Rupert Brooke 


naar 
poetry
corner

Rupert Brooke (1887-1915) werd geboren in een academisch gezin. Zijn vader was docent op Rugby, een van die beroemde ‘public schools’(Eton, Harrow). Rupert ging daar ook op school en ging vervolgens naar King’s College, Cambridge. Hij was een uitstekend student en atleet en…bijzonder mooi. Yeats (eerder hier besproken met “An Irish Airman Foresees his Death’) en anderen noemden hem de ‘mooiste man van Engeland’, ‘the golden warrior’. Een ander schreef over Brooke in zijn studententijd:

A young Apollo, golden-haired,
Stands dreaming on the verge of strife, (aan de rand van de strijd)
Magnificently unprepared
For the long littleness of life.

Hij had veel vrienden en vriendinnen, onder wie de romanschrijvers E.M. Forster (‘A Passage to India’, ‘A Room with a View’) en Virginia Woolf (‘To the Lighthouse’), de dichter Edward Thomas, die ook in Frankrijk zou sneuvelen, en de beroemde econoom John Maynard Keynes (bekend van zijn kritiek op het Verdrag van Versailles).

Rupert Brooke (1887-1915) 

Na een zenuwcrisis (een ongelukkige liefde) reisde Brooke over de hele wereld, Amerika, Canada, Tahiti en verbleef ook een half jaar in Duitsland.

Hij begroette de oorlog met: 

Now God be thanked1 Who has matched us with His hour,
And caught our youth, and wakened us from sleeping,
(………………….)
……. From a world grown old and cold and weary,
Leave the sick hearts that honour could not move,
And half-men, and their dirty songs and dreary,
And all the little emptiness of love!

(God heeft ons Zijn uur als taak gegeven en heeft ons in onze jeugd getroffen en ons wakker gemaakt(………) 
……….Laat achter je een wereld, oud en kil en moe, de zieke harten door eer onberoerd, en de mensachtigen met hun saaie, vieze liedjes en de hele miserabele leegte van de liefde).

De oorlog kwam dus als een verlossing voor Brooke, die zijn leven van als min of meer zinloos zag. Een uitweg dus en niet alleen voor hem. Bij vele oorlogen gebeurt dit, maar zeker in die tijd zie je bij vele denkers en kunstenaars een ideaal van geweld opdoemen dat de wereld moet reinigen en vernieuwen. Vergelijk Bruno Franks

Frohlockt, ihr Freunde, dasz wir leben, (wees blij)
Und dasz wir jung sind und gelenk (lenig)
Nie hat es solch ein Jahr gegeben,
Und nie war Jugend solch Geschenk!

Brooke nam dienst en ging in opleiding in de laatste maanden van 1914 en stierf al spoedig. Zoals de Engelsen zeggen: “He saw little combat”. Weinig oorlogshandelingen voor de dichter dus. Hij stierf aan een bloedvergiftiging, als gevolg van een verwaarloosd wondje, aan boord van een schip onderweg naar Gallipoli. 

Eerst wekten zijn vijf War Sonnets, geschreven in november en december 1914 tijdens zijn opleiding in Engeland, weinig belangstelling. Toen een bekende dominee in Londen uit het hier volgende sonnet citeerde en toen enkele weken later het nieuws van Brooke’s dood Engeland bereikte, werd Brooke een beroemdheid. Niemand minder dan Winston Churchill, de toenmalige Minister van Marine, schreef over Brooke en zijn betekenis in The Times. En Churchill wist als geen ander iets of iemand te gebruiken voor propagandadoeleinden. Hier is War Sonnet V:

The soldier  
If I should die, think only this of me:
That there’s some corner of a foreign field
That is forever England. There shall be
In that rich earth a richer dust concealed; (verborgen)
A dust whom England bore, shaped, made aware, (bewust gemaakt)
Gave, once her flowers to love, her ways to roam, (zwerven)
A body of England’s, breathing English air,
Washed by the rivers, blest by suns of home. (gezegend)
And think, this heart, all evil shed away, (zonder het kwaad)
A pulse in the eternal mind, no less
Gives somewhere back the thoughts by England given;
Her sights and sounds; dreams happy as her day; (her=England’s)
And laughter, learnt of friends; and gentleness,
In hearts at peace, under an English heaven.

Het is gemakkelijk te begrijpen dat dit sonnet op slag populair werd. Het biedt troost. Het is patriottisch (een Engels lichaam voegt heel wat toe aan een stukje land overzee!) en is een loflied op Engeland en het zonnige, onbekommerde Engelse leven. Hij identificeert zichzelf met Engeland, het landelijke, lieflijke Engeland van voor de oorlog. (We moeten wel bedenken dat voor veel Engelsen uit de gegoede klasse, ‘the Edwardian Age’ bijzonder plezierig was: nog geen problemen met het krijgen van huishoudelijk personeel, de belastingen waren laag en iedereen kende zijn plaats.) 

Moderne critici verwijten Brooke gemakzucht, vaagheid en medelijden met zichzelf, maar dat is misschien te gemakkelijk. Wie weet hoe hij zich ontwikkeld had als hij langer geleefd (en gevochten) had?

Als je ziet wat Owen en Sassoon in deze beginperiode van de oorlog schreven, is dat totaal anders dan hun bittere poëzie van latere jaren. Lees maar eens wat Owen schreef:

O meet (=passend) it is and passing sweet (allerheerlijkst)
To live in peace with others,
But sweeter still and far more meet
To die in war for others.

Vergelijk het bovenstaande met Owens latere gedicht DULCE ET DECORUM EST, waar de uitgeputte soldaten door gas aangetast hun longen uithoesten en dan denken aan de oude leugen die hen voorgehouden werd dat het zoet en passend is om voor je vaderland te sterven (‘Dulce et decorum est pro patria mori’). 

Of wat Sassoon presteerde kort voor de 1ste juli 1916, het begin van de beruchte Slag aan de Somme, nadat een hoge officier had lesgegeven over de bajonet: ‘The bayonet and the bullet are brother and sister’: 

The kiss

To these I turn, in these I trust—
Brother Lead and Sister Steel.
To his blind power I make appeal,
I guard her beauty clean from rust.

He spins and burns and loves the air,
And splits a skull to win my praise;
But up the nobly marching days
She glitters naked, cold and fair.

Sweet Sister, grant your soldier this:
That in good fury he may feel
The body where he sets his heel
Quail from your downward darting kiss.

Korte samenvatting: 
broertje lood en zusje staal….. Hij splijt een schedel om mijn lof te verwerven……zij glinstert naakt, koud en mooi……..lieve zus als ik mijn hak maar goed op de vijand zet, laat die vijand dan wijken door jouw kus. 

En dit schreef Sassoon in april 1916, nog geen twee maanden voor de beruchte eerste dag van de 'Somme'.

Fred van Woerkom

1) NOW GOD BE THANKED is ook de titel van John Masters’ romantrilogie over 14-18.


naar poetry corner