Ivor Gurney 


  naar poetry corner

The silent one
Who died on the wires, and hung there, one of two –
Who for his hours of life had chattered through
Infinite lovely chatter of Bucks accent :
Yet faced unbroken wires ; stepped over, and went
A noble fool, faithful to his stripes – and ended.
But I weak, hungry, and willing only for the chance
Of line – to fight in the line, lay down under unbroken
Wires, and saw the flashes and kept unshaken,
Till the politest voice – a finicking accent, said :
‘Do you think you might crawl through there : there’s a hole.’
Darkness, shot at : I smiled, as politely replied –
‘I’m afraid not, Sir.’ There was no hole no way to be seen
Nothing but chance of death, after tearing of clothes.
Kept flat, and watched the darkness, hearing bullets whizzing –
And thought of music – and swore deep heart’s deep oaths
(Polite to God) and retreated and came on again,
Again retreated – a second time faced the screen.

Deze aflevering van Poetry Corner sluit aan bij de voorgaande: ADLESTROP van Edward Thomas. Gurney heeft dat gedicht namelijk op muziek gezet. Hij kreeg een beurs voor de Royal Academy of Music in Londen, waar men hem ‘uiterst begaafd’ vond, maar ook ‘unteachable’.

Ivor Gurney (1890-1937)
Zie ook Gurney - To his love

Al voor de oorlog overigens bleek zijn geestelijke instabiliteit. Hij werd eerst afgekeurd, daarna goedgekeurd. Hij raakte gewond en later, in september 1917, ‘gassed’, bij St Juliaan, waar onlangs een monumentje voor hem onthuld werd bij Gallipoli Farm. Hij werd verzorgd door een verpleegster met wie een relatie op niets uitliep.

Hij werd uiteindelijk naar Engeland gestuurd. Na de oorlog had hij , de organist en componist van zo’n 300 liederen en veel strijkkwartetten, losse baantjes, onder andere als pianist bij stomme films. Daar voldeed hij niet. De laatste 15 jaar van zijn leven bracht hij in een inrichting door.

Bespreking
De tekst zit vol contrasten, bijvoorbeeld : de ene soldaat in het prikkeldraad en de andere eronder; de ene dood en de andere levend; de ene een nobele dwaas trouw aan zijn rang (‘faithful to his stripes’) die zijn dood tegemoet loopt. Owen of Sassoon zouden deze vijf regels ook geschreven kunnen hebben.

De laatste elf regels kan je beslist surrealistisch noemen. De andere ligt zwak, hongerig en besluiteloos onder het draad - waarom ligt hij daar eigenlijk? - betrekkelijk veilig (‘kept unshaken’), die nog wel wil vechten maar dan alleen in een aanvalsgolf.

Opeens hoort hij dan de stem van een meerdere. Hier beginnen we aan sarcasme te denken: welke officier in die tijd zou iets zeggen als “Denk je dat je daar doorheen zou kunnen kruipen ? Vooral dat gebruik van het superbeleefde ‘might’ is hier belangrijk.

Men verwacht eerder iets als: “Schiet op, verdomme, door dat gat heen of ik sleep je voor de krijgsraad!” De soldaat glimlacht (!) en antwoordt op dezelfde beleefde manier dat hij… ‘vreest’ dat hij dat niet kan. En die beleefdheid houdt hij vol als hij vloekt (‘polite to God’) vooral als hij eerst troost heeft gezocht in de muziek. En dan toch nog ten aanval gaat.

Gurney en ironie of sarcasme? Vreemde combinatie ! Bij nader speurwerk stuitte ik op een ander gedicht van Gurney. Zou dat een bevredigender antwoord geven?

On Somme
Suddenly into the thin air burst hudding
And thudding, and cold fear possessed me all,
On the grey slopes there, where winter in sullen brooding
Hung between height and depth of the ugly fall
Of Heaven to earth; and the thudding was illness’ own.
But still a hope I kept that were we there going over,
I, in the line, I should not fail, but take recover
From others’ courage, and not as coward be known.

No flame we saw, the noise and the dread alone
Was battle to us; men were enduring there such
And such things, in wire tangled, to shatters blown.
Courage kept, but ready to vanish at first touch.
Fear, but just held. Poets were luckier once
In the hot fray swallowed and some magnificence.

Ook hier die strijd tussen moed en angst ‘not as a coward be known’ (vrees om je reputatie te verliezen en als anderen gaan, dan ga ik ook) , ‘Courage kept , but ready to vanish at first touch’ (nog net een beetje moed en dat zou zo maar in mijn schoenen kunnen zinken).

‘…and the thudding was illness’ own’(regel 5) Het lawaai van de inslaande granaten was een ziekte op zichzelf (let op de apostrof bij “illness “). Oorlog=lawaai=ziekte ?

In de vóorvoorlaatste regel ‘Courage kept’ en in de voorlaatste regel ‘Fear, but just held‘: contrast en evenwicht, Hij kan nu even ontsnappen aan de herrie en het gevaar door romantisch te verwijzen naar vroegere tijden waar een dichter, gepluimd en geharnast met blinkende sabel op een fier ros, zich in het strijdgewoel mengt. Toch een geestige wending.

Gurney had Shakespeare en andere Elizabethanen ontdekt en sommige van hun gedichten op muziek gezet. Misschien dacht hij hier aan de Elizabethaanse hoveling en dichter Sir Philip Sidney, die in 1586 voor Zutphen (!) dodelijk verwond werd en wiens laatste woorden schijnen geweest te zijn dat een gewonde soldaat zijn waterfles kon krijgen omdat de soldaat daar meer naar snakte dan hij, de dichter en de hoveling.

Fred van Woerkom

naar poetry corner