat van verval en is vervangen door een nieuw monument dat identiek is aan het oude. De indrukwekkende inwijding duurde ruim een uur en werd bijgewoond door een groot aantal in Nederland wonende Serviërs.

Britten maken ruzie over rode herdenkingsklaproos
De rode klaproos ter herdenking van de gevallenen begint in Groot-Brittannië omstreden te raken. Nieuwslezer John Snow van Channel 4 weigert op tv de klaproos te dragen ter nagedachtenis van de gevallenen. 'Klaproosfascisme' noemt hij de ongeschreven regel dat iedere inwoner van het Britse Gemenebest begin november een klaproos draagt. Hij heeft schoon genoeg van die druk. Eerder deze week was het niet de klaproos, maar de kleur die ergernis wekte.
Een progressieve christelijke denktank, Ekklesia, betreurt de monopoliepositie van rood. Directeur Jonathan Bartley vindt dat mensen ook moeten kunnen kiezen voor wit. Wit staat voor vrede, zegt hij; door alleen met rood te herdenken lijkt het of oorlog onvermijdelijk is.
Elf november, dag van de wapenstilstand in 1918, is Herinneringsdag in het Gemenebest. De traditie bestaat sinds de Eerste Wereldoorlog, toen de bloedrode bloem werd geadopteerd als symbool voor de gevallenen. In 1933 kwam daar de witte klaproos bij, die door een vrouwenorganisatie werd gedragen als symbool voor vrede - tot ergernis van de Britse veteranen, die wit als bedreiging zagen voor hun wijze van gedenken.
(Bron: Trouw - Henriëtte Lakmaker – 11 november 2006)

Nieuw WOI monument in Hyde park
In Londen, waar Remembrance Sunday een dag later rond de Cenotaph plaatsvindt, wordt in Hyde Park weer een nieuw WOI-monument onthuld: het New Zealand Memorial 'Southern Strand' moet de speciale band tussen Groot-Brittannië en Nieuw-Zeeland benadrukken. Queen Elizabeth, Tony Blair en zijn Nieuw-Zeelandse collega Helen Clark zijn bij de plechtigheid aanwezig.

Brits generaal pardon voor 'laffe' soldaten
Het Britse Lagerhuis heeft op 8 november een wet aangenomen voor een algemeen pardon voor de ongeveer 300 Britse soldaten die in de Eerste Wereldoorlog werden geëxecuteerd, veelal omdat ze weigerden terug te keren naar de verschrikkingen aan het front. De soldaten werd toentertijd lafheid verweten. Het generaal pardon volgt op een jarenlange campagne van nabestaanden voor eerherstel. (Bron: Reformatorisch Dagblad - 8 november 2006)

Granaten zorgen even voor paniek in Ieper
In Ieper stootte een kraanman bij graafwerken aan de Omloopstraat gisteren op munitie uit de Eerste Wereldoorlog. Politie, brandweer en de ontmijningsdienst Dovo werden meteen gealarmeerd. Het bleek te gaan om een tiental fosforgranaten, waarvan enkele exemplaren aan het lekken waren en een giftige rookwolk verspreidden. De evacuatie van een paar woningen in de buurt bleek onnodig. De Dovo kon het springtuig veilig ontmantelen.
(Bron: Het Nieuwsblad - 28 november 2006)


Duitse schuilplaats uit Eerste Wereldoorlog gevonden
ZONNEBEKE - In het Belgische Zonnebeke bij Ieper is vrijdag een schuilplaats van Duitse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog ontdekt. De hut werd gevonden op de terreinen van de steenbakkerij van Zonnebeke tijdens het graven van nieuwe kleiputten.
De schuilhut bestaat uit houten wanden en een houten vloer, die volledig intact zijn gebleven. De dakbedekking is vervaardigd uit golfplaten en was kapot geschoten. In de put werden gasmaskers, patronen, bestekken en lege flessen wijn gevonden. De schuilplaats dateert uit de periode  augustus/september 1917. Op dat moment leverden de Duitsers in Zonnebeke slag tegen de Schotten. (Bron: De Telegraaf - 13 oktober 2006)


