De Eerste Wereldoorlog is het begin geweest van de
'bitterste aller eeuwen' om de historicus Johan Huizinga te
citeren. Hoe bitter deze eeuw in werkelijkheid zou zijn
wist Huizinga niet toen hij in 1945 deze opmerking
maakte.
In de Huizinga-lezing van 2003 laat Abram de Swaan zien dat
het totaal van alle moorden door staten begaan op
ongewapende (eigen) burgers in de 20e eeuw
honderdzeventig miljoen mensen bedraagt. Dit toch
werkelijk onvoorstelbare aantal kan vergeleken worden met
het dodental door oorlogshandelingen tegen gewapende
tegenstanders:
vierendertig miljoen mensen. Er zijn dus in de
afgelopen eeuw vijfmaal zoveel weerloze mensen van
staatswege vermoord als er door gericht militair ingrijpen
gesneuveld zijn.
Tot de grootste moordenaars onder de staten behoorden
Rusland met tweeën-zestig miljoen mensen, omgebracht tussen
1917 en 1987 door executie, mishandeling, foltering,
uitputting of uithongering; bijna vijfenvijftig miljoen
hiervan waren burgers van de Sowjet-Unie zelf.
De tweede op deze macabere lijst is Communistisch China met
ruim vijfendertig miljoen vermoorde burgers tussen 1949 en
1987 (Zie De Swaan - Moord en de Staat blz. 15 en 12)
Alle cijfers uit deze Huizinga-lezing zijn ontleend aan het
boek van Rudolf J. Rummel - Statistics of Democide: Genocide
and Mass Murder Since 1900 (Münster: Lit Verlag, 1997)
terug
naar statistiek pagina
|
|
|
|