Inleiding
Een bekende foto uit de Eerste Wereldoorlog toont een
rij Britse soldaten met doeken voor hun ogen en elkaar
aan de schouder vasthoudend.1) De soldaten waren het slachtoffer van het gebruik van
mosterdgas tijdens het tweede Duitse voorjaarsoffensief
in april 1918. Ze behoorden tot de 55e (West Lancashire)
divisie, van oorsprong een territoriale Britse divisie
die al sinds 1914 aan het Westelijk Front vocht.
Hetzelfde onderwerp komt terug in het verwante
schilderij ‘Gassed’ van John Singer Sargent dat
gebaseerd is op slachtoffers van gevechten tijdens het
geallieerde offensief in augustus 1918. Het zijn beelden
van gasslachtoffers die zeldzaam zijn en daarom worden
deze beelden vrijwel altijd in boeken of artikelen over
de gasoorlog weergegeven.
Soms zijn ze voorzien van teksten die zonder enige
relativering aangeven hoe verschrikkelijk de gasoorlog
is geweest. In dit artikel wordt ingegaan op de
achtergrond van zowel de foto als het schilderij en
getracht wel enige relativering aan te brengen.
Gasinzet tijdens
het tweede Duitse voorjaarsoffensief in 1918
Na het doodlopen van het eerste voorjaarsoffensief in
maart 1918 richting Amiens begon het Duitse leger op 9
april 1918 een tweede offensief, dat als de slag aan de
Lys – in België de rivier de Leie – bekend staat in de
Engelse literatuur. De Duitse codenaam van de aanval was
Georgette en had tot doel de kanaalsteden te veroveren.
De gevechten aan de Belgisch-Franse grens ten noorden en
zuiden van de stad Armentières duurden van 9-29 april
1918 en net als tijdens het eerste Duitse
voorjaaroffensief werd het beoogde doel niet
bereikt.2)
Op 9 april 1918 had het Duitse Zesde Leger de frontlinie
bij Neuve Chapelle, zwak verdedigd door een Portugees
legerkorps, doorbroken. De Britse 55e divisie bevond
zich aan hun zuidflank bij Givency en Festubert aan het
La Bassée kanaal en hield daar wel van 9-15 april stand
aan het front. Om hun moedige optreden te eren werd
later in Givency een gedenkteken voor de divisie
opgericht met de woorden: ‘They win or die who wear the
Rose of Lancashire’.
|
Kaart van het
gebied met de beschieting met gasgranaten op 9 april
1918 |
Tijdens het offensief aan de Lys schoten de Duitsers,
naast gewone granaten met explosieven, veel gasgranaten
af aan de noord- en zuidkant van hun aanvalsgebied en
dekten daarmee hun flanken af (zie kaart). Armentières
werd zodanig bestookt met mosterdgasgranaten dat daarvan
werd gezegd dat mosterdgas door de straten liep. De
Britten moesten zich dan ook terugtrekken uit die stad.
Gebieden die besmet waren met het persistente mosterdgas
– ‘gelbe Räume’ genaamd - werden door de troepen gemeden
als de pest.
De Duitsers gebruikten in het voorjaar van 1918 in de
regel combinaties van gasgranaten. Naast mosterdgas (met
code geelkruis) werden traangassen (met code blauwkruis)
en fosgeen (met code groenkruis) ingezet.3)
Dat was ook het geval bij de aanval op 9 april 1918
zodat de soldaten van de 55e divisie aan meerdere gassen
kunnen zijn blootgesteld. Maar het ging hier
hoogstwaarschijnlijk om mosterdgas, hoewel een bron rept
van traangas.4) Dat laatste
komt echter niet overeen met de getoonde symptomen van
oogletsel leidend tot tijdelijke blindheid van de
slachtoffers.
Eigenschappen van mosterdgas
Mosterdgas is een hoogkokende, stroperige vloeistof. Het
werd verspreid als druppels die ontstonden na het
openspringen van gasgranaten bij een inslag. Wanneer
soldaten rechtstreeks door de vloeistofdruppels
getroffen werden leidde dit tot ernstige verwondingen
als blaarvorming gevolgd door afsterven van de huid.