Nederland mogelijk niet neutraal in Eerste Wereldoorlog

Officieel was Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal, maar die neutraliteit was omstreden. Zo meenden de Belgen dat Nederland zich te pro-Duits had gedragen en zij wilden in dat verband bij de vredesbesprekingen aanspraak maken op Zuid-Limburg en Zeeuws Vlaanderen.
Dr. Paul Schulten, classicus en militair historicus, heeft in Franse militaire archieven een document aangetroffen waaruit naar voren komt dat koningin Wilhelmina minstens een maand voor de komst van de Duitse keizer daarvan op de hoogte was. Het document is van 10 oktober 1918, een maand voor het eind van de Eerste Wereldoorlog. Koningin Wilhelmina schreef in haar autobiografie Eenzaam maar niet alleen dat zij pas nadat de oorlog was beëindigd op de hoogte was gesteld van de komst van de keizer.
Koningin Wilhelmina wist echter al voor het einde van de oorlog dat Wilhelm II naar Nederland zou komen. De Franse militaire attaché in Den Haag meldt in het document dat het Nederlandse hof de burgemeester van Oldenzaal onder geheimhouding heeft opgedragen om veertig koffers van het Duitse keizerlijk hof door te sturen naar ‘kasteel Graaf Bentink’. (Klik hier voor document)
Een maand later, op 10 november 1918, kwam de Duitse keizer naar Nederland. Daar kreeg hij aanvankelijk onderdak op het kasteel van graaf Bentinck in Amerongen om uiteindelijk te belanden in Huis Doorn in Doorn waar hij in 1941 overleed. (Bron: Elsevier - 3 oktober 2006)

Model Tank van juweliershuis Cartier stamt uit de Eerste Wereldoorlog

Model Tank van Cartier

Het model Tank van het beroemde horlogemerk Cartier, maakt al sinds 1918 deel uit van de collectie. De ontstaansgeschiedenis van de Tank is terug te voeren op de Eerste Wereldoorlog. Na afloop van deze oorlog zag Louis Cartier geallieerde tanks over de Champs Elysees rijden en dit inspireerde hem tot het ontwerp van de Tank.
Op (delen van) deze tank baseerde hij het ontwerp van het nieuwste horloge en een jaar later gaf Cartier de allereerste Tank cadeau aan de Amerikaanse generaal John Pershing, bevelhebber van het Amerikaanse leger in Europa. Kort daarna werd het horloge op grotere schaal in productie genomen. Bij de huidige modellen zijn karakteristieke eigenschappen, zoals de vorm van de kast, het gebruik van Romeinse cijfers en de achthoekige kroon zijn nog altijd identiek aan de allereerste Tank uit 1918. (Bron: Watching – Herfst 2006)

Eerherstel voor Britse 'lafaards'
De Britse regering wil eerherstel voor de ruim 300 militairen die in de Eerste Wereldoorlog wegens lafheid en desertie zijn gefusilleerd. De regering vraagt het parlement om een generaal pardon.
Het besluit komt na een lange procedure voor eerherstel van soldaat Harry Farr. Hij werd in 1915 vijf maanden behandeld voor een oorlogsneurose. Toen hij daarna naar het front weigerde terug te keren, werd hij ter dood veroordeeld. Er komt een algemeen pardon omdat het onmogelijk is alle gevallen individueel te beoordelen. Aangenomen wordt dat de meeste geëxecuteerden leden aan een posttraumatisch stress syndroom. (Bron: NOS Nieuws - 16 Augustus 2006)

Britse 'lafaard' krijgt na 90 jaar eerherstel

LONDEN - De Britse soldaat Harry Farr, die in 1916 op 25-jarige leeftijd werd geëxecuteerd wegens lafheid, krijgt postuum alsnog eerherstel. Dit heeft zijn 93-jarige dochter Gertrude Harris  na een lange procedure met het Britse ministerie van Defensie bewerkstelligd. Farr was in 1915 vijf maanden behandeld wegens shellshock. Toen hij na de behandeling weigerde naar het front terug te keren, werd hij gefusilleerd. (AFP - 16 augustus 2006)

Monument voor gasslachtoffers
Op 27 april 2006 werd ter gelegenheid van de ‘Remembrance Day for All Victims of Chemical Warfare’ door premier Balkenende een toespraak gehouden in het OPCW gebouw. In mei 2007 bestaat de OPCW (‘Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons’) tien jaar.
Deze in Den Haag gevestigde internationale organisatie heeft tot taak toe te zien op de naleving van het chemisch wapenverdrag.
Als onderdeel van de herdenking van het tienjarig bestaan zal koningin Beatrix op 9 mei 2007 een monument onthullen voor alle slachtoffers van chemische wapens. Vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog veroorzaakte gifgas een groot aantal slachtoffers, waar onder naar schatting 90.000 doden.
De Nederlandse regering zal de kosten voor dit monument voor zijn rekening nemen. Het monument komt ergens in de buurt te staan van het OPCW gebouw aan de Johan de Wittlaan.
De gemeente Den Haag dient nog een plaats te zoeken. (Bron OPCW 20 juni 2006)


