naar Berlijn pagina - naar homepage


De Duitse oorlogsvloot tijdens de Eerste Wereldoorlog

Verhalen en portretten uit de Eerste Wereldoorlog aan
de hand van hedendaagse straatnamen in Berlijn (deel 5)

door Rob Kammelar

Keizer Wilhelm II en zijn minister van Marine Alfred von Tirpitz stimuleerden de bouw van een enorme oorlogsvloot. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog raakten Duitse oorlogsbodems verschillende malen in gevecht met schepen van de Britse oorlogsvloot. Zo vonden er o.a. zeeslagen plaats bij de Falkland-eilanden en op de Noordzee bij de Doggersbank. De grootste zeeslag ooit was het treffen voor de kust van Jutland bij het Skagerrak. Deze zeeslag eindigde onbeslist, maar de Duitse oorlogsvloot durfde daarna niet meer uit te varen.

Tijdens de oorlog ging Duitsland steeds meer gebruik maken van onderzeeboten, die veel slachtoffers maakten en enorme schade aanrichtten. Ook koopvaardijschepen van neutrale landen werden niet gespaard. In de laatste oorlogsjaren braken er verschillende malen muiterijen uit op de Duitse vloot, tengevolge van de slechte behandeling van de matrozen.

Veel namen van Duitse oorlogschepen komen we nog tegen in het stratenplan van Berlijn. Pruisische officieren uit een verder verleden naar wie de straten vernoemd zijn, leenden hun naam ook aan ’s keizers oorlogsschepen. De opvarenden van de Hochseeflotte Weddigen, Köhler, Köbis en Reichpietsch leven tot op heden voort in Berlijnse straatnamen.

Inhoud

Het Duitse keizerrijk wordt een zeemacht
      Tirpitz en de vlootwetten
      Grootadmiraal Tirpitz verdween uit het stratenplan van Berlijn
Zeeslag in het Skagerrak
       Grand Fleet en Hochseeflotte treffen elkaar
       Oorlogsschepen in het Berlijnse stratenplan?
Duitse oorlogsschepen op de wereldzeeën
       SMS Goeben en SMS Yorck
       Zeeslag bij de Falkland-eilanden
       Zeeslag bij de Doggersbank
       SMS Iltis
       Nog meer oorlogsbodems in het Berlijnse stratenplan
Zeelieden
       Otto Weddigen
       Erich Köhler
       Albin Köbis en Max Reichpietsch
       Zeelieden in het stratenplan van Berlijn
Noten
Geraadpleegde bronnen

Het Duitse keizerrijk wordt een zeemacht

Tirpitz en de vlootwetten
Keizer Wilhelms voortdurende aandringen op de bouw van een sterke oorlogsvloot kreeg pas succes, nadat hij een medestander had gevonden in Alfred von Tirpitz, sinds 1898 minister van Marine en eerder chef-staf van het Duitse eskader dat in 1896/97 het Chinese Kiautschou veroverde.

In 1898 nam de Rijksdag de vlootwet aan, waarmee een budget van 408 miljoen mark werd goedgekeurd voor de bouw van 19 slagschepen, 8 kustpantserschepen, 12 zware en 30 lichte kruisers. In 1900, 1906, 1908 en 1912 volgden telkens nieuwe vlootwetten, waarmee even zovele uitbreidingen van de vloot werden goedgekeurd. Zo werden in 1912 de budgetten verstrekt voor de bouw van nogmaals 41 slagschepen, 20 zware en 40 lichte kruisers.
 
De Hochseeflotte stoomt op

De officiële vlootpolitiek ondervond enthousiaste steun bij de bevolking. In 1898 hadden enkele bankiers en industriëlen, onder wie Krupp, de Flottenverein (Vlootvereniging) opgericht als politiek lobby-instrument. Door handige propaganda kreeg deze vereniging brede steun vanuit de bevolking. In heel Duitsland werden lokale afdelingen opgericht.

Miljoenen Duitsers waren direct of indirect bij een afdeling van de Flottenverein aangesloten. Door middel van allerlei manifestaties, via lezingen en door de uitgifte van tijdschriften maakte de Flottenverein de bevolking rijp zich achter de bouw te scharen van een oorlogsvloot die zich kon meten met die van de Britten. Tegengeluiden waren nauwelijks te horen.

Grootadmiraal Tirpitz verdween uit het stratenplan van Berlijn
Grootadmiraal Tirpitz treffen we niet meer aan in het Berlijnse stratenplan. De Tirpitzstrasse in de wijk Lichtenberg - Friedrichsfelde bestaat niet meer, ook niet onder een andere naam. Langs het Landwehr-kanaal in Mitte en Kreuzberg liep de Tirpitzufer. Deze oever kreeg in 1947 een verrassende andere naam, waarover in een volgende paragraaf meer te lezen is (klik hier). 

