Zondag 28 juni 1914
De Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand en zijn
vrouw worden in Sarajevo doodgeschoten. Koningin
Wilhelmina: “De diepe tragiek van deze moord greep mij
aan, maar nog meer was mijn geest bezig met de gevolgen,
die deze met zich mee zou kunnen brengen, waar zij in
politiek opzicht zo gevaarlijk was.”
Donderdag
23 juli Koningin
Wilhelmina bezoekt Hengelo. Diezelfde dag stelt
Oostenrijk aan Servië een
ultimatum: óf voldoen aan al onze eisen óf…oorlog!
Zondag 26
juli De
diplomatieke betrekkingen tussen Servië en Oostenrijk
worden verbroken. Ook de vorstin raakt nerveus door de
acute oorlogsdreiging “Toen het onheil losbarstte
bevond ik mij op [paleis] Het Loo. Mijn moeder was pas
vertrokken naar Arolsen. Mijn man had juist een bezoek
gebracht aan Rusland en was nu op rondreis door de
Scandinavische landen.”
Deze zondag schrijft koningin Wilhelmina haar
moeder die in Arolsen verblijft: “Lieve moeder. Welk een
toestand. U kunt U voorstellen de spanning waarin ik
verkeer! Als er niets bizonders gebeurt, vertrek ik
Dinsdag naar Den Haag met bedoeling er te blijven tot ik
niet meer noodig ben. Als werkelijk een Eur[opese]
oorlog op uitbreken staat, zal ik U vragen terug te
keeren, maar ik denk wel dat U dit uit U zelf ook zult
doen. Alleen beschik ik wellicht over enkele gegevens
meer en zal U dien telegrapheeren. Veel liefs en groeten
aan allen, Uw kind Wilhelmina.”
Vervolgens krijgt koningin Emma codes toegezonden “Ik
ga naar Scheveningen” is “dringend verzoek terugkeeren”
“Doelen” is “Duitsland”, “Oude Doelen” is “Oostenrijk”,
“Soeren” is “Servië, “Elspeet” is “Engeland” enzovoort.
Prins Hendrik wordt door zijn vrouw via een telegram
gesommeerd zo snel mogelijk naar huis te komen [hij is
in Zweden]. Binnen twee uur ligt er een boot voor hem
klaar en wordt met volle kracht huiswaarts gestoomd.
Maandag 27
juli Eén dag eerder
dan de bedoeling is geweest, vertrekt koningin
Wilhelmina vóór dag en dauw naar Den Haag. Meteen na
aankomst aldaar ontbiedt zij premier Cort van der
Linden. Hij meent naar de Veluwe te moeten, maar gemeld
kan worden dat zij reeds op haar post is in paleis Noordeinde.
Dinsdag 28 juli Oostenrijk verklaart Servië de oorlog
“Mijn man stoomde IJmuiden binnen vóórdat de Duitse
keizer van de Noorse fjorden teruggekeerd was.”
Oud-minister de Beaufort schrijft vrijdag 31 juli in
zijn dagboek “De koningin schijnt buitengewoon
zenuwachtig te zijn, is reeds sedert vier dagen te
’s-Gravenhage en houdt dagelijks besprekingen met de
ministers.”
Prins Hendrik presideert een vergadering van het Rode
Kruis, over wat te doen in geval van een
oorlogssituatie.
Zaterdag 1
augustus Duitsland
verklaart Rusland de oorlog. “De Koningin,” aldus Handelsblad, “heeft hedenochtend per auto een
inspectietocht gemaakt in de richting van Loosduinen.”
’s Avonds bezoekt de vorstin van 21.15 uur tot ongeveer
22.00 uur het hoofdkwartier van de opperbevelhebber van
land- en zeemacht.
HM geeft deze dag haar opperstalmeester de opdracht
“Hare paarden welke op Het Loo aanwezig zijn,
beschikbaar te stellen voor de gemobiliseerd wordende
troepen,” aldus Handelsblad, die tevens meldt dat
haar echtgenoot door de vele verplichtingen die zijn
voorzitterschap van het Rode Kruis met zich mee brengt,
niet in staat zal zijn zijn vrouw veel te vergezellen
tijdens háár inspectietochten.
