naar homepage





Nieuwe boeken over de Eerste Wereldoorlog
 
Tweedehands WOI boeken: Boekwinkeltje Niemandsland

Zie ook: Nieuw verschenen geschiedenisboeken

Bestel direct online!


Reisgids voor een dagtocht of weekend naar de slagvelden rond Verdun door Menno Wielinga

Een reisgidsprogramma voor één dag of een weekend over het slagveld van de Eerste Wereldoorlog rond Verdun met bezienswaardigheden, routebeschrijvingen en uitleg over wat daar is gebeurd tijdens de oorlog en daarna.

Inhoudsopgave
Inleiding met enige uitleg
Dagtochtprogramma Verdun
Weekendprogramma Verdun

De Slag om Verdun 1916 – een korte samenvatting

Het ochtendprogramma (klik hier)
Bezoek aan de rechter oever van de Maas (geplande tijdsduur 9.00 – 12.30)

     1. Bezoek aan het museum van het Mémorial de Verdun
     2. Bezoek aan het voormalige dorp Fleury devant Douaumont
     3. Bezoek aan Fort Douamont
     4. Bezoek aan het Ossuaire de Douaumont en de begraafplaats
     5. Bezoek aan de Tranchée de Baïonnettes (loopgraaf van de bajonetten)

Het middagprogramma (klik hier)
Bezoek aan de linker oever van de Maas – (geplande tijdsduur 13.00 – 18.00)

     6. Bezoek aan het Museum Romagne 14-18
     7. Bezoek aan de Duitse begraafplaats Romagnes-sous-Montfaucon
     8. Bezoek aan de Amerikaanse begraafplaats Romagne sous Montfaucon
     9. Bezoek Mémorial Américain en village détruit te Montfaucon
   10. Bezoek aan het Pennsylvania Memorial te Varennes-en-Argonne
   11. Bezoek aan de Butte de Vauquois (De heuvel van Vauquois)
   12. Terug naar Verdun over de Voie Sacrée (Heilige Weg)
   13. Enige voorbereidingen voor het bezoek aan Verdun

Aanbevolen en hier te bestellen literatuur over de Slag bij Verdun

Henk Jonker - Sporen van een slag
Het boek vertelt niet alleen de feiten van de slag, maar neemt de lezer ook mee naar het slagveld en plaatst hem temidden van de soldaten in de loopgraven.

Ian Ousby - Verdun
Dit boek geeft een levensecht en indringend verslag van de ervaringen van de soldaten op het slagveld en van het militair-strategische verloop van de slag.

Bob Latten - Poststempel Verdun
'Niemand van ons heeft gerekend op deze orgie van geweld, van een onafgebroken granaatregen uit de gretige lopen van honderden kanonnen en mortieren'.

Aad Spanjaard - Historische Routes - Slagveld Verdun en omstreken
Deze uitvoerig geillustreerde reisgids laat de verschillende historische plekken zien die men kan bezoeken in de streek rondom het slagveld van Verdun.
            
Bekijk de WOI-boekenpagina voor meer (nieuwe) WOI boeken

 Inleiding met enige uitleg
Iemand vroeg laatst: ‘Ik weet dat zich tijdens de Eerste Wereldoorlog een grote veldslag heeft afgespeeld bij Verdun. Ik zou op de heenweg of de terugweg van mijn vakantie, een dag willen gebruiken om Verdun en de omgeving te bekijken om een indruk te krijgen van wat daar is gebeurd tijdens de oorlog. Waar moet ik dan heen en wat moet ik dan bekijken?’ Hierdoor ontstond het idee voor een dagtocht-programma (en weekendprogramma) rond Verdun.
 
Dagtochtprogramma Verdun
Dit dagtochtprogramma bestaat uit twee delen: de ochtend wordt besteed aan een verkenning van de rechter Maasoever en de middag wordt doorgebracht op de linker Maasoever.

Elk onderdeel in het programma is voorzien van een toelichting. ‘You have to see the grounds’ zei een Engelse gids ooit tegen mij. De man had gelijk, maar je moet dan wel weten wat daar toentertijd is gebeurd.
 
Weekend-programma Verdun
Ik kan me ook voorstellen dat er mensen zijn die wel eens een weekend (een andere combinatie van twee dagen is natuurlijk ook mogelijk) naar Verdun willen: zaterdag heen en zondag weer terug. Ook hiervoor is dit excursieprogramma bruikbaar.

Gebruik de zaterdagmorgen voor de heenreis (aanbeveling: vertrek op tijd want Utrecht – Verdun is 450 kilometer dus bijna 5 uur rijden) en volg op zaterdagmiddag het middagprogramma. Als u op de zondagochtend het ochtendprogramma volgt, kan de zondagmiddag worden gebruikt voor de terugreis.

De reden om het middagprogramma op de zaterdag te volgen, wordt ingegeven door het feit dat er op de linker Maasoever geen terrassen – toiletten – benzinepompen – winkels - restaurants of cafetaria’s te vinden zijn. Daarom wordt het Museum Romagne 14-18 ook genoemd als eerste pleisterplaats. Vanaf 13.00 uur (openingstijd museum) kan men daar even bijkomen van de reis en een lekkere lunch gebruiken. Bovendien is dit museum het ideale vertrekpunt voor het middagprogramma.

Tip 1: zorg dat u op de heenreis ergens bij Verdun in de buurt tankt zodat u op  zondag geen tijd hoeft te verknoeien met het speuren naar een geopende benzinepomp: bijna alles is op zondag gesloten.
Tip 2: Neem Sultana-koeken mee – je kunt echt niets kopen onderweg op de linker Maasoever.
Tip 3: neem zelf voldoende flesjes water mee. Het Franse kraanwater is weliswaar drinkbaar maar heeft een wat muffe chloorsmaak. En: een slagveldbezoeker heeft altijd toiletpapier in de achterzak voor noodgevallen onderweg.

Een hotel in Verdun is snel en eenvoudig te boeken op www.booking.com.
Ik heb de laatste keer onderdak gevonden in Hotel du Tigre, genoemd naar
Georges Clemanceau (1841-1929) die tijdens de Eerste Wereldoorlog premier van Frankrijk was en als bijnaam Le Tigre had. De kelder van het hotel was tijdens deze oorlog een lazaret. De sfeer was dus goed.
 
Georges Clemenceau (1841-1929)
Clemenceau werd op 16 november 197 benoemd tot premier van
het Franse oorlogskabinet en minister van Oorlog. Hij regeerde autoritair,
duldde geen tegenspraak en bleef overtuigd van de Franse overwinning.
Zijn onverzettelijkheid bezorgde hem de bijnaam Le Tigre (De Tijger)

Hotel du Tigre is een **sterren hotel. Het is schoon maar eenvoudig en typisch Frans – u kent dat wel: douchekoppen die alle kanten op spuiten omdat ze volkomen verkalkt zijn en die nooit opgehangen kunnen worden omdat de ophanghaak verdwenen is, toiletbrillen die altijd loszitten, ongezellige verlichting etc. etc. Klein leed dus, maar alles heeft zijn charmes en een groot voordeel is dat Hotel du Tigre een ruime parkeerplaats heeft.

En denk er om: de Fransen kennen ‘une chambre double’ en ‘une chambre twin’. Een ‘chambre double’ heeft een echt tweepersoonsbed - een ‘chambre twin’ heeft twee losse eenpersoonsbedden op de kamer staan. Door onbekendheid met deze terminologie belandde een goede vriend van mij ooit drie dagen lang in een tweepersoonsbed (‘une chambre double’) met zijn toenmalige chef.

Een bijkomend voordeel van Hotel du Tigre was dat in de straat die gelegen is achter het hotel (voor het hotel staande: links af – eerste straat links en vervolgens nog eens links af ) een voortreffelijk eetgelegenheid te vinden is. Het is een gezellig huiskamerachtig restaurant dat in het weekend bomvol Fransen zit en waar je heerlijk kunt eten (ook pizza’s). Ze serveren al een heerlijk driegangen menu voor € 17,00 per persoon. Het restaurant is op zondag gesloten - reserveren lijkt me aan te bevelen.

Hier de adres van Restaurant Le Brasero:
13, Rue de Blamont
55100 Verdun
(telefoon 03 29863429)
E-mail: restaurantbrasero@orange.fr

Het adres van Hotel du Tigre is:
22, Avenue De Paris
55100 Verdun-sur-Meuse
(telefoon 03 29863447)


  De Slag om Verdun 1916 – een korte samenvatting

Fase 1 De aanloop tot de slag (december 1915 - 12 februari)
De oorlog was in 1914 en 1915 vastgelopen in een onbewegelijke loopgravenoorlog. Beide partijen wilden in 1916 een beslissende overwinning forceren. Duitsland wilde dat bij Verdun en de geallieerden wilden dat in een gezamenlijke actie aan de Somme.

Verdun bewaakte de noordelijke toegang tot de Champagne-vlakte en daarmee de toegang tot Parijs en zou daarom, aldus de Duitsers, tot de laatste droppel Frans bloed worden verdedigd. Het Duitse aanvalsplan was erop gericht de Franse frontlinie volledig te verpulveren met meer dan 1.200 Duitse kanonnen en dan door te stoten naar Verdun.

De verdediging van Verdun was echter ernstig verwaarloosd omdat de forten niet langer bruikbaar werden geacht. Ze waren daarom ontdaan van hun kanonnen en de bezetting was minimaal. Ook waren de verdedigingslinies rond Verdun bedenkelijk verwaarloosd want het Franse hoofdkwartier had geen aandacht voor de problemen: 'Verdun vormt geen aanvalsdoel' was hun oordeel.