De lokale afdeling van de Flottenverein in Berlin-Reinickendorf bedacht dat met een straatnaam de bekendheid van de vereniging en wat zij nastreefde kon worden vergroot. Zo kreeg in 1903 de weg, die vanaf S-Bahn-station Alt-Reinickendorf in oostelijke richting vlak langs het spoor loopt, de naam Flottenweg.

Zeeslag in het Skagerrak
 
Grand Fleet en Hochseeflotte treffen elkaar
Het grootste treffen tussen de Britse Grand Fleet en de Duitse Hochseeflotte vond plaats op 31 mei en 1 juni 1916 op de Noordzee voor de kust van Jutland ter hoogte van het Skagerrak. Doordat de Britten de noordelijke en de zuidelijke uitgangen van de Noordzee beheersten, bleven de acties van de keizerlijke marine doorgaans beperkt tot korte, snelle uitvallen naar de Engelse oostkust. Na beschieting van Engelse kustplaatsen zoals Hartlepool en Scarborough werd dan snel de steven gewend naar de thuishavens, voordat de Britse pantserkruisers en slagschepen vanuit Rosyth en Scapa Flow konden ingrijpen.

De nieuwe Duitse vlootcommandant, admiraal Reinhard Scheer, was voorstander van een agressievere strategie. Op 31 mei 1916 voer Scheer met zijn gehele vloot de Noordzee op, met de bedoeling de slagkruiservloot van admiraal Beatty in een hinderlaag te lokken en te vernietigen. Hij had de overtuiging dat de Britse hoofdmacht, die in Scapa Flow lag, te laat zou komen om te kunnen ingrijpen.

De Britten waren echter vooraf op de hoogte van de Duitse plannen, maar vergisten zich in de positie van Scheer’s hoofdmacht, waarvan ze dachten dat die nog gedeeltelijk in de thuishavens verbleef. Daarom stoomde de Britse hoofdmacht, onder commando van admiraal Jellicoe, niet op volle snelheid op, zodat de Britse voorhoede, onder admiraal Beatty, zich aanvankelijk tegenover een Duitse overmacht bevond.

Aan Duitse zijde ging het verkenningseskader onder vice-admiraal Franz Ritter von Hipper direct het gevecht aan. De slagkruisers SMS Lützow – het vlaggeschip - , SMS Derfflinger, SMS Seydlitz, SMS Moltke en SMS Von der Tann openden als eerste het vuur, dat onmiddellijk beantwoord werd door Beatty’s slagkruisers. De Lützow werd buiten gevecht gesteld door meer dan 20 zware treffers en werd tenslotte op bevel door een eigen torpedoboot tot zinken gebracht. De Seydlitz en de Derfflinger werden na zware treffers buiten gevecht gesteld, maar konden op eigen kracht Wilhelmshafen bereiken.
De Moltke en de Von der Tann bleven gedurende de gehele zeeslag functioneren, ondanks zware treffers waarbij doden en gewonden vielen. De lichte kruiser SMS Frauenlob, die deel uitmaakte van een verkennings-eskader van de Duitse hoofdmacht, werd door de Britse kruiser Southampton tot zinken gebracht.

De SMS Seydlitz in brand geschoten tijdens de zeeslag in het Skagerrak

In het begin van het treffen hadden de Duitsers het meeste geluk - bijna elk schot dat ze afvuurden was een voltreffer - maar toonden ze ook het meeste lef, totdat bleek dat ze de hele Grand Fleet tegenover zich hadden en niet slechts Beatty’s Battlecruiser Squadrons.

Scheer besefte dat zijn schepen tegen de voltallige Engelse oorlogsvloot het onderspit zouden delven en zette, met enkele gedurfde tactische manoeuvres, koers naar zijn thuishavens. Jellicoe bleef het gevecht zoeken, maar kon de vijand niet precies lokaliseren. Uiteindelijk misten de hoofdmachten van beide vloten elkaar in het donker van de nacht van 31 mei op 1 juni 1916 op slechts enkele mijlen.

