naar homepage - archief 2011 - 2010 - 2009 - 2008 - 2007 - 2006 - 2005 - 2004 - 2002 | ||
|
||
Frontberichten (archief 2003) | ||
|
||
Wordt de Pilkem Ridge
gespaard? De discussie rond een mogelijke (al of niet gedeeltelijke) doortrekking van de A19 van Ieper naar Veurne sleept al jaren aan. Recentste hindernis was ‘Pilkem Ridge’. Onder die naam is een plaats bekend waarin 1917 duizenden Britse soldaten sneuvelden. Lord Richard Faulkner uit Worchester die vorig jaar zijn ergernis had geuit over de plannen om de A19 door te trekken door de site van Pilkem Ridge, was onlangs nog in Ieper. Op het kerkhof Track X in Sint-Jan woonde hij de begrafenis bij van de stoffelijke resten van een Brits soldaat. Van de gelegenheid maakte hij gebruik om kennis te nemen van het archeologische onderzoek op Pilkem Ridge. Onlangs werden de voorlopige resultaten van dat onderzoek bekendgemaakt. Het loopt nog tot het eind van het jaar. Minister van Grembergen wil het definitieve rapport bekendmaken in het voorjaar van 2004. De Lord stelde zich nu verrassend gematigd op. Hij suggereerde om het tracé eventueel met twintig meter te verschuiven maar voegde er meteen aan toe dat hij niet meer wil lobbyen in deze zaak. (Standaard - 19 september 2003) Vredesduiven vernield bij de Pool of Peace Het inox vredesbeeld aan de ingang van de Pool of Peace in Wijtschate (tijdens de studiereis bezocht) werd door vandalen zwaar vernield. De beide hoofden van de vredesduif werden eraf gehaald. Eerder deze zomer gingen met name Franse motards ook al zwemmen in de vijver aan de Pool of Peace. De Pool of Peace is de enige zichtbare herinnering aan de mijnenslag van juni 1917, toen maar liefst 21 mijnen ontploften op de heuvelrug van Mesen. Na al die jaren werd de Pool of Peace een plek om de gruwel van de Eerste Wereldoorlog te herdenken. De Pool of Peace is eigendom van de vzw Talbot House, zie zorgt voor het onderhoud van de toeristische site. Het vredesbeeld, geplaatst door de leerlingen van de Heilige Familie, werd jaren geleden ook al eens toegetakeld. De sterkte van het materiaal waaruit het vredesmonument vervaardigd is, doet vermoeden dat de daders werktuigen gebruikt hebben om de vernielingen toe te brengen. (Krant van West Vlaanderen - 12 september 2003) Twee Duitse onderzeeboten uit WOI gevonden Twee Duitse onderzeeboten uit de Eerste Wereldoorlog zijn met de bemanning nog aan boord gevonden voor de kust van Engeland (Yorkshire). De onderzeeboten stonden bekend onder de naam ‘IJzeren doodskisten’ en werden vermist tussen 1917 en 1918. Er was bekend dat acht van deze boten voor de kust waren gezonken, de twee die zopas zijn gevonden waren de enige die nog niet eerder waren gelokaliseerd. De onderzeeboten lagen op ongeveer zeventig meter diepte. De eerste onderzeeboot die gevonden werd was de UB41, die het laatst was gezien door de SS Melbourne op 5 oktober 1917. De UB57, die Borkum op 29 november 1917 had verlaten werd 1 mijl verderop gevonden. De UB57 had vier schepen laten zinken voordat het zelf dit lot onderging. De precieze locaties zijn tot op heden nog niet bekend gemaakt. De Duitse regering heeft stappen ondernomen om de twee locaties als officiële oorlogsgraven voor de 58 zeelieden aan boord van beide schepen te laten erkennen. (The Telegraph - 1 september 2003) Posthuum gedecoreerd na 85 jaar Een Amerikaanse zwarte soldaat uit de Eerste Wereldoorlog, Henri Lincoln Johnson, is postuum, 85 jaar na dato, alsnog onderscheiden met het Distinguished Service Cross. Zijn 86 jaar oude zoon heeft de onderscheiding onlangs op het Pentagon in ontvangst mogen nemen. Johnson vocht in de Eerste Wereldoorlog met het geheel uit negers bestaande Harlem Hellfighters Regiment aan het Westelijk Front. Het was na de oorlog in Amerika niet gebruikelijk om niet-blanke soldaten hoge onderscheidingen toe te kennen. Pas later, onder druk van met name zwarte organisaties, zijn er alsnog in een aantal gevallen onderscheidingen toegekend. Zo zijn er onder de ambtsperiode van de voormalige president Clinton verschillende postume Medals of Honor (Amerika’s hoogste militaire onderscheiding) alsnog uitgereikt aan zwarte soldaten. Ook in het geval van soldaat Johnson is er veel onderzoek en lobbywerk verricht door de Albany Veteranen organisatie die van mening was dat Johnson in Amerika niet alle eer had gekregen die hem toekwam (The New York Times - 14 februari 2003). Resten van drie Canadese soldaten gevonden Op 31 januari ontdekten bouwvakkers bij het graven te Passendale de stoffelijke resten van drie gesneuvelde soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. De site werd daarop door de bekende Belgische slagveldonderzoekers "The Diggers" onderzocht. De gevonden resten waren van twee soldaten volledig en van een gedeeltelijk. Het bleken Canadezen te zijn die op 6 november 1917 bij de 2e slag van Passendale zijn gesneuveld tijdens een aanval op de Duitse stelling Vine Cottage, op ca 1 km van het centrum van Passendale. Ze behoorden bij het 3e bataljon Canadian Expeditionary Forces maar konden niet meer geïdentificeerd worden. Op maandag 9 juni 2003 werden de drie met