Al vele jaren ben ik enorm gefascineerd
door de geschiedenis van het Britse Victoria Cross en de
heroïsche verhalen van al haar ontvangers. Eén van de
eerste verhalen die ik ooit hierover gelezen heb, was
een artikel over soldaat Henry Tandey dat in juli 1997
in de Britse krant ‘The Telegraph’ heeft gestaan. Hij
was één van de meest onderscheiden soldaten uit de
Eerste Wereldoorlog en hier moest ik dus meer van weten.
 |
Henry Tandey VC DCM MM (1891-1977) met op zijn borst van
links
naar rechts de volgende medailles : Victoria
Cross, Distinguished Conduct Medal,
Military Medal, 1914
Star with clasp '5th Aug. - 22nd Nov. 1914',
British War Medal en Victory Medal. |
Het leven van Henry Tandey begint in de Engelse plaats
Leamington Spa, gelegen in het graafschap Warwickshire,
waar hij op 30 augustus 1891 wordt geboren. Henry,
bijgenaamd ‘Napper’, heeft een moeilijke jeugd en brengt
zijn eerste levensjaren door in een weeshuis en later op
de lokale St. Peter’s School. Als hij 18 is, krijgt hij
een baan in het Regent Hotel in Leamington Spa, maar
lang zal hij hier niet blijven.
In 1910 besluit hij zich aan te melden bij het Britse
leger, en wordt ingedeeld bij het Alexandra, Princess of
Wales’s Own Yorkshire Regiment in Richmond te York. Een
infanterie regiment dat beter bekend is als ‘The Green
Howards’. Hij komt terecht bij het 2e Bataljon van de
Green Howards en wordt overgeplaatst naar Zuid-Afrika en
naar Guernsey. Hij blijft bij deze eenheid tot oktober
1916. Tot deze periode is hij o.a. in 1914 actief in
Zeebrugge als onderdeel van het B.E.F.
Later neemt hij ook nog mee aan gevechten tijdens de 1e
Slag om Ieper. Tijdens deze gevechten haalt hij op een
gegeven moment een gewonde soldaat van het slagveld,
door hem over z’n schouder naar een Eerste Hulp Post te
brengen. Deze, toen nog vrij onbeduidende, gebeurtenis
is later op schilderij vastgelegd door Fortunino Matania.
Deze Italiaanse journalist/illustrator werkte tijdens de
Eerste Wereldoorlog regelmatig voor Britse tijdschriften
als ‘The Sphere’.
 |
Het later beroemd geworden schilderij van de Italiaanse
journalist/illustrator
Fortunino Matanina (1881-1963).
Op de voorgrond zien we Henry Tandey VC DCM MM
een
gewonde kameraad wegdragen naar een Eerste Hulp Post.
Deze gebeurtenis vond plaats in oktober 1914 op de zgn.
‘Menin Crossroads’. |
Het is ondertussen 1916 en Henry is teruggestuurd naar
Engeland om te herstellen van de verwondingen die hij
aan zijn been heeft opgelopen tijdens de Slag aan de
Somme (1 juli – 18 november 1916). Na zijn ontslag uit
het ziekenhuis wordt hij overgeplaatst naar het 9e
Bataljon en raakt vervolgens gewond tijdens gevechten in
november 1917 bij Passendale.
Na wederom hersteld te zijn van opgelopen verwondingen
wordt hij overgeplaatst naar het 12e Bataljon, totdat
deze in juli 1918 wordt ontbonden. Hierdoor wordt hij
overgeplaatst naar het 5e Duke of Wellington Regiment,
en het is tijdens deze periode (juli-oktober 1918) dat
hij zal worden onderscheiden met diverse
dapperheidonderscheidingen.
In september 1918 wordt Henry Tandey onderscheiden met
de Distinguished Conduct Medal voor zijn heroïsche
acties in augustus 1918, en dan met name voor een actie
op 28 augustus. Zo’n 10 dagen later wordt hij wederom
onderscheiden. Ditmaal met de Military Medal voor zijn
heldhaftige actie op 12 september 1918 tijdens een
aanval op Havrincourt. Maar de grootste waardering voor
zijn heldenmoed zou iets later komen, als hij wordt
onderscheiden met het Victoria Cross.
Het is 28 september 1918 en het einde van vier
verschrikkelijke oorlogsjaren is in zicht. Tandey’s
eenheid wordt op deze dag belast met het veroveren van
het dorpje Marcoing, maar hij ondervindt hierbij enorme
tegenstand.
De eenheid komt onder zwaar vuur te liggen en kan
eigenlijk geen kant meer op. Henry heeft in de gaten dat
er iets gedaan moet worden en kruipt, zonder aan zijn
eigen veiligheid te denken, in de richting van de
vijandelijke machinegeweerpost.
Eenmaal in de buurt aangekomen weet hij de vijandelijke
post uit te schakelen, daarbij geholpen door een eenheid
met een Lewis-machinegeweer, die ondertussen was
gearriveerd. Door de uitschakeling van deze post kan
zijn eenheid de opmars vervolgen.