Vloeistofbesmetting kon ook gebeuren wanneer soldaten in
besmet gebied bivakkeerden en bijvoorbeeld op de grond
gingen zitten. In een dergelijk gebied kon besmetting
eveneens plaatsvinden via verdampt mosterdgas. Daarbij
ontstond voornamelijk schade aan de ogen en
ademhalingswegen. Mosterdgas werd niet zo snel opgemerkt
omdat het geen sterke geur bezit of een directe
uitwerking op het lichaam heeft. De effecten treden pas
later op.5)
De foto met de
soldaten van de 55e (West Lancashire) Divisie
De foto met de gasslachtoffers (zie hieronder) van de
55e divisie is genomen door een legerofficier in een
Advanced Dressing Station6) bij
Bethune op enkele kilometers ten westen van Givenchy op
10 april 1918, dus op de dag na het begin van de aanval.
|
De foto met
de soldaten van de 55e (West Lancashire) Divisie
Klik op de foto of
hier
voor een
vergroting |
Hoeveel mannen er precies in de rij staan is
onduidelijk. Op de foto zijn er twaalf te zien, maar
links en rechts houdt de rij niet op. De foto is van
redelijk dichtbij genomen. Drie soldaten op de foto
hebben verband om de ogen, dat was nat gemaakt om toch
enige verlichting van de pijn te geven.
De meeste soldaten op de foto dragen aan hun linkerzij
een canvastas. Daarin zat het Britse gasmasker uit 1918,
de Small Box Respirator met de zogenoemde Harrison-toren
vernoemd naar de chemicus Edward Frank Harrison.7)
Dat was een geribbelde metalen container waarin zich
verschillende lagen van geïmpregneerde korrels en kool
bevonden om gifgassen af te vangen.8) Bij een paar soldaten zijn de ribben van die
container nog vaag door de canvastas heen te zien.
|
Small Box Respirator met Harrison-toren en
canvastas |
Uit het feit dat de soldaten besmet zijn geraakt en nog
in het bezit zijn van hun gasmasker mag geconcludeerd
worden dat ze dat ding niet hadden opgezet. Het masker
bood wel afdoende bescherming tegen mosterdgas, maar het
was verre van comfortabel om te dragen.
De 55e divisie was ervaren, maar mogelijk werden de
soldaten verrast door een artillerieaanval met
gasgranaten of, wat meer waarschijnlijker is, het
slachtoffer van een te lang verblijf in een besmet
gebied. De soldaten hadden hun gasmasker nog steeds wel
bij zich. Dat was Britse soldaten in de regel
dierbaarder dan hun geweer.
Met de foto werd voor het eerst duidelijk zichtbaar
gemaakt wat de schadelijke gevolgen waren van een
gasaanval op soldaten. De in het begin van de oorlog
gebruikte gifgassen als chloor en fosgeen veroorzaakten
longschade en geen uiterlijke effecten anders dan
blauwkleuring door gebrek aan opname van zuurstof in het
bloed.
Beelden van de gasoorlog tonen dan ook meestal alleen
maar de bescherming tegen gassen in de vorm van soldaten
voorzien van monddoeken, kappen of gasmaskers. Het in
juli 1917 voor het eerst ingezette mosterdgas werkte
echter anders en veroorzaakte wel uiterlijke effecten.
En beelden daarvan maken een diepere indruk dan woorden.
Dergelijke foto’s met slachtoffers van de strijd werden
overigens niet vrijgegeven door het Britse leger omdat
publicatie demoraliserend zou werken op het Britse
publiek. Men vindt deze foto dan ook niet in het
populaire chauvinistische blad The War Illustrated.9)
Dat blad toonde op het titelblad van 4 mei 1918 een rij
marcherende Britse soldaten van de 55e divisie in vol
gevechtstenue, inclusief de canvastas met gasmasker op
de borst, met daaronder de tekst: ‘Heroes of Festubert
and Givenchy’.
Het schilderij ‘Gassed’ van John Singer Sargent
Behalve door de foto is het beeld van een rij
gasslachtoffers ook bekend geworden door het schilderij
‘Gassed’ van John Singer Sargent gemaakt in de periode
1918-1919. Het is een groot doek (230 x 610 cm) en
bevindt zich in het Imperial War Museum in Londen.10)
|
'Gassed' van
John Singer Sargent
Klik op de foto of
hier
voor een
vergroting |
Sargent (1856-1925) was een bekende Amerikaanse schilder
van landschappen en society figuren, maar heeft ook
muurschilderingen in een symbolische stijl gemaakt zoals
in de Boston Public Library. Hij vervaardigde dikwijls
grote doeken van rijk geklede dames, dus een
oorlogsscène was verre van zijn gebruikelijke onderwerp.