In Duitsland werd het treffen als een glorieuze overwinning gevierd. Inderdaad waren de verliezen aan Engelse kant, zowel in tonnage als in manschappen, hoger dan die van de Duitsers. De Duitsers kenden 3.058 slachtoffers: doden, vermisten, gewonden en krijgsgevangenen, tegen de Engelsen 6.945. Aan schepen verloren de Duitsers de slagkruiser SMS Lützow, vijf lichte kruisers, waaronder de SMS Frauenlob, en nog vijf destroyers, totaal 61.180 ton. De Engelsen verloren zes grote oorlogsbodems en acht destroyers, totaal 115.025 ton.

De zeeslag in het Skagerrak was het laatste grote zeegevecht tussen Engeland en Duitsland. De Duitse admiraals Scheer en Hipper durfden hun vloot niet weer de Noordzee op te sturen. Voor het verdere verloop van de oorlog speelde de Hochseeflotte  zowel in militair als in economisch opzicht geen rol meer. De Engelsen bleven heersen op zee, de blokkade van Duitsland bleef gehandhaafd.

Beschadigde geschutskoepel op de SMS Derfflinger na de zeeslag in het Skagerrak

Oorlogsschepen in het Berlijnse stratenplan?
Wie wel eens iets heeft gelezen over de zeeslag in het Skagerrak - de grootste zeeslag ooit - kan in het stratenplan van Berlijn veel van de Duitse scheepsnamen uit die zeeslag herkennen. Niet dat de Berlijnse stadsbestuurders de straten van hun stad vernoemd hebben naar de kruisers en slagschepen van de keizerlijke vloot - en evenmin gebeurde het omgekeerde -, maar wel hebben straten en oorlogsbodems gemeenschappelijke peetvaders in even zovele oude Pruisische generaals, die het militaristische verleden van deze Duitse soldatenstaat gestalte hebben gegeven.

Bijna elke oorlogsbodem van Hippers verkenningseskadron, die alle vernoemd waren naar oude Pruisische vechtjassen, had een Berlijnse straat als tegenhanger en de meeste zelfs meer dan één. De schepen zijn gezonken of gesloopt, de straten en pleinen bestaan nog.

In Mitte-Tiergarten, vlakbij de al eerder genoemde Kluckstrasse (zie Deel 3 - Duitse generaals in de Eerste Wereldoorlog) vinden we de Lützowplatz1) (1896), en in Tempelhof-Lichtenrade loopt de Lützowstrasse (1911). Eveneens in Tiergarten, in de omgeving van de Lützowplatz, treffen we de Derfflingerstrasse2) (1870) aan en iets noordelijker in de wijk Mitte-Moabit de Seydlitzstrasse3) (1881).

Ook in het al eerder genoemde Generalsviertel in Steglitz-Lankwitz (zie Deel 3 - Duitse generaals in de Eerste Wereldoorlog) lopen zowel een Derfflingerstrasse (vóór 1894) als een Seydlitzstrasse (1884), terwijl er ook nog een Seydlitzstrasse (vóór 1922) èn een Seydlitzplatz (vóór 1923) te vinden zijn in Tempelhof-Lichtenrade.

In Steglitz-Lichterfelde treffen we nog steeds een Moltkestrasse4) (1899) aan, maar de Moltkestrasse die in Mitte-Tiergarten liep, is in 1998 omgedoopt in Willy-Brandt-Strasse, genoemd naar de oud-burgemeester van Berlijn die van 1969 tot 1974 bondskanselier was. Tenslotte vinden we in de wijk Baumschulenweg van het zuidoostelijke stadsdeel Treptow nog de Frauenlobstrasse5) (1906).

De Skagerrakplatz, waarmee de nazi’s in 1933 de herinnering aan de ‘overwinning’ op de onverslaanbaar geachte Britse vloot nieuw leven wensten in te blazen, heeft allang weer zijn oude naam Kemperplatz terug. Dit plein, waar ooit de bekende Rolandbrunnen stond, is te vinden in Mitte-Tiergarten net ten noorden van de Potsdamer Platz.

Duitse oorlogsschepen op de wereldzeeën

SMS Goeben en SMS Yorck
Al eerder tijdens de oorlog waren Duitse oorlogsschepen actief geweest. Niet alleen op de Noordzee, maar ook elders lieten eenheden van ’s keizers oorlogsvloot zich gelden.

Bij het uitbreken van de oorlog bevond de pantserkruiser SMS Goeben6) zich in gezelschap van de lichte kruiser SMS Breslau in de Middellandse Zee. Op 4 augustus 1914 beschoten beide schepen de havens van Philippeville en Bône in Frans Algerije, van waaruit troepen ingescheept werden voor het Franse moederland.

