Menno Wielinga (retired) houdt
zich tegenwoordig vrijwel uitsluitend bezig met de Eerste Wereldoorlog.
Een interview met Menno
Wielinga, webmaster van
www.wereldoorlog1418.nl
Wanneer begon je interesse in de Eerste Wereldoorlog?
Menno: als jochie las ik ‘Van het Westelijk Front geen nieuws’
(een beslissende leeservaring) en in 1976 had ik de vijfdelige serie 14-18 De Eerste Wereldoorlog al in de kast staan. Maar echt geïnteresseerd raakte ik in 1993 toen ik de reisgids ‘Velden van Weleer’ in handen kreeg dat geschreven is door Kees en Chrisje
Brandts. Het is allemaal hun schuld dat het zo ver gekomen is want achter in dit boek staat een literatuurlijst en vanaf dat moment ben ik boeken over dit onderwerp gaan kopen en lezen. Tien jaar later moest het huis worden verbouwd o.a. om al
die boeken een plaats te geven.
Waarom ben je speciaal zo geïnteresseerd in de Eerste Wereldoorlog?
Menno: deze oorlog heeft de hele wereld op de kop gezet. Het was een door niemand gewenste oorlog die alle partijen
wel wilden winnen. en dan de manier waarop de oorlog
gevoerd is: die industriële slachtpartij die zo volkomen strijdig
is met de dan heersende vorm van beschaving is huiveringwekkend en
verbazingwekkend; er waren naar schatting tien miljoen
doden te betreuren.
Daarnaast de gevolgen voor de betrokken landen en ook voor de neutrale landen: de wereldhandel die volledig in elkaar
stort en de daaruit voortvloeiende economische en sociale problemen. En dan heb ik het nog niet eens over de politieke gevolgen voor Europa na 1918 die uiteindelijk resulteerden in de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende Koude Oorlog. De
Eerste Wereldoorlog is het begin geweest van 'deze bitterste
aller eeuwen' om de historicus Johan Huizinga te citeren. Hoe bitter deze eeuw in werkelijkheid zou worden wist Huizinga
nog niet toen hij in 1945 deze opmerking maakte.
In de
Huizinga-lezing van 2003 laat Abram de Swaan zien dat het totaal
van alle moorden door staten begaan op ongewapende (eigen)
burgers in de 20e eeuw honderdzeventig miljoen mensen bedraagt.
Dit werkelijk onvoorstelbare aantal kan vergeleken worden met
het dodental door oorlogshandelingen verricht door staten tegen gewapende
tegenstanders van andere staten: vierendertig miljoen mensen. Er zijn dus in de
afgelopen eeuw vijfmaal zoveel weerloze mensen van staatswege
vermoord als dat er door gericht militair ingrijpen gesneuveld zijn.
(1)
Terug naar de Eerste Wereldoorlog: die spreekt ook visueel zeer tot de verbeelding omdat er veel film- en fotomateriaal beschikbaar is in die mooie, bijna grafische, zwart witte beelden. Ik voel me soms in die Eerste Wereldoorlog net een ontdekkingsreiziger omdat je zoveel onderwerpen tegenkomt waar nog steeds weinig over bekend is en waar nog iets nieuws over te publiceren is aan de hand van literatuur- en archiefonderzoek. De Eerste Wereldoorlog is daarom ook zo’n aantrekkelijk onderwerp voor geschiedschrijving. En ik
blijf natuurlijk een echte schoolmeester die graag verhalen vertelt.
Bezoek je regelmatig de slagvelden?
Menno: een van de gidsen bij een door mij gevolgde excursie zei eens: ‘You have to see the grounds’ en ik ben van mening dat hij volstrekt gelijk heeft. Ik heb dan ook in de loop der jaren vele gedeelten van het front bezocht. In het verleden ben ik wel mee geweest met een aantal excursies georganiseerd door Holts Tours uit Engeland naar het Somme-gebied, Ieper en Verdun.
Verder heb ik mijn jaarlijkse excursies met WFA-Nederland.
Ik houd van georganiseerde reizen waarbij je gebruik mag maken van de door mij zeer gewaardeerde expertise van anderen. Prachtige excursies zijn er door de WFA-Nederland georganiseerd naar Verdun, het gebied van Saint Mihiel, de Vogezen,
de Somme, de Chemin des Dames, de forten in Frankrijk etc.
Alleen al zo’n wandeling met een groepje mensen over de Tête des Faux dwars door die ‘schuldige bossen’ (om Armando te citeren) waar de stille getuigen van die oorlog nog steeds monumentaal aanwezig zijn! Ik heb
eigenlijk een hekel aan wandelen maar op deze manier wil ik elke
dag wel een wandeling maken. Daarnaast gaan mijn vrouw en ik zo nu en dan ook nog wel eens op eigen gelegenheid naar de oude frontlijn.
Wat vindt je echtgenote trouwens van je belangstelling voor WOI?
Menno: Tineke is de ideale echtgenote, ze geeft mij alle vrijheid deze
liefhebberij uit te leven. Ze regisseert mij trouwens wel, want als we ergens op bezoek gaan, krijg ik duidelijke instructies, ‘je mag tien minuten praten over die rotoorlog en daarna moet je ophouden te zeuren’. Maar heel
vaak lukt dat niet. Je moet trouwens je hobby’s wel weten te doseren: ik verbeeldde me soms dat mijn collega’s op de vlucht sloegen
wanneer ik in de koffiekamer verscheen. En tot mijn stomme verbazing blijken sommige mensen helemaal niet geïnteresseerd in de Eerste Wereldoorlog!
Om niet te vereenzamen moet je dus op zoek naar een liefdevolle omgeving waarin men begrip toont voor je afwijkingen, zoals bijvoorbeeld bij een club als WFA-Nederland en de Stichting Studiecentrum Eerste
Wereldoorlog.
Waarom verzorg je een eigen website over de Eerste Wereldoorlog?
Menno: sinds een jaar of tien ben ik bezig met internet en ik heb ontdekt dat dit een prachtig medium is om heel veel mensen te bereiken. Dat de verhalen op mijn website
tegenwoordig meer dan vijfhonderduizend maal per jaar worden geraadpleegd is toch bijna niet voor te stellen? Er blijkt dus heel veel belangstelling te zijn voor de Eerste Wereldoorlog. Volgens mij worden veel van de artikelen (ook van anderen) die ik op het internet plaats gebruikt voor scripties en
opdrachten. Je kunt je kennis op deze manier dus delen met vele anderen. En dat is precies de bedoeling.
Heb je nog plannen voor de toekomst wat betreft de Eerste Wereldoorlog?
Menno: in 2004 verscheen het boek
Het monster van de oorlog bij Nijgh & Van Ditmar.
Daarna zijn Rob Kammelar, Jacques
Sicking en ik systematisch bezig geweest prozateksten te
verzamelen waarin tijdgenoten tot uitdrukking hebben gebracht
hoe zij destijds de Grote Oorlog hebben beleefd.
Deze
nieuwe bloemlezing verscheen in het najaar van 2007 onder de
titel
De Eerste
Wereldoorlog door Nederlandse ogen. Weer zo’n interessant onderwerp waaraan
vreemd genoeg, nooit
eerder in de Nederlandse literatuurgeschiedenis enige aandacht
is besteed!
Verder heb ik de geschiedenis van het Engelse Kamp in Groningen
voltooid waar gedurende de Eerste Wereldoorlog zo’n 1.500 Britse
militairen waren geïnterneerd.
|
|