Toch werd hij in 1918 door het Britse Ministerie van
Informatie gevraagd om een groot doek te schilderen dat
de samenwerking tussen Amerikaanse en Britse troepen
moest symboliseren voor een nog te bouwen Hall of
Remembrance. Dat gebouw is er nooit gekomen en het
schilderij gaat ook niet bepaald over het beoogde
onderwerp.
Sargent verbleef in de zomer van 1918 enkele maanden
achter het front op het moment dat de Duitse
voorjaarsoffensieven mislukt waren en de geallieerden
met hun tegenoffensief begonnen. Hij werd behandeld als
een VIP en mocht zelfs bij veldmaarschalk Douglas Haig
op bezoek. Tijdens zijn bezoeken aan locaties schilderde
hij een aantal werken, maar kwam niet echt een voorbeeld
tegen van een Brits-Amerikaanse operatie.11)
Op 8 augustus 1918 begon het Britse offensief bij Amiens
om de Duitse uitstulping tussen Arras en Noyon, gevormd
na het eerste Duitse voorjaarsoffensief in maart 1918,
teniet te doen. De Duitsers moesten terug en tijdens de
terugtrekking gebruikten ze mosterdgasgranaten om de
Britse opmars zoveel mogelijk te verhinderen. Het hield
de aanvallers op een veilige afstand en maakte een
geordende terugtrekking mogelijk.
Op 21 augustus rukte eenheden van de Britse 2e en 3e
divisie op tegen het dorp Courcelles, gelegen tussen
Arras en Bapaume. Ze trokken door een besmet gebied en
door de hitte van de dag verdampte het mosterdgas en
daardoor raakten er soldaten besmet. Het was een
‘gewone’ dag aan het Westelijk Front in 1918, waarover
verder weinig te melden viel.
Sargent bezocht een Casualty Clearing Station waar de
medische diensten druk bezig waren met het behandelen
van de gasslachtoffers die in groepjes arriveerden. De
medische dienst bevond zich in Le Bac-de-Sud, ten
zuidwesten van de stad Arras, langs de weg naar Doullens.
Hij maakte er een aantal schetsen en getroffen door het
tafereel besloot Sargent dat dit het onderwerp van zijn
te schilderen doek moest worden. Terug in zijn studio in
Londen werkte hij er tot in het voorjaar van 1919 aan.
Het schilderij is dan ook geen exacte weergave van de
realiteit zoals de foto met de soldaten van de 55e
divisie dat wel is.
|
Bewerkt detail van het schilderij ‘Gassed’ |
Sargent’s schilderij heeft niet de rauwe directheid van
de foto. Ondanks het gruwelijke onderwerp blijft het te
netjes. Dat komt door de afstand, de gele kleur van de
ondergaande zon en de onscherpe contouren van de
personen.
Maar ook wanneer het centrale gedeelte er uit wordt
gelicht met een fotobewerkingsprogramma, in zwart-wit
wordt weergegeven en de soldaten in dezelfde richting
worden geplaatst is de foto qua beeldvorming veel
sterker.
Het schilderij blijft een kunstwerk. Het is bovendien
onwerkelijk dat sommige soldaten nog hun geweer en
bepakking dragen alsof ze net van de frontlijn komen.
Wat moet iemand met oogletsel en een doek voor zijn ogen
nog met een geweer?
De centrale rij geblinddoekte soldaten is op het
schilderij geplaatst tussen dicht bij elkaar op de grond
liggende andere slachtoffers. Dat wekt de suggestie van
een berg lijken die op een hoop zijn gegooid. Het lijkt
onwaarschijnlijk dat behandelde slachtoffers in een
Casualty Clearing Station zo dicht bij elkaar kropen,
maar het verhoogt wel het dramatische effect van het
schilderij.
Er bestaat een foto (zie hieronder) van een groep
Australische mosterdgasslachtoffers die met doeken voor
hun ogen in het gras liggen.12) Als
ze die doeken niet voor hun ogen hadden, zou het een
willekeurige groep soldaten kunnen zijn die op een
grasveld uitrustten na een uitputtend gevecht.
|
Australische mosterdgasslachtoffers |
Deze foto is genomen op 27 mei 1918 in het Bois de
l’Abbé ten zuiden van Villers-Bretonneux. Australische
divisies waren van april tot augustus 1918 betrokken bij
de vele gevechten rond Amiens.