Vervolgens braken Goeben en Breslau door een blokkade van Franse en Britse schepen in de Straat van Messina en ontkwamen, met Turkse instemming, via de Dardanellen naar de Zwarte Zee. Beide schepen werden op 16 augustus aangekocht door Turkije. De  Goeben voer de rest van de oorlog onder de naam Sultan Yavuz Selim en bond de strijd aan met de Russische vloot. De commandant van de Goeben, admiraal Wilhelm Souchon, werd opperbevelhebber van de Turkse marine.

De pantserkruiser SMS Goeben die later in de oorlog deel uitmaakte van de Turkse marine

De pantserkruiser SMS Yorck voer onder een weinig gelukkig gesternte. Nadat het schip in 1913 bij een manoevre in de buurt van Helgoland een eigen torpedoboot had geramd, waarbij 69 zeelieden omkwamen, liep de Yorck enkele maanden na het uitbreken van de oorlog vlak voor de Duitse kust, in de monding van de Jade, op een eigen zeemijn en zonk.

Zeeslag bij de Falkland-eilanden
Ook op de oceanen hadden Britse en Duitse vlooteenheden elkaar bestookt. In een poging de belangrijke aanvoerroute van chilisalpeter te beveiligen stootte een Duits eskader onder commando van vice-admiraal Graf Maximilian von Spee op 8 december 1914 bij de Falkland-eilanden op een Britse vlooteenheid.

De moderne Britse slagkruisers HMS Invincible en HMS Inflexible bleken, met hun zware 30.5 cm geschut, enkele maten te groot voor de Duitse pantserkruisers. De Britten wisten, zonder noemenswaardige verliezen aan eigen kant, vier van de vijf Duitse schepen uit te schakelen. De SMS Scharnhorst – het vlaggeschip van het eskader- en de SMS Gneisenau werden tot zinken gebracht. Honderden Duitse zeelieden, onder wie eskadercommandant Graf von Spee, verloren het leven.

De pantserkruiser SMS Scharnhorst werd tot zinken gebracht in de
slag bij de Falkland eilanden

Zeeslag bij de Doggersbank
Kort daarna leverden Britse en Duitse vlooteenheden opnieuw slag, ditmaal op de Noordzee bij de Doggersbank. Op 24 januari 1915 stak een Duits eskader, onder commando van vice-admiraal Hipper, de Noordzee over. De slagkruisers SMS Seydlitz, SMS Derfflinger, SMS Moltke en de oude pantserkruiser SMS Blücher hadden het voorzien op Britse vissersschepen, die van spionage werden verdacht.

Door het ontcijferen van de Duitse militaire codes waren de Britten op de hoogte van de Duitse plannen. Een eskader slagkruisers wachtte de Duitsers op. Om een dreigende omsingeling door de Britten, die in de meerderheid waren, te ontlopen, maakte Hipper direct rechtsomkeert. Met hun zwaardere kanonnen openden de Britse schepen direct van grote afstand het vuur.

De oude Blücher, met zijn lichtere bepantsering, kreeg een reeks voltreffers en kapseisde. De Seydlitz kreeg een voltreffer in een van de geschutskoepels, maar slaagde er in met de rest van het eskader te ontkomen. Aan Duitse zijde waren er 954 doden te betreuren, waarvan alleen al op de Blücher 792. De Engelsen verloren 14 levens.

De pantserkruiser SMS Blücher kapseist in de zeeslag bij de Doggersbank

SMS Iltis
De kanonneerboot SMS Iltis hielp in 1900 mee de Boxer-opstand in China neer te slaan. Het schip maakte deel uit van het Duitse eskader dat het kustfort Taku bij Tientsin veroverde. Tijdens deze actie kreeg het schip diverse treffers, waarbij acht bemanningsleden omkwamen. Kapitein Wilhelm von Lans raakte zwaar gewond. Kapitein èn schip werden beide onderscheiden met de hoogste Duitse orde Pour le Mérite.
 
De kanonneerboot SMS Iltis

De rol die de Iltis tijdens de Eerste Wereldoorlog speelde was die van figurant. De gloriedagen van de Iltis waren allang voorbij en het schip stond op de nominatie uit de vaart te worden genomen, toen Japan in augustus 1914, met een begerig oog naar de Duitse koloniën in China, de oorlog verklaarde aan Duitsland. De Iltis bevond zich op dat moment in de haven van Tsingtau in het door Duitsland beheerste gebied Kiautschou. Tegen de overmacht van de Japanse belegering kon de Duitse bezetting het niet lang bolwerken.

De overgave van de Duitse kolonie aan Japan was onvermijdelijk. Pas nadat de Duitsers hun militaire, en ook veel civiele, installaties hadden vernietigd, legden ze de wapens neer. De Iltis werd op 28 september 1914 door de eigen bemanning tot zinken gebracht, evenals de zusterschepen Jaguar, Luchs en Tiger.