Rode Baron was geen uitzonderlijke oorlogsvlieger
De Duitse oorlogsvlieger Manfred von Richthofen, in de Eerste Wereldoorlog beroemd geworden als de 'Rode Baron', was geen uitzonderlijk goede piloot. Dat schrijven twee Amerikaanse statistici in een wetenschappelijke analyse van de kans dat een gevechtspiloot in die tijd tachtig luchtgevechten wint, zoals Von Richthofen lukte. Op 21 april 1918 sneuvelde hij boven Frankrijk, wat het Duitse moreel een geweldige slag toebracht. Onder leiding van de Rode Baron hadden de Duitsers in de lucht onoverwinnelijk geleken.
Volgens Mikhail Simkin en Vwani Roychwodhury van de universiteit van Californië in Los Angeles was het geluk aan zijn zijde. Uit een analyse van de geregistreerde overwinningen en verliezen uit de luchtoorlog van 1914-1918 leiden ze een intrinsieke overwinningskans af van 2,5 procent voor Manfred von Richthofen. Dat is opvallend genoeg niet of nauwelijks hoger dan ongeveer eenderde van alle Duitse en Engelse vliegers in die luchtoorlog.
Dat de Rode Baron tussen 1916 en 1918 eigenhandig tachtig tegenstanders neerhaalde is wel een record, maar dat had net zo goed een van de andere aces kunnen gebeuren. 'Opmerkelijke prestaties en de bijbehorende roem zijn in hoofdzaak een kwestie van toeval', zegt Simkin.
Dat de Rode Baron, zo genoemd vanwege zijn volledig rode toestel, veel beroemder is dan vrijwel al zijn collega's en tegenstanders, komt volgens de twee Amerikaanse statistici doordat ,roem zichzelf versterkt. In een eerdere studie, ook over oorlogsvliegers uit de Eerste Wereldoorlog, concludeerden ze dat de roem van een vlieger, daar gemeten naar het aantal hits op internet, exponentieel toeneemt met het aantal overwinningen.
(Bron: Martijn van Calmthout – Volkskrant - 15 juli 2006)


Topvliegenier Rode Baron had gewoon het meeste geluk
De Rode Baron, de ace der aces uit de Eerste Wereldoorlog, was niets meer dan een geluksvogel. Manfred von Richthofen, die zijn bijnaam Rode Baron dankt aan de opvallende rode driedekker waarin hij vloog, wordt door velen gezien als de meest talentvolle jachtvlieger aller tijden. Als het aan Mikhail Simkin en Vwani Roychowdhury van de Universiteit van Californië in Los Angeles ligt, is dat vanaf nu voorbij.
Een piloot mag zich ace noemen als hij vijf vijandelijke vliegtuigen uit de lucht heeft geschoten waarbij de piloot gesneuveld moet zijn of krijgsgevangen gemaakt. Die gelden als 'overwinning'. Von Richthofen behaalde tachtig overwinningen op de geallieerde luchtmacht voordat hij zelf, vijfentwintig jaar oud, werd neergeschoten op 21 april 1918. Indien in elk gevecht de kans op winst een half zou zijn, zou de kans op tachtig opeenvolgende overwinningen (0,5)80 zijn - bijna nul dus.
Maar Simkin en Roychowdhury betwisten dat de kans op een Duitse overwinning in een dogfight een half is. Literatuuronderzoek over Duitse Jasta-piloten (Jasta staat voor Jagd-Staffel, gevechtssquadron) liet zien dat de Duitsers 6.745 overwinningen boekten, tegen 819 verliezen. De onderzoekers opperen terloops dat de Duitsers misschien gewoon beter waren of beter materiaal hadden.
Eenvoudig is aan te tonen dat bij deze verhouding de kans dat een piloot, om het even welke, tachtig overwinningen behaalt, ongeveer vijfentwintig procent is. Vervolgens berekenden Simkin en Roychowdhury, onder meer op basis van zijn overwinningen, dat Von Richthofen een kans van 2 à 3 procent had om verslagen te worden. Daarmee hoort hij bij de beste 30 procent van de Duitse vliegers. In een e-mail rekent Simkin voor dat als de prestaties van de Rode Baron in verhouding zouden staan tot zijn faam (gemeten in google hits), hij 1.350 overwinningen had moeten behalen in plaats van 80.
(Bron: Wouter Hylkema - NRC - 5 & 6 augustus 2006 - Bijlage Wetenschap & Onderwijs)