Fase 2 Het Duitse offensief (12 februari - 2 maart)
De Duitse aanval zou plaatsvinden op 12 februari maar werd door de slechte weersomstandigheden uitgesteld tot 21 februari. Dit bood de Fransen, die in de gaten hadden gekregen dat de Duitsers een aanval beraamden, de gelegenheid om nog een aantal defensieve verbeteringen aan te brengen.
 
Het onderschrift van de ansichtkaart luidt: Avant l'attaque (Voor de aanval)
( Klik op de afbeelding of hier voor een vergroting)

De Duitse aanval op Verdun begon eerst op de rechter Maasoever met een meer dan negen uren durend bombardement. De Duitsers vorderden daarna minder snel dan ze hadden verwacht, maar op 25 februari bezetten ze, geheel onverwacht, het onneembaar geachte Fort Douaumont waardoor Verdun binnen handbereik lag.

Generaal Pétain was in allerijl benoemd tot opperbevelhebber van het Verdun-front. Hij gaf onmiddellijk opdracht om tot elke prijs stand te houden. Daardoor werd tijdwinst geboekt waardoor Franse versterkingen konden worden aangevoerd.

Fase 3 De Slag om de Flanken - de linker Maasoever (6 maart - 31 mei)
De Duitse legerleiding besloot Verdun nu ook op de linker Maasoever aan te vallen. Daarbij moest een heuvel, genaamd Le Mort-Homme, worden veroverd. Deze werd hardnekkig verdedigd zodat de Duitsers besloten eerst een nabijgelegen heuvel, de Côte 304 te veroveren. Pas na drie maanden onafgebroken strijd werden Côte 304 en Le Mort-Homme door de Duitsers bezet.

Fase 4 De Slag om de Flanken - de rechter Maasoever (8 maart - 23 juni)
Nadat de strijd nu ook op de linkeroever was ingezet begon op op 8 maart op de rechteroever de strijd om Fort Vaux. De Duitse troepen bleken uitgeput en de strijd werd na enige tijd voorlopig opgeschort. Uiteindelijk slaagden de Duitsers er toch in Fort Vaux te veroveren. Franse pogingen het hierna te heroveren liepen uit op zinloze slachtpartijen.

Fase 5 Het laatste Duitse offensief (21 juni - 6 september)
Het volgende grote Duitse offensief was gericht op de inname van het dorp Fleury en de verovering van Fort Souville maar de aanval op dit fort mislukte volledig. Maar de Franse verdediging wankelde en kon pas op het laatste moment een definitieve Duitse doorbraak voorkomen.
 
Het Franse patriottisme kende geen grenzen

Nog steeds werd onder de meest erbarmelijke omstandigheden verbitterd gevochten om het dorp Fleury dat uiteindelijk door de Duitsers werd ingenomen. De Duitse reservetroepen die hierna een doorbraak naar Verdun moesten forceren, verschenen echter niet en de Fransen konden op het laatste moment versterkingen aanvoeren om de Duitsers tegen te houden. Opnieuw was de Duitse aanval op Verdun mislukt.

Op 1 juli 1916 begon de Slag bij de Somme waardoor de Duitse troepen opdracht kregen zuinig om te springen met munitie. Ook werden steeds meer Duitse troepen en artillerie overgeplaatst naar het Somme-front en naar het Oostelijke Front waar een groot Russisch offensief was losgebrand. Maar de strijd rond Verdun ging op kleinere schaal onverminderd door. Op 15 juli zetten de Fransen een grote aanval in om het dorp Fleury te heroveren. Die aanval werd door de Duitsers afgeslagen te n koste van enorme Franse verliezen.

Eind juli besloot de Duitse legerleiding nog éénmaal aan te vallen om het front te consolideren. De aanval begon op 1 augustus en duurde met tussenpozen tot 6 september. De strijd golfde heen en weer maar er werden aan beide zijden geen successen geboekt.

Het slagveld tussen Fort Souville en de Froideterre-fortificatie was overdekt met doden en gewonden. De troepen leefden aan beide kanten onder beestachtige omstandigheden. Er was een groot tekort aan drinkwater, munitie en voedsel en de verliezen waren aan Franse en Duitse kant enorm. Vanaf 6 september trad (voorlopig) de rust in op het slagveld van Verdun.

Fase 6 Het laatste Franse offensief (21 oktober - 19 december)
De Duitse keizer besloot Ludendorff en Hindenburg, die hun waarde hadden bewezen aan het Oostelijk Front, te benoemen tot de nieuwe Duitse opperbevelhebbers aan het Verdun-front. Hun eerste maatregel was het stopzetten van de gevechten bij Verdun maar de Franse legerleiding was vastbesloten de Duitsers volledig terug te slaan.
 
Propagandakaart met een dagorder van opperbevelhebber Joffre
met als titel: Salut aux Soldats de Verdun.
( Klik op de afbeelding of hier voor een vergroting)

Op 24 oktober 1916 begon een goed voorbereide Franse aanval waarbij het Duitse front ver werd teruggedrongen. Fort Douaumont en Fort Vaux werden aangevallen en uiteindelijk door de Fransen heroverd. Hierna bleef het wekenlang stil aan het front.
 
Menselijk overblijfselen in en van de loopgraven op het slagveld van Verdun

De Fransen besloten hierna nog één grote aanval uit te voeren die de Duitsers moest terugdringen naar de uitgangsstellingen van februari 1916. Op 13 december begon deze laatste aanval die ten koste ging van enorme Duitse en Franse verliezen.
Op 19 december 1916 was het Duitse leger definitief teruggeworpen op zijn oorspronkelijke stellingen. De Slag bij Verdun was ten einde gekomen.


Het ochtendprogramma
Bezoek aan de rechter oever van de Maas – (geplande tijdsduur 9.00 – 12.30)

1 - Bezoek aan het museum van het Mémorial de Verdun
(Website: Mémorial de Verdun in het Frans, Duits en Engels)
Het museum is tijdens het voorjaar en de zomer geopend van 9.00-18.00 uur.
(In de herfst en de winter afwijkende openingstijden – zie hun website.)

Voor de TomTom-gebruiker volgt hier het adres:
Mémorial de Verdun
1 Avenue du Corps Européen
55100 Fleury-devant-Douaumont

Dit Mémorial ligt in het centrum van het oorspronkelijke slagveld waar tijdens de oorlog zo verbitterd is gevochten. Op deze plaats was ooit, zoals iemand het uitdrukte: ‘de aarde overal doordrenkt van bloed’.
 
Het museum van het Mémorial de Verdun (© Foto: Hans de Regt)

Het museum dat zich in het Mémorial bevindt, behoort ongetwijfeld tot een van de meest bezienswaardige en omvangrijkste Europese musea over de Eerste Wereldoorlog. Het museum imponeert door de inrichting met in het midden van het gebouw het rauwe slagveld, gebouwd op het oorspronkelijke slagveld, met de beide tweedekkers die erboven hangen. Maar het maakt vooral indruk door de prachtige collectie die op fraaie wijze is tentoongesteld.

Dit museum biedt de bezoeker van Verdun dan ook een uitstekende indruk van wat zich tijdens de oorlog heeft afgespeeld. Het is daarom een goede start voor een bezoek aan het slagveld van Verdun. De toegangsprijs wordt wel eens als redelijk pittig ervaren maar u moet maar bedenken dat het voor een goed doel is.

In de hal van het gebouw bevindt zich een vrij toegankelijke boekwinkel/souvenirshop. Er zijn toiletten in het museum achteraan in de zalen
(de dames achterin de bovenverdieping – de heren achterin de kelderverdieping)

2 - Bezoek aan het voormalige dorp Fleury devant Douaumont
(Officieel: Village détruit de Fleury-devant-Douaumont)

De toegang naar het voormalige dorp Fleury-devant-Douaumont is te vinden in de heg aan de achterzijde van de parkeerplaats rechts van het Mémorial maar men kan ook langs de weg naar het dorp lopen. Hier bevinden zich de resten van het dorp waar tijdens de Slag bij Verdun zo verbitterd om is gevochten.

De kerk van Fleury enige jaren na de oorlog
(● Klik op de afbeelding of hier voor een vergroting)

Door de wekenlang durende artilleriebeschietingen van Duitse en Franse zijde is het dorp volledig van de kaart verdwenen. Uit een publicatie over Verdun het volgende om een beeld te schetsen van de toestand rond Fleury in de maand juli 1916:

[…] Dag en nacht volgen beschietingen, aanval en tegenaanval elkaar daar op. Er wordt zelfs gezegd dat het dorp Fleury in de loop van de strijd zestien maal van bezetter is gewisseld. De omstandigheden zijn daar erbarmelijk: drinkwater is niet beschikbaar, de dorpspomp ligt zwaar onder vuur. De soldaten halen 's nachts water uit de granaattrechters, waarin al dagenlang lijken drijven. Ook de nabij gelegen Thiaumont-fortificatie wordt keer op keer bestormd en wisselt regelmatig van bezetter.