Koningin Wilhelmina heeft deze dag eveneens het besluit
ondertekend dat “Onzen Gemaal” wordt toegevoegd aan het
Algemeen hoofdkwartier van de Strijdmacht, als
luitenant-generaal à la suite van de Landmacht. ‘s
Middags al, gaat de prins op bezoek bij het
hoofdkwartier van C.J. Snijders, de opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht.
Zondag 2
augustus De
Nederlandse mobilisatie is voltooid 200.000 man aan de
grens. Koningin Emma is deze dag jarig, maar géén
feestelijkheden “ten hove”.
Maandag 3
augustus Duitsland
verklaart Frankrijk de oorlog en laat Nederland weten
diens neutraliteit te zullen eerbiedigen.
Dinsdag 4
augustus Duitsland
verklaart België de oorlog. Nederland vreest geschonden
te worden.
In deze eerste oorlogsdagen stelt koningin Wilhelmina
voor zichzelf vast dat ze niets heeft aan wat haar
familie in de afgelopen eeuwen voor Nederland heeft
betekend. Ook vindt ze dat zij niets heeft aan de indruk
die zij in vredestijd heeft gemaakt “Ik moet het nu
hebben van mijn persoonlijk optreden NU. Ik moet dat
vertrouwen gaan VERDIENEN.” En dan is er ook nog de
gedachte “Ik sta alleen voor het vaderland en ik
alleen.”
Ik denk, dat als we deze motieven in ons achterhoofd
houden, veel van haar gedrag in deze oorlog – en niet
alleen toen! - goed te begrijpen is. Dat ze daardoor
lastig is in de omgang, dat daardoor problemen ontstaan
met kabinetsleden; het zij zo!
“Alleen durven staan,” zei
Wilhelmina, “positie durven innemen”.
“Zodra de mobilisatie zover gevorderd was, dat het
garnizoen van Den Haag kon vertrekken, marcheerde het
ten afscheid op weg naar de trein door het Noordeinde,”
schrijft zij in haar boek “Eenzaam, maar niet alleen”.
|
Koningin Wilhelmina inspecteert de troepen in
augustus 1914 |
Over deze dinsdag 4 augustus schrijft zij:
“De troepen defileerden langs Hendrik, Juliana en mij,
die omstuwd waren door een grote menigte burgers.
Ontsteltenis en ontroering stond op aller gezicht te
lezen. Niemand, die op deze gebeurtenissen bedacht was
geweest! Ik besloot het defilé met het aanheffen van de
kreet "Leve het Vaderland!" en het inzetten van het
“Wien Neerlands bloed”. Zowel de kreet als het lied
werden met ontroering en geestdrift door alle aanwezigen
overgenomen.”
|
Koningin Wilhelmina toegejuicht
door een menigte augustus 1914 |
“Welk een verschillende reacties op het gebeuren, welk
een geestelijke nood in veel levens. Een nieuw tijdperk
was voor elkeen begonnen met wel een verschrikkelijke
inzet een wereldworsteling.”
“Cort van der Linden kwam bijna iedere dag om tien uur
’s morgens bij mij. Ik zorgde ervoor reeds op dat uur
volkomen beslagen ten ijs te zijn. Mijn kennis van het
volkenrecht werd in die tijd wel zwaar op de proef
gesteld!”
Vrijdag 7
augustus Koningin
Wilhelmina heeft een gesprek met minister Treub. Zij
heeft zich afgevraagd of er door de vorming van allerlei
lokale comités geen krachten worden versnipperd en wil
daarom een nationale organisatie met haar aan het hoofd.
Ondertussen begaat prins Hendrik deze vrijdag een faux
pas. Op inspectietocht voor het Rode Kruis, langs de
grenzen van Limburg, steekt hij plots op eigen houtje de
Belgische grens over om de Duitse opmars te bekijken.
Als dit incident nog dezelfde dag aan koningin
Wilhelmina wordt overgebriefd, maakt zij haar man bij
zijn thuiskomst heftige verwijten hoe hij het in zijn
hoofd haalt de Nederlandse neutraliteit aldus te
schenden!
