vorige pagina | inhoudsopgave | volgende pagina


 

De rechtervleugel van het offensief

 

 

De strijd tussen Craonne en de Aisne
Het in 1573 door haar bewoners ter eigen bescherming versterkte dorpje Craonne wordt aan de noordzijde gedomineerd door het Plateau de Californie, wat zich in 1917een tragische faam zal verwerven. Voor een goed begrip van de komende gevechten is nu enige geografische kennis nodig: aan de oost- en zuidoostzijde wordt het plateau begrensd door de vlakte van Corbeny en van Ville-aux-Bois, het toekomstige operatieterrein van de Franse rechtervleugel. Aan de voet van de hellingen van de uitloper ligt, ten zuiden van Craonne, het Bois de Beau Marais, nét binnen de Franse linies. Ten oosten hiervan verheft zich de dubbele heuvel van het Bois des Buttes, vanwaar men de moerassige vlakte overziet.

Verder naar het zuiden, bij Berry-au-Bac, ligt de Cote 108 en enige kilometers oostwaarts de Butte Prouvais. Tussen deze heuvel en het Bois des Buttes bevindt zich dan de begroeide en drassige vallei van het kleine riviertje de Miette. Achter de Duitse linies, in de laagvlakte, ontwaart men het dorp Juvincourt.

Ten westen van Corbeny opent zich de vallei van de Ailette, met aan de noordzijde de dominante hoogten van het Bois de Corbeny en La Bove. Daartussen verheft zich het pokdalige, zanderige Plateau de Californie.

Omgeving Bery-au-Bac

Op 15 april 1917 verloopt de Franse linie in een praktisch rechte lijn van Berry-au-Bac naar de zuidkant van Craonne, met in het midden een deuk: de Duitse saillant van het Bois des Buttes. De Duitse eerste linie wordt gevormd door uitgebreide loopgravenstelsels, ook Craonne en de uitlopers van het plateau omvattend, en op slechts enkele tientallen meters van de Franse loopgraven. De tweede linie bevindt zich op de noordelijke helling van de vallei van de Ailette en loopt door Corbeny verder naar Juvincourt. Parallel aan de tweede linie, met zo’n drie kilometer tussenruimte, is de derde linie aangelegd.

De uitlopers bij Craonne, het Bois des Buttes, de Cote 108 en, verder naar achteren, de Butte de Prouvais, vormen uitstekende observatiepunten voor de Duitsers. De Fransen moeten zich tevreden stellen met de waarnemingsposten op de hoogten van Roucy, ten zuiden van de Aisne en dus vér verwijderd van de eerste linies.

De taak van de troepen op de linkerflank van het 5e Leger op 16 april luidt als volgt: het 5e Legerkorps, met de 10e en 9e Divisies voorop en de 125e daarachter, dient de drie Duitse linies in te nemen en dezelfde avond nog Amifontaine te bereiken, negen kilometer van het uitgangspunt. Twee groepen tanks zullen de eerste linie overschrijden en de tweede linie, aan weerszijden van Juvincourt, met hun geschut en mitrailleurs aanvallen. De moerassige vallei van de Miette vormt hierbij echter een serieus obstakel voor de tanks. Niettemin aanvaardt men het risico dat de zware kolossen hierin zullen vastlopen.

Aan de linkerzijde van de 10e Divisie dient de 2e Divisie van het 1e Legerkorps het bastion van Chevreux in te nemen, door te stoten naar Corbeny en verder naar het noorden op te rukken. De 1e Divisie, eveneens van het 1e Legerkorps, moet zich meester maken van Craonne. Chevreux, het Bois des Buttes, Craonne en de Route Nationale 44 tussen Corbeny en Berry-au-Bac zijn door de Duitsers tot ontzagwekkende obstakels omgevormd, ondertunneld en met diverse abris, betonnen bunkers, mitrailleurnesten, mortierstellingen en ingegegraven 77-mm veldgeschut gelardeerd. Bovendien hebben zij hier de afgelopen jaren ruimschoots de gelegenheid voor gekregen.

Craonne en het Plateau de Californie
De Franse barrage, die ook op dit deel van het front neerdaalt, mist voldoende effectiviteit. De Duitse betonnen bunkers en onderkomens zullen, na het bombardement van de 240- en 155 mm’s, des te dreigender tevoorschijn komen vanonder de weggeschoten camouflage van bebossing en kreupelhout. Op de ochtend van de 16e april overvliegen Duitse vliegtuigen op geringe hoogte de Franse linies en mitrailleren de volgepakte loopgraven. De Duitse artillerie opent om vijf uur ’s ochtends eveneens het vuur, zodat het Franse élan stevig op de proef wordt gesteld. Om zes uur klimmen zij over de borstweringen, verdwijnen in de mist over een absoluut doordrenkte bodem –de gehele nacht en de dagen ervoor heeft het geregend- en nemen de verlaten eerste Duitse loopgraven in.