Een ooggetuige vertelt: …modder, hitte, dorst, smerigheid, ratten, de zoetige geur van lijken, de walgelijke stank van uitwerpselen en de vreselijke angst: 'het ziet ernaar uit dat we moeten aanvallen', en dat terwijl men al aan het einde van zijn krachten was…

Een andere ooggetuige: …en in de zomermaanden die zwermen aasvliegen rond de lijken en dan die stank, die vreselijke stank. Als we loopgraven moesten aanleggen staken we knoflooktenen in onze neusgaten…

En nog een ooggetuige: …je raakte die verschrikkelijke stank nooit kwijt. Als we een keer met verlof waren en we zaten ergens wat te drinken, dan duurde het maar eventjes en de mensen aan de tafeltjes naast ons stonden op en vertrokken. Die afschuwelijke Verdun-stank was niet te harden… (Zie ook: Slag bij Verdun)

Het monument bij Fleury-sous-Douaumont.
Let op de afwezigheid van begroeiing in de naaste omgeving!
(● Klik op de afbeelding of
hier voor een vergroting)

Officieel bestaat het dorp nog steeds in de vorm van een monument: een village détruit zoals er op het slagveld van Verdun meerdere te vinden zijn. De ruïnes van Fleury zijn gemarkeerd met bordjes waarop het beroep van de voormalige bewoner is vermeld.

3 - Bezoek aan Fort Douaumont
(Volg de borden – het gehele gebied is zeer goed ‘bewegwijzerd’.) Eerst een korte geschiedenis van Fort Douaumont gedurende de Slag bij Verdun:

De strijd om het Fort Douaumont
Op maandagmorgen 21 februari 1916 begon de slag bij Verdun met het zwaarste bombardement dat tot dan ooit in een oorlog was uitgevoerd. Het strekte zich uit over het gehele Verdun-front aan de linker- en de rechterzijde van de Maas ter breedte van 40 kilometer. Ook Verdun zelf werd hevig gebombardeerd - de gehele burgerbevolking werd geëvacueerd. Zware granaten vielen met een frequentie van 40 stuks per minuut. Latere schattingen laten zien dat er op een rechthoek van 500 bij 1.000 meter 80.000 zware granaten gevallen waren.

De Fransen boden manhaftig tegenstand. Om elke meter grond werd zwaar gevochten maar langzamerhand drongen de Duitsers de Fransen terug en zij naderden na verloop van enige dagen het door hen gevreesde Fort Douaumont. Op vrijdag 25 februari 1916 trokken de Fransen zich nog verder terug na een nieuwe aanval, soms ongecoördineerd en in paniek. De toegangen tot het fort werden daardoor slecht verdedigd.
 
Artist impression: beeld van de gevechten in februari tijdens het begin van de slag. 

Daardoor gebeurde wat nooit was gedacht: de Duitsers zagen kans om, onafhankelijk van elkaar, met vier pelotons van het IIIe (Brandenburgse) Legerkorps het onneembaar geachte vestingwerk te bezetten. Het bleek dat het fort minimaal was bemand met slechts 56 Franse reservisten. In Duitsland werd de verovering van het fort als een grote overwinning gevierd: de klokken werden geluid, de scholen kregen vrij en keizer Wilhelm kondigde aan dat de datum 25 februari tot nationale feestdag werd verheven.

De reden voor deze minimale Franse bemanning was dat de Belgische forten bij Luik in augustus 1914 door de Duitse zware artillerie volledig tot puin waren geschoten. Het Franse opperbevel was daardoor van mening dat de forten langs de Franse oostgrens niet langer bruikbaar waren voor de verdediging. De gebruikelijke bezetting van het fort vertrok naar het front en werd vervangen door een minimale bewakingsploeg en de kanonnen werden, voor zover ze verplaatsbaar waren, afgevoerd om bij offensieven elders te worden ingezet.

Het Franse opperbevel had echter over het hoofd gezien dat de Belgische forten sterk verouderd waren en daardoor niet meer bestand waren tegen de moderne zware artillerie. Maar de forten rond Verdun waren van een latere datum en gebouwd van gewapend beton waardoor ze wel bestand zouden zijn tegen de moderne artillerie.

Ook bleek later dat er korte tijd voor de Duitse inname van het fort nog een bevel was uitgegaan om Franse versterkingen naar het fort te sturen. Helaas was iemand vergeten het bevel door te geven. Deze vergissingen van het Franse opperbevel zouden in de hierna volgende maanden naar schatting aan tenminste 100.000 Franse soldaten (poilu's) het leven hebben gekost.
 
Luchtfoto's van Fort Douaumont voor en na 1916

Ook de verdedigingswerken rond Verdun waren trouwens ernstig verwaarloosd. Van Franse zijde achtte men het zeer onaannemelijk dat de Duitsers na de gevechten rond Verdun in 1914, toen de Duitse opmars hier ook tot stilstand was gekomen, deze sector nogmaals als aanvalsgebied zouden kiezen. Daarom was de frontlijn vaak niet meer dan een greppel en waren de tweede en derde verdedigingslinies niet aanwezig. Verbindingsloopgraven en prikkeldraadversperringen waren dikwijls niet eens aangelegd.

Ook de bewapening van de sector Verdun was minimaal. Er waren niet meer dan 270 stuks geschut beschikbaar met te weinig munitie. Dit aantal stond tegenover een Duitse overmacht van meer dan 1.200 stukken waarvoor wel voldoende munitie beschikbaar was. Verder waren er in de regio Verdun bij het uitbreken van de strijd niet meer dan 34 Franse bataljons beschikbaar. De Duitsers konden daar tegenover 72 bataljons met ervaren frontsoldaten inzetten.

De verovering van Fort Douaumont had directe gevolgen op het slagveld. De Fransen verwachtten dat de Duitsers zouden doorstoten naar Verdun toen Fort Douaumont was gevallen. En als Verdun eenmaal gevallen was lag de weg naar Parijs open. In de paniek die daarop ontstond trok de Franse divisie die het gebied verdedigde zich zonder directe noodzaak terug op Côte de Belleville, de laatste heuvelrug voor Verdun.

Verdun lag toen binnen handbereik van de Duitsers maar zij hadden niet in de gaten dat de stellingen waren verlaten en maakten daarom geen gebruik van de geboden gelegenheid. De in allerijl aangevoerde Franse troepen konden de daarop volgende dagen de linies weer bezetten waardoor de Duitsers niet verder kwamen.

Pas maanden later, op zaterdag 21 oktober 1916, waren de Fransen weer in staat een grootscheepse aanval op Fort Douaumont (en Fort Vaux) in te zetten dat gesteund werd door twee zware 400 mm Creusot-Schneider kanonnen van een nieuw type. Het vuur werd geleid vanuit een verkenningsvliegtuig dat boven het fort cirkelde.
 
Duitse troepen voor Fort Douaumont (op de achtergrond)

De volgende dag zweeg plotseling de Franse artillerie. De Duitsers verwachtten dat de aanval zou beginnen. Hun batterijen begonnen te schieten en verraadden zo hun posities. Maar de verwachte aanval bleef achterwege. In plaats van aan te vallen, hervatten de Fransen het bombardement en zagen daarbij kans 70 van de 158 Duitse batterijen uit te schakelen.

Op maandag 23 oktober begonnen de beide Creusot-Schneider kanonnen opnieuw te vuren op Fort Douaumont. Twee voltreffers drongen door tot in het binnenste van het fort en richtten grote schade aan. [De inslagen zijn nog steeds te zien bovenop het fort.] Het licht viel uit en door de tweede voltreffer werden in het lazaret alle aanwezigen gedood. Ook ontstond er brand in het binnenste van het fort. Daarna volgden nog meer voltreffers waaronder ook met gasgranaten. Er waren veel gewonden en gasslachtoffers en er ontstond paniek onder de Duitsers.

De Duitse commandant besloot het fort te ontruimen. Een kleine bezettingsmacht bleef in het fort achter onder leiding van kapitein Soltau. Op zijn verzoek om versterkingen te sturen werd niet gereageerd en omdat hij het fort met een handvol soldaten niet kon verdedigen besloot ook hij het fort te ontruimen.

Onder de eerste groep die het fort had verlaten, bevond zich kapitein Prollius die besloot terug te keren naar het fort, omdat hij het onjuist achtte dat het zonder slag of stoot in Franse handen zou vallen. Bij nadere inspectie bleek het inmiddels verlaten fort weer gasvrij en ook de branden waren uitgewoed. Met niet meer dan een twintigtal bijeengeraapte manschappen besloot hij het fort weer te bemannen.
 
Franse doden worden weggevoerd in een loopgraaf bij Verdun

Op dinsdag 24 oktober 1916 om 12.00 uur kwamen de Franse aanvallers in actie, ondanks het feit dat er op het slagveld een ondoordringbaar dikke mist hing. De samenwerking tussen artillerie en infanterie bleek perfect en het Duitse front in de omgeving van Fort Douaumont werd opgerold.

Fleury werd ingenomen en Fort Douaumont kwam binnen bereik. Slechts hier en daar hielden de Duitsers nog stand met behulp van strategisch geplaatste mitrailleurnesten. Na een korte strijd besloot kapitein Prollius het fort over te dragen aan de Fransen. De Duitsers verloren daarmee hun belangrijkste steunpunt aan het Verdun-front.

Er waren in de dagen vlak voor de Franse aanval 240.000 granaten per dag afgeschoten; op een 'gewone dag' was dit aantal 100.000. In de afgelopen zeven maanden hadden de Fransen naar schatting 23.000.000 granaten gebruikt. De Duitsers hebben in diezelfde periode zeker niet minder granaten gebruikt.

Op zondag 19 december 1916 kwam de Duitse legerleiding tot de conclusie dat het Duitse leger bij Verdun een volledige nederlaag had geleden. Het Duitse leger was toen definitief teruggeworpen op de uitgangsposities van 21 februari 1916.

Het lijkt aannemelijk dat het totale aantal Duitse en Franse slachtoffers (gedood, gewond, vermist) op 358.000 Duitsers en 400.000 Fransen kan worden geschat. Van deze 758.000 slachtoffers zijn naar schatting 182.000 om het leven gekomen: 82.000 Duitse doden en 100.000 Franse doden.

