naar
poetry corner
|
The
silent one
Who died on the wires, and hung
there, one of two – Who for his hours of life had chattered through
Infinite lovely chatter of Bucks accent : Yet faced unbroken wires ;
stepped over, and went A noble fool, faithful to his stripes – and
ended. But I weak, hungry, and willing only for the chance Of line –
to fight in the line, lay down under unbroken Wires, and saw the
flashes and kept unshaken, Till the politest voice – a finicking
accent, said : ‘Do you think you might crawl through there : there’s a
hole.’ Darkness, shot at : I smiled, as politely replied – ‘I’m
afraid not, Sir.’ There was no hole no way to be seen Nothing but
chance of death, after tearing of clothes. Kept flat, and watched the
darkness, hearing bullets whizzing – And thought of music – and swore
deep heart’s deep oaths (Polite to God) and retreated and came on
again, Again retreated – a second time faced the screen.
Deze
aflevering van Poetry Corner sluit aan bij de voorgaande: ADLESTROP van
Edward Thomas. Gurney heeft dat gedicht namelijk op muziek gezet. Hij
kreeg een beurs voor de Royal Academy of Music in Londen, waar men hem
‘uiterst begaafd’ vond, maar ook ‘unteachable’.
Al voor de oorlog
overigens bleek zijn geestelijke instabiliteit. Hij werd eerst afgekeurd,
daarna goedgekeurd. Hij raakte gewond en later, in september 1917,
‘gassed’, bij St Juliaan, waar onlangs een monumentje voor hem onthuld
werd bij Gallipoli Farm. Hij werd verzorgd door een verpleegster met wie
een relatie op niets uitliep.
Hij werd uiteindelijk naar Engeland
gestuurd. Na de oorlog had hij , de organist en componist van zo’n 300
liederen en veel strijkkwartetten, losse baantjes, onder andere als
pianist bij stomme films. Daar voldeed hij niet. De laatste 15 jaar van
zijn leven bracht hij in een inrichting door.
Bespreking
De tekst zit vol contrasten, bijvoorbeeld : de ene soldaat in het
prikkeldraad en de andere eronder; de ene dood en de andere levend; de ene
een nobele dwaas trouw aan zijn rang (‘faithful to his stripes’) die zijn
dood tegemoet loopt. Owen of Sassoon zouden deze vijf regels ook
geschreven kunnen hebben.
De laatste elf regels kan je beslist
surrealistisch noemen. De andere ligt zwak, hongerig en besluiteloos onder
het draad - waarom ligt hij daar eigenlijk? - betrekkelijk veilig (‘kept
unshaken’), die nog wel wil vechten maar dan alleen in een aanvalsgolf.
Opeens hoort hij dan de stem van een meerdere. Hier beginnen we
aan sarcasme te denken: welke officier in die tijd zou iets zeggen als
“Denk je dat je daar doorheen zou kunnen kruipen ? Vooral dat gebruik van
het superbeleefde ‘might’ is hier belangrijk.
Men verwacht eerder
iets als: “Schiet op, verdomme, door dat gat heen of ik sleep je voor de
krijgsraad!” De soldaat glimlacht (!) en antwoordt op dezelfde beleefde
manier dat hij… ‘vreest’ dat hij dat niet kan. En die beleefdheid houdt
hij vol als hij vloekt (‘polite to God’) vooral als hij eerst troost heeft
gezocht in de muziek. En dan toch nog ten aanval gaat.
Gurney en
ironie of sarcasme? Vreemde combinatie ! Bij nader speurwerk stuitte ik op
een ander gedicht van Gurney. Zou dat een bevredigender antwoord geven?
On Somme Suddenly
into the thin air burst hudding And thudding, and cold fear possessed
me all, On the grey slopes there, where winter in sullen brooding
Hung between height and depth of the ugly fall Of Heaven to earth; and
the thudding was illness’ own. But still a hope I kept that were we
there going over, I, in the line, I should not fail, but take recover
From others’ courage, and not as coward be known.
No flame we saw,
the noise and the dread alone Was battle to us; men were enduring there
such And such things, in wire tangled, to shatters blown. Courage
kept, but ready to vanish at first touch. Fear, but just held. Poets
were luckier once In the hot fray swallowed and some magnificence.
Ook hier die strijd tussen moed en angst ‘not as a coward be known’
(vrees om je reputatie te verliezen en als anderen gaan, dan ga ik ook) ,
‘Courage kept , but ready to vanish at first touch’ (nog net een beetje
moed en dat zou zo maar in mijn schoenen kunnen zinken).
‘…and the
thudding was illness’ own’(regel 5) Het lawaai van de inslaande granaten
was een ziekte op zichzelf (let op de apostrof bij “illness “).
Oorlog=lawaai=ziekte ?
In de vóorvoorlaatste regel ‘Courage kept’
en in de voorlaatste regel ‘Fear, but just held‘: contrast en evenwicht,
Hij kan nu even ontsnappen aan de herrie en het gevaar door romantisch te
verwijzen naar vroegere tijden waar een dichter, gepluimd en geharnast met
blinkende sabel op een fier ros, zich in het strijdgewoel mengt. Toch een
geestige wending.
Gurney had Shakespeare en andere Elizabethanen
ontdekt en sommige van hun gedichten op muziek gezet. Misschien dacht hij
hier aan de Elizabethaanse hoveling en dichter Sir Philip Sidney, die in
1586 voor Zutphen (!) dodelijk verwond werd en wiens laatste woorden
schijnen geweest te zijn dat een gewonde soldaat zijn waterfles kon
krijgen omdat de soldaat daar meer naar snakte dan hij, de dichter en de
hoveling.
Fred van Woerkom
naar
poetry corner
|
|