naar poetry corner


         Wilfred Owen en Woodbine Willy

 

Op de drukbezochte en zeer succesvolle 'Dag van de Religie' die op 16 december 2006 georganiseerd werd door de WFA-Nederland, werd ik attent gemaakt op een bijzonder gedicht van Wilfred Owen. Owen is al eerder behandeld hier, dus hier geen biografische details.

The parable of the old man en the young
So Abram rose and clave the wood and went,
And took the fire with him, and a knife.
And as they sojourned both of them together,
Issac, the first-born spake and said, My Father,
Behold the preparations, the fire and iron,
But where the lamb for this burnt offering?
And Abram bound the youth with belts and straps,
And builded parapets and trenches there.
And stretched forth the knife to slay his son.
When lo! An angel called him out of heaven,
Saying, Lay not a hand upon the lad,
Neither do anything to him. Behold,
A ram caught in a thicket by its horns;
Offer the Ram of Pride instead of him.
But the old man would not do so, but slew his son,
And half the seed of Europe, one by one.

Dit gedicht schijnt in de film Regeneration (naar de romantrilogie van Pat Barker) gezegd of gelezen te worden. Het werd ook gebruikt in Benjamin Brittens oratorium War Requiem (1962).

Het gaat hier om de parabel uit Genesis 22 waar Abraham zijn enige zoon Isaac gaat offeren totdat hij een stem van boven hoort die tot hem zegt : “Strek uwe hand niet uit naar den jongen, en doe hem niets; want nu weet ik dat gij godvreezend zijt en uwen zoon, uwen eenige, mij niet hebt onthouden.

Toen hief Abraham zijne oogen op en zag om, en zie, achter was een ram in de verwarde struiken vast met zijne hoornen; en Abraham ging en nam dien ram, en offerde hem ten brandoffer in zijns zoon stede. (…..)

Toen riep de Engel des HEEREN tot Abraham ten tweede male van den hemel, en zeide: Ik zweer bij Mijzelven, spreekt de HEERE: daarom dat gij deze zaak gedaan hebt, en uwen zoon, uwen eenige, niet onthouden hebt, voorzeker zal Ik u grootelijks zegenen, en uw zaad zeer vermenigvuldigen , als de sterren des hemels en als het zand aan den oever der zee is; en uw zaad zal de poort zijner vijanden erfelijk bezitten; en in uwen zade zullen gezegend worden alle volken der aarde, naardien gij mijner stem gehoorzaam geweest zijt. “

De Nederlandse tekst is (gebaseerd op) de Statenvertaling. De Engelstalige lezer van Owen had onmiddellijk het bijbelse, oudtestamentische idioom van de Authorized Version (1611) herkend. Voorbeelden zijn: ‘spake’ in plaats van ‘spoke’; ‘slew’ in plaats van  ‘killed’ en ‘builded’ in plaats van  ‘built’.

Eerst krijg je de indruk dat hier een stuk uit Genesis wordt herhaald totdat de woorden ‘parapets and trenches’ verschijnen en zo de link gelegd wordt met het leven van de frontsoldaat: borstweringen en loopgraven. Onmiddellijk daarna wordt de bijbelse taal weer opgepakt, waarbij het de moeite waard is te constateren dat het woord ‘lad’ zowel in de bijbel als in de kranten en propaganda van die dag wordt gebruikt: ‘our lads’ ofwel ‘onze jongens’.

Abraham, dit in tegenstelling tot de tekst in Genesis, luistert echter niet naar de stem en doodt niet de ram maar zijn zoon. Voor ‘Abraham’ mogen wij lezen de ‘oude generatie’, voor ‘Isaac’ de jongeren uit heel Europa. En het ‘zaad werd niet vermenigvuldigd.’

Opmerkelijk dat de enige twee regels die een vol rijm hebben de laatste twee zijn. Nog opmerkelijker is dat Sassoon toen hij de uitgave van het werk van zijn vriend bezorgde de laatste regel wegliet!