Nu het bezoek aan Fort Douamont
Rijd eerst langs het Ossuaire de Douaumont en de grote Franse begraafplaats tegenover het ossuarium. Daar gaan we straks naar toe. Neem een trui of jas mee als u naar binnen gaat in het fort – het heerst daar permanent een lage temperatuur.

Loop eerst over het dak van het fort om een indruk te krijgen van de omgeving waar in 1916 zo hevig is gevochten. Let op de koepel van het beweegbaar kanon, de koepel van de lichtere kanonnen en de mitrailleurs en de helm-vormige waarnemingsposten voor de artillerie die bovenop het fort staan. Duidelijk zijn op bijna alle koepels de inslagen van kogels en granaten te zien.

Rondom het fort is tegenwoordig de slotgracht weer te zien. De geschutskoepels op de hoeken van het fort waren bereikbaar vanuit het binnenste van het fort via onderaardse gangen. Het fort heeft het twee ondergrondse verdiepingen en een oppervlakte van meer dan drie hectare.
 
De achterzijde van Fort Douaumont in de twintiger jaren vdve.
Hier bevindt zich thans de parkeerplaats.
(● Klik op de afbeelding of
hier voor een vergroting)

Ga vervolgens naar binnen – de ingang is te vinden aan de parkeerzijde. Ook hier kan men boeken en souvenirs kopen. U krijgt een Nederlandstalige rondleiding op papier bij de kassa. Somber, vochtig, donker en onheilspellend zijn de karakteristieken van dit fort. Merk op hoe geluiden doorklinken binnen in het fort omdat de lange gangen werken als een klankkast. Trap maar eens hard op een van de metalen platen die op de grond liggen. Het schijnt dat veel soldaten gehoorbeschadigingen opliepen door het oorverdovende geluid van inslaande granaten.
 
Versperringen in de gangen van Fort Douaumont

Bezoek in ieder geval het technisch zeer fraaie hefkanon (rechtsaf bij de ingang) en ook de Duitse kapel (linksaf bij de ingang) die behoort bij het massagraf in het fort waar de stoffelijke resten 679 Duitse soldaten rusten in een dichtgemetselde gang. Het fort Douaumont was in mei 1916 in handen van de Duitsers toen er in het fort een dramatisch ongeluk gebeurde. Hieronder een verslag van dit ongeluk:

Maandag - 8 mei 's 1916 - morgens 4.00 uur. In het fort breekt plotseling grote paniek uit na een explosie. Er wordt geschreeuwd: 'de zwarten komen' (Noot: met 'zwarten' werd bedoeld: de gevreesde Franse koloniale troepen die berucht waren vanwege het feit dat ze, zo werd verteld, nooit krijgsgevangenen zouden maken).

Kort daarna zijn er drie ontploffingen die een geweldige schokgolf door het fort jagen, veel sterker dan bij een voltreffer. Hierbij ontstaat een ondoordringbaar rookgordijn met een verstikkend gas.

De schokgolf heeft veel doden tot gevolg die letterlijk drie, vier rijen dik in de hoeken van het fort liggen neergekwakt; honderden Duitsers komen door verstikking om het leven. Met veel moeite worden 100 mannen gered. Het aantal doden wordt geschat op 700 tot 800. Velen zijn niet meer te identificeren.

Een aanwezige Duitse arts reconstrueert het drama: er is een voltreffer terechtgekomen op een opslagplaats voor vlammenwerperolie. Die olie is in brand geraakt door vuurtjes van het kookgerei van de Duitse troepen. Hierdoor is brand ontstaan met een zeer zware rook- en roetontwikkeling.

Bijna iedereen is geheel overdekt met een dikke laag roet, vandaar de paniek: 'de zwarten komen'. In die panieksituatie hebben de Duitsers handgranaten gegooid naar de vermeende binnendringers – hun eigen kameraden. Hierdoor zijn munitiebunkers met granaten en gifgasgranaten tot ontploffing gekomen wat nog meer doden tot gevolg had.

De lijken konden vanwege de beschietingen niet buiten worden begraven en werden daarom opgestapeld in een lege munitiebunker: lijken - chloorkalk - lijken. De munitiebunker werd dichtgemetseld: een Duits massagraf in het Franse fort Douaumont sinds 1916. De Fransen hebben trouwens niets gemerkt van deze catastrofe.

4 - Bezoek aan de Ossuaire de Douamont en de nationale begraafplaats
(Officieel: La nécropole nationale et l'ossuaire de Douaumont)
(Website:  Ossuaire de Douamont in het Frans, Duits en Engels) 

Rijd vanaf Fort Douaumont (volg de duidelijke borden) naar het grote Ossuaire de Douaumont. Er is een enorme parkeerruimte voor auto’s en bussen onmiddellijk naast en achter het gebouw. Voor velen is dit het hoogtepunt van een bezoek aan Verdun.

Het Ossuarium werd officieel geopend op 7 augustus 1932. Voor die tijd was er een primitief onderkomen waarin op het slagveld gevonden gebeente in kisten stond opgeslagen.
 
klik hier voor een vergroting
klik hier voor een vergroting
Afbeeldingen van het primitieve gebouwtje dat voor 1932 dienst deed als Ossuarium.
(● Klik op de afbeeldingen voor een vergroting)

Op de 137 meter lange voorgevel van het imposante gebouw zijn de wapenschilden geplaatst van steden die (financieel) hebben geholpen bij de bouw van dit gedenkteken. Men kan de 46 meter hoge toren beklimmen. Het uitzicht valt helaas enigszins tegen vanwege de begroeiing die er vroeger niet was. De ‘Tour de Morts’ heeft de vorm van een granaat en verlicht als een vuurtoren het voormalige slagveld gedurende de nacht.
 
Ossuarium en begraafplaats rond 1932 (bij rechts bij het Ossuarium wordt nog gewerkt)
(● Klik op de afbeelding of hier voor een vergroting)

De kruisgang in het Ossuarium bestaat uit 22 cellen met 46 granieten graftombes. Elke graftombe vertegenwoordigt een sector van het slagveld en bevat in de onderliggende grafkelder de menselijke beenderen die in deze sector gevonden zijn. Aan de beide uiteinden van de kruisgang bevindt zich een grafkelder van 350 kubieke meter met het overschot aan beenderen van overbelaste sectoren. De beenderen van de naar schatting 130.000 omgekomen niet geïdentificeerde resten van Franse en Duitse soldaten zijn te zien door kleine ruiten in de grafkelders die aan de achterzijde van het gebouw te vinden zijn.
 
Een graf zoals er velen te vinden waren op het slagveld rond Verdun

In het gebouw is een filmzaal waarin om het half uur een 20 minuten durende film wordt vertoond met als titel: ‘L'héroïsme du Combattant de Verdun’ die ook in het Nederlands te volgen is.

Voor het Ossuarium de Douaumont vindt u La nécropole nationale de Douaumont. Het is de Franse militaire begraafplaats van Douaumont met de graven van 15.000 Franse gesneuvelden. In 1923 begon men met het gereedmaken van de grond die ontdaan moest worden van het militaire materieel, de munitie en de menselijke overblijfselen die na de oorlog waren achtergebleven op het slagveld. De begraafplaats heette toen nog Cimetiére de Fleury.
 
Cimetiére de Fleury (later Nécropole nationale de Douaumont)
(● Klik op de afbeelding of
hier voor een vergroting)

Op deze begraafplaats werden de lichamen begraven van soldaten die in de directe omtrek van de begraafplaats werden gevonden. Vanaf 1925 zijn hier ook de stoffelijke resten van militairen naar toe gebracht, afkomstig van diverse kleinere begraafplaatsen uit de omgeving van Verdun. Op 23 juni 1929 werd de begraafplaats geïnaugureerd in aanwezigheid van de president van de Franse Republiek.
 
Een van die kleine verdwenen begraafplaatsen op het slagveld waarvan de doden in de
loop der  tijd werden overgebracht naar het de grote begraafplaats voor het Ossuarium.
(● Klik op de afbeelding of hier voor een vergroting)

Tussen 1960 en 1965 werd de Nécropole nationale gerenoveerd. In 1984 hebben de Franse president François Mitterrand en de Duitse bondspresident Helmut Kohl hier, 70 jaar na het begin van de Eerste Wereldoorlog, hand in hand gestaan om de verzoening tussen Frankrijk en Duitsland te symboliseren. Een plaquette herinnert aan deze bijzondere gebeurtenis.

5 - Bezoek aan de Tranchée de Baïonnettes (de loopgraaf van de bajonetten)
Ga met uw auto van de parkeerplaats bij het Ossuarium naar de Tranchée de Baïonnettes. U kunt ook lopen maar als u de auto meeneemt staat deze al in de goede richting voor het vervolg van de dagtrip naar de linker Maasoever. Tegenover de Tranchée de Baïonnettes is een parkeerplaats.

De Tranchée de Baïonnettes
Hier vinden we een monumentaal gedenkteken uitgevoerd in beton waaronder een aantal soldaten van het 137ste Regiment Infanterie begraven ligt. Over die gesneuvelden werd na de oorlog een bijzonder verhaal verteld.

Een voormalig commandant van dit regiment bezocht in 1919 het slagveld. Hij ontdekte een rij bajonetten die uitstaken boven een oude loopgraaf die zich op de plaats van het huidige monument bevond. Er bleken hier lichamen van Franse gesneuvelden te liggen die hun geweren niet in hun handen hadden. Die geweren stonden op een rij tegen de borstwering. En de lichamen vertoonden geen uiterlijke tekenen van verwondingen.

