Inleiding
Als postduiven tegenwoordig al eens de landelijke pers
halen, is dat bijna altijd in negatieve zin. Bij een
rampvlucht zijn duizenden duiven omgekomen. Op uitgebreide
schaal vinden duivendiefstallen plaats. Stadsduiven zouden
verwilderde postduiven zijn. En de dierenbescherming is
overal tegen…
Dat was vroeger wel anders. Toen waren duiven nog helden!
Het wonderbaarlijke vermogen van deze dieren om vanuit een
willekeurige plaats pijlsnel hun eigen hok terug te kunnen
vinden, werd behalve voor wedstrijden voor diverse andere
doeleinden toegepast. Zeker in het tijdperk voor de
draadloze communicatie werden duiven op ruime schaal ingezet
als postbode, in vredestijd maar vooral in oorlogstijd.
De
Franse heldenduif Vaillant
Zo werd de Franse heldenduif Vaillant op 4 juni 1916
losgelaten op fort Vaux tijdens de Slag bij Verdun, met in
een kokertje de volgende boodschap: Wij bezwijken
langzamerhand onder gasaanvallen. We moeten dringend ontzet
worden. Dit is mijn laatste duif. Getekend, commandant
Raynal.
De duif keerde echter meteen terug in het fort omdat
er te veel gas hing. Een tweede poging lukte wel en hoewel
het fort uiteindelijk toch in Duitse handen viel, herinnert
een monument ter plaatse nog altijd aan de duif Vaillant die
vergiftigd door het gas stervend zijn hok binnenviel. De
vogel postuum ontving medailles, werd opgezet en kreeg een
plekje in het Franse legermuseum.
Moderne
postduif heeft België als bakermat
De hedendaagse postduif komt uit België. Uit verschillende
kruisingen ontstond circa 1850 de Belgische “reisduif”. De
postduivensport heeft op de ontwikkeling van de vogel grote
invloed gehad. Reeds in het begin van de 19e eeuw werden
wedvluchten georganiseerd in Luik, Gent, Brussel en
Antwerpen. Na 1850 is de postduif vanuit België
geïntroduceerd in Noord Frankrijk, daarna in Nederland,
Duitsland, Engeland etc. Rond 1900 is deze duif met de
bijbehorende sport over vrijwel de gehele wereld verspreid.
Ook voor militaire toepassingen is vanaf 1870 van deze
Belgische duif gebruik gemaakt.
|
Duif wordt
losgelaten in een Belgische loopgraaf |
Het
beleg van Parijs (1870)
In de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) is bij het beleg van
Parijs systematisch gebruik gemaakt van de moderne postduif.
Dit gebeurde met name nadat de Duitsers in het najaar van
1870 alle spoorwegverbindingen met Parijs hadden verbroken.
De duiven werden met luchtballonnen buiten Parijs gebracht
en vervolgens met boodschappen in een kokertje aan de poot
of in een holle veer tussen de staartpennen teruggestuurd.
Een zekere Dagron had voor dit doel een soort
“microphotographie” ontwikkeld die het mogelijk maakte
berichten tot maar liefst 800 maal te verkleinen. In Parijs
hield men de teksten tegen een lichtscherm aan, waardoor een
zodanige vergroting tot stand kwam dat alles weer leesbaar
werd. Zodoende werd met een betrekkelijk klein aantal duiven
een flink aantal ambtelijke en een kleine 100.000
particuliere berichten binnen Parijs gebracht en bleven de
Parijzenaars op de hoogte van de ontwikkelingen in de rest
van Frankrijk.
Oprichting van militaire postduivendiensten
Sinds het beleg van Parijs zag iedereen in dat de postduif
van veel betekenis was voor de communicatie. Enkele feiten.
Het Duitse leger richtte een militaire postduivendienst op
met stations in verschillende steden. Rusland kocht in
België 5000 duiven. De Franse regering liet in Parijs een
postduivenstation inrichten voor 25.000 duiven, terwijl elk
legerkorps een detachement van 500 postduiven kreeg. Elke
vesting die kans liep langere tijd te worden ingesloten
kreeg maar liefst 1000 duiven toegewezen.
|
Kamp Beverloo, een Belgisch militair duivenstation |
Ook in Nederland ontplooide men enige activiteiten op dit
terrein. Een Haagse postduivenvereniging nam op verzoek van
het ministerie van Oorlog een aantal proeven met
afstandvluchten. Er werd tevens een proefvlucht gehouden met
68 duiven vanaf een schip uit de kust van Den Helder. Men
voorzag plaatsing van postduiven in diverse forten en op
kruisers.
