|
William Angus (1888 - 1959)
VC - 12 juni 1915 - Givenchy, Frankrijk |
|
Personalia
Geboren: 28 februari 1888 te Armadale,
Linlithgow, Schotland
Overleden: 14 juni 1959 te Carluke, Lanarkshire,
Schotland
Rang: Korporaal
Onderdeel: 8e Bataljon, The Highland Light Infantry
Nationaliteit: Schotse
Date of Gazette: 29 juni 1915 |
|
'The
bravest deed done in the history of the British Army'.
Luitenant-kolonel Gemmill, Givenchy 1915
De gemeenschap in het Schotse Carluke is enorm trots op
‘haar’ drie Victoria Cross ontvangers, te weten
korporaal William Angus en sergeant Thomas Caldwell,
beiden VC ontvangers uit de Eerste Wereldoorlog, en
luitenant Donald Cameron, VC ontvanger uit de Tweede
Wereldoorlog.
Dit is het verhaal van één van hen: een toonbeeld van
uitzonderlijke moed, hechte vriendschap, zelfopoffering,
en doorzettingsvermogen. Het verhaal van een held die
bewust de dood trotseerde om het leven van een ander te
redden.
Het verhaal van William Angus begint in het Schotse
Armadale, waar hij op 28 februari 1888 wordt geboren.
Net als de meesten gaat óók William na zijn
schoolperiode aan de slag als mijnwerker. Omdat hij
echter een zeer talentvol voetballer is, weet hij dit
werk al vrij snel op te geven om zich totaal te gaan
toeleggen op een carrière als profvoetballer bij het
Schotse Celtic. Een profcarrière die echter na drie jaar
abrupt wordt afgebroken door het uitbreken van de Eerste
Wereldoorlog.
In heel Groot-Brittannië werden mannen opgeroepen om
dienst te nemen in het Britse leger. Zo ook in de buurt
van Carluke, waar sergeant-majoor George Caven van het
beroemde Highland Light Infantry diverse vrijwilligers
wist te rekruteren voor de oorlog op het Europese
vasteland. Twee van deze vrijwilligers waren William
Angus en James Martin.
Beiden werden naar Dunoon gestuurd voor hun militaire
training, maar nadat ze deze met succes hadden afgerond,
hoorden ze dat hun eenheid voorlopig nog in reserve werd
gehouden. Daarom meldden beiden zich vrijwillig aan bij
de 8th Battalion Royal Scots, dat enkele dagen later
naar Frankrijk zou vertrekken.
Op 12 juni 1915 bevond de D-compagnie van de 8th
Battalion Royal Scots zich in de voorste loopgraaf in de
omgeving van Givenchy in Noord-Frankrijk. Tegenover hen,
op zo’n 55 meter afstand, lagen de Duitsers in hun
loopgraven. Al vele weken lang hadden deze een spoordijk
in hun bezit die van groot strategisch belang was omdat
zij van daaraf een goed overzicht hadden op de Britse
loopgraven en de Britse troepenbewegingen.
In de nacht van 11 op 12 juni was besloten een Britse
eenheid erop uit te sturen om te proberen de Duitsers
uit hun posities te verdrijven. De Duitse troepen hadden
zo’n actie echter al lang verwacht. Toen de Britse
eenheid, die onder leiding stond van luitenant James
Martin, zich over het Niemandsland begaf, brachten zij
een enorme mijn tot ontploffing. Na hergroepering bleek
dat enkele mannen ontbraken, onder wie luitenant Martin.
Bij het aanbreken van de 12e juni konden de mannen van
de Royal Scots het lichaam van luitenant Martin op de
spoordijk zien liggen. Zij konden ook zien dat hij nog
leefde, en dat hij slechts enkele meters van de Duitse
loopgraven verwijderd was. Naarmate de dag vorderde,
wist luitenant Martin zich enigszins te herstellen.
Uitgedroogd, smeekte hij de Duitsers om wat water, maar
deze beantwoordden zijn noodkreet met een handgranaat.