Woodbine Willy

Op diezelfde 'Dag van de Religie' hield Aad van Egmond een uiterst leerzame en geestige inleiding over de houding van de kerken in Duitsland en Engeland. Hij noemde daarbij de naam van George Studdert Kennedy en citeerde uit diens ‘Hardest Part’:

-‘I don’t believe there is an Absolute Mighty Ruler. I don’t see how anyone can believe in it. If it were a choice between that God and no God, I would be an atheist. But how near the God Whom Christ revealed comes at a time like this: the Father of sorrow and love.’ -‘The true God is naked, bloody, wounded and crowned with thorns, but triumphant in His love.’
 

George Studdert Kennedy (1883-1929)
Woodbine Willy

Kennedy, wiens bijnaam ‘Woodbine Willie’ was, werd in 1883 geboren. Zijn vader was dominee (‘vicar’) in de Anglicaanse kerk en zoon Geoffrey werd ook opgeleid tot dat beroep. In 1914 nam hij dienst als vrijwilliger. Als aalmoezenier zorgde hij voor de soldaten. Hij behoorde tot de High Church van die kerk. Zij werden ook wel Anglo-Catholics genoemd vanwege hun liefde voor rituelen en hun nauwelijks van Rooms-Katholieken te onderscheiden diensten. De term die vaak spottend gebruikt werd voor hun rituelen was ‘smells and bells’.

Vanwaar de naam ‘Woodbine Willie’? Het eerste is makkelijk te verklaren: Woodbines waren (goedkope) sigaretten - ik heb ze zelf in de jaren 50 en 60 ook nog gerookt in Engeland. Kennedy was een kettingroker en had altijd sigaretten bij zich die hij gul uitdeelde. ‘Willie’? Waarschijnlijk omdat dat allitereerde met het sigarettenmerk.

In 1917 kreeg hij het Military Cross omdat hij onder machinegeweervuur bij Mesen ('Messines Ridge’) het Niemandsland inging om gewonden en stervenden, ook Duitsers, geestelijke bijstand te bieden. Hij was zeer geliefd.

Als dichter gaf hij twee bundels uit:
-Rough Rhymes of a Padre (=aalmoezenier), 1918
-More Rough Rhymes , 1919.

Na de oorlog schreef hij o.a. ‘The Hardest Part’ en ‘Lies’, werken met zijn visie op maatschappij en religie. Hij werd pacifist en Christensocialist en gaf door het hele land lezingen die druk werden bezocht. Begin 1929 overleed hij. Op zijn lijkkist legden vrienden doosjes Woodbines.

Hier twee eenvoudige gedichten :

A scrap of paper
Just a little scrap of paper
In a yellow envelope,
And the whole world is a ruin
Even Hope.

Het ‘vodje papier’ (de benaming van de Duitse Kanselier voor het akkoord uit 1839 waarbij de neutraliteit van België gegarandeerd werd) krijgt hier dus een andere betekenis: het overlijdensbericht in de traditionele gele enveloppe. De hoofdletter H van Hope geeft aan dat hier iets hoogs en verhevens wordt bedoeld.

War
There’s a soul in the Eternal,
Standing stiff before the King.
There’s a little English maiden
sorrowing.
There’s a proud and fearless woman,
Seeing pictures in the fire.
There’s a broken battered body
on the wire.

Het begin is een Bijbelse visie van hoe de gesneuvelde voor de Eeuwige Koning verschijnt. Het tweede beeld is een meisje dat treurt . Dat treuren krijgt extra nadruk door de korte regel van drie lettergrepen. Het derde beeld is dat van een sterke en trotse vrouw die beelden, het is niet moeilijk te raden van wie, in het haardvuur ziet. Het vierde beeld is de rauwe werkelijkheid, versterkt door de korte laatste regel. Men moet zelf de verbinding maken tussen de beelden; de dichter doet dat niet.

Fred van Woerkom

 


 naar poetry corner