Het IJzeren Kruis werd 5.400.000 keer uitgereikt
Van 1914 tot en met 1918 werden 5.400.000 IJzeren Kruisen (in alle drie de klassen) uitgereikt. Rekenkundig gezien zou 40% van de in totaal 13,2 miljoen Duitse soldaten deze dapperheidonderscheiding hebben gekregen. Omdat veel militairen echter meermalen onderscheiden zijn, zal ongeveer één op de vijf soldaten deze medaille(s) ook werkelijk hebben ontvangen. (Bron: Die Welt - 4 augustus 2004)

Franse president eert 78.000 gesneuvelde moslims
VERDUN - De Franse president Jacques Chirac heeft zondag bij het voormalige slagveld van Verdun een monument onthuld voor de 78.000 moslims uit de toenmalige Franse koloniën die zijn gesneuveld tijdens de Eerste Wereldoorlog. Frankrijk mobiliseerde tijdens die oorlog 600.000 militairen uit de kolonieën, voornamelijk Algerijnen en Tunesiërs, voor de strijd tegen het Duitse Rijk. Christenen en joden die in de modder van de loopgraven zijn overleden, hadden in Verdun al hun eigen monument. Moslims hadden Frankrijk verweten 'ondankbaar' te zijn voor hun bijdrage. De leider van de Franse Moslimraad zei zondag te hopen dat het monument zal bijdragen tot een betere verstandhouding tussen moslim-immigranten en autochtone Fransen.
(Bron: Volkskrant - 26 juni 2006)

Bill Cotton op 109-jarige leeftijd overleden
Op 23 april 2006 overleed Bill cotton op 109-jarige leeftijd. Hij was een van de laatste Amerikaanse veteranen uit de Eerste Wereldoorlog.
Bill Cotton werd geboren in 1897 en groeide op in een gezin met acht kinderen. Na het behalen van zijn high school diploma nam hij in 1917 dienst bij de Amerikaanse marine. Hij diende op de USS Oklahoma dat was ingezet in de Atlantische Oceaan voor de Franse kust.
Na zijn demobilisatie werd Bill Cotton een succesvol zakenman. Samen met een aantal broers was hij eigenaar van de Cotton Brothers Baking Co., een groot bakkerij concern in het zuiden van de Verenigde Staten.
In november 1999 ontving hij van de Franse overheid het Legion d’Honneur als erkenning voor de Amerikaanse inbreng in de Eerste Wereldoorlog. Op 100-jarige leeftijd werkte Bill Cotton nog in zijn tuin en maaide zijn eigen grasveld. Hij reed nog elke week 100 mijl om te gaan vissen en behield zijn rijbewijs tot op 103-jarige leeftijd en nam altijd een of twee borrels voor het eten. Hij was meer dan 85 jaar lid van het American Legion.
(Bron: Nieuws van het Westelijk Front - juni 2006)


300 ton springstof ontdekt in Attre
ATTRE - Sinds 24 april zijn in Attre (Brugelette) grootscheepse ontmijningswerken aan de gang. Militairen vonden er 300 ton springstof en munitie uit de Eerste Wereldoorlog. De werken gaan gepaard met heel strenge veiligheidsmaatregelen omdat de gevonden munitie zich in de buurt van een woongebied bevindt op maar 25 meter van een spoorweg.
'Een van mijn medewerkers staat in contact met de veiligheidsdienst van de spoorwegen en elke keer dat er een trein passeert, leggen we de werken stil', zegt adjudant Pascal Dehon van ontmijningsdienst Dovo.
De ontmijningswerken begonnen eind vorige maand en zullen wellicht duren tot eind augustus. Dat komt doordat gisteren op de site een vierde loopgraaf werd ontdekt. De site ligt voor de helft op het privé-domein van een schroothandelaar, de andere helft is een militair terrein dat sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog bewerkt wordt door landbouwers.
Eind deze week zouden de aanwezige militairen ongeveer 50 ton van de in totaal 300 ton springstof en munitie onschadelijk gemaakt moeten hebben. Bij de explosieven zitten ook giftige stoffen, zoals mosterdgas.
De opslagplaats is wellicht de grootste die ooit in België werd ontdekt. De munitie kwam van een Duits konvooi dat door de geallieerden met succes gesaboteerd kon worden.
(Bron: Het Nieuwsblad - 11 mei 2006)