In 1903 werd een officiële postduivendienst opgericht met
een tweeledige taak: het fokken van duiven en het opleiden
van militaire duivenverzorgers. Bij de mobilisatie van 1914
– 1918 beschikten het Algemeen Hoofdkwartier en de
Territoriale Commando’s over stationaire duivenhokken,
terwijl het Hoofdkwartier van het Veldleger en de vier
divisies verplaatsbare duivenstations hadden. Er waren
voldoende duiven en goed opgeleide postduivenverzorgers. De
berichten die per postduif werden verzonden waren in code.
Voor langere berichten gebruikte men de methode die in 1870
was uitgevonden, een soort voorloper van de microfilm.
Inzet
van duiven in de Eerste Wereldoorlog
Postduiven speelden een belangrijke rol in de Eerste
Wereldoorlog. Alle betrokken partijen maakten gebruik van
deze relatief betrouwbare manier om berichten te versturen.
Naar ruwe schatting zijn meer dan 100.000 duiven gebruikt,
waarvan zo’n 95% de boodschap metterdaad heeft afgeleverd.
Dit hoge succes-percentage was het gevolg van twee
eigenschappen van de postduif: enerzijds dat wonderlijke
vermogen om altijd het thuishonk terug te vinden (zelfs als
dat verplaatst werd), anderzijds de hoge vliegsnelheid. Bij
gemiddelde weersomstandigheden vliegt een duif makkelijk 80
kilometer per uur. Zelfs voor een scherpschutter viel het
niet mee er een uit de lucht te halen. Sommige roofvogels
hadden daar minder moeite mee. In de loop van de oorlog
werden dan ook valken en haviken naar het front gebracht om
duiven neer te halen.
Het relatief statische karakter van WO I maakte de inzet van
postduiven overzichtelijk. Ze werden uit hun al of niet
mobiele hok genomen en in mandjes tot in de voorste
loopgraven gebracht. Ook op patrouillediensten nam men
duiven mee, of op zee, in onderzeeboten en
zelfs in tanks of vliegtuigen. Men deed een
bericht, bijvoorbeeld over vijandelijke troepen of een
noodkreet om hulp, in een kokertje aan de poot van de duif
en liet deze los. De duif vloog terug naar zijn hok waar men
kennisnam van de boodschap en, indien mogelijk, gepaste
maatregelen trof.
|
|
Duiven werden ook gebruikt om vanaf duikboten en vanuit tanks berichten te
verzenden. |
De duiven deden hun klus vaak onder gevaarlijke
omstandigheden: beschietingen, bombardementen. Juist onder
die hectische oorlogsomstandigheden had je ze nodig omdat
telefoon en telegraaf dan menigmaal onbruikbaar waren.
Even een paar voorbeelden om een idee te geven van de schaal
waarop duiven werden ingezet:
- Postduiven brachten in totaal 717 berichten over vanuit
neergestorte vliegtuigen.
- Bij de slag aan de Aisne-Marne (1914) werden door de
Fransen 72 duiven ingezet, die in totaal 78 belangrijke
berichten overbrachten.
- Gedurende het offensief van Meuse-Argonne in 1918 werden
442 duiven gebruikt; ze leverden 403 berichten af.
- Bij de belegering van fort Souville tijdens de Slag bij
Verdun in 1916 kregen de benarde Fransen door een duif de
melding dat de Duitsers zich in een bepaald ravijn
concentreerden. Hierdoor konden de Fransen die stormloop in
de kiem smoren.
- Een Engelse vliegenier van een neergestort watervliegtuig
werd gered via twee tijdig losgelaten postduiven.
- Elke Duitse divisie beschikte over een groot, mobiel hok
met 200 vogels en vier verzorgers. Deze duivenstations
werden zo min mogelijk verplaatst.
- De Duitse bezetters hebben alle ruim 1 miljoen Belgische
postduiven in beslag genomen…
|
Een gecamoufleerd militair
Brits duivenhok |
Nederland neutraal tijdens Eerste
Wereldoorlog
Nederland bleef afzijdig en hoe absurd het
neutraliteitsbeginsel soms werd toegepast, moge blijken uit
het volgende voorval.
In november 1916 kreeg een duivenhouder uit Dordrecht een
vreemde duif in zijn hok. Het bleek een Engelse duif
te zijn die, voorzien van een militaire boodschap, afkomstig was van
een Brits watervliegtuig. Politie erbij, de
procureur-generaal, zelfs de minister van justitie.
En omdat
iedereen bang was voor vreselijke internationale
verwikkelingen, kwam de kwestie uiteindelijk op het bureau
van de minister van Oorlog. Die besliste dat de duif moest
worden geïnterneerd en overgedragen aan de
Rijkspostduivendienst. Hier is nog onderzocht of de duif
bruikbaar was voor de Nederlandse dienst. Welke geheime
boodschap stond er nu op dat briefje dat de duif mee naar
Dordrecht bracht? “Hoogte 1500 voet, mistig weer, alles
wel.”