Nog meer oorlogsbodems in het Berlijnse stratenplan
Niet alleen de schepen van Hippers verkenningseskadron in de zeeslag bij het Skagerrak vinden we terug in het Berlijnse stratenplan. Ook de namen van oorlogsbodems die elders op de wereldzeeën met wisselend succes in actie kwamen, treffen we aan op Berlijnse straatnaamborden.

Beginnend in het stadsdeel Schöneberg lopen in elkaars verlengde van west naar oost de  Goebenstrasse (1874), de Yorckstrasse7) (1864) en de Gneisenaustrasse8)  (1864). De laatste ligt al in het stadsdeel Kreuzberg. Niet ver daar vandaan, op loopafstand van U-Bahn-station Hallesches Tor, liggen Blücherstrasse9) (1885) en Blücherplatz (1884), de laatste met de bekende Amerika Gedenkbibliothek. Ook is er nog een Blücherstrasse (1893) in Steglitz-Lichterfelde.

In Berlin-Mitte loopt de Scharnhorststrasse10) (1860) vanaf het beroemde Berlijnse ziekenhuiscomplex Charité naar het Bundeswehrkrankenhaus. Nog een Scharnhorststrasse (vóór 1922) treffen we aan in de wijk Tempelhof-Lichtenrade.

Om de wapenfeiten van de Iltis tijdens de Boxeropstand in blijvende herinnering te houden kregen drie straten in de wijk Zehlendorf - Dahlem in 1906 van het stadsbestuur respectievelijk de namen Iltisstrasse, Lansstrasse en Takustrasse. De Iltisstrasse is als enige straat in Berlijn daadwerkelijk naar een oorlogsschip genoemd.

Een staaltje van Berlijnse dubbelzinnigheid bij het toekennen van straatnamen gaven de autoriteiten ten beste, toen ze in 1999 in deze zelfde Dahlemse buurt, waar ook veel musea en instituten van de Freie Universität Berlin staan, een straat wilden vernoemen naar Otto von Simson, nazi-slachtoffer en na de Tweede Wereldoorlog voorzitter van de Duitse UNESCO-commissie. Ze kozen ervoor de Kiebitzweg (‘Kievitweg’), die ongeveer in het verlengde ligt van de Lansstrasse, om te dopen. Lansstrasse, Iltisstrasse en Takustrasse bleven ongemoeid en blijven tot op de dag van vandaag herinneren aan het Duitse militaristisch-expansionistische verleden van de Kaiserzeit.

Zeelieden
 
Otto Weddigen
Kapitänleutnant Otto Weddigen had het commando over de onderzeeboot U9 toen hij op de Noordzee voor de Nederlandse kust door hevige storm en een defect girokompas uit de koers raakte. Op 22 september 1914 dook hij op om zijn accu’s op te laden. Boven water gekomen bleken zich op dezelfde plek de Britse pantserkruisers HMS Aboukir, HMS Hogue en HMS Cressy op te houden. Binnen een uur waren ze door Weddigens torpedo’s tot zinken gebracht. Bijna 1.300 Engelse matrozen kwamen om, ongeveer duizend konden er worden gered door de Nederlandse schepen Titania en Flora, die toevallig in de buurt waren.

In februari 1915 kreeg Weddigen het commando over de U29. Met dat schip werd hij op 18 maart 1915 geramd door het Britse slagschip HMS Dreadnought in de Pentland Firth. Bij die actie kwam Otto Weddigen samen met zijn bemanning om het leven.
 
U-boot-kapitein Otto Weddigen

Otto Weddigen werd postuum een cultfiguur. De keizerlijke boulevardpers kreeg niet genoeg van hem. Ansichtkaarten, wandborden en bierpullen met zijn portret vonden gretig aftrek. Er verschenen verschillende biografieën over zijn leven en in 1927 kwam de speelfilm ‘U9 Weddigen’ uit.

Erich Köhler
Fregattenkapitän Erich Köhler werd in de eerste drie maanden van de oorlog met zijn schip SMS Karlsruhe de schrik van de Atlantische Oceaan. De gloednieuwe kruiser, die zowel met kolen als met olie gestookt kon worden, was in januari 1914 van stapel gelopen en was voorbestemd de SMS Dresden af te lossen in het Duitse steunpunt in de Caraïben.

Köhler, commandant van de Dresden, kwam in Port au Prince aan boord om het commando op de Karlsruhe over te nemen. Op 3 augustus, net nadat in de haven van Havana gebunkerd was, werd het bericht ontvangen dat het vaderland zich in oorlog bevond met Frankrijk en Engeland.