Postume gratie voor tachtig Amerikanen na 88 jaar
Toen Steve Milch er recent achter kwam dat zijn overgrootvader, een immigrant uit Beieren, gedurende de Eerste Wereldoorlog veroordeeld was wegens opruiing in de Amerikaanse stsaat Montana, was hij onaangenaam verrast. Dit was iets waar nog nooit iemand van de familie over had gesproken. In de afgelopen 88 jaar zijn er heel wat geheimen bewaard gebleven bij families in de staat Montana, met name bij die van Duitse afkomst.
Deze hadden betrekking op een groot aantal vervolgingen in oorlogstijd, toen de anti-Duitse gevoelens tot koortshoogte waren gestegen. 79 inwoners van Montana werden veroordeeld krachtens de staatswet, die als een van de strengste in het land werd beschouwd, omdat ze zich hadden uitgelaten op een wijze die als kritisch ten opzichte van de Verenigde Staten werd beoordeeld. Zo werd bijvoorbeeld een handelsreiziger in wijn en cognac veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven tot twintig jaar, omdat hij de voedselvoorschriften in oorlogstijd ‘een grote grap’ had genoemd.
Maar aan het stilzwijgen, en voor sommige families de schaamte, is een eind gekomen. De veroordelingen zijn thans ongedaan gemaakt door gouverneur Brian Schweitzer, zelf afstammeling van een Volksduitser, door postuum 75 mannen en 3 vrouwen alsnog gratie te verlenen. 41 van de veroordeelden, onder wie een vrouw, gingen de gevangenis in op veroordelingen van 1 tot 20 jaar. Ze betaalden boetes van 200 tot 20.000 dollar.
‘Ik ga zeggen wat gouverneur Sam Stewart had behoren te zeggen’, zei Mr Schweitzer, verwijzend naar de man die in 1918 met zijn handtekening de regels inzake misdrijven tegen het openbaar gezag tot wet bekrachtigde. ‘Het spijt mij, ik vraag vergiffenis en God zegene Amerika omdat wij onze regering kritisch kunnen benaderen’.
Tientallen verwanten van hen die toenmaals veroordeeld zijn, waren in het parlementsgebouw van de staat aanwezig, om getuige te zijn van de ondertekening van de gratiebesluiten. De toenmalige 'wet opruiing’ bestempelde het verkondigen of publiceren van wat ook maar ten opzichte van de regering, de militairen of de Amerikaanse vlag, als misdrijf en werd door de wetgevende macht in februari 1918 unaniem aangenomen. De wet expireerde toen de oorlog eindigde.
Hoewel in die tijd de Duitsers de grootste etnische groep in Montana waren, was het in strijd met die wet om Duits te spreken en werden Duitse boeken verboden. Locale groepen, die men ‘derde graadscomite’s’ noemde, werden gevormd om mensen op te sporen die de oorlog niet steunden en dan met name degenen die geen Amerikaanse oorlogsobligaties kochten.
Ze oefenden druk uit op mensen om deze obligaties te kopen en als ze dat niet deden werden ze als niet loyaal en pro-Duits beschouwd met alle gevolgen van dien. Van officiële zijde werd aangemoedigd bekenden en buren aan te klagen. De beschuldiging van een enkele persoon was vaak al genoeg voor aanhouding.
Zevenentwintig Amerikaanse staten hadden gedurende de Eerste Wereldoorlog wetten ter zake misdrijven tegen het openbaar gezag. Die van Montana werd het voorbeeld voor een federale wet, die later in 1918 door het congres werd aangenomen.
Historici zijn van mening dat de hardheid van de Montanawet werd beïnvloed door de Anaconda kopermijn maatschappij, die de staat economisch beheerste en de wet zag als een manier om met arbeidsonrust af te rekenen. Velen van degenen die beschuldigd werden van opruiend gedrag, waren gemigreerde arbeiders. (Bron: Montana Post - 2 mei 2006)

Roland Garos
De komende twee weken zal zijn naam weer ontelbare malen worden uitgesproken en op die manier is dan in ieder geval bereikt dat miljoenen mensen jaarlijks aan zijn bestaan worden herinnerd. Maar aan wiens bestaan eigenlijk? Roland Garros, naar wie het tennispark en het Grand Slam toernooi in Parijs werd vernoemd, leidde een kort (1888-1918) en heftig leven en werd voor zijn heldendaden in de Eerste Wereldoorlog beloond met deze vernoeming.