De prins zal door zijn vrouw nog vaker tot de orde
worden geroepen. Bijvoorbeeld, naar aanleiding van zijn
wens een in Nederland geïnterneerde Duitse officier te
spreken, krijgt de prins van haar te horen dat zo’n
contact “tot een enkele maal” beperkt moet blijven. “Er
behoort alles vermeden wat eenige voorkeur kan
verraden,” noteert zij voor zichzelf.
Eén van de andere verwijten die prins Hendrik in deze
oorlog is gemaakt, betreft zijn liefde voor de jacht.
Maar ziet, wat Handelsblad (dinsdag 11 augustus) als
motief geeft “Naar wij vernemen, laat de Prins
geleidelijk de wilde zwijnen en het grof wild afschieten
en onder de behoeftigen verdeelen, waardoor tevens de
uitgaven voor wildvoeder worden bespaard.”
Zaterdag 8
augustus
Handelsblad: “HM de Koningin wordt dagelijks door den
stafkapitein jhr. Wittert ingelicht omtrent den
algemeenen toestand.” Tevens meldt deze krant “Prins
Hendrik is gisteravond laat per auto te 's-Gravenhage
teruggekomen. Hij begaf zich nog ’s nachts naar het Roode Kruis en rapporteerde, dat te Maastricht nog
plaats genoeg is tot opneming van gewonden.”
Zondag 9
augustus Koningin
Wilhelmina staat toe dat militairen wandelingen maken in
het park van paleis Het Loo.
Maandag 10
augustus Koningin
Wilhelmina vertrekt om 09.00 uur per auto naar Hoek van
Holland om aldaar het fort te inspecteren. Prins Hendrik
presideert een vergadering van het Oranjekruis. Later op
de dag komt de vorstin - wat hoogst ongebruikelijk is en
tegen de traditie – op het Binnenhof de Trèveszaal
binnen zonder gevolg. Minister Treub leidt de koningin
naar haar plaats. Daar zet zij in een rede uiteen, wat
haar bewogen heeft tot deze stap:
“De berichten, die tot mij komen omtrent de stoornis of
de stilstand in bedrijven, ontstaan tengevolge van de
oorlog en het ten onzent bestaande oorlogsgevaar, doch
bovenal de kommer en de zorg, die mij allerwege tegemoet
treden, waar ik mij beweeg temidden van mijn volk,
vervullen mij met grote deernis voor de velen, die in zo
benarde omstandigheden verkeren. Het is daarom, dat ik
een beroep doe op al mijn landgenoten, die tot helpen in
staat zijn, teneinde met mij eendrachtig de handen ineen
te slaan, om plannen te beramen en uit te voeren, opdat
aan de nood der tijden, zoveel in ons vermogen ligt, het
hoofd worde geboden.”
Koningin Wilhelmina geeft zelf het voorbeeld met een
gift van 20.000 gulden. Later in het jaar zal zij
100.000 gulden hieraan toevoegen. In 1915 en 1917
schenkt zij nog eens 200.000 gulden in totaal.
“Het te allen tijde paraat zijn was mijn eerste plicht.
Deze gedachte hield mij eigenlijk altijd bezig, ja, ze
gaf mij vaak nodeloze zorg. Dit dag en nacht paraat zijn
moest ik tot het einde van de oorlog volhouden.”
Van kinds af aan denkt zij graag militair. Zo noteert
haar leraar in 1889 over de dan
8-jarige prinses “Tot mijn verwondering antwoordde de
prinses op mijn vraag of het wenselijk was, dat wij hier
eens een vorst zouden krijgen als Karel de Grote
bevestigend. Ook toen ik de vraag herhaalde. Dat
veroveren en oorlog voeren en die grote macht schenen
haar zeer aan te spreken.” En op 17-jarige leeftijd
schrijft zij in een brief: “I always have had such a
militairy heart.”
Donderdag
13 augustus
Handelsblad: “HM heeft hare particulieren duinterreinen
ter beschikking gesteld voor de oefeningen van het
leger.”
Zaterdag 15
augustus
Handelsblad: “HM heeft last gegeven tot aanzienlijke
bezuinigingen op hare hofhouding en huishouden, teneinde
ruimer te kunnen bijdragen in de leniging van den nood,
welke een gevolg is van den thans heerschenden
drukkenden toestand op economisch gebied.”
