|
Leo van Bergen - Zacht en eervol
Lijden en sterven in de Grote Oorlog |
|
|
|
Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
stonden aan beide zijden van het front industriële
grootmachten tegenover elkaar. In deze bloedige loopgravenoorlog werden
voor het eerst op grote schaal machinegeweren, tanks,
gas, vliegtuigen en vlammenwerpers ingezet.
Het individu ging in deze moderne, geïndustrialiseerde
oorlogvoering volledig ten onder. Daardoor vroeg die
oorlog, ondanks alle machinale hulpmiddelen, vooral
geestelijk nog veel meer van een soldaat, dan voorgaande
oorlogen.
Er is veel over de doden, zieken en gewonden van de
Eerste Wereldoorlog geschreven, maar vaak geeft men alleen de kale
cijfers of gaat de aandacht uit naar de medische stand
van zaken en niet naar de patiënten.
In Zacht en Eervol gaat historicus Leo van Bergen dieper
in op de psychische en lichamelijke ontberingen van de
soldaten aan weerszijden van het Westelijk Front in de
Grote Oorlog.
Leo van Bergen - Zacht en eervol - Lijden en sterven in
de Grote Oorlog
Bestellen of bekijken:
Zacht en eervol - Lijden en sterven in
de Grote Oorlog |
|
Het boek
dat de andere overbodig maakt
Sophie de Schaepdrijver, pardon, dr. De
Schaepdrijver. Sir John Keegan, en vele anderen hebben
prachtige boeken over de Eerste Wereldoorlog geschreven.
Volstrekt duidelijk. De doctor heeft zelfs een geheel
nieuw genre weten te stichten, of althans dit bij het
grote publiek weten populair te maken: het historische
document gelardeerd met flarden van verslagen van
ooggetuigen, meestens de soldaten zelf. Keegan heeft een
prachtig standaardwerk geschreven dat menigeen heeft
weten te besmetten met het Groote Oorlogvirus
(Lees
meer.....)
|
|
Recensie
Zacht en Eervol door Adriaan van
Es
(Voorzitter Johannes Wier
Stichting voor Mensenrechten en Gezondheidszorg)
Uit:
Nieuwsbrief Mensenrechten &
Gezondheidszorg - oktober 2001
Iedereen die wel eens - op weg naar, of terug van een
vakantieoord bijvoorbeeld - de voormalige slagvelden van
de Eerste Wereldoorlog heeft bezocht, bijvoorbeeld in
Ieper of Verdun, is geconfronteerd geweest met het
gevoel en de wetenschap nooit de werkelijkheid van de
gruwelijkheden van die oorlog te kunnen bevatten.
De Menenpoort in Ieper, de Thiepval Memorial aan de
Somme, het fallusachtige monument bij Verdun, en de met
aarde dichtgegooide loopgraaf met lichamen van staand
gesneuvelde soldaten, zodat de bajonetten boven de grond
uitsteken: of je er nu met de auto langsgaat, of een
speciaal ontworpen fietstocht maakt, je blijft je er
altijd van bewust dat je ver staat van de realiteit van
de oorlog. […]
De grote verdienste van Leo van Bergen is dat hij in
‘Zacht en Eervol. Lijden en sterven in een Grote Oorlog’
op een sobere en uitputtende, niettemin zeer leesbare
wijze, de onverdraaglijke werkelijkheid van oorlogsleed
beschrijft, hoewel hij zich ervan toch bewust is dat hij
‘bij voorbaat weet er niet in geslaagd te zijn zelfs
maar een deel van de verschrikkingen echt te laten
zien’, zoals hij in het voorwoord schrijft.
Leo van Bergen is als historicus verbonden aan de
Vakgroep Metamedica van de VU in Amsterdam. De relatie
tussen het ‘medisch bedrijf’ en het ‘oorlogsbedrijf’ is
reeds jaren zijn onderwerp van onderzoek en schrijven.
[…]
De beschrijving van lijden en sterven en over patiënten
en dokters in ‘Zacht en Eervol’ is uiterst
consciëntieus, vaak onderkoeld, en door het veelvuldige
gebruik van citaten van ooggetuigen onontkoombaar
indrukwekkend. […]
In de vijf grote hoofdstukken (strijd, lichaam, geest,
hulp, dood) gaat de auteur diepgaand in op politieke en
militaire achtergronden, maar de rode draad blijft de
lotgevallen van de soldaat vanaf het moment dat hij naar
het front vertrekt tot hij (gewond) terugkeert, of dood
onder de grond verdwijnt.