Roland Garros was een Franse vliegtuigpionier die in 1913 als eerste non-stop de Middellandse Zee overstak in een eenmotorig vliegtuig. Hij vertrok van Saint Raphaël in Frankrijk en landde in Bizerta aan de Tunesische kust. Op zich al behoorlijk heroïsch, maar pas tijdens de Eerste Wereldoorlog verwierf hij zijn faam door een uitvinding die het mogelijk maakte vanuit een vliegtuig een machinegeweer af te vuren zonder de eigen propeller aan flarden te schieten.
Helaas werd hij neergeschoten waarna de Duitsers zijn uitvinding konden kopiëren. Hij ontsnapte nog wel uit krijgsgevangenschap, keerde terug als gevechtspiloot, maar werd in 1918 definitief door de Duitsers uit het luchtruim geschoten. Game, set and match.
(Bron: VPRO Gids No 21 – 27 mei 2006)


Officiële erkenning eerste oorlogsslachtoffer van Nieuw-Zeeland
De Nieuw Zeelandse kanonnier Ludolph Edwin Wynn West, die op 25 augustus 1914 overleed, zal formeel worden erkend als het eerste slachtoffer van de Nieuw-Zeelandse expeditiemacht van de eerste Wereldoorlog, ook al verliet hij zijn land nimmer.
Oorlogsgravenonderzoeker Trevor Richards kreeg dit bericht van het ministerie van Defensie van Nieuw-Zeeland aan de vooravond van ANZAC dag. Het ministerie zegt dat het graf van West op staatskosten zal worden gerestaureerd en dat het recht van kanonnier West op een dienstmedaille, in overweging zal worden genomen.
Ludolph Edwin Wynn West, tekende voor militaire dienst en verbleef in kamp te Awapuni met de hoofdmacht van het regionaal veldartillerieregiment. Toen op 4 augustus 1914 de oorlog uitbrak stelden Nieuw-Zeeland en andere delen van het Britse rijk direct troepen beschikbaar. Binnen een week nadat West echter het kamp was binnengekomen, werd hij ernstig ziek en stierf aan longontsteking. Hij werd met militaire eer begraven en kreeg een militaire rouwdienst in de All Saints Church op 26 augustus 1914. (Bron: www.stuff.co.nz - 27 april 2006)


Erezaak - Krijgt laatste Engelse veteraan een staatsbegrafenis? 

Sneuvelt de laatste veteraan van de Eerste Wereldoorlog (WO I) in stilte of wordt hij met veel ceremonieel uitgeluid? De Britten zijn er nog niet uit. Het Verenigd Koninkrijk telt waarschijnlijk nog negen oud-soldaten die tussen 1914 en 1918 gevochten hebben aan het Westelijk Front of daartoe waren aangesteld.
De krasse bazen zijn allen dik boven de 100 jaar oud. Soms worden er nieuwe veteranen ontdekt, zoals twee weken geleden, toen Philip Mayne en John Albert Newman, beiden 105, zich alsnog meldden bij de Britse veteranenorganisatie. Maar nog even en niemand kan de Grote Oorlog meer uit eigen beleving navertellen.
Iain Duncan Smith, voormalig leider van de Conservatieve Partij, heeft daarom een motie ingediend in het Lagerhuis die oproept tot een staatsbegrafenis voor de allerlaatste veteraan die overlijdt. Het is een eer die, een enkele uitzondering daargelaten, slechts aan staatshoofden te beurt valt. De laatste gewone burger die een staatsbegrafenis kreeg, was de Conservatieve oud-premier Winsten Churchill in 1965.
Om de laatste veteraan te eren, overweegt het ministerie van Defensie volgens de Britse krant The Times echter een nationale herdenkingsdienst voor alle 8,9 miljoen onderdanen die hebben gediend in de Eerste Wereldoorlog. Voor het geval er achteraf toch nog een vergeten veteraan opduikt.
In Frankrijk, dat officieel nog zeven WOI-veteranen telt, klinkt hetzelfde geluid. De laatste oud-strijder die daar overlijdt, wacht geen staatsbegrafenis maar een ceremonie van nationale proporties, besloot president Jacques Chirac in november 2005. Als de familie dat wenst tenminste. (Bron: Elsevier - Gene van der Wal – 25 maart 2006)


Herdenkingsceremonie voor Chinese arbeiders
Op 2 april werd een herdenkingsceremonie gehouden voor Chinese arbeiders die in de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk overleden. Michel Letocard, burgemeester van Noyelle, woonde de herdenkingsplechtigheid bij, samen met een groot aantal in Frankrijk wonende Chinezen. 
(Bron: Forum
Eerste Wereldoorlog - 4 april 2006)