Naast alle berichten die haar overdag bereiken, laat
koningin Wilhelmina zich in deze weken ’s nachts
driemaal wakker maken voor het laatste nieuws.
Zondag 23
augustus Koningin
en prins zijn ’s ochtends om kwart over acht bij de mis
voor militairen in de Duinstraat te Scheveningen.
Maandag 7
september
Koningin
Wilhelmina woont een oefening bij van het Rode Kruis
waarbij motorboten werden gebruikt.
|
Koningin
Wilhelmina bij een oefening van het Rode Kruis
met gebruik van motorboten |
Dinsdag 15
september
Prinsjesdag. Koningin Wilhelmina spreekt in de Troonrede
namens de regering haar medeleven uit met de
slachtoffers van de oorlog “Mijne heeren! Onder zeer
buitengewone omstandigheden kom ik heden weder in uw
midden. Diep begaan met het lot van alle volken, die in
de krijg zijn meegesleept, draagt Nederland de
buitengewone lasten die het wordt opgelegd, gewillig, en
ontvangt met open armen alle ongelukkigen die binnen
zijne grenzen een toevlucht zoeken [...]”. Handelsblad:
“Met bewogen stem droeg HM de zinsnede voor, waarin
wordt herinnerd aan de hulp, door Nederland in deze
dagen aan ongelukkige voortvluchtigen verleend.”
Woensdag/zaterdag 16/19 september
Koningin Wilhelmina maakt een driedaagse militaire
inspectietocht.
|
September 1914 - Inspectie van
de troepen op Waalsdorp |
Dinsdag 22
september
Handelsblad: “De Prins heeft heden aan den
penningmeester van het Koninklijk Nationaal Steuncomité
een belangrijke gift doen toekomen.”
Gaat zij in de eerste weken alleen naar de militairen in
Den Haag en nabije omgeving, algauw bezoekt koningin
Wilhelmina hen in het hele land: “Deze inspecties
vroegen een groot deel van mijn morele en lichamelijke
kracht.” De bezoeken vragen niet alleen veel van de
vorstin, menig legeronderdeel slaakt een zucht van
verlichting als de koningin eenmaal is vertrokken.
Alles wil zij weten. Zij wil rapporten, inlichtingen ter
plekke, zij is verwoed uit op naadjes van de kous. En
als zij het nodig acht, wordt men, van gewoon soldaat
tot kapitein tot generaal, ongenadig uitgekafferd.
“Hoe?...Wat??...de koningin???...In dit noodweer?
Ongelooflijk!!,” vertelt een ooggetuige.
Ja de opperbevelhebster komt bij regen, wind en kou en
door modder en water. Per trein, auto, te paard, te
voet. Ook ’s nachts kan zij zomaar een tent
binnenstappen met de mededeling “Zo, mijne heren, ik
kom eens kijken. Laat maar eens zien.”
Zij probeert bij de troepen ontzag en vertrouwen in te
boezemen door bijzondere staaltjes van
uithoudingsvermogen en soldatesk optreden weg te geven.
Op haar oude dag zal zij nog genietend terugzien op die
prestaties. Héérlijk, dat zo velen verbluft staan te
kijken, dat zij het – in amazonezit ! – redt met een
machtig generaalspaard. Héérlijk, dat het haar nogal
eens lukt een escorterende generaal uit het zadel te
rijden. Nooit mag men denken wat een krant bij haar
geboorte heeft geschreven: “ ’t Is maar een meisje…” Nu,
dat hebben de heren geweten!
Woensdag 23
september Ergens in
Limburg Koningin Wilhelmina loopt naar een afgelegen
schuur waar een soldaat op wacht staat. Zij vraagt hem
op welke manier zij naar boven kan gaan, waarop het
antwoord is dat dit enkel via een primitief smal
laddertje, een soortement van kippenladdertje, kan. De
gezette vorstin aarzelt geen moment en klimt, zich
vasthoudend aan de balken, omhoog (men hóórt eenieder
met ingehouden adem toekijken). Eenmaal boven, vraagt de
koningin aan de daar aanwezige soldaten “Ben jullie
tevreden, jongens?”
In eerste instantie weet niemand een woord uit te
brengen; daarvoor is men te zeer overrompeld door dit
onverwachte koninklijk bezoek. Maar dan gaat toch iemand
in de houding staan:
“Goed, majesteit.”