De oorlog die voor de Belgen, Fransen en Britten
uiteindelijk de ‘Grote’ oorlog zou blijken te zijn, zou
volgens de plannen een zeer korte en beslissende strijd
worden. Het Belgische leger was niet opgewassen tegen de
Duitse overmacht. Niet alleen de bewapening was
obsoleet, ook de medische verzorging sloeg tekort, en
had geen prioriteit.
Over de slag om Verdun, de grootste uitputtingsslag uit
de oorlog, schrijft Barbusse: ‘twee legers die vechten
zijn als één leger dat zelfmoord pleegt’. Koloniale
troepen vochten in groten getale mee; ze waren ‘minder
dan minder’, werden vaker in kwetsbaarder posities
ingezet en sneuvelden massaal (van een regiment
Marokkanen sneuvelde 85% bij een slag aan de Marne).
Een Indiase soldaat schreef naar huis dat hij niet in
een oorlog, maar in een ‘poging om de wereld te
vernietigen’ terecht was gekomen. Koloniale troepen
konden enorme wreedheden begaan in ‘één op één
situaties’, maar moeten ontsteld hebben geconstateerd
welke wreedheden de bommen en granaten aanrichtten bij
mensen die hun tegenstanders nooit gezien hebben. […]
De fysieke condities waaronder slag moest worden
geleverd worden uitgebreid beschreven: tekort aan
kledij, te zware lasten, tekort aan water en voedsel
(het legermotto Eat less and Save Shipping was
voor de troepen Eat less and Save Shitting).
Honger leidde tot plundering van gesneuvelden. ‘Alles
wat ook maar in de verste verte eetbaar leek werd van in
de buurt liggende lijken afgerukt’. Modder en regen,
kou, ongedierte, stank en geluid, onophoudelijk geluid
en gebrek aan slaap, bepaalden het dagelijkse ritme voor
de manschappen.
Van Bergen gaat uitgebreid in op de ziekten die
voorkwamen. Naast de ‘gewone’ ziekten (schurft,
geslachtsziekten, ‘reumatiek’, dysenterie, tyfus,
tuberculose) tierden ook meer specifieke ziekten welig
zoals de loopgraafvoet (gangreen), ‘soldier’s heart’, en
vele verwondingen. De condities in de loopgraven leidden
bij meer dan de helft van de manschappen tot ziekte.
De Spaanse griep die op het eind van de oorlog in heel
Europa meer slachtoffers zou eisen dan de oorlog, heeft
in de legers ook flink huisgehouden, vooral in het laat
in de oorlog actief geworden Amerikaanse leger. Zeer
bekend zijn de doden en zieken door chemische
oorlogvoering, die in de Eerste Wereldoorlog voor het
eerst werd toegepast. […]
Uitgebreid komen psychische ziekten aan de orde; angst
en neurose, depressie en zelfmoord. Militaire
psychiatrie was in die tijd vooral een zaak van
‘aanpassen aan gewenst gedrag’, shellshock werd vaak
beschouwd als een teken van lafheid, of een vorm van
simulatie. Het werd als de taak van psychiaters gezien
om het oorlogsbedrijf te legitimeren.
Bij de beantwoording van de vraag of de oorlog slechts
een katalysator was om ‘gekte’ bij soldaten te
veroorzaken, of dat oorlog zelf als krankzinnig bedrijf
ziekmakend kan zijn, is pas aan het einde van de oorlog
verschoven naar het laatste. Psychiaters die daar reeds
lang hun mening over hadden, konden deze pas laat
ventileren, na een lange strijd in het militair-medische
establishment.
Psychiatrische behandelingen waren dan ook veelal
indoctrinatiesessies, door tegenstanders als foltering
bestempeld, en uitgevoerd door psychiaters die zich,
zoals Freud zei, ‘zich niet als arts, maar als
machinegeweer achter het front’ hadden gedragen.
In de militaire geneeskunde was de arts in dienst van
het ‘systeem’, en moest hij zijn medisch handelen
aanpassen aan de vragen en behoeften van het leger. Bij
alle strijdende partijen waren medische faciliteiten
volstrekt onvoldoende, en was in de loop van de jaren
een toename te zien van het aantal medische
voorzieningen. De stijgende vraag naar nieuwe
manschappen deed keuringscriteria dalen (in Frankrijk
werden zelfs blinden voor keuring opgeroepen).