Discussie over het schilderij ‘Gassed’ in het interbellum
Sargent’s schilderij heeft een rol gespeeld in de
discussie in het interbellum over het humaan of inhumaan
zijn van strijdgassen. De hulpeloosheid van de mannen
maakte indruk en dit weersprak als het ware de realiteit
dat slechts een gering percentage (tussen 3-4 %) van
gasslachtoffers de dood vonden. Een percentage dat
beduidend lager ligt dan bij slachtoffers van
artilleriebeschietingen, waarvan zo’n 25 % het niet
overleefde.
Mosterdgas veroorzaakte het grootste aantal
gasslachtoffers onder de Britse troepen. Volgens Ludwig
Haber waren er 114.000 in 1918, van wie 2.700 dodelijk.13)
Hoewel de
meeste het overleefden, illustreren de beelden duidelijk
dat mosterdgasaanvallen voor een zware belasting van het
medische systeem zorgde. Dat werd letterlijk overvoerd
door slachtoffers en de behandeling deed een grote
aanslag op de beschikbare medische middelen.
Gasslachtoffers waren eigenlijk de ‘gelukkigen’ in
vergelijking met slachtoffers van artillerie of kogels.
Maar de verbeelding van de gasoorlog won het van de
realiteit. Dit ondanks valide tegenargumenten zoals van
de chemicus en latere brigade-generaal Harold Hartley14) die over Sargent’s schilderij
het volgende zei:15)
|
‘The judgment of future generations on the use of
gas may well be influenced by the pathetic appeal of
Sargent’s picture of the first Mustard Gas
casualties at Ypres (sic)16) ,
but it must not be forgotten in looking at that
picture that 75 per cent of the blinded men he drew
were fit for duty within three months, and that had
their limbs and nerves been shattered by the effects
of high explosive, their fate would have been
infinitely worse.’ |
Het mocht dan door hoge Britse militairen een
sentimenteel en pathetisch doek worden gevonden, het
toont aan dat een kunstwerk wel degelijk invloed kan
hebben. Vermoedelijk meer dan Sargent ooit in gedachten
had. Het droeg bij tot de mythe van het gaswapen.
Het effect van het gaswapen op de publieke opinie was
zodanig dat veelal gedacht werd (en mogelijk nog wordt)
dat gas voor de meeste dodelijke slachtoffers heeft
gezorgd tijdens de Eerste Wereldoorlog en dat na afloop
van de oorlog hele terreinen onbewoonbaar waren door de
inzet van gas. De oorlog was ‘gas en nog eens gas’.
Die mythe is moeilijk of misschien wel onmogelijk uit te
roeien. Gas was weliswaar een verschrikkelijk en
angstaanjagend, maar toch weinig effectief, wapen
geweest. De conventionele artillerie was het
belangrijkste wapen op het slagveld. De Eerste
Wereldoorlog was ‘artillerie en nog eens artillerie’ is
eveneens kortzichtig maar meer in lijn met de
werkelijkheid.
Beschreven ervaringen van een mosterdgasslachtoffer
Verschillende Britse soldaten die het slachtoffer waren
van mosterdgas hebben later hun ervaringen opgetekend.
Een daarvan kwam van de slechts 18 jaar oude A.J.
Abraham met de rang van Lance-Corporal in de Britse 24e
divisie.17) Hoewel later in
1918 plaatsgevonden, tijdens de geallieerde opmars, past
zijn verhaal goed bij de beelden van de foto’s en het
schilderij ‘Gassed’.
De Britten waren na zware gevechten door de
Hindenburg-linie gebroken en Cambrai was op 9 oktober
1918 veroverd. Op 11 oktober nam het peloton van Abraham
deel aan een aanval op het dorp Rieux ten oosten van de
stad Cambrai. De Duitse tegenstand was nog altijd hevig
en de Britse aanvallers werden in de nacht met granaten
beschoten.
Nadat de artilleriebeschieting grotendeels over was,
zocht het peloton van Abraham enige bescherming in
kuilen langs de weg. Iemand riep nog ‘gas’, een ander
‘fuck the gas’, en de uitgeputte mannen kropen in een
kuil en vielen in slaap.
Bij het wakker worden in de vroege ochtend waren hun
ogen pijnlijk en bloeddoorlopen en werd het hun
duidelijk dat ze het slachtoffer van gas waren geworden.