Eenmaal aangekomen in de buurt van een houten brug zien
ze dat deze beschadigd is. Wederom aarzelt Henry geen
moment en kruipt hij, terwijl de kogels letterlijk om
zijn oren vliegen, naar de brug en weet hij deze zó te
repareren dat deze weer is te gebruiken. Tijdens deze
actie heeft hij zo onder zwaar vuur gelegen dat het
eigenlijk een wonder mag heten, dat hij dit heeft kunnen
overleven.
Later in de avond, tijdens een poging van de compagnie
om het bruggenhoofd te versterken en een zgn. ‘support
loopgraaf’ te veroveren, wordt Henry’s eenheid omsingeld
door een enorme Duitse overmacht.
Hoewel de situatie hopeloos en verloren lijkt, aarzelt
Henry ook hier wederom geen moment en leidt persoonlijk
een bajonetaanval. De negen Britse soldaten vechten met
zoveel moed, dat tientallen vijandelijke soldaten
gevangen worden genomen. Tijdens deze uitzonderlijke
heroïsche charge raakt Henry gewond, maar weigert zich
te laten verzorgen.
De gevechten zijn nog niet voorbij. Nog steeds gaat
Henry zijn kameraden voor in de hevige strijd.
Gezamenlijk weten ze uiteindelijk twintig vijandelijke
soldaten gevangen te nemen, en pas nadat de situatie
meester is, laat hij zich verzorgen. Het is de derde
keer dat Henry gewond is geraakt tijdens gevechten en
wederom wordt hij voor herstel terug naar Engeland
gestuurd.
Tijdens zijn herstelperiode wordt hij op 17 december
1919 ontboden op Buckingham Palace. Daar krijgt hij uit
handen van de Britse koning het Victoria Cross voor zijn
heroïsche acties op 28 september 1918 bij het Franse
Marcoing.
Na zijn herstel wordt hij regelmatig uitgenodigd voor
het bijwonen van herdenkingen, zoals ook in november
1920. Henry, ondertussen gepromoveerd tot korporaal, is
dan namelijk één van de vijftig geselecteerde Victoria
Cross ontvangers die een erehaag vormen bij de
begrafenis van de Onbekende Soldaat in Westminster Abbey
te Londen. Hij verlaat in januari 1926 met de rang van
sergeant het Britse Leger en is vanaf het einde van de
Eerste Wereldoorlog uitgezonden geweest naar o.a.
Ierland, Gibraltar, Turkije en Egypte.
 |
11 November 1920. De Britse koning George V legt een
krans op de lijkkist van de
Onbekende Soldaat. Henry
Tandey VC DCM MM is één van de vijftig geselecteerde
VC
ontvangers die een erehaag bij deze gelegenheid vormen. |
Na zijn militaire carrière vertrekt Henry naar Coventry,
waar hij ook de rest van zijn leven zal blijven wonen.
Hier vindt hij al snel werk bij de Standard Motor
Company en hij zal hier ook bijna veertig jaar werkzaam
blijven. Het is ondertussen eind 1940 en de Tweede
Wereldoorlog is in volle hevigheid losgebarsten.
Op 14 november van dat jaar worden grote delen van
Coventry getroffen door een Duits bombardement. Vele
honderden burgers komen hierbij om het leven, maar het
is ook hier dat Henry zich meerdere malen op heroïsche
wijze laat zien door, met gevaar voor eigen leven,
mensen onder de puinhopen vandaan te halen.
Bij dit bombardement wordt echter ook zijn eigen huis
getroffen, en het enige wat hij hier nog uit weet te
redden, is een klok die hij had gekregen van de Duke of
Wellington’s Old Contemptibles Association.
Na de Tweede Wereldoorlog is Henry regelmatig te gast
bij Victoria Cross & George Cross bijeenkomsten, evenals
bij de Victory Parade in Londen in juni 1946.
Op 1 juli 1976 is Henry eregast bij een parade in
Leamington Spa, dit ter herdenking van de Slag aan de
Somme 60 jaar daarvoor en de velen die hier gesneuveld
zijn. Iets meer dan een jaar later, op 20 december 1977,
overlijdt Henry Tandey VC DCM MM na een kort ziekbed.
Hij had van tevoren duidelijke wensen kenbaar gemaakt
omtrent zijn begrafenis en deze vindt dan ook in
besloten kring plaats in de Church of Christ the King in
Coventry. Op 23 december 1977 wordt hij gecremeerd
en geheel volgens zijn laatste wensen wordt zijn as
uitgestrooid op de Marcoing British Cemetery, waar veel
slachtoffers liggen van de gevechten uit november 1917
en september-oktober 1918.
In april 1978 wordt er ter ere van Henry Tandey VC een
boom geplant in Jephons Gardens in Leamington. Al zijn
onderscheidingen worden op 26 november 1980 door Sir
Ernest Harrison OBE gekocht voor een bedrag van £
27.000, die ze op zijn beurt in 1997 weer schenkt aan
het Green Howards Regimental Museum in Richmond,
Yorkshire.
Na de Eerste Wereldoorlog komen de Green Howards en het Duke of
Wellington (West Riding) Regiment, de beide regimenten waar Henry Tandey VC
bij diende, regelmatig met elkaar
in conflict. Beide regimenten zijn namelijk van mening dat deze
WO1-held ten tijde van het behalen van de meeste van
zijn dapperheidonderscheidingen bij hun regiment diende.
Feit is dat Tandey VC zich altijd een Green Howard heeft
gevoeld. |