De ‘medische keten’ van brancardier tot legerziekenhuis
achter de linies was een schokkend bedrijf met
permanente tekorten, grote gevaren voor eigen leven met
geringe kans van slagen: ‘Militaire geneeskunde
betekende: gewonden uit de puinhopen halen en met acht
man urenlang met gevaar voor eigen leven dor de modder
ploegen om één gewonde naar een misschien één kilometer
verderop gelegen verbandplaats te krijgen, in de hoop
dat hij niet ondertussen zou zijn overleden’. […]
Leo van Bergen heeft een monumentaal boek geschreven,
dat een must is voor iedere militaire arts, en een
aanrader voor iedereen, die zich wil verdiepen in basale
medisch-ethische dilemma’s, geneeskunde in oorlogstijd,
mensenrechten, of geïnteresseerd is in tot op heden
onderbelichte dan wel niet in kaart gebrachte, voor
artsen en verpleegkundigen relevante aspecten van de
‘Grote Oorlog’. |
|
Onopgesmukte beschrijving van een oorlog
Recensie Zacht en Eervol
door
J.M.
Hollander
Uit: Geschiedenis der Geneeskunde
- mei 2001
Dit boek zit boordevol citaten uit literatuur
over la Grande Guerre, de Eerste Wereldoorlog,
waarin circa negen miljoen soldaten het leven lieten.
Niet de slimme strategieën van vergrijsde bevelvoerders
worden breed uitgemeten, niet de heroïsche daden van de
zich opofferende, grotendeels jeugdige, verdedigers des
vaderlands worden bezongen.
Het is de keiharde, zij het schamele, weergave van de
naakte waarheid, van het ontberen, het lijden en het
genadeloos uitroeien van bijna een hele generatie jonge
mannen. Een schuldvraag wordt niet gesteld, noch wordt
er iets of iemand veroordeeld, er wordt slechts verslag
gelegd van wat er zich tussen 1914 en 1918 afspeelde op
de slagvelden, in woningen ver terug in het vaderland,
bij de bevelhebbers en in de
geesten van politici. [...]
Onlangs is een tweede druk van het boek verschenen. Niet
verwonderlijk, het is een van de betere boeken over
'oorlog' en over de Eerste Wereldoorlog in het
bijzonder. Het geeft weer wat er werkelijk gebeurde, hóe
het gebeurde en vaak ook hoe de situatie in en om het
front was waardóór het zo kon gebeuren. De zeer vele
citaten horen hier als vanzelfsprekend bij.
De auteur is te bewonderen om de enorme hoeveelheid
lectuur die hij heeft doorgenomen en de gevoelige, en
tegelijk nuchtere en intelligente manier waarop hij deze
informatie heeft verwerkt. Het is een kostbaar boek,
geen anti-oorlogsboek, maar wel een indringend boek, dat
een diep menselijk besef bij de lezer achterlaat van wat
'oorlog' kan betekenen.
|
|
Recensie Zacht en Eervol
door
Robert Schoeters
Uit:
Leesidee - nummer
3 -
jaargang 2000
[...]
Ik zou er eindeloos kunnen uit citeren. Hoe op
grote schaal werd geleden,
gestorven, verstikt in de modder, hoe werd geschoten,
vergast, verbrand, gestoken,
geëxecuteerd en afgemaakt. Hoe ziekten en epidemieën
toesloegen, daar waar de eeuwige granatenregen en de
eindeloos ratelende mitrailleurs eventueel hun
slachtoffers hadden gemist.
[..] Van Bergen leverde een indrukwekkende
prestatie met dit oorlogsfresco, waarmee hij meteen de
ermee gepaard gaande sluier van vals pathos en
schijnheiligheid verscheurt Hij veroorzaakt bij de lezer
zoiets als een shell shock.
De haast ondraaglijke beschrijving van de industriële
massaslachting, waarmee het oude, trotse Europa
collectief zelfmoord pleegde, vervult van afkeer maar er
gaat ook een duistere fascinatie van uit.
[...] |
|
Recensie Zacht en Eervol
door M. Meier
Uit:
Marineblad - november 2001
[...] De beschrijvingen van de dood in het
laatste hoofdstuk worden voorafgegaan door een
kennistheoretisch punt van kritiek: de dood wordt
slechts beschreven door overlevenden omdat doden ook
hierover zwijgen. De beschrijvingen die volgen zijn
desondanks even accuraat als schokkend: alle mogelijke
oorzaken van de dood, het sterven zelf, alle stadia van
ontbinding, ondenkbare verminkingen en het veelvuldig
begraven en weer opgegraven worden omdat granaten de
dodenakkers omploegen, een loopgraaf door een massagraf
van een vorige slag wordt gegraven of de regen de aarde
van de lijken afspoelt.