De weg waar ze ’s nachts langs gelegen hadden was
enigszins verzonken tegen een heuvel en fungeerde als
een soort gasval. En aangezien mosterdgas zwaarder is
dan lucht dreef het niet weg.
|
Tekening van een door mosterdgas
aangetast oog18)
|
De mannen bleven die dag op hun plaats, hoestend,
kokhalzend en langzaam blind wordend. In de loop van
middag werden ze afgelost en liepen circa 10 kilometer
terug voor de eerste medische hulp. Daar brachten ze de
nacht door in een schoolgebouw.
De dag daarop, dus ruim 30 uur na de
artilleriebeschieting, waren hun ogen zodanig aangetast
dat ze praktisch blind waren. Bovendien konden ze nog
slechts fluisteren. Ze werden door een dokter van een
label voorzien en in een rij geplaatst.
Behalve hun helmen en gasmaskers namen ze nog wat
persoonlijke eet- en toiletspullen mee in hun zakken.
Onder leiding van een sergeant werd de tocht richting
een Casualty Clearing Station ingezet. Daar werden ze
uitgekleed, gewassen, in een pyjama gestoken en naar een
veldhospitaal vervoerd.
Het duurde enige maanden voordat Abraham’s ogen genezen
waren, maar toen was de oorlog gelukkig voor hem al
voorbij. Maar hij liep tevens een longontsteking op en
was pas in 1923 voldoende hersteld om weer te gaan
werken.
De effecten van mosterdgas-vloeistofbesmetting
Korporaal Abraham behoorden nog tot de ‘gelukkigen’, net
als de 75% van de mannen op Sargent’s schilderij die
binnen enkele maanden weer genezen waren. Ze waren
vermoedelijk allen het slachtoffer van mosterdgas in
dampvorm en niet van een veel ernstiger
vloeistofbesmetting.
Het effect van mosterdgas treedt niet onmiddellijk op.
Bij besmetting van de huid vindt eerst roodkleuring
plaats, vervolgens blaarvorming met geel vocht en
uiteindelijk afsterving van de huid waarbij het
slachtoffer zwart wordt.
De wonden veroorzaken veel pijn en vertonen weinig
neiging tot genezing. Er bestaat geen geneesmiddel tegen
mosterdgas. De enige methode om te herstellen is de
natuur zijn werk te laten doen en proberen infecties te
voorkomen.
De paar zeldzame beelden die er bestaan van de
mosterdgasslachtoffers in de vorm van de hierboven
besproken foto’s worden dikwijls gereproduceerd in
boeken en artikelen over de gasoorlog tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Maar in geen van de door mij geraadpleegde
bronnen over de gasoorlog komen foto’s voor van
slachtoffers van een vloeistofbesmetting met mosterdgas,
te beschouwen als de zware gevallen.19)
Hieronder zijn twee kleurenfoto’s geplaatst van
overleden Franse soldaten waarbij de zware aantasting
van de huid in een later stadium is te zien. Dit zijn foto’s die genomen
zijn voor opname in medische dossiers.
|
Op deze foto’s is echter niet de karakteristieke
blaarvorming te zien. Op een foto van een slachtoffer
uit een recenter gebruik van mosterdgas, tijdens de
Iran-Irak oorlog in de jaren tachtig van de vorige eeuw,
is dat wel goed te zien.20)
|
Een mosterdgasslachtoffer met de karakteristieke
blaren |
Besmette soldaten in de Eerste Wereldoorlog hebben er
ongetwijfeld eender uitgezien. Dergelijke foto’s van
slachtoffers met blaren wekken enorme afschuw, maar dat
doen beelden van de slachtoffers van
artilleriebeschietingen ook.
Gruwelijke oorlogsbeelden hebben nooit geleid tot
afschaffing van een wapen
De beelden van mosterdgasslachtoffers worden vaak
aangehaald als reden waarom het gaswapen niet meer werd
ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat is echter
een drogreden. Gruwelijke beelden van
artillerieslachtoffers hebben nooit geleid tot
afschaffing van de artillerie. Naast het gaswapen was de
tank het nieuwe wapensysteem dat in de Eerste
Wereldoorlog werd ontwikkeld.
|
Het verminkte en verkoolde lijk van een tanksoldaat
voor de resten van een Mark IV tank
|
Beelden van ernstig verminkte tankbemanningen zijn ook
nooit een argument geweest om de verdere ontwikkeling
van de tank te stoppen. Wanneer een wapen goed past in
de militaire strategie dan doen discussies over
slachtoffers of over het al dan inhumaan zijn van een
wapen niet meer ter zake.