Heldenduiven
In Brussel staat een groot monument ter ere van de militaire
duiven en hun verzorgers uit de Eerste Wereldoorlog. Ook in
Lille staat een standbeeld ter nagedachtenis van de
duizenden postduiven die omkwamen gedurende de oorlog. De
duiven werden in die tijd beschouwd als helden en zoals dat
gaat met helden, de verhalen eromheen werden steeds mooier.
|
Monument ter ere van de oorlogsduiven van WO I te Brussel
|
Zo had je bijvoorbeeld “The Mocker”, geboren in 1917. Hij
raakte gewond op zijn 52e missie. Hij verloor zijn linkeroog
en een deel van zijn schedel. De Mocker werd naar Amerika
overgebracht en stierf op 15 juni 1937.
Een van de bekendste Duitse duiven was de “Kaiser”. Hij was
geboren in 1917 en werd getraind voor speciale missies. De
Kaiser werd echter gevangen door de Amerikanen in 1918 en
naar Amerika overgebracht. Hij was een bijzonder slimme en
mooie vogel en kreeg veel nakomelingen die geweldig
presteerden in de postduivensport. De Kaiser overleed op
32-jarige leeftijd (!).
En verder had je nog Spike, Big Tom, Lord Adelaine, Steady,
President Wilson, Colonels Lady en de beroemdste van
allemaal: Cher Ami.
“Cher Ami” was een blauwkras doffer, een van de 600 duiven
die werden ingezet door de U.S. Army Signal Corps in
Frankrijk. Hij bezorgde 12 belangrijke boodschappen binnen
de Amerikaanse sector bij Verdun. Op zijn laatste tocht, in
oktober 1918, werd Cher Ami geraakt door vijandelijk vuur
zowel in zijn borst als in een poot. Hij bereikte niettemin
zijn hok. Het kokertje met het bericht bungelde nog net aan
het kapot geschoten pootje.
Die boodschap was afkomstig van
Major Whittlesey’s “Lost Battalion” van de 77th Infantry
Division, dat geheel geïsoleerd was geraakt van de andere
Amerikaanse troepen en hopeloos onder vuur lag. Cher Ami had
de veertig kilometer naar het Amerikaanse hoofdkwartier
afgelegd in 25 minuten. Binnen enkele uren konden de
Amerikanen het bataljon bevrijden en waren 194 levens gered!
|
De gehavende
Cher Ami - de dappere doffer |
Cher Ami werd onderscheiden met het Franse “Croix de Guerre
avec Palmes” en overgebracht naar New York voor een
heldenontvangst. Hij stierf in 1919 als gevolg van zijn
verwondingen en werd opgezet. Later kreeg hij nog een gouden
medaille van de Amerikaanse postduivenorganisatie.
Hoe
werden postduiven ingezet?
Terug naar het front. Hoe ging het inzetten van postduiven
nu precies in zijn werk? Hier volgen nog enkele
bijzonderheden.
De mandjes waarin de vogels naar de voorste linies werden
vervoerd, werden veelal op de rug van de
postduivenverzorgers bevestigd, wat weinig comfortabel was
voor mens èn dier. Om de krachten van de duiven te sparen
heeft men korven gemaakt (voor het eerst in het Zwitserse
leger) waarin de dieren afzonderlijk kunnen meeveren. Bij de
Duitse cavalerie zijn de mandjes meestal vervangen door
praktische zakken, zodat iemand op borst en rug een viertal
duiven kon vervoeren. Soms werd een soort bakfiets gebruikt,
zodat één man een groot aantal duiven snel kon overbrengen.
Net als de manschappen stonden ook de duiven bloot aan het
gevaar van verstikking tijdens gasaanvallen. Daartoe werden
gaskastjes meegenomen. Als de mannen hun gasmaskers nodig
hadden, werden de duiven in die kastjes
gestopt voor de nodige
bescherming.
|
|
Dat
waren nog flinke fototoestellen die de
spionageduiven meetorsten.
Rechts een foto gemaakt door zo'n spionageduif.
|
Ook werden duiven nog op een andere manier ingezet voor
spionagedoeleinden. Al voor de oorlog hadden de Duitsers
kleine fototoestellen ontwikkeld die bij de duiven voor de
borst werden bevestigd. Terwijl de duif vloog, was het via
een vernuftig mechaniek mogelijk om op bepaalde hoogte op
diverse plaatsen opnames te maken van het landschap. Dat
leverde bijvoorbeeld afbeeldingen op van vijandelijke
loopgraven.
In enkele gevallen heeft men mandjes met duiven uit een
luchtballon neergelaten. De mandjes hingen aan parachutes en
sprongen na verloop van tijd automatisch open. Die duiven
bezorgden bijvoorbeeld berichten over vijandelijke
troepenbewegingen.
|
Boven: Het vervoer van de duiven naar de
(Duitse) loopgraven.