Russische rechtbank wijst eis familie van de tsaar af
MOSKOU - De tsarenfamilie die in 1918 door de bolsjewieken werd vermoord, kan met de huidige wetgeving niet worden betiteld als slachtoffer van politieke repressie. Dat heeft een Russische rechtbank bepaald. 
Een ver familielid van de laatste tsaar Nicolaas Romanov (de tweede) had geëist dat de keizerlijke familie officieel als slachtoffers van repressie werden aangemerkt. De indienster van de eis, (Hare Keizerlijke Hoogheid Groothertogin) Maria Vladimirovna van Rusland wil die erkenning. In haar ogen kan daarmee de verwerpelijke onzin uit de wereld als zou het politiek gerechtvaardigd zijn geweest om de tsaar, de tsarina en hun vijf kinderen te vermoorden in de nacht van 16 op 17 juli 1918.
De in 1953 geboren Vladimirovna is een kleindochter van een neef van de vermoorde tsaar Nicolaas II. De rechter oordeelde dat er eenvoudig geen bewijzen te vinden dat de tsarenfamilie het doelwit was van een specifieke vorm van politieke onderdrukking. Als gevolg daarvan kan de rechtbank aan de hand van de wet niet bevestigen dat de 'overledenen' slachtoffer waren van zo'n onderdrukking.
In 1991 zijn de stoffelijke resten van vijf personen gevonden in Jekatarinenburg waarvan wordt aangenomen dat het om de tsarenfamilie gaat. Ze zijn bijgezet in Sint-Petersburg, destijds de hoofdstad van het Russisch keizerrijk. (Bron: Telegraaf 20 februari 2006) 

Scheepsklok van legendarische Duitse kruiser Dresden teruggevonden
Chileense en Duitse duikers hebben vrijdag de scheepsklok van de legendarische Duitse kruiser Dresden geborgen. De Dresden zonk tijdens de Eerste Wereldoorlog nabij de Chileense eilandengroep Juan Fernßndez in de Stille Oceaan. De klok, met een doormeter van 80 cm en een gewicht van circa 200 kg, is in goede staat. De inscriptie SMS Dresden is goed te herkennen. 
De komende dagen gaan duikers pogen nog meer stukken uit het scheepswrak naar boven te halen. De lichte kruiser Dresden was het enige schip dat behoorde tot het door graaf Maximilian von Spee geleide Oost-Aziatische eskader, dat bij de zeeslag bij de Falklandeilanden kon ontsnappen aan de sterkere Britse zeemacht in december 1914. De Dresden slaagde er drie maanden lang in alle achtervolgende schepen te ontwijken. Bevelhebber Fritz Lüdecke gaf op 14 maart 1915 bevel het schip te laten zinken. Op dat ogenblik was het zwaar gehavende schip dat zich niet meer kon verdedigen, in neutrale Chileense wateren van het eiland Juan Fernßndez ingesloten door Britse schepen. De ruim 300-koppige bemanning ging aan land op het eiland en werd in Chili gevangengezet. Na hun vrijlating in 1919 bleef bijna een derde van de mannen in Chili. (Bron: Forum Eerste Wereldoorlog - maart 2006)

Opslagplaats mosterdgas ontdekt in Gellingen
In de industriezone van Gellingen is donderdag een kleine opslagplaats met explosieven uit de Eerste Wereldoorlog gevonden. In de explosieven bevindt zich mosterdgas. Er werd een veiligheidszone afgebakend en het leger heeft de explosieven zaterdag ontmanteld. 
Arbeiders troffen de opslagplaats met de explosieven aan terwijl ze werken uitvoerden. Het betrof een reeks granaten van zo'n 40 cm lang. De arbeiders hebben de springtuigen niet verplaatst of aangeraakt. Bij een gasramp in Gellingen eind juli 2004 vielen 24 doden en een honderdtal gewonden. (Bron: Het Laatste Nieuws - maart 2006)

Naoorlogse woonbarak herrijst naast de IJzertoren 
DIKSMUIDE - De leerlingen houtbewerking van het VTI van Diksmuide hebben gisteren samen met enkele van hun leerkrachten een authentieke barak van net na de Eerste Wereldoorlog herbouwd naast de IJzertoren. Na de Eerste Wereldoorlog werden duizenden dergelijke barakken gebouwd als noodwoning voor de terugkerende vluchtelingen. 
Het IJzerbedevaartcomité kon vorig jaar drie oude maar originele barakken aankopen. De goede onderdelen van deze drie barakken zijn nu hergebruikt in één nieuwe barak. Na de Eerste Wereldoorlog zijn duizenden van deze barakken gebouwd als noodwoning voor de terugkerende vluchtelingen. Ze waren als bouwpakket ontworpen en konden in één dag worden opgetrokken. We willen naast de IJzertoren zo'n barak aan het publiek laten zien'', zegt Dirk Demeurie van het IJzerbedevaartcomité.
'Deze barak is niet alleen een publiekstrekker, maar kadert ook binnen de driedaagse Klasse-dagen, die jaarlijks in Diksmuide plaatsvinden. Zo krijgen de leerkrachten en hun gezin een dag om Diksmuide te bezoeken. Op die manier doen zij ideeën op om later met hun leerlingen de IJzertoren te bezoeken. De Klasse-dagen lokken ieder jaar tijdens de krokusvakantie zo'n 2.500 bezoekers', aldus Dirk Demeurie. 