De Britten, die dit tafereel op enkele tientallen meters
afstand gadesloegen, werden hierover duivels kwaad en
het nieuws over de gebeurtenis verspreidde zich als een
lopend vuurtje door de Britse loopgraven.
Toen het nieuws William Angus bereikte, bood hij zich
zonder aarzelen vrijwillig aan om te proberen luitenant
Martin uit zijn benarde positie te redden. Ondanks
herhaald aandringen werden zijn verzoek afgewezen. Het
was gewoon veel te gevaarlijk. Zijn smeekbedes waren
echter ook bij Brigadier-Generaal Lawford
terechtgekomen, die uiteindelijk toestemming gaf voor
een reddingsoperatie.
Een touw werd om het middel van William Angus gebonden
zodat hij, in geval van nood, naar de eigen linies kon
worden teruggetrokken. Gebruikmakend van alle obstakels
en kraters in het terrein, wist hij uiteindelijk tot bij
luitenant Martin te komen. Daar aangekomen haalde hij
het touw van zich af en bond dit om het middel van James
Martin.
Vervolgens tilde hij hem op, gaf hem wat brandy en
maakte hem gereed voor de gevaarlijke terugtocht naar de
eigen linies. De Duitsers hadden echter lucht gekregen
van deze reddingpoging en begonnen met het gooien van
handgranaten naar het duo.
Angus aarzelde geen moment, pakte James Martin op en
begon zo snel als hij kon over het niemandsland naar de
eigen linies terug te rennen. Een regen van kogels en
handgranaten kwam op hen neer, waardoor beiden
regelmatig vielen. Angus wist zich echter steeds weer te
herpakken en de tocht, die wel een eeuwigheid leek te
duren, te vervolgen.
Angus werd vele malen geraakt, maar met zijn eigen
lichaam wist hij het lichaam van James Martin te
beschermen. Een geluk was echter wel dat de handgranaten
veel stof opwierpen waardoor de Duitse sluipschutters
hun werk niet goed konden doen.
De handgranaten- en kogelregen werd echter steeds
intensiever en Angus besloot tot een nieuwe actie. Hij
gaf de eigen troepen het sein het lichaam van Martin
naar binnen te trekken. Om de aandacht van de Duitsers
hiervan af te leiden, stond hij op en rende zo hard hij
nog kon weg van Martin, in de richting van de veilige
Britse linies. Bij deze actie werd hij wederom enkele
malen geraakt, maar uiteindelijk wist hij zich in een
Britse loopgraaf te laten vallen.
Zo snel mogelijk werd hij overgebracht naar een medische
hulppost waar hij aan zijn zware verwondingen werd
geholpen. Hier bleek dat hij ruim 40 keer was geraakt!!!
Zijn rechtervoet was verbrijzeld en het zicht uit zijn
linkeroog was totaal verdwenen; diverse medische
ingrepen konden hier niets aan veranderen. Uiteindelijk
wist hij zijn verwondingen wonderbaarlijk genoeg te
overleven, maar hij zou nooit meer in staat zijn te
voetballen - zijn profcarrière bij de Schotse
voetbalclub Celtic zou daardoor ten einde komen.
Het relaas van deze heldhaftige actie bereikte al snel
Engeland en Luitenant-kolonel Gemmill, commandant in
Givenchy, schreef later: “No braver deed was ever done
in the history of the British Army”. William Angus werd
voor zijn actie voorgedragen voor het Victoria Cross, en
iedereen die zijn actie had gezien was ervan overtuigd
dat hij deze hoogste militaire onderscheiding ook
daadwerkelijk zou krijgen.