Kaart van Craonne

Pal daarop openen talrijke mitrailleurs het vuur op de aanvalsgolven, met een hoofdrol voor de mitrailleurnesten op de helling boven Craonne. De Maxim-mitrailleurs, “koningin van het slagveld”, beheersen hiervandaan de vlakte volledig en geven een extreem effectief vuur van boven naar beneden af, moordend voor de Franse aanvallers. Gedecimeerd en van hun officieren beroofd komen de troepen niet meer vooruit, zolang een nieuwe artillerievoorbereiding geen nieuwe doorgang voor hen forceert. Ondanks een nieuw bombardement blijft de Duitse verdediging echter overeind. De aanval komt nu nauwelijks meer vooruit en vanuit beide flanken blijven de in kazematten opgestelde mitrailleurs huishouden onder de reddeloze poilus. De verliezen zijn verschrikkelijk, vooral bij de 2e Divisie. Het 1e Korps heeft een uur na het begin van de aanval al 9.000 man verloren..

Loopgraaf voor Craonne

Op de avond van de 16e april is de 1e Divisie in de puinhopen van Craonne doorgedrongen, na harde gevechten met haar geduchte tegenstanders: de Pruisen van de 5e Garde Divisie. De Franse 2e Divisie houdt slechts de eerste Duitse linie bezet. De volgende dagen dreigen weer in een stellingenoorlog te vervallen. Op 19 april vorderen de 1e en 162e Divisie nog enkele meters in Craonne zelf en de lage uitlopers van het plateau, ondertussen zware verliezen lijdend. Dan wordt het geteisterde 1e Legerkorps afgelost door het 18e .

Tussen Corbeny en Berry-au-Bac
Twee groepen tanks (van de Groupe Bossut), voor het eerst aan het Franse front ingezet, zullen het spits afbijten en zijn aangewezen om de geduchte tweede linie van de Duitsers te overweldigen. Eén groep dient in de richting van Juvincourt aan te vallen, ten westen van de Miette. De andere heeft haar opmarsgebied tussen de Miette en de Aisne, richting Guignicourt en Prouvais.

Achter de Ferme du Temple, in het Bois de Beau Marais, heeft de eerste groep haar verzamelplaats voor de aanval. Om 06:20 u, op de ochtend van de 16e april, komen de Schneiders log in beweging en volgen in colonne een vooraf ingerichte en vrijgemaakte route. Aan de rand van het bos aangekomen worden zij dan verrassend accuraat door de Duitse artillerie beschoten; Duitse vliegtuigen hebben de opmarsroute van de tanks gevolgd en markeerden deze met rode vuurpijlen. Hierop verspreiden de tanks zich en verhogen hun snelheid, zodat het Duitse geschut vooralsnog geen succes boekt. Vanaf de observatiepunten kunnen de Duitsers de tanks echter permanent volgen, hun silhouetten afstekend tegen de open vlakte.

Vergezeld door de infanterie van het 76e Regiment steken de trage gevaartes de eerste Duitse linies over. Op het drassige terrein tussen de eerste en tweede linies begint de slachting: de Duitse artilleristen verdubbelen de beschieting op de tanks en de één na de ander wordt getroffen. De meeste vatten direct vlam, doordat de reserve-brandstoftanks aan de buitenzijde (!) van de tanks zijn aangebracht. De bemanningen van de aangeschoten tanks hebben weinig kans op overleving en na deze episode van prijsschieten keren slechts 9 van de 40 ingezette tanks op hun startpositie terug.

Het Bois des Buttes
In maart 1916 viel het Bois des Buttes, na het toneel te zijn geweest van hevige gevechten, in Duitse handen. Hiermee priemt de heuvel tevens als een lastige uitstulping in de Franse linies. Zwaar gefortificeerd door de Duitsers, met uitstekende waarnemingsposten op de drie heuvels, vormt het Bois des Buttes een van de steunpilaren van de Duitse linie: met abris die twintig meter onder de grond zijn aangelegd, ondergrondse galerijen met spoorlijnen, bunkers voor de mitrailleurs, betonnen observatieposten, rondom beschermd door een netwerk van prikkeldraadversperringen en door twee volledige bataljons bezet is het een waar fort geworden.