Wie na het lezen van al deze verschrikkingen zich
realiseert dat deze slechts de opmaat vormden voor nog
grotere en nog meer industriële slachtingen tijdens de
Tweede Wereldoorlog, begrijpt de vraag van Mahatma
Gandhi: 'Westerse beschaving, hoe
bedoelt u?', des te beter. Een
aanrader voor eenieder die wil weten hoe oorlog echt is
en hoeveel moet worden gedaan om oorlog te voorkomen.
|
|
Recensie Zacht en Eervol
door J.H.J. Andriessen
Uit Mars et Historia
- 2000, nr. 2
[...]Van
Bergen beschrijft [o.a.] dat
artsen bij psychische problemen er steevast van
uitgingen dat de patient simuleerde tot bewezen was dat
dat niet zo was. Om het kaf van het koren te scheiden
werden dit soort patienten vaak eerst onderworpen aan
een serie proeven zoals het onderdompelen van het hoofd
in een bak water, het toedienen van stroomstoten, etc.
etc. Het is duidelijk dat vele soldaten er voor
kozen al snel maar weer naar het front te worden terug
gestuurd in plaats zich verder te onderwerpen aan deze
barbaarse martelmethoden. [...]
De auteur is er in geslaagd dit alles uiterst sober,
integer, met grote kennis van zaken en vooral zonder
enig spoor van sensatie, te beschrijven en laat daarbij
een diepe indruk bij de lezer achter. Zo men van een
"anti oorlogsboek" wil spreken dan is Zacht en Eervol
zeker bij deze categorie in te delen.
|
|
Recensie Zacht en Eervol door Frits Olivier
Uit: De Opmaat
- juni/juli 2000
[...][Van Bergen} erkent daarbij direct, dat hij
er niet in zal slagen 'zelfs maar een deel van de
verschrikkingen écht te laten zien '. Hij heeft gelijk,
maar is tegelijkertijd te bescheiden. Want hij komt wel
akelig dicht in de buurt.
Na het eerste hoofdstuk over het verloop van de oorlog,
gaat hij in de vier hoofdstukken Lichaam, Geest, Hulp en
Dood diep in op de gruwelijke ontberingen die de
soldaten moesten ondergaan. Hij heeft dat gedaan met
veel gevoel voor de details. Zoveel soms, dat het
moeilijk is om langdurig in het boek te lezen. Het wordt
dan te veel. [...]
Toch pak je het boek steeds weer op. Omdat je het wilt
bevatten en het ondanks de vele details en de
nauwgezette beschrijvingen eigenlijk niet te bevatten
is. [...] |
|
Over de auteur
Dr. Leo van Bergen (1959) studeerde geschiedenis
in Nijmegen en specialiseerde zich in de moderne
krijgsgeschiedenis. Daarin keek hij echter meer naar wat
oorlog betekent voor de mensen die er mee worden
geconfronteerd, zoals de soldaten, dan naar de
strategieën of de kenmerken van het gebruikte wapentuig.
Kennis daarover is weliswaar noodzakelijk, maar zijns
inziens middel en geen doel.
Dit leidde hem als vanzelf naar de medische
hulpverlening, waardoor hij vervolgens evolueerde tot
een meer algemeen medisch historicus. Maar de verbinding
van oorlog en geneeskunde bleef de rode draad in zijn
werk, getuige de boeken:
▬
Waarde Generaal, voelt u zich wel goed? Geneeskunde,
leger, oorlog en vrede (Nijmegen 1991);
▬
De Zwaargewonden Eerst? Het Nederlandsche Roode Kruis en
het vraagstuk van oorlog en vrede 1867-1945 (Rotterdam
1994, proefschrift);
▬
Een Menslievende en Nationale Taak. Oorlog, kolonialisme
en het Rode Kruis in Nederlandsch-Indië 1870-1950
(Soesterberg 2004).
Op
6 juni 2009 kreeg Leo van Bergen de Dr. J.A.
Verdoornprijs uitgereikt vanwege
zijn uitmuntend wetenschappelijk
werk op het gebied van oorlog en geneeskunde.
Zacht en Eervol. Lijden en sterven in een Grote Oorlog,
dat inmiddels zijn derde druk beleeft , verscheen in
maart 2009 in de Engelse vertaling onder de titel
Before my Helpless Sight. Suffering, Dying and Military
Medicine on the Western Front.
Leo van Bergen woont in Nijmegen-Oosterhout en is
momenteel werkzaam als universitair docent aan het
VUmc-Amsterdam, afdeling Metamedica. |
|
|