De nieuwe dienstorders stuurden Köhler en de SMS Karlsruhe ter kapervaart de Antlantische oceaan op. Na een laatste bevoorrading in Willemstad op Curaçao begon Köhler aan zijn strooptocht. Op 18 augustus werd als eerste het Britse vrachtschip Bowes Castle buitgemaakt. In de tien weken daarna werden op de druk bevaren route tussen de Rio de la Plata en Europa nog vijftien Britse en een Nederlands schip aangehouden.

Kolen, olie en andere waardevolle zaken werden in beslag genomen. De schepen werden tot zinken gebracht. De bemanningen werden overgedragen aan schepen in de buurt die onder neutrale vlag voeren. Het Nederlandse schip was het 3.649 ton metende vrachtschip Maria, dat gecharterd door een Britse firma op weg was van Portland, Oregon naar Belfast. Op 21 september 1914 werd haar lot bezegeld door de kanonnen van de Karlsruhe.
 
Fregattenkapitän Erich Köhler maakte in de eerste oorlogsmaanden
de Atlantische Oceaan onveilig voor Britse handelsschepen.

SMS Karlsruhe bevond zich op 4 november 1914 in de buurt van Trinidad toen er een abrupt einde aan haar kapervaart kwam. ’s Avonds om drie minuten voor zeven explodeerde het gehele voorschip. Binnen 25 minuten was de Karlsruhe gezonken. 263 opvarenden kwamen om het leven. Onder hen was kapitein Erich Köhler.
146 overlevenden bereikten aan boord van het begeleidingsschip Rio Negro op 6 december 1914 de thuishaven Kiel.

Als oorzaak van de explosie werd een ongeluk in het munitieruim vermoed. De Duitsers hielden de ondergang van de Karlsruhe streng geheim. Nog maanden lang maakten Britse oorlogsschepen jacht op kaperkapitein Erich Köhler. Pas in maart 1915 bleek uit de vondst van wrakstukken dat het schip gezonken moest zijn.
 
Albin Köbis en Max Reichpietsch
De zelfgekozen werkloosheid van de Hochseeflotte, waar admiraal Scheer zich na de slag in het Skagerrak toe gedwongen zag, had een verwoestende werking op het moreel van de scheepsbemanningen. De officieren reageerden hun ongenoegen af op de manschappen. Zinloze en zware oefeningen, waarbij gescholden en gekoeioneerd werd, werden afgewisseld met regelrechte pesterijen.

De meeste tijd moesten de bemanningen benedendeks doorbrengen, verlof om aan wal te gaan werd stelselmatig geweigerd. Bovendien was de voeding karig en slecht – in heel Duitsland heerste trouwens honger en ondervoeding als gevolg van de Engelse blokkade. De verzorging van de officieren was veel beter, ook al doordat niet zelden voorraden die voor de manschappen bestemd waren in de officiersmesses terecht kwamen.

Dit alles leidde in de zomer van 1917 telkens weer tot protesten, die overigens nauwelijks verbetering brachten. De bemanningen hielden, zonder dat daarvoor toestemming was gegeven, demonstratieve wandelingen aan de wal, hielden langzaam-aan-acties en gingen zelfs in hongerstaking.

Aanvankelijk waren de acties uitsluitend gericht tegen de slechte behandeling. Vooral de bemanningen van de SMS Friedrich der Grosse – het vlaggeschip van de vloot – en het linieschip SMS Prinzregent Luitpold namen hierin het voortouw.

De bemanning van dit laatste schip weigerde op 19 juli tijdens de vaart van Kiel naar Wilhelmshafen door het Kaiser-Wilhelm-Kanal11) de bevelen uit te voeren, waardoor de doortocht voor het hele IVe eskader geblokkeerd werd. Later breidden de acties zich ook uit tot andere schepen.

Ook veranderde de strekking van de acties. Het besef dat de oorlog allang verloren was, begon algemeen door te dringen. De leidende actievoerders, onder wie Albin Köbis, stoker op de Prinzregent Luitpold en Max Reichpietsch, matroos op de Friedrich der Grosse, maakten plannen voor een grote vredesdemonstratie tezamen met de arbeiders van de scheepswerven in Kiel.
 
Albin Köbis (geheel links) met andere stokers op de SMS Prinzregent Luitpold.