“En hoe is het eten?”
“Zeer goed, majesteit.”
“En overigens?”
“ ’t Begint wat koud te worden, majesteit.”
Koningin Wilhelmina kijkt naar het pannendak boven haar;
het is niet bepaald winddicht. “Het is geen wonder ook,”
zegt zij. Dan wendt zij zich tot iemand uit haar gevolg,
die nog halverwege het trappetje staat “Dat moet
morgenavond veranderd zijn.” De koningin vraagt verder:
“En is de ligging warm genoeg?”
“Er mocht wel wat meer deken zijn, majesteit.”
Opnieuw draait de vorstin zich om en beveelt:
“Morgenavond meer dekens verschaffen.” Via hetzelfde
bibberige laddertje klautert HM weer naar beneden.
Vrijdag 25
september Prins
Hendrik bezoekt in Hoek van Holland gewonde zeelieden.
Zaterdag 26
september Prins
Hendrik bezoekt in IJmuiden Engelse zeelieden
Zondag 27
september Koningin
en prins zijn ’s ochtends bij de mis in het soldatenkamp
onder Loosduinen. Handelsblad: “Een eigenaardig gezicht
was het een predikant in uniform van een 2e-luitenant
met den Roode-Kruis-band om den arm, dan vlak tegenover
hem de Koningin, veel hoofdofficieren in groot uniform
en vele honderden soldaten in een kring daaromheen.”
De schrijfster Henriëtte de Beaufort vertelt over haar
bezoek aan de vorstin (in 1914): “De koningin legde mij
uit dat de onzijdigheid van Nederland ons dwong de
algemene belangstelling te richten op de voortbrengselen
van de Nederlandse cultuur, van de Nederlandse muziek.
‘Maar Bach,’ antwoordde ik, hij is toch een van de
grootste genieën, ik zal hem nu niet prijsgeven.’ De
koningin wendde het hoofd af en begon over andere dingen
te praten.” En verder “Haar natuur kende wit of zwart,
gebroken kleuren boeiden haar weinig, zag zij een
nuttige regel, dan was ze geneigd die volstrekt toe te
passen.”
Donderdag 1
oktober Koningin
Wilhelmina gaat van 7.00 tot 18.00 uur op militaire
inspectie.
Zaterdag 3
oktober Mevrouw
Idenburg schrijft haar man (minister van koloniën):
“Vanmorgen kwam de mededeeling dat HM mij half zes
verwachtte. Ik ben er 1½ uur geweest en al dien tijd is
de Koningin in haar hartelijken, vriendelijken toon
gebleven. Ik ben er echt van onder den indruk. Wij
vonden haar vroeger al lief en vriendelijk maar zooals
zij nu is, is werkelijk om een knieval voor haar te
doen.”
Donderdag
15 oktober
Handelsblad: “HM bracht een bezoek aan de inrichting tot uitdeeling van kleedingstukken door het subcomité van
het Plaatselijk Steuncomité. HM maakte in den loop van
den dag een militairen inspectietocht.”
Vrijdag/zaterdag 16 en 17 oktober
Prins Hendrik bezoekt Rode
Kruisinstellingen in Zeeland en Brabant, waar Belgische
en Engelse militairen zijn opgenomen.
Koningin Wilhelmina zou later, in de jaren 50/60 haar
particulier secretaris, Thijs Booy, vertellen, dat haar
man in deze oorlog ook werk had verzet, dat hij
vreselijk vond. Hij was erbij als gewonde
krijgsgevangenen werden uitgewisseld: “Hij kwam dan stil
van ontzetting thuis en moest meteen naar bed.”
Maandag 19 oktober Handelsblad: De vorstin bezoekt in
Den Haag een expositie “ten voordeele van het Haagsche
Steun Comité 1914”.
Dinsdag 20 oktober Koningin Wilhelmina bezoekt ’s
middags het militair hospitaal aan de Fluwelen Burgwal
te Den Haag.
Vrijdag 23 oktober Handelsblad: “De Koningin heeft
hedenochtend te 11 uur de residentie per auto verlaten
tot het maken van een militaire inspectietocht.”