Noten
[1]
Imperial War Museum catalogue number Q 11586.
[2]
John Toland, No man’s land. 1918, The last
year of the Great War, Lincoln and London, 1980, Chapter
5.
[3]
Zie voor een meer uitgebreide beschrijving
van gasgranaten: Eric R.J. Wils, Mosterdgas: koning van
de oorlogsgassen. De gasoorlog aan het westelijk front,
in: Hans Andriessen, Martin Ros en Perry Pierik (red.),
De Grote Oorlog. Kroniek 1914-1918, deel 10, Soesterberg,
2006, p. 59-96.
[4] Poison gas in
World War I,
http://en.wikipedia.org/wiki/Poison_gas_in_World_War_I
[5]
Zie voor een meer uitgebreide beschrijving van de
uitwerking van mosterdgas:
http://mpbundels.mindef.nl:80/35_serie/35_320/hoofdstuk_3_deel_c.htm
[6]
Een Advanced Dressing Station was de eerste medische
hulppost van het Britse leger na de directe medische
hulp op het slagveld. Van daar uit werden de
slachtoffers doorgestuurd naar een verder achter het
front gelegen Casualty Clearing Station.
[7]
Churchill’s forgotten hero,
http://news.bbc.co.uk/today/hi/today/newsid_7444000/7444496.stm
June 2008.
[8]
Zie voor een meer uitgebreide beschrijving van de Britse
beschermende maatregelen: Eric R.J. Wils, Het chemisch
wapen in het Britse leger, ‘Oh! What a lovely gas war’,
in: Hans Andriessen, Leo Dorrestein en Perry Pierik (red.),
De Grote Oorlog. Kroniek 1914-1918, deel 17, Soesterberg,
2008, p. 37-82.
[9]
J.A. Hammerton (Ed.), The War Illustrated, A Pictorial
Record of the Conflict of the Nations, London.
[10]
Nigel Viney, Images of Wartime, British Art and Artists
of World War I, Paintings from the Collection of the
Imperial War Museum, London, 1991, p. 54-57.
Zie ook: John Singer Sargent Virtual Gallery,
http://jssgallery.org/Major_Paintings/Major.htm
Bij het
schilderij ‘Gassed’ worden tevens enkele voorstudies
getoond.
Op dezelfde website is ook Sargent’s schilderij ‘General
Officers of the Great War’ uit de collectie van de
National Portrait Gallery in Londen te zien. Een
schilderij van een rij zelfvoldaan kijkende Britse
generaals met in het midden veldmaarschalk Douglas Haig.
[11]
Evan Charteris, John Sargent, London, 1927, Chapter 26.
[12]
Australian War Memorial number E04851.
[13]
L.F. Haber, The Poisonous Cloud, Chemical Warfare in the
First World War, Oxford, 1986, p. 243.
[14]
Sir Harold Hartley (1878-1972) was in 1900 als chemicus
afgestudeerd. Hij werd in 1915 benoemd als chemisch
adviseur van het Britse Derde Leger en zou verschillende
functies in de Britse organisatie van de gasoorlog
bekleden. Aan het einde van de oorlog was hij
opgeklommen tot brigadegeneraal. Hij bleef adviseur van
de Britse regering tot 1950 en werd als een autoriteit
op het gebied van de chemische wapens beschouwd.
[15]
Geciteerd uit Victor Lefebure, Riddle of the Rhine,
1920, Chapter XI: Humane or inhumane? Het boek is
elektronisch beschikbaar via het Project Gutenberg
Consortia Center,
http://www.Gutenberg.us
[16]
Hartley refereerde hier foutief naar Ieper, waar
mosterdgas in juli 1917 voor het eerst tegen Britse
soldaten werd gebruikt. Mosterdgas wordt daarom ook wel
yperiet genoemd.
[17] Malcolm Brown, The
Imperial War Museum Book of 1918. Year of Victory,
London, 1998, p. 258-261.
[18]
An Atlas of Gas Poisoning, first published in 1918,
http://www.vlib.us/medical/gaswar/gasindex.htm
[19]
Zie noten 3 en 7 voor de geraadpleegde literatuur.
[20]
Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons,
Chemical Disarmament: Basic Facts, 1999, p. 8. |