Zover kwam het niet. Op 1 augustus 1917 kwam het op de Prinzregent Luitpold, na nieuwe chicanes van de kant van de officieren, tot een uitbarsting. De bevelhebbers grepen hard in en lieten de aanvoerders van de vredesbeweging arresteren. Onder hen waren Köbis en Reichpietsch. Op 26 augustsus werden de subalternen Willy Sachse, Wilhelm Weber, Hans Beckers, Albin Köbis en Max Reichpietsch door een krijgsraad wegens voorbereidingen tot een gewapende opstand ter dood veroordeeld.

De vonnissen van drie van hen werden herzien in 15 jaren gevangenisstraf. Albin Köbis en Max Reichpietsch werden op 5 september 1917 op de schietbaan op de Wahner Heide bij Keulen door een vuurpeloton terechtgesteld, respectievelijk 22 en 24 jaar oud.
 
Max Reichpietsch (links) en Albin Köbis,
de leiders van de matrozenstaking op de Hochseeflotte in 1917

Zeelieden in het Berlijnse stratenplan
Met uitzondering van prins Heinrich von Preussen (zie Deel 2- Keizer Wilhelm II en zijn familie) zijn de hoge zee-officieren van Wilhelms vloot uit het Berlijnse stratenplan verdwenen. Zo hebben in de loop der jaren o.a. Tirpitzufer en Tirpitzstrasse, Admiral-von-Schröderstrasse en Graf-Spee-Strasse andere namen gekregen, waarbij, zoals we nog zullen zien, soms opmerkelijke naamswisselingen gehanteerd zijn. Toch is er nog een viertal marinemannen te vinden op Berlijnse straatnaamborden. Bij elkaar vormen ze een merkwaardig gezelschap.

In Steglitz – Lichterfelde loopt tot op heden nog de Weddigenweg (1915), genoemd naar de U-boot-kapitein die bij verrassing - niet in het minst tot z’n eigen - drie Engelse kruisers torpedeerde en die daardoor een ware volksheld werd. Pas na de Tweede Wereldoorlog raakte kapitein Weddigen in vergetelheid. Het Berlijnse stadsbestuur heeft kennelijk nog geen aanleiding gevonden de Weddigenweg van een minder controversiële naam te voorzien.

Al werd Fregattenkapitän Erich Köhler lang niet zo’n posthume volksheld als zijn U-Boot-collega Weddigen, ook ‘zijn’ straat is tot op de dag van vandaag gehandhaafd. Eveneens in Steglitz-Lichterfelde, niet ver van de Weddigenweg, loopt de Köhlerstrasse (1916)

In het kader van hun militaristische propaganda veranderden de nazi’s in 1933 de Kaiserin-Augusta-Strasse, die in Tiergarten langs het Landwehr-kanaal loopt, in Tirpitzufer, naar de architect van keizer Wilhelms oorlogsvloot. Na de Tweede Wereldoorlog werd deze straat omgedoopt in Reichpietschufer (1947). Dat juist een rebellerende matroos de grootadmiraal Tirpitz van z’n straatnaambordje verdrong, is weer zo’n ironische streek van de geschiedenis.
 
Het gebouw van het Bundesministerium der Verteidigung aan de Reichpietschufer in
Berlijn – Tiergarten. In dit gebouw was van 1911 tot 1914 het Reichsmarineamt
gevestigd en vervolgens tijdens de Eerste Wereldoorlog het Reichswehrministerium.
De Reichpietschufer heette toen nog Königin – Augusta – Strasse en ging vanaf 1933
Tirpitzufer heten.

Vlakbij de Reichpietschufer leeft de stoker Albin Köbis voort in de Köbisstrasse (1947). Tijdens de periode van het Derde Rijk heette deze straat Admiral-von-Schröder-Strasse.12)