Hij concludeerde vervolgens dat, bij een zwaar bombardement tijdens de gevechten op 12 juni 1916, de soldaten die zich in deze loopgraaf bevonden hier levend begraven moesten zijn. Hij maakte het verhaal daarna wereldkundig en kranten over de hele wereld publiceerden artikelen over deze tragedie. Hiermee was een legende geboren.

De rijke Amerikaanse bankier Gerard F. Rand las het bericht. Hij werd zo geraakt door dit drama dat hij uit eigen middelen een bedrag van 500.000 Fr. fr. ter beschikking stelde waarmee een monument voor deze Franse helden kon worden opgericht. Rand heeft het gedenkteken zelf nooit gezien. Kort na de ondertekening van de cheque kwam hij door een vliegtuigongeluk bij Croydon (Londen) om het leven.
 
Het monument Tranchée de Baïonnettes vroeg in de twintiger jaren vdve.
Let op de afwezigheid van begroeiing rond het monument en op de achtergrond.
Dat is inmiddels wel veranderd - dat geldt trouwens voor het gehele slagveld!

(● Klik op de afbeelding of hier voor een vergroting)

Als architect werd de Verdun-veteraan André Ventré aangezocht die ook de kathedraal van Verdun had gerestaureerd. Deze besloot de restanten van de loopgraaf zoveel mogelijk intact te laten en het monument over de loopgraaf heen te bouwen. Op 8 december 1920 werd het monument door de Franse president Alexandre Millerand ingewijd.

Volgens de 'L'Illustration' van 11 december 1920 werden tijdens de bouw 57 lijken gevonden. Hiervan werden 40 geïdentificeerd die zijn overgebracht naar de de begraafplaats van Fleury (de latere Nationale Begraafplaats) tegenover het Ossuarium. De overige lichamen waren niet identificeerbaar en werden begraven in de loopgraaf. Onder hen bevinden zich de stoffelijke resten van vier officieren. De bajonetten werden herplaatst – de geweren niet. Omdat de bajonetten voortdurend gestolen werden door souvenirjagers staan er tegenwoordig houten kruisen op het graf waarop als tekst: ‘Soldat inconnu’ vermeld staat.

Later werd overigens de ware geschiedenis bekend. Een ooggetuige, luitenant Poliman die daar in diezelfde periode had gevochten, verklaarde dat de overlevenden van een compagnie van het 137ste Regiment Infanterie zich na zware gevechten hadden overgegeven aan de Duitsers. De loopgraaf lag vol gesneuvelden en werd door de Duitsers dichtgegooid. Zij lieten de geweren met opgezet bajonet boven de toegedekte loopgraaf uitsteken opdat deze plek later teruggevonden kon worden. Er zouden 39 bajonetten boven de loopgraaf hebben uitgestoken.
 
Het monument zoals afgebeeld op een ansichtkaart uit de twintiger jaren vdve

Het monument van André Ventré wordt door velen verafschuwd. In de reisgids Velden van Weleer zeggen de schrijvers: ‘[…] het beeld dat wordt opgeroepen in de pseudo-gewijde sfeer die er hangt: een onooglijke en onmogelijke betonnen constructie (…) boven een lapje grond waar drommen toeristen vergeefs naar de inmiddels weggeroeste stukken ijzer zoeken. Bedoeld als een gedenkteken van de waanzin van Verdun, is het er één van de kermis geworden.’ Een andere auteur spreekt over ‘het grootste kitschmonument van het slagveld’.

U kunt het ook beschouwen als een sobere reliekschrijn in een omgeving die geen versiering duldt. De vormgeving past in de omgeving: een onvergankelijke, zware betonnen bunker waarin de plek zichtbaar is waar de overblijfselen van martelaren, die hun leven hebben gegeven ‘Pour la Patrie’, voor eeuwig zullen rusten.

U moet zelf maar oordelen. Maar voordat u het monument bereikt loopt u door een poort. Let eens op de bijzonder fraaie gietijzeren deur: een prachtig voorbeeld van siersmeedkunst.


Het middagprogramma
Bezoek aan de linker oever van de Maas – (geplande tijdsduur 13.00 – 18.00)


Rijd nu vanaf de Tranchée de Baïonnettes (of vanaf het Ossuarium de Douaumont) naar Bras-sur-Meuse. Langs de weg die u volgt vanaf de Tranchée de Baïonettes, ziet u na korte tijd aan de rechterkant een weg die leidt naar de Ouvrage de Froideterre en even daarna, aan uw linkerhand, de Abri des Qautre Cheminées die direct aan de weg gelegen is. Dit waren twee versterkingen waar zwaar gevochten is tijdens de Slag om Verdun. Als er nog tijd over is kunt u ze (even) bekijken.

Vlak voordat u het dorp Bras-sur-Meuse inrijdt vindt u de Nécropole nationale de Bras-sur-Meuse aan uw linkerhand met een parkeerplaats bij de ingangspoort.
 
De Nécropole nationale van Bras-sur-Meuse in de twintiger jaren vdve
(● Klik op de afbeelding of
hier voor een vergroting)

Bij het grote kruispunt in Bras-sur-Meuse volgt u de weg naar Charny sur Meuse (zie de wegwijzer) op de linker Maasoever. Rijd daarna naar het fraaie museum van Jean-Paul en Brigitte de Vries. Wacht met het instellen van de TomTom tot u over de Maas bent gekomen – de Tomtom wijst wel eens een route aan die wij niet willen.

6 - Bezoek aan het Museum Romagne 14-18
(Website: Museum Romagne 14-18
Het adres is van het museum is:
2 Rue de l’Andon
Romagne sous Montfaucon
(telefoon:
33 3 29 85 10 14)
Let op: museum en sandwicherie zijn gesloten op woensdag.
Verder geopend op alle middagen van 13.00 – 18.00 uur behalve dus op woensdag.
In de maanden december, januari en februari alleen op afspraak.
Contoleer voor alle zekerheid nog even de openingstijden op de museum-website. 

De afstand Verdun tot Romagne is ongeveer 40 kilometer. De aan het Museum Romagne 14-18 verbonden Sandwicherie zijn geopend om 13.00 uur behalve op woensdag dan zijn ze gesloten – controleer voor alle zekerheid de openingstijden via hun website.  De reden van het advies om naar Romagne te gaan is dat u hier heerlijk kunt lunchen en het museum kunt bekijken en dat van hieruit het bezoek aan de andere bezienswaardigheden zijn gepland.

Maar u mag natuurlijk ook eerst lunchen in L'Abri des Pélerins, een café-restaurant met een bijzondere architectuur, dat zich op loopafstand bevindt van het Ossuarium. (Een uiteraard is een lunchpakket voor onderweg ook meer dan prima!)

Museum Romagne 14-18
Het plaatsje Romagne-sous-Faucon was in die tijdens de oorlog een belangrijk troepencentrum en logistiek knooppunt in het Duitse achterland. De officieren waren gelegerd in het dorp en de manschappen waren ondergebracht in barakken en schuren in de omgeving.

In deze kampementen achter het front, waar het leven van alledag zo’n beetje ‘gewoon’ doorging, kregen de Duitse troepen rust na de frontdienst en werden de gelederen weer aangevuld. Daar werd naast exercitie en oefening om fit te blijven, ook gegeten en gedronken, muziek gemaakt en werden brieven geschreven en zelfs diverse vormen van kunst bedreven.

Romagne-sous-Montfaucon voor de oorlog. Het huis rechts op de foto is in de oorlog
een Duitse officiersmess geweest. Na de oorlog was het dorp platgebombardeerd.
Op deze plaats is het huis gebouwd waar  thans het Museum Romagne 14-18 is gevestigd.

Het Museum Romagne 14-18 stelt op een bijzondere manier die verschillende persoonlijke aspecten ten toon. Maar ook het oorlogsmaterieel waarmee de soldaten in aanraking kwamen in de voorste linies is ruimschoots aanwezig.

Wat Jean-Paul de Vries in de loop der jaren verzamelde tijdens zijn speurtochten in de omgeving van Romagne, vond een plaats in zijn museum waar niet eens genoeg ruimte is voor zijn hele collectie. Zo is de privé-collectie van Jean-Paul de Vries vanaf 1976 uitgegroeid tot deze omvangrijke tentoonstelling in dit plezierige, informele museum over de Eerste Wereldoorlog.

Een deel van de collectie van het Museum Romagne 14-18  (© Foto: Hans de Regt)

Omdat Museum Romagne 14-18 geen officieel museum is mag Jean-Paul geen toegangsprijs vragen. De bezoekers mogen wel een vrijwillige bijdrage achterlaten die vorig jaar gemiddeld € 5,00 per bezoeker was. In het museum zijn trouwens ook allerlei bodemvondsten te koop.

Laat u rondleiden door Jean-Paul de Vries, hij kan zeer aanstekelijk en met kennis van zaken vertellen over zijn collectie en u zult veel leren over het leven van de gewone soldaat ten tijde van de Eerste Wereldoorlog.

7 - Bezoek aan de Duitse begraafplaats Romagne-sous-Montfaucon
Vlak om de hoek bij het Museum, op loopafstand, ligt de Duitse begraafplaats Soldatenfriedhof Romagne-sous-Montfaucon. Volg de borden – het kan niet missen.

Eerste even iets over de Duitse begraafplaatsen in Frankrijk: in Frankrijk zijn in de Eerste Wereldoorlog 930.000 Duitse soldaten om het leven gekomen. Van hen rusten 771.000 op 192 Duitse begraafplaatsen in Frankrijk. Een aantal van 461.000 is begraven in afzonderlijke graven en 294.000 in massagraven (Kameradengräbern). Een aantal van 16.000 Duitse militairen ligt begraven op militaire kerkhoven van andere naties of op Franse burgerbegraafplaatsen.