Fransen trekken Croannelle binnen

16 April 1917: het Bois des Buttes wordt door het Franse 31e Regiment Infanterie met twee speerpunten aangevallen. De rechterspits rukt vanuit het zuiden naar het noorden op, in de richting van de drie dominerende heuvels. De linkerspits trekt in oostelijke richting, naar La Ville-aux-Bois, uit het directe zicht van de waarnemingsposten op de heuvels. De eerste Duitse loopgraven worden bij verrassing genomen, maar bij de tweede linie barst het gevecht in alle hevigheid los. In de overblijfselen van het bos moeten de bunkers één voor één veroverd worden, de abris moeizaam worden belegerd en de verbindingsloopgraven met handgranaten worden ingenomen. Desondanks krijgt het 31e uiteindelijk de overhand en maakt gevangenen. Eén onderluitenant en twee man vallen alléén aan, met handgranaat en revolver, dringen in een verbindingssleuf door en voeren 72 verbijsterde Duitsers in gevangenschap af.

Tegen de middag is het Bois des Buttes, na bloedige gevechten, geheel in Franse handen en zijn 800 gevangenen gemaakt. De resterende Duitse bezetting trekt zich terug op het nabije Ville-aux-Bois, wat bezaaid is met mitrailleurnesten. De Fransen trekken op tot de rand van het dorp, maar worden direct geconfronteerd met een woeste tegenaanval, wat hen terugwerpt in het open veld. De hele middag van de 16e, de nacht en de hele volgende dag wordt onophoudelijk gevochten in en om de verbindingsloopgraven, granaattrechters en het prikkeldraad, waar eenieder die hierin komt vast te zitten de dood vindt.

Tegen de avond van de 17e april is het dorp met uiterste krachtsinspanningen omsingeld. Om 06:00 u op de ochtend van de volgende dag wordt de aanval op de inmiddels benarde Duitse verdedigers geopend en twee uur later is La Ville-aux-Bois weer Frans. Meteen daarna wordt de RN 44 overgestoken en komen de aanvallers nog tot La Musette. In drie dagen tijd heeft het 31e Regiment 1.500 Beierse gevangenen afgevoerd en 50 mitrailleurs, 15 mortieren, 6 kanonnen en diverse andere materialen buitgemaakt.

La Musette
Nadat in 1916 het Bois des Buttes door de Duitsers werd ingenomen, vreesden zij voortdurend een Franse aanval in de omgeving van het Bois des Boches, ten oosten van het Bois des Buttes en dus in de rug van dit belangrijke steunpunt. Om deze dreiging het hoofd te kunnen bieden plaatsten zij, tussen het kruispunt van La Musette en het riviertje de Miette zes enorme bunkers van gewapend beton. Elke bunker bevatte een kazemat voor de mitrailleurs met daaronder een diep uitgegraven abri. De bunkers konden elkaar door flankerend vuur dekken en waren met elkaar en naar achteren verbonden door verbindingsloopgraven en ondergrondse gangen. Aldus vormden zij een gigantisch obstakel voor het Franse offensief van 16 april.

Omgeving Bois des Buttes 

Over het desolate en verwoeste terrein van het Bois des Boches vallen de Fransen op de ochtend van deze 16e april de bunkers aan. Vanuit het zuiden en westen aangevallen verweren de Duitsers zich echter uitermate furieus en vegen de Fransen door hun kruisvuur van het voorliggende gebied. Ook de volgende dag levert geen meter winst op; de bunkers beheersen het slagveld volledig. Dan, op de avond van de 17e april, verzamelt een bataljon van het 113e Regiment zich voor een charge op de bunkers, op links ondersteund door delen van het 313e en 4e Regiment. Bij het vallen van de nacht heffen de poilus het lied van het regiment aan: “voilá le 113e qui passe”. Voortkruipend langs beide zijden van de RN 44 nemen zij met handgranaten stuk voor stuk de onder de weg uitgegraven abris in. Hierop openen de Duitsers een vernietigend mitrailleurvuur en veroorzaken hiermee zware verliezen onder de Fransen. Enkele groepen slagen er echter in om in de nabijheid van de bunkers te geraken en met handgranaten te bestoken. Met een donderend geraas ontploft één van de bunkers, doordat de munitie-opslagplaats door een granaat werd geraakt. Enorme blokken beton vliegen door de lucht en komen ver verspreid in de omgeving neer.

Ondanks de zeer zware verliezen zet het bataljon de aanval door en tegen negen uur ’s avonds zijn de RN 44 zelf en de bunkers Köln en Hannover in Franse handen. Vanuit het zuidoosten volgt dan de verdere opmars naar het kruispunt van La Musette, wat zij de volgende ochtend inneemt. Op dat moment vallen eenheden van het 31e Regiment, komende van La Ville-aux-Bois, eveneens het kruispunt aan. De omsingeling van het Bois des Boches, met het 313e Regiment en delen van het 4e Regiment, is hiermee dan eindelijk voltooid. ’s Nachts wordt het gebied gezuiverd, wat 400 gevangenen en een grote hoeveelheid wapens met munitie oplevert.