Noten
[1] Lützowplatz (Tiergarten) en Lützowstrasse (Lichtenrade) zijn evenals de pantserkruiser SMS Lützow vernoemd naar Ludwig Freiherr von Lützow (1782-1834), Pruisisch militair die o.a. bij Jena en Auerstedt Napoleon bevocht.
In Mitte - Tiergarten lopen ook nog de Lützowstrasse en Lützowufer. Deze zijn echter genoemd naar het voormalige dorp Lützow (ook: Lietzow) bij Spandau.
[2] SMS Derfflinger en de diverse Derfflingersstrassen zijn genoemd naar Georg Reichsfreiherr von Derfflinger (1606 - 1695), militair van Oostenrijkse afkomst die in dienst van de keurvorst van Brandenburg de Zweden verdreef uit Pommeren en Oost-Pruisen.
[3] Naamgever van de SMS Seydlitz en de verschillende Seydlitzstrassen is Friedrich Wilhelm Freiherr von Seydlitz-Kurtzbach (1721 - 1773), generaal der cavallerie in dienst van Frederik de Grote van Pruisen.
[4] SMS Moltke en de Moltkestrasse danken hun naam aan Helmuth Graf von Moltke (1800 - 1891), opperbevelhebber van het Duitse leger tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870/71).
[5] SMS Frauenlob en de Frauenlobstrasse zijn in zoverre uitzonderingen dat ze nu eens niet genoemd zijn naar een Pruisische ijzervreter, maar naar de middeleeuwse dichter/troubadour Heinrich von Meißen (ca.1250 - 1318), ook genoemd Frauenlob.
[6] SMS Goeben en de later in dit deel genoemde Goebenstrasse ontlenen hun naam aan August von Goeben (1816 - 1880), generaal der infanterie tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870/71). De Turkse marine hield de Goeben onder verschillende namen tot ver na de Tweede Wereldoorlog in de vaart. Het schip maakte zelfs enige tijd deel uit van de NAVO-vloot. In 1966 werd de Goeben gesloopt.
[7] SMS Yorck en de Yorckstrasse zijn genoemd naar Johann Graf Yorck von Wartenburg (1759 - 1830), bevelhebber van de Pruisische hulpkorpsen in Napoleons ‘Grande Armee’ tijdens de veldtocht in Rusland. Voerde vervolgens in de veldslagen bij Katzbach en Leipzig (1813) Pruisische troepen aan tégen Napoleon.
[8] SMS Gneisenau en de Gneisenaustrasse dragen de naam van August Graf Neidhardt von Gneisenau (1760 - 1831), Pruisisch generaal uit de ‘bevrijdingsoorlog’ tegen Napoleon. Nam deel aan de veldslagen bij Katzbach en Leipzig in 1813.
[9] SMS Blücher, Blücherplatz en Blücherstrassen herinneren aan Gebhard Leberecht Fürst Blücher von Wahlstatt (1742 - 1819), bevelhebber van de Pruisische troepen tijdens de slag bij Waterloo, waar hij samen met de Britse troepen onder Wellington Napoleon definitief versloeg.
[10] SMS Scharnhorst en de beide Scharnhorststrassen danken hun naam aan Gerhard von Scharnhorst (1755 - 1813), stafchef van generaal Blücher (zie hiervoor); stierf aan de verwondingen opgelopen in de slag bij Großgörschen tegen Napoleon.
[11] Sinds 1948 heet dit kanaal Nord - Ostsee - Kanal. Het ruim 98 kilometer lange kanaal verbindt Kiel aan de Oostzee met Brunsbüttel - aan de monding van de Elbe – aan de Noordzee.
[12] Admiral August Ludwig von Schröder (1854 - 1933); werd in 1907 bevelhebber van het IIe eskader van de oorlogsvloot; ging in 1912 met pensioen, maar trad weer in actieve dienst bij het uitbreken van de oorlog. Voerde tot het eind van de oorlog het bevel over het marinekorps en de legergroep Noord van het IVe leger in Vlaanderen.

Geraadpleegde literatuur
Hermann Kirchhoff (Herausg.): Der Seekrieg 1914-1915. Schiffspost- und
    Feldpostbriefe, sowie andere Berichte von Mitkämpfern und Augenzeugen.
    Leipzig, 1915
Arno Dohm: Die grösste Seeschlacht der Geschichte. Gütersloh, 1936
Hans Dollinger (Herausg.): Der Erste Weltkrieg in Bildern und Dokumenten.
    Wiesbaden, 1965
Robert Rosentreter und Horst Westphal: Rebellion in der Hölle. Berlin, 1976
L.L. von Münching: De verliezen van de Nederlandse koopvaardij in de
    Eerste Wereldoorlog 1914-1918. Haarlem, 1981.
V.E. Tarrant: Jutland. The German perspective. London, 1995
W.G. van Boven (red.): Unsere Zukunft liegt auf dem Wasser. Herinneringen van
     Wilhelm II aan zijn keizerlijke marine. Den Helder en Doorn, 1998
John Keegan : De Eerste Wereldoorlog 1914-1918. 3e verbeterde druk,
    Amsterdam, 2000
Website Lexikon von A-Z zur Berlingeschichte Berlin von A bis Z


 © 2007 - Rob Kammelar. De auteursrechten van bovenstaand artikel berusten bij de auteur.
Voor gehele of gedeeltelijke overname is dan ook uitdrukkelijk toestemming vereist van de auteur.

  naar Berlijn pagina - naar homepage


eXTReMe Tracker