Op deze fraai aangelegde Duitse begraafplaats rusten 1.412 Duitse doden en vier Franse doden uit de Eerste Wereldoorlog. Al vanaf eind augustus 1914, toen de gevechten om de Maasovergangen plaatsvonden, werden in Romagne meerdere Duitse lazaretten en verbandplaatsen gevestigd. Gesneuvelden en zwaargewonden die bezweken aan hun verwondingen vonden een rustplaats op de begraafplaats die de Duitsers in september aanlegden naast de gemeentelijke begraafplaats.

Veel doden vielen tussen september 1914 en gedurende het jaar 1915 bij de zware gevechten in het gebied tussen het Bois d’Argonne en de Maas - in het bijzonder in het gebied tussen Varennes en Vauquois. De meeste van de hier liggende gesneuvelden kwamen om het leven bij de gevechten om de Côte 304 en de Morte-Homme die tijdens de Slag bij Verdun plaatsvonden vanaf maart 1916 toen de Duitsers de aanval op Verdun inzetten vanaf de linker Maasoever.

Daarna werden hier nog de slachtoffers begraven van de Franse tegenoffensieven in de herfst van 1916 en augustus 1917 en van de grote aanvallen in september en oktober 1918 toen de geallieerden de Duitsers dwongen tot de terugtocht.

Soldatenfriedhof Romagne-sous-Montfaucon (© Foto: Hans de Regt)

Achterin de begraafplaats en rechts van de ingang zijn individuele monumenten en enige originele grafzerken uit de Eerste Wereldoorlog te zien. Het 6e Duitse Reserve Korps richtte op deze begraafplaats al in 1915 een gedenkteken op voor zijn gevallenen. Na de oorlog raakte het kerkhof in verval, het hoogstnodige onderhoud geschiedde door vrijwilligers.

De verwaarloosde begraafplaats kon pas weer worden aangepakt toen de in december 1919 opgerichte Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge hiervoor, op grond van een in 1926 afgesloten overeenkomst met Frankrijk, toestemming verkreeg van de Franse militaire autoriteiten.

In 1932 begon men met de aanplant van de lange rijen sparrenbomen die de begraafplaats zijn huidige aanzien geven. De provisorische houten kruisen werden vervangen door nogal ongebruikelijke, in leisteen uitgevoerd kruisen waarop de naam en sterfdatum van de dode vermeld waren.

Op enige afstand van de weg is een gedenkruimte is opgenomen die uitgevoerd werd in natuursteen. In de zijwand hiervan is een Piëta afgebeeld die is uitgevoerd in een met de hand ingelegde mozaïekvorm die beschermd wordt door een kunstig gesmeed traliewerk. [Een Piëta is oorspronkelijk een voorstelling van Maria die het dode lichaam van Jezus op de schoot draagt. In de moderne uitvoering ziet men een treurende moeder die het dode lichaam van haar zoon op de schoot draagt. Deze verbeelding wordt vaak gebruikt voor oorlogsmonumenten.]

De begraafplaats Romagne-sous-Montfaucon is een van de weinige Duitse soldatenkerkhoven uit de Eerste Wereldoorlog die bijna volledig voltooid was voordat het werk van de Volksbund door gebrek aan deviezen in het midden van de dertiger jaren van de vorige eeuw tot stilstand kwam.

Pas vanaf juli 1966 kon de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge, na het afsluiten van de Deutsch-französischen Kriegsgräberabkommens, weer officieel beginnen met het onderhoud en de aanleg van de Duitse begraafplaatsen, daarbij financieel gesteund door de Bondsregering. Tot die tijd deden vrijwilligers dit onderhoudswerk. In 1973 werden talrijke sparren vervangen nadat ze onherstelbaar beschadigd waren door hevig noodweer. Ook de grafzerken, die aan vervanging toe waren, zijn toen vernieuwd.

Alle 1.412 gevallenen rusten in een afzonderlijk graf. Van 65 van hen is de naam niet bekend. Een aantal graven behoort toe aan gevallenen die het joodse geloof waren toegedaan. Zij hebben op religieuze gronden geen kruis als grafteken maar een grafzerk uit natuursteen met daarop de Hebreeuwse tekst: "Hier ligt begraven" [naam + datum] "Moge zijn Ziel blijven voortbestaan in de gemeenschap der levenden."

8 - Bezoek aan de Amerikaanse begraafplaats in Romagne-sous-Montfaucon
De Meuse-Argonne American Cemetery is, evenals het bezoekerscentrum, dagelijks geopend tussen 9.00 en 17.00 uur behalve op 25 december en op 1 januari.

Volg de borden vanaf het museum naar deze begraafplaats.

Een ware verrassing: U komt zonder enige overgang van het Franse platteland, op een perfect onderhouden Amerikaans parklandschap ter grootte 52 hectares die bij de ingang en de uitgang wordt bewaakt door hoge witte zuilen met daarop de Amerikaanse adelaar staat te waken. Een vergelijking in sfeer en uitvoering tussen deze Amerikaanse en de zojuist bezochte Duitse begraafplaats, dringt zich onmiddellijk op.

Op deze erebegraafplaats overheerst tussen de gladgeschoren gazons en de witte kruisen (hetzelfde geldt voor de Britse begraafplaatsen) een sfeer van verzoening met en aanvaarding van de dood van zoveel soldaten. Bij de Duitse en in mindere mate ook bij Franse oorlogsbegraafplaatsen ervaart men eerder de uitstraling van een nog steeds bestaande sombere, niet aanvaarde treurnis over de gevolgen van deze oorlog.

Een ansichtkaart uit de twintiger jaren van de Meuse-Argonne American Cemetery.
De situatie is onherkenbaar veranderd in de loop der jaren.
(● Klik op de afbeelding of
hier voor een vergroting)

De Meuse-Argonne American Cemetery is de grootste Amerikaanse begraafplaats van Europa. Hier liggen 14.246 Amerikanen begraven van wie 486 niet konden worden geïdentificeerd. De meeste van hen zijn gesneuveld tijdens het grote Meuse-Argonnen-offensief dat plaatsvond tussen 26 september en 11 november 1918. Hierbij waren 1.000.000 Amerikaanse militairen ingezet.

Het terrein van de begraafplaats ligt op de oude frontlinie van het Meuse-Argonne-offensief en is door de Franse regering in permanente bruikleen afgestaan aan de Verenigde Staten. De begraafplaats is in gebruik genomen op 14 oktober 1918 en ligt in een gebied dat ooit werd veroverd door de Amerikaanse 32ste US Division.

De graven zijn verdeeld in acht van elkaar gescheiden afdelingen (‘plots’) elk omzoomd door lindebomen. Elk graf heeft zijn eigen marmeren grafsteen in de vorm van een kruis; de graven van gesneuvelden die het Joodse geloof waren toegedaan, hebben de vorm van een zerk en dragen in de top een Davidster.

De tekst op elke grafsteen vermeldt de naam van de militair, rang, militaire eenheid, de Amerikaanse staat van herkomst en de datum van overlijden. In tegenstelling tot de Britten vermelden de Amerikanen geen leeftijd op de steen. Op de grafstenen van de 486 niet-geïdentificeerde militairen staat de tekst: ‘Here rests in honored glory an American soldier known but to God.

De overdekte galerij met links de namen van de 954 vermiste Amerikanen

Bij het bezoekerscentrum bevindt zich de Memorial Chapel waarnaast op de muren onder een overdekte galerij, de namen zijn aangebracht van 954 vermiste Amerikanen.

U kunt in dit 'park' per auto rondrijden en/of de auto parkeren bij het bezoekerscentrum waar zich ook de Memorial Chapel met de namen van de vermisten bevindt, om van daaruit een wandeling maken over deze zeer indrukwekkende begraafplaats.

9 Bezoek aan Mémorial Américain en village détruit te Montfaucon d’Argonne
Verlaat de Amerikaanse begraafplaats via de ‘achterkant’ en rijd via Cunel en Nantillois naar het dorp Montfaucon d’Argonne door het mooie lichtgolvende Noord-Franse landschap.

Tussen Cunel en Nantillois ligt Soldatenfriedhof Nantillois dat u eventueel nog even, als de tijd het toelaat, vanwege de fraaie situering kunt bekijken. Hier liggen 918 Duitse doden uit de Eerste Wereldoorlog vooral afkomstig uit de gevechten rond de Côte 304 en de Morte-Homme.

Dit Soldatenfriedhof Nantillois is mooi gelegen tegen de bosrand. De kameraden van de 54e Infanterie Divisie, die zich na de oorlog over deze begraafplaats hadden ontfermd, brachten een geldbedrag bij elkaar waardoor het mogelijk was op deze plaats het grote, centraal geplaatste, herdenkingskruis op te richten. Toen werden ook de bomen geplant en werd de ingangspartij met poort en natuursteenmuren gebouwd.


Mémorial Américain de Montfaucon d'Argonne
Boven op de heuvel staat het Mémorial Américain, een 58 meter hoge Dorische zuil met daar bovenop een Statue of Liberty. Voor het monument ligt een royale parkeerplaats. Er is daar ook een informatiekiosk – openingstijden waren echter onduidelijk. 
 
Het Mémorial Américain. Op deze foto uit de twintiger jaren vdve is
nog duidelijk het de oude dorp Montfaucon d'Argonne te zien.
(● Klik op de afbeelding of
hier voor een vergroting)

Het oorspronkelijke dorp Montfaucon d'Argonne, dat in de oorlog volledig verwoest werd, ligt vlak achter het Mémorial. Het is een van de 'villages détruits' die als monument worden bewaard. Er staan daar nog resten van de oude kerk en een weer opgebouwde Duitse observatiepost. Op het daarnaast gelegen dorpskerkhof staat een oorlogsmonument ‘Aux enfants de Montfoucon mort pour la Patrie’.