militaire eer en in aanwezigheid van het gemeentebestuur en de Canadese ambassadeur, begraven op het "New British Cemetery" langs de Graventafelstraat te Passendale. Resten van 26 Duitse soldaten uit WOI gevonden Tijdens de uitbreidingswerkzaamheden aan de industriezone in Ieper werden skeletten ontdekt van 26 Duitse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. Op 18 juni 2003 werden zij op het Duitse oorlogskerkhof te Langemarck met militaire eer begraven. De plechtigheid werd ondermeer bijgewoond door het Langemarckse gemeentebestuur en de Volksbund Deutsche Kriegsgraberfursorge. Een delegatie van Duitse militairen (landmacht, Luchtmacht en Marine) alsmede de voorzitter van de Stichting Studie Centrum Eerste Wereldoorlog, waren bij de plechtigheid aanwezig. Er zijn 127.000 Duitse soldaten begraven in West Vlaanderen, verspreid over vijf militaire kerkhoven. Ongeveer 1.000 zijn begraven op Britse militaire kerkhoven, enkele op burgerkerkhoven. Maar volgens de Volksbund worden er nog steeds vele duizenden Duitse soldaten vermist. Massagraf Australische soldaten ontdekt Een massagraf met de overblijfselen van meer dan 250 vermiste Australische soldaten is blootgelegd in een Frans veld. De soldaten werden vermist tijdens de slag van Fromelles, die bekend staat als een bijzonder bloedige confrontatie. De Australische Oorloggraven Stichting wil echter meer zekerheid dat het hier inderdaad gaat om Australische soldaten, voordat zij de plek kunnen erkennen als officiële oorlogsbegraafplaats. De heer Delebarre, conservator van het museum van de vijfde Australische Infanterie Divisie die vocht bij Fromelles, zegt dat de plek reeds door de Melbournese historicus Robin Corfield in een van zijn boeken staat beschreven. Hij vermeldt een dagboekfragment van een gewonde Australische soldaat die, liggend op een brancard, gezien zou hebben dat op deze plek vele omgekomen Australische soldaten door Duitse soldaten in een groot gat gegooid waren. Deze informatie werd destijds echter onvoldoende geacht om de Oorlogsgraven Stichting aan de slag te laten gaan. Nieuwe frontsites in de Ieperboog geopend In juni 2003 werden drie nieuwe locaties in de Ieperboog (België) voor het publiek opengesteld. Interessant is ook dat deze locaties speciaal belicht worden in het "In Flanders Fields Museum". Een combinatie van een bezoek aan het museum en daarna aan de nieuwe sites is aan te bevelen. De Kanaaldijk locatie John McCrae, is 1,8 hectare groot en bevindt zich op de linkeroever van het Ieperleekanaal. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vormde de dijk het dramatische oorlogsdecor waarin dokter John McCrae zijn beroemd geworden gedicht "In Flanders Fields" schreef. De Dugout Yorkshire trench werd hier pas in het begin van de jaren ‘90 ontdekt langs de rechteroever. Deze ondergrondse schuilplaats met bijbehorende loopgraven werd op verantwoorde wijze hersteld en toegankelijk gemaakt. Nabij het gehucht St.Elloi ligt de grootste mijnkrater van de Eerste Wereldoorlog. Deze diepe oorlogswond werd eveneens toegankelijk voor het publiek gemaakt en is het bezoek zeker waard. Nieuw museum Zonnebeke opent in 2004 Negentig jaar na het begin van de Eerste Wereldoorlog opent de gemeente Zonnebeke (nabij Ieper) met Anzac Day 2004 in het kasteeldomein aldaar een gloednieuw museum, het Memorial Museum Passchendaele 1917. De bezoeker doorloopt de vijf veldslagen bij Ieper aan de hand van indrukwekkend fotomateriaal, een nauwkeurig geselecteerde collectie voorwerpen en levensechte diorama’s. Men kan een Duitse loopgraaf betreden of afdalen in een unieke 6 meter diepe Britse dug-out met communicatie- en verbandpost, commandoposten en slaapplaatsen. Het museum opent op 25 april 2004 zijn deuren en zal tot 15 november dagelijks geopend zijn. Graffiti op Engelse begraafplaats in Etaples Zes dagen na het uitbreken van de oorlog in Irak, 26 maart jl., werd ontdekt dat het monument van de begraafplaats van Etaples, bij Boulogne was ondergekalkt met teksten als: "Death to Etaples Cemetary Yankees" en "Rosbeefs [Britten] go home". Toni Blair en George Bush moesten het ook ontgelden en een ander bericht liet weten dat "Saddam Hoessein zou winnen en het ongelovige bloed zou vergieten". Jack Lang, de voormalige Franse minister van Cultuur, bood excuses aan: "Our disagreement with the British and American Governements (on Iraq) can in no way justify any assault on the memory of men who sacrificed themselves to our country". Een onderzoek naar de dader(s) is ingesteld. (BBC News Europe) Bos bij de Somme wordt aangekocht Tijdens een herdenkingdienst op 1 juli 2003 in Frankrijk kondigde Paul Murphy, de minister voor Noord-Ierland, aan dat de overheid aan de Somme Vereniging een bedrag van £400.000 heeft geschonken zodat de vereniging een stuk bos aan kan kopen dat als monument kan dienen. Het stuk bos is nagenoeg onaangeroerd sinds 1916 en kan daarom zeer geschikt voor dit doel (The Telegraph - 2 juli 2003). Met dank aan Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog |
||
naar homepage - archief 2011 - 2010 - 2009 - 2008 - 2007 - 2006 - 2005 - 2004 - 2002 | ||