Het Vrij Technisch Instituut (VTI) is in dit project gestapt. De oude en versleten barakken zijn naar de school gebracht. De leerlingen houtbewerking maakten er tijdens de voorbije maanden nieuwe ramen en deuren voor. Dit gebeurde met zorg voor het origineel concept. Ze zijn gemaakt in Canadees Origon-hout net als de originele ramen en deuren. Alles is hersteld volgens de regels der kunst'', vertelt de VTI-werkplaatsleider Koen Geldof. ,,Gisteren heeft een groepje leerlingen en leerkrachten een barak opgetimmerd naast de IJzertoren Dit gebeurde samen met Johan Vandewalle. Deze barak blijft daar voor de rest van het jaar staan. Er is wel een beetje vertraging omwille van het slechte weer. De voorbereidende werkzaamheden zoals het oliën van het hout kon pas later plaatsvinden omwille van de regen en de sneeuw. Deze authentieke barak is ingedeeld in verschillende ruimtes zodat het publiek kan zien hoe destijds de woon- en slaapkamers ingedeeld waren'', aldus nog Koen Geldhof. 
In barak naast de IJzertoren is er een evocatie van een café uit de oorlogsjaren met een dialoog rond de oorlog. Daarnaast kunnen de jongeren er zich ook inleven in de leefomstandigheden van net na de Eerste Wereldoorlog. (Bron: Ronny Vanhoorn - Forum
Eerste Wereldoorlog - 3 maart 2006)

Overlevende Lusitania brengt bezoek aan school 
Op 17 mei 1915, trof een Duitse torpedo het Britse passagiersschip Lusitania waarbij ca 1.500 passagiers om het leven kwamen waaronder 128 Amerikanen. Er waren echter gelukkig ook een aantal overlevenden onder wie Rosalie Altamore Bonsignore die recent Carey High School bezocht.

Toen leerling Brooke Weingarten haar lerares over de Lusitania hoorde vertellen merkte zij op dat haar overgrootmoeder een van de overlevenden van deze ramp was en dat zij nog in leven was. Uiteraard nodigde haar lerares haar direct uit om haar verhaal te komen vertellen hetgeen geschiedde. Mrs. Bonsignore vertelde dat zij met haar moeder reisde die eveneens werd gered maar enkele dagen later aan een hartaanval was overleden. Zij sprak lovende woorden over een Duitse passagier die haar leven had gered en waarmede ze nog jaren had gecorrespondeerd en haalde herinneringen op aan de gebeurtenissen vlak voor en na de torpedering.

Leuven wil andere naam voor Fochplein 
Leuven wil na de herinrichting van het Fochplein in de binnenstad een andere naam voor het plein. Het stadsbestuur ziet het niet meer zitten om een plein te noemen naar een man die tijdens de Eerste Wereldoorlog "miljoenen doden op zijn geweten heeft", zei burgemeester Louis Tobback dinsdagavond tijdens de gemeenteraad.

Maarschalk Ferdinand Foch was bij het begin van WOI Frans generaal. In april 1918 promoveerde hij tot opperbevelhebber van de geallieerde legers en kreeg de titel van maarschalk. "Foch was een van de bevelhebbers die miljoenen mensen heeft doen sneuvelen aan de Somme of de IJzer, in Verdun of in Passendale, door hen van de ene loopgraaf naar de andere te doen lopen in de hoop enkele meters winst te boeken", aldus Tobback. "Vandaag sturen we vanuit Leuven jongeren naar Weimar om hen zaken te vertellen over de hoogstaande Duitse cultuur èn over de barbarij van de wereldoorlogen. Hoe kan je vervolgens diezelfde jongeren over een plein laten lopen dat genoemd is naar een van de slagers van '14-'18? Uit respect voor de oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog heb ik hierover lang gezwegen", aldus Tobback.

Leuven koestert plannen om in de toekomst het Fochplein te herinrichten. Wegens de kritiek op het huidige ontwerp - vooral het busstation in het midden van het plein is omstreden - valt hierover pas een beslissing na de gemeenteraadsverkiezingen. 
(Bron: http://www.hln.be - 25 januari 2006)

Met dank aan:
Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog en Nieuws van het Westelijk Front


   naar homepage - archief 2011 - 2010 - 2009 - 2008 - 2007 - 2005 - 2004 - 2003  - 2002   

 

 

eXTReMe Tracker