Die wederopgebouwde Duitse observatiepost toont het belang van deze heuvel: wie de hooggelegen posities beheerste kon de gehele omgeving domineren. Tijdens de oorlog hadden de Duitsers de hooggelegen posities in handen in de dorpen Romagne-sous-Montfaucon, Cunel en Montfaucon d’Argonne. Zij hadden hier zwaar versterkte posities gebouwd en het was de taak van de Amerikaanse troepen deze versterkingen aan het einde van de oorlog te veroveren.
 
Village détruit te Montfaucon d’Argonne (© Foto: Hans de Regt)

Vlak voor de slag waren midden in de nacht 200.000 man Franse troepen in alle stilte teruggetrokken uit de voorste linies en vervangen door 600.000 Amerikanen. De Duitsers schijnen hier niets van gemerkt te hebben tot het te laat was. Op 26 september 1918 opende de Amerikaanse artillerie om 2.30 uur een drie uur durend bombardement op de Duitse linies. Om 5.30 uur begon de grote Amerikaanse aanval op Montfaucon.

De Duitsers boden verbeten tegenstand en het duurde tot de middag van de volgende dag voordat Montfaucon door de Amerikanen was veroverd. Dit oponthoud gaf de Duitsers de gelegenheid versterkingen aan te voeren waardoor het nog tot 14 oktober zou duren voordat de Amerikanen erin slaagden de dorpen Romagne-sous-Faucon en Cunel te veroveren.

10 - Bezoek aan het Pennsylvania Memorial te Varennes-en-Argonne
Rijd vanaf Montfaucon (over de D998) naar Varennes-en-Argonne door het beboste en heuvelachtige terrein van het Argonne-gebied.

Varennes-en-Argonne werd in 1914 door de Duitsers op de Fransen veroverd, ze zouden er uiteindelijk tot eind september 1918 blijven. Varrenes is in Frankrijk vooral bekend als de plaats waar koning Lodewijk XVI in 1791, ten tijde van de Franse Revolutie, werd aangehouden toen hij met zijn gezin trachtte te ontvluchten uit Parijs. Het was zijn bedoeling om aan het hoofd van een loyaal leger naar de Franse hoofdstad terug te keren om zijn gezag te herstellen.

De koning werd echter herkend door burger Drouet, in Varennes tot staan gebracht en gevankelijk teruggevoerd naar Parijs. In 1793 zou hij onder de guillotine zijn hoofd verliezen, waarna Frankrijk een republiek werd. Het Tour de l’Horloge, de klokkentoren die u tegenkomt als u de hoofdweg volgt, herinnert aan deze historische gebeurtenis: op deze plaats werd koning Lodewijk XVI gearresteerd.

Bezoek aan het Pennsylvania Memorial
Even voorbij deze klokkentoren ligt aan de rechterkant een door de Amerikaanse staat Pennsylvania geschonken oorlogsmonument: het Pennsylvania Memorial. Er is voldoende parkeerruimte langs het plantsoentje dat voor het monument ligt.
 
Het Pennsylvania Memorial in Varennes-en-Argonne.

Dit grote gedenkteken in klassieke stijl, dateert uit 1927 en staat bovenop Duitse bunkers uit de Eerste Wereldoorlog. Het monument herdenkt de uit Pennsylvania afkomstige soldaten die in 1918 sneuvelden. Twee zuilenrijen worden gescheiden door een platform waarop een grote bronzen urn staat. Vanaf het monument heeft men een weids uitzicht over de vallei van het riviertje Aire.

Even verderop ligt het Musée d’Argonne, een klein streekmuseum met aandacht voor de arrestatie van Lodewijk XVI, de streekgebruiken en het in de buurt geproduceerde porselein. Ook de gevechten in de Argonne tijdens de Eerste Wereldoorlog en de mijnenoorlog in Vauquois komen in dit museum aan de orde.

Als u nog tijd heeft is het wellicht de moeite waard het museum te bekijken. De openingstijden zijn kloppen soms niet helemaal met wat er vermeld wordt - tussen de middag is het museum in ieder geval gesloten.

11 - Bezoek aan de Butte de Vauqois (de Heuvel van Vauquois)
Rijd vanaf Varennes-en-Argonne naar de Butte de Vauquois via de D946 naar het dorp Boureuilles. Voor het gemeentehuis (aan de linkerkant van de weg) van deze plaats staat een groot Eerste Wereldoorlog monument. Daar slaat u linksaf – er staat natuurlijk ook een wegwijzer.

Eventueel kunt u de TomTom gebruiken – het adres dat Les Amis de Vauquois opgeven is hun ‘adresse postale’:
1, Rue d'Orléans
55270 Vauquois.
U zult ongetwijfeld een heel eind in de buurt van de Butte komen.

Nadat u linksaf geslagen bent volgt u de wegwijzers – het duurt even voor u de eerste tegenkomt maar ze staan er echt. De toegang tot de Butte is een smal weggetje aan de linkerkant langs een paar huizen, maar dat leidt naar een ruime parkeerplaats. Hier staat ook een gebouwtje waar een klein museum is ingericht.

De Butte de Vauquois is vrij toegankelijk. De onderaardse gangen zijn uitsluitend te bezoeken op afspraak onder deskundige Franse leiding. Aanmelding dient (ruim) van tevoren te gebeuren per email: amis.vauquois@wanadoo.fr

De mijnenoorlog rond de Butte de Vauquois
(Websites: De mijnenoorlog rond Vauquois en Butte de Vauquois)

Een militaire wet luidt: wie de hoogte beheerst domineert de omgeving.
De 50 meter boven het landschap uitstekende heuvel waarop ooit het dorp Vauquois gelegen was, werd daarom door zowel de Duitsers en als de Fransen beschouwd als strategisch zeer belangrijk. Het was een observatiepost voor de artillerie waardoor degene die de heuvel bezet had de weg- en spoorwegverbindingen tussen Verdun en Ste-Ménehould volledig kon beheersen.

De Duitsers bezetten de heuvel van Vauquois op 24 september 1914. Pas op 4 maart 1915 wisten de Fransen de zuidelijke helft van het inmiddels volledig in puin geschoten dorp Vauquois te bezetten. Dit ging ten koste van zware verliezen; alleen al bij de aanvallen tussen 28 februari en 4 maart 1915 werden 3.000 mannen gedood, gewond of vermist.
 
Eén van de kraters van Vauquois op een foto vlak na de oorlog opgenomen.
Let op de diepte van de krater afgemeten naar de menselijke figuur.
(● Klik op de afbeelding of hier voor een vergroting)

De Fransen groeven zich in aan de zuidkant van het dorp en de Duitsers groeven zich in aan de noordkant. De loopgraven lagen soms niet meer dan een steenworp van elkaar verwijderd. Geleidelijk aan verplaatste de strijd zich onder de grond.
De heuvel van Vauquois (1.500 meter lang, 50 tot 250 meter breed en 10 tot 50 meter hoog) werd een reusachtig mierennest met meer dan 17 kilometer mijnschachten, gangen en aftakkingen waarin ondergrondse ruimtes waren aangelegd voor manschappen, commandoposten, telefooncentrales, magazijnen enz.

Onder de heuvel van Vauquois werd een gruwelijke mijnenoorlog uitgevochten: tijdens de oorlog zijn er 519 explosies geteld (199 aan de Duitse kant en 320 aan Franse zijde). De mijnen werden dieper en dieper met steeds grotere ladingen explosieven.

Op 14 mei 1916 lieten de Duitsers een mijn van naar schatting 60 ton exploderen waarbij 108 slachtoffers vielen en de gehele westkant van de heuvel werd weggeslagen. Het was een strijd die uitsluitend was gericht op wederzijdse vernietiging zonder dat er uitzicht bestond op een doorbraak van de linies.
 
Duitsers aan hun kant van de steile heuvel bezig met het afvoeren van grond
met een kabelwagentje. De ingangen in de heuvel zijn rechtsboven te zien.

Toen de Amerikanen op 26 september 1918 de streek bevrijdden zagen ze op deze plaats een troosteloos landschap met een heuvel die compleet in tweeën was gespleten door een rij van 13 enorme kraters van 10 tot 20 meter diep die de Franse linies scheidde van de Duitse linies.

De Butte de Vauquois is als slagveld uit de Eerste Wereldoorlog nog geheel intact. Hier zijn de gevolgen van deze oorlog voor eeuwig in de bodem van de Meuse en de Argonne uitgehakt. Er is een overeenkomst getekend tussen de Franse staat en de 'Association des Amis de Vauquois et de sa Région' waarin is vastgelegd dit Franse erfgoed te bewaren, te restaureren en te onderhouden als een blijvende herinnering aan de oorlog die in dit gebied is gevoerd.

Bezoek aan de Butte de Vauquois
Volg het pad dat nogal steil omhoog loopt. Na enige inspanning komt u op het plateau waar zich het monument bevindt. Er staan informatieborden. Let op het uitzicht over de omgeving vanaf deze plaats.

Ga hierna via de trap door de één van de kraters naar overkant: de Duitse kant van de heuvel. Hier zijn de Duitse loopgraven te zien in goed gerestaureerde vorm. In 2005 was hier een groep jonge soldaten van de Bundeswehr bezig, samen met Duitse jongelui, de vervallen loopgraven zo goed mogelijk te herstellen en die werkzaamheden zijn nog niet beëindigd. Het is ze goed gelukt – het geheel maakt een authentieke indruk.
 