Bij thuiskomst in Carluke in 1915 sprak luitenant James
Martin tijdens een ceremonie de volgende woorden:
“Ik weet dat je het me niet kwalijk zal nemen als dit
dankwoord niet al te lang zal worden. Toen ik op die
zaterdag in juni gewond op het slagveld lag, leek mijn
lot bezegeld. Maar William Angus aarzelde geen moment en
met gevaar voor zijn eigen leven wist hij dat van mij te
redden. Carluke mag trots zijn op zo’n held, omdat het
een actie was die nergens in de annalen van de Britse
krijgsgeschiedenis is voorgekomen. Korporaal Angus, ik
dank je met heel mijn hart en ik wens je een heel lang,
gelukkig en gezond leven toe. Ik hoop dat je dit horloge
en bijbehorende ketting wil aanvaarden als dank voor het
redden van mijn leven en als herinnering aan deze dag”.
Op 30 augustus 1915 was het zover. William Angus ontving
op Buckingham Palace het Victoria Cross uit handen van
de Britse koning George V. De koning was zeer onder de
indruk van Angus’ heroïsche reddingsactie en nam ruim de
tijd om het verhaal uit zijn eigen mond te vernemen.
De Britse koning George V had tijdens de toekenning van
het Victoria Cross ook nog even een onderhoud met de
vader van Angus en zei tegen hem o.a. het volgende:
“U zult enorm trots zijn op uw zoon en ik wil u beiden
dan ook feliciteren. Het is bijna een wonder dat hij
zo’n heldhaftige actie heeft weten te overleven. Hij
heeft zijn onderscheiding terecht verdiend en ik hoop
van harte dat hij volledig mag herstellen van zijn
opgelopen verwondingen. Dat u beiden nog heel lang van
deze momenten kunt genieten”.
Het verhaal van William Angus VC is de annalen van de
Britse krijgsgeschiedenis bijgeschreven maar Angus zelf
bleef onder dit alles altijd vrij nuchter. Alleen na
veel aandringen was hij bereid zijn verhaal te
vertellen.
Na de oorlog kwamen William Angus VC en James Martin
terug naar Carluke en ze zouden vrienden voor het leven
worden. Elk jaar opnieuw, zond Martin op 12 juni een
telegram naar Angus VC met daarin ‘Congratulations on
the 12th’. Na Martins’ overlijden in 1956, zette zijn
broer deze traditie voort.
William Angus VC was én bleef een zeer gerespecteerd
inwoner van Carluke. Op verzoek bekleedde hij diverse
hoge functies en was hij jarenlang voorzitter van de
Carluke Rovers Football Club. Hij overleed op 14 juni
1959.
Angus ligt begraven op de Wilton Cemetery in Carluke. Op
zijn grafsteen is een afbeelding te zien van ’s werelds
bekendste militaire onderscheiding. Het Victoria Cross
van Wlliam Angus is te bezichtigen in het Scottish
United Services Museum in Edinburgh. De medailles van
luitenant Martin liggen naast die van hem; dit is
gebeurd om de hechte vriendschap van beiden te
benadrukken. |
|
Geraadpleegde bronnen
▬
‘The Register of the Victoria Cross’
uitgegeven door This England 1997
▬
‘Monuments to Courage’ van David Harvey
▬
‘For Valour’ van Bryan Perrett uitgegeven
door Weidenfeld & Nicholson 2003
▬
‘For Valour – The VC Courage in Action’
van John Percival
▬
‘Victoria Cross Heroes’ van Lord Michael
Ashcroft
▬
‘The Victoria Cross’ van Peter Duckers
▬
De gemeente van Armandale en Carluke te
Schotland voor hun medewerking.
▬
Diverse gespecialiseerde websites omtrent
het Britse Victoria Cross.
Speciale dank gaat uit aan medewerkers en forumleden
van:
het forum over het Victoria Cross :
www.victoria-cross.com/forum
en het forum over de oorlogsgeschiedenis van de 20e
eeuw:
worldatwar.nl/forum
en vooral dank aan mijn vriend Pierre GG voor zijn hulp
en research.
|
|
▬
© 2008 -
Hans Molier. De auteursrechten
van bovenstaand
artikel berusten bij
de auteur.
Voor gehele of gedeeltelijke
overname is dan ook uitdrukkelijk schriftelijke toestemming vereist van
de auteur.
|
|
|