Tanks vóór Juvincourt
Van september 1914 tot april 1917 bleef het belangrijke kruispunt bij de Ferme du Choléra een hevig omstreden punt tussen Duitsers en Fransen. In deze sector zou het 32e Legerkorps haar aanval op 16 april dienen uit te voeren. Zoals we hebben gezien bracht de eerste stoot hen tot de tweede Duitse linie, net vóór Juvincourt. Maar de bataljons in de spits van de aanval werden van de Cote 108 tot Juvincourt door de vastberaden Duitse verdedigers neergemaaid en vastgepind in de duizenden granaattrechters. Vanuit Prouvais werd bovendien een serie vinnige tegenaanvallen gelanceerd op de in wanorde verkerende Fransen.

Kaart van Juvincourt

De lotgevallen van de eerste groep tanks hebben we reeds eerder kunnen volgen. De tweede groep volgde voor haar aanval de route van Pontavert naar Guignicourt, over de heuvelrug bij Le Choléra. Ondanks het zware Duitse geschutsvuur bereiken ook zij de tweede linie, maar de Franse infanterie ligt op dat moment geheel uiteengeslagen, het merendeel dood of gewond, in kleine groepjes in het verwoeste terrein vóór deze stellingen. De tweede linie is intact en ongenaakbaar. Zonder steun van het voetvolk zetten de tanks door, steken de loopgraven van de tweede linie over, bereiken tegen één uur ‘s middags de oostkant van Juvincourt en schommelen verder in de richting van het Bois Claque Dents. Dan worden zij van drie kanten door rechtstreeks vuur van de Duitse batterijen onder vuur genomen. 

Wederom heeft de Duitse artillerie haar doelen voor het uitkiezen en het gros van de tankgroep wordt in brand geschoten. Het restant kan desondanks nog een Duitse tegenaanval uit de richting van de Ferme Mauchamp afslaan, voordat het bevel tot terugtrekken wordt gegeven. 
De overlevende bemanningen van de stukgeschoten tanks hebben dan inmiddels de voertuigen verlaten en proberen te voet de eigen linies te bereiken. Laagvliegende Duitse jachtvliegtuigen mitrailleren deze schamele groepjes en vergroten hiermee de al zeer zware verliezen van het tankwapen. Slechts enkele tanks keren terug bij de Ferme du Choléra.

[NB zie voor de tankslag bij Juvincourt ook het uitgebreide artikel 
van Tino Prins: 
Tanks op de Chemin des Dames 1917  ] 

Loivre en Brimont, de sleutels van Reims
In september 1914 blijft het Duitse offensief vóór Reims steken bij het dorp Loivre aan het kanaal van de Aisne naar de Marne en bij het oude fort van Brimont. Hier organiseren de Duitsers hun verdedigingslinies, waarvandaan zij regelmatige beschietingen op de stad Reims kunnen onderhouden.

Loivre en omgeving

Op 16 april 1917 valt de 41e Divisie van het 32e Legerkorps de Duitse posities in Loivre aan, waarbij het dorp zonder al te grote verliezen door het 23e (“les Braves”, de moedigen) en het 133e Regiment (“les Lions”, de leeuwen), wordt bezet. Het 133e Regiment doorkruist het dorp en rukt verder op naar het kanaal, met het 3e bataljon in de voorhoede. De kanaalovergang en het kerkhof worden echter zwaar verdedigd door de Duitsers en de “leeuwen” worden beschoten vanuit betonnen kazematten bij het kerkhof en de puinhopen van de molen. 
Zij trekken zich terug, vragend om steun van de 75 mm’s. Dan trekken zij achter de barrage opnieuw op, waarbij de hoornblazers het signaal “aanvallen” laten schallen. In één lange bajonetcharge nemen zij de verdedigingswerken bij de molen, het kerkhof en de rest van het verwoeste dorp. Bij het kerkhof maken zij 122 gevangenen in één abri. De buit: 825 gevangenen, door alleen al de 500 man van het 3e bataljon.

Ten noorden van Loivre vallen de troepen van de 14e Divisie (Generaal Philipot) met het 44e, 60e, 35e en 42e Regiment de eerste Duitse linies aan, drukken door en bereiken met zware verliezen uiteindelijk het dorp Berméricourt. Een furieuze Duitse tegenaanval van het Korps Eberhart van het Duitse 1e Leger breekt echter de veerkracht van de zwaar beproefde Franse infanteristen en zij worden weer uit het dorp gegooid.

De Russische Brigade, met als doel het Fort de Brimont, steekt het kanaal over en bereikt de helling van de heuvel met het fort, maar verder komen zij niet. Hevig vuur vanuit het fort en de omliggende stellingen daalt neer op de Russen en ook zij lijden bloedige verliezen. Weldra stabiliseren de linies zich dan, juist ten oosten van het kanaal.

vorige pagina | inhoudsopgave | volgende pagina