Monument van Vauquois (bovenin de toren zou ook 's nachts een lamp
branden net als in Verdun - het is niet bekend of dat ook werkelijk 's nachts brandt)

Vanaf de Duitse kant zijn ook de ondergrondse gangen te bereiken maar dit kan uitsluitend onder begeleiding van een Franse gids nadat van tevoren een afspraak is gemaakt. Indrukwekkend en vooral beklemmend is zo’n ondergrondse tocht.

Nadat een compleet dorp geheel was weggevaagd, werd de strijd gedurende de rest van de oorlog ondergronds voortgezet in een uitgebreid labyrint van gangen met alle mogelijke voorzieningen, van ziekenzaaltjes en wachtruimtes tot luchtverversings-systemen en ondergrondse smalspoorbanen aan toe. Wat zich hier tijdens de ontploffingen moet hebben afgespeeld gaat de verbeelding te boven.

Ga terug naar de overkant. Als u met uw rug naar het monument staat (let op het fraaie beeld van de verpletterde soldaat en de soldaat die een handgranaat gooit) ziet u in de bosrand de toegang tot een pad. Volg dit pad dat loopt langs de achterzijde van de Franse stellingen in de heuvel van Vauquois.

Ook aan de Franse kant worden allerlei onderdelen van de oude frontlinie weer hersteld waardoor er veel interessante zaken te zien zijn. Dit langzaam aflopende pad brengt u na enige tijd weer terug bij de parkeerplaats.

12 - Terug naar Verdun over de Voie Sacrée (Heilige Weg)
Rij terug naar Verdun of programmeer de TomTom op: Verdun - Avenue de la Victoire 8.  U rijdt dan naar het centrum van Verdun waar u aan de Maas een welverdiend glas bier kunt drinken. Denk erom dat er in Verdun tot 19.00 uur parkeergeld betaald moet worden.  Tot die tijd zijn de winkels ook open – ook op zaterdag.
 
Het Monument à la Victoire te Verdun

Ook kunt u ga dan ook nog even een bezoek brengen aan het Monument à la Victoire (1929) met de ridderfiguur die hoog uittorent boven de stad. In de crypte bevindt zich het Livre d'Or met daarin de namen van alle strijders die in en om Verdun vochten.  Tot vier  jaar geleden waren er geen trapleuningen bevestigd langs de lange trap. Tegenwoordig loopt er zelfs een heuse waterpartij naar beneden.
 
Verdun na 1916 met de Maas op de voorgrond en de kathedraal hoog boven op de heuvels
(● Klik op de afbeelding of
hier voor een vergroting)
Place Mazel na 1916. Als u de trap afdaalt van het Monument à la Victoire staat u in
de Rue Mazel. Naar rechts lopend komt u op dit kleine pleintje. In de linkerhoek zit
thans een viswinkel. Iets verderop in de Rue Mazel vindt u een chocolaterie waar ze
inderdaad nog steeds granaten van chocolade verkopen. Souvenir de Verdun!
(● Klik op de afbeelding of
hier voor een vergroting)
Als Als u de trap afdaalt van het Monument à la Victoire en u loopt rechtdoor komt u
bij de Maas. Op de hoek van deze straat en de maaskade vindt u Hôtel du Coq Hardi.
In de oorlog was daar een commandopost ondergebracht. Tijdens de Slag om Verdun
is het hotel behoorlijk in puin geschoten zoals u hierboven kunt zien.
(● Klik op de afbeelding of
hier voor een vergroting)
En loop ook nog even naar de overkant van de Maas.  Daar staat het
Monument aux Morts met als opschrift Aux Enfants de Verdun morts pour la Franse.
Het monument gedenkt ook de doden van 1939-19145. Het toont vijf uit verschillende
 legeronderdelen afkomstige militairen die schouder aan schouder staan.

De Voie Sacrée (Heilige Weg)
Als het goed gaat rijdt u de laatst zes kilometer voor Verdun nog over een stukje van de beroemde Voie Sacre die tijdens de Slag om Verdun de levensader was voor Verdun. Langs deze weg, die de verbinding vormde tussen Verdun en het spoorwegknooppunt Bar-le-Duc, werd alles aangevoerd wat nodig was om de strijd bij Verdun vol te houden.
 
De kilometerpaaltjes die thans in moderne vorm, herinneren
aan de Voie Sacrée tidens de Eerste Wereldoorlog

Vlak voor Verdun (in de buurt van een rotonde) staat nog een groot monument uit 1967 dat gewijd is aan ‘Ceux de Verdun en hommage à ceux de la Voie Sacrée’ en werd aangeboden door de Fédération Nationale du Train. Hieronder nog enige informatie over de Voie Sacrée.

Van levensbelang voor de gevechtskracht van het Franse leger tijdens de Slag bij Verdun was de aan- en afvoer van mensen en de aanvoer van voedsel, materialen en munitie (vooral munitie omdat de slag rond Verdun zich steeds meer ontwikkelde tot een artillerieslag - de Duitsers spraken van een 'Materialschlacht'.

De Duitsers hadden in hun achterland een goedwerkend spoorwegstelsel tot hun beschikking. Daarentegen bestond de Franse verbinding tussen Verdun en het achterland slechts uit een smalspoorbaan (Le Meusien genoemd) en een in zeer slechte staat verkerende 75 km lange en 7 meter brede verkeersweg die voerde naar Bar-le-Duc, waar zich de eerste aansluiting met het Franse spoorwegnet bevond. Dit was de enige verbinding met het achterland: deze weg vormde de navelstreng van Verdun.

Generaal Pétain (die toen tot opperbevelhebber was benoemd over de Franse troepen bij Verdun) besloot, net als bij de Slag aan de Marne in 1914, vrachtauto's in te zetten om het leger te bevoorraden. Dit was een voor die tijd revolutionair plan omdat het gebruik van mechanische tractie, ook bij de Duitsers, nog altijd een zeldzaamheid was.

Het gehele traject van de Voie Sacrée werd ingedeeld in vier zones. Vanuit steengroeven in de buurt, waarbij ook Duitse krijgsgevangenen werden ingeschakeld, werd puin aangevoerd waarmee de gaten in het wegdek voortdurend werden gevuld. De massieve autobanden deden daarbij dienst als wals.
 
De Voie Sacree links met rechts de smalspoorbaan naar Bar-le-Duc
(● Klik op de afbeelding of hier voor een vergroting)

In de dorpen langs de weg werden sleepdiensten en reparatiewerkplaatsen ingericht. Vrachtauto's met pech werden zonder pardon terzijde geschoven: niets mocht de levensader van Verdun blokkeren. Al na korte tijd kwam er een onafgebroken stroom voertuigen van allerhande aard op gang die bumper aan bumper reden.

Tussen 24 februari en 6 maart 1915, dus binnen 8 dagen tijd, waren al 3.500 vrachtauto's ingeschakeld om 190.000 man troepen en 23.000 ton munitie van Bar-le-Duc naar Verdun over te brengen. Men becijferde dat op het hoogtepunt van de slag elke 14 seconden een voertuig passeerde (dit zijn meer dan 250 voertuigen per uur) en dat er meer dan 12.000 auto's inzetbaar waren. Per week werden zo'n 50.000 ton goederen en 90.000 manschappen over de weg vervoerd. Bij de slag om Verdun zijn meer dan 2.000.000 Franse soldaten en is er meer dan 1.000.000 ton munitie (soms wordt zelfs 2.000.000 ton genoemd) naar het front vervoerd.

De Franse auteur Maurice Barrès bedacht na de oorlog de naam 'Voie Sacrée' (‘Heilige Weg’) voor deze weg die van zo groot belang is geweest voor de strijd om Verdun. De Voie Sacrée is trouwens nooit gebombardeerd door de Duitsers. Het ligt voor de hand hiervoor een tactische reden te verzinnen: om het 'leegbloeden' van het Franse leger te kunnen realiseren moest er een ononderbroken aanvoer van verse troepen gewaarborgd zijn en bombardementen zouden de continue aanvoer immers doen stagneren.'


13 - Voorbereidingen voor het bezoek aan Verdun
De kaart 10 Reims-Verun 3614 IGN (schaal 1: 100.000) bewijst goede diensten voor de wijde omgeving van Verdun. Onmisbaar bij een uitgebreid bezoek aan Verdun is de kaart (ook verkrijgbaar in de gespecialiseerde kaartenwinkels in Nederland) die uitgegeven wordt door het Institut Géographique National onder nummer: - 3615 IGN - Forêts de Verdun et du Mort-Homme (schaal 1: 25.000).

En wie echt helemaal in de sfeer van de Eerste Wereldoorlog wil geraken zou
‘De oorlogsdagboeken van Louis Barthas 1914-1918’ moeten lezen. Prachtboek!

Wilt u meer weten over Verdun? Er uitstekende reisgidsen die u kunt raadplegen:
Richard Heijster – Een bezoek aan Verdun - Breukvlak der beschaving
Chrisje en Kees Brants – Velden van weleer (een Westelijk Front reisgids)
Aad Spanjaard – Historische route Verdun - Het slagveld en de omstreken

Zie voor deze en andere boeken over WOI de boekenpagina van deze website.

Meer toeristische informatie is verkrijgbaar bij het Office du Tourisme de Verdun.

© 2008 - Menno Wielinga. De auteursrechten van bovenstaand artikel berusten bij de auteur. Voor gehele of gedeeltelijke overname is dan ook voorafgaande schriftelijke toestemming vereist van de auteur. Opmerkingen en aanvullingen worden ingewacht via emailadres: 

naar homepage


eXTReMe Tracker