Zondag 25 oktober Prins Hendrik blijkt onverwacht te
zijn langsgegaan bij de Van Boetzelaertjes, zo noteert
de gastvrouwe deze dag in haar dagboek. Zij en haar man
“[…] spraken lang en breed over den oorlog, over de
houding van België, over Koning Albert en over de
slechte aanvoerders in het Belgische Leger. Ik
informeerde of het waar was, dat HM weer te paard reed.
‘Ja,’ zeide de Prins, ‘wij maken zoo’n galopje.”
Donderdag 29 oktober
Handelsblad: “Naar wij vernemen,
deed HM aan den burgemeester van Marken een geldelijke
bijdrage toekomen tot leniging van den eersten nood der visschersgezinnen, die hun kostwinners verloren door het
vergaan van den ‘Maria Christina’, bij welke ramp negen
visschers om het leven kwamen.”
Vrijdag 30 oktober Handelsblad: “De Koningin schonk een
bijdrage aan het Comité voor terugkeer van tevergeefs
uit het buitenland gekomen vrijwilligers en
dienstplichtigen”.
Zaterdag 31 oktober De vorstin gaat weer op militair
inspectiepad.
|
Begin november 1914: de Koningin
wandelt langs de Maas, waar
verschillende militaire werkzaamheden worden
geïnspecteerd. |
Woensdag 4 november Handelsblad: “[…] tot in den morgen
bleef HM bij de oefeningen aanwezig, de vrij gevoelige
nachtelijke koude trotseerende, her- en derwaarts
rijdende, den kolonel inlichting op inlichting vragende.
Een poos na onze terugkomst in de kazerne kregen we de
tijding dat het den commandant genoegen zou doen,
wanneer wij een glaasje bier dronken en een sigaartje
rookten en dat wij daarvoor ieder een kwartje kregen.
Het bedrag was door HM zelf beschikbaar gesteld.”
Zaterdag 7 november Handelsblad: “De Koningin zond aan
de Nederlandsche Weldadigheidsvereeniging te Brussel een
belangrijke bijdrage voor hulp aan de talrijke
behoeftige Nederlanders aldaar en deed bovendien een
zending kleedingstukken voor die behoeftigen toezeggen.”
Zaterdag 14 november
Handelsblad: “HM bracht gisterochtend een
bezoek aan de Nederlandsche Naaiwerkvereeniging, die
thans wederom bezig is de in alle deelen van het land
vervaardigde en naar ’s-Gravenhage opgezonden
kleedingstukken voor behoeftigen te sorteeren en ter
verzending voor de uitdeeling in te pakken. HM heeft de
galerij-zaal in het Paleis Noordeinde voor dit doel
beschikbaar gesteld”.
Donderdag 17 november Al vroeg in de morgen verlaat de
koningin de residentie, om een inspectietocht te maken.
Woensdag 18 november
Koningin Wilhelmina is in Den Haag
bij de beëdiging van reserveofficieren voor regimenten
der Veldartillerie. Handelsblad: “Nadat deze in bataille
waren opgesteld, kwam HM te paard. Bij de aankomst
speelden de trompetters.”
|
Koningin Wilhelmina aanwezig bij
de beëdiging van reserveofficieren op 18
november 1914 |
Donderdag 19 november Handelsblad: “De Prins wordt
heden, na een tiendaagsch verblijf op Het Loo, in de
residentie terugverwacht.”
Prins Hendrik gaat regelmatig naar paleis Het Loo in
Apeldoorn. Het land mag hij niet meer uit. Heel
Duitsland is voor hem tot verboden gebied verklaard.
Duits bezoek mag hij evenmin ontvangen. Koningin
Wilhelmina ziet hier streng op toe.
Maandag 7 december Koningin en prins bezoeken samen het
noodhospitaal van het Rode Kruis aan de Scheveningse
Weg. Handelsblad meldt deze dag “De Prins heeft een
gift van 150 gulden doen toekomen aan het vrouwencomité
voor een Kerstgave aan onze militaire grens- en
kustbewakers.”
Dinsdag 8 december Koningin Wilhelmina is in Monster
bij een militaire oefening van bijna alle troepen uit
het garnizoen Den Haag en omringende plaatsen. De
manoeuvre wordt door haar van begin tot eind kritisch
gevolgd.
Woensdag 9 december Prins