Let op het
duivengaskastje op de rug van de achterste man!
|
|
|
Links: Bij een gasaanval worden de duiven in
veiligheid gebracht in het gaskastje.
Rechts: Een verende duiventransportmand
waarin de duiven tijdens het vervoer niet
schokken |
Mobiele
hokken
Alle betrokken legers maakten gebruik van verplaatsbare
hokken. Deze voorziening, voor het eerst toegepast door een
Franse officier, maakte het beter mogelijk duiven in te
zetten bij een bewegend front. Daardoor nam de bruikbaarheid
van de duif flink toe. Aanvankelijk gebruikte men voor dit
doel een gewone, door paarden getrokken militaire wagen, als
duivenhok ingericht. Later zag je aanhangers en vrachtauto’s
met een professionele hokinrichting.
De verplaatsing van het hok stelt hoge eisen aan de duiven.
Ze moeten de gelegenheid krijgen aan de nieuwe standplaats
te wennen. De eerste dagen moeten ze in volières en
dergelijke goed kunnen rondkijken. Vervolgens laat men ze
een paar dagen ’s avonds vlak voor de schemering los, en
vanaf de vijfde dag kan dan een systematische training
beginnen. Veel training, dat wil zeggen over kleine
afstanden wegbrengen en dan steeds verder, is sowieso een
voorwaarde voor succesvolle inzet van postduiven. Ook aan
oorlogsomstandigheden kunnen duiven op die manier wennen.
|
Een mobiel Frans
duivenstation |
Postduiven achterhaald?
Al voor de Eerste Wereldoorlog bestond er bij velen, ook militairen, ernstige
twijfel aan het gebruik van duiven in de “moderne”
oorlogsvoering met telefonie, draadloze telegrafie,
zeppelins en vliegmachines. Die opvatting is afdoende
gelogenstraft. Postduiven hebben voor alle strijdende
partijen in de Eerste Wereldoorlog een belangrijke en soms
cruciale bijdrage geleverd.
Die twijfel stak na afloop van deze oorlog natuurlijk weer
de kop op en werd steeds sterker. In Nederland bijvoorbeeld
werd de militaire Postduivendienst van lieverlede
uitgekleed, zodat bij de mobilisatie in 1939 nog slechts een
gering aantal hokken en een handjevol verzorgers beschikbaar
bleken. De Commandant van het Veldleger schrok daar zo van
dat hij begin 1940 een grondige reorganisatie en uitbreiding
van de Postduivendienst voorstelde. De tekeningen en
bestekken lagen klaar op het moment dat ons land door de
Duitsers werd aangevallen…
Een van de eerste maatregelen van de Duitse bezetter was
overigens de opdracht om alle postduiven te doden. Het
belang van de postduif voor communicatie- en
spionagedoeleinden werd dus toch nog wel hoog ingeschat. En
terecht, zoals ook tijdens de Tweede Wereldoorlog zou
blijken!
Zelfs na die oorlog is nog geruime tijd gebruik gemaakt van
postduiven als aanvullend verbindingsmiddel. De Oostenrijkse
gendarmerie bijvoorbeeld nam tot 1974 altijd postduiven mee
bij zoek- en reddingsacties in de Alpen. Dat was simpeler en
effectiever dan radiotelefonie, die toentertijd kostbare
apparatuur vergde die ook nog eens zes kilogram woog. Heel
wat onfortuinlijke skiërs zijn met hulp van postduiven
gered.
Allemaal goed om te bedenken als iemand het weer eens over
“die dakschijters” heeft!
© 2006 -
Heim Meijerink - email:
▬
De auteursrechten
van bovenstaand
artikel berusten bij
de auteur Heim Meijerink.
Voor gehele of gedeeltelijke
overname is uitdrukkelijk toestemming vereist van de auteur.
|
Bronnen
G.A. Geerts, Het militaire gebruik van postduiven, Alphen
aan de Rijn, 1989
E. Hoogeveen, Postduiven in den oorlog, in: Studiën,
Tijdschrift voor Godsdienst, Wetenschap en Letteren, 50e
jaargang, Nijmegen, 1918
Hans van Lith, Een duif te Dordrecht, in Opgediept Verleden
deel V, Western Front Association Nederland, 2004
Max, Duiven in militaire dienst, via www.ww2.be
G.J.D. Mingelen, De postduif in vrede en oorlog, in: Het
Leven, 13e jaargang, no. 8, 19 febr.
1918
Pigeons and World War One, via www.historylearningsite.co.uk
Pigeons during the two World Wars, via
www.pigeonclubsusa.com
Martin Schletterer, Einsatz von Brieftauben bei Gendarmerie
und Österreichischen Bundesheer, in: Magazin Taubenschlag,
2002, via www.internet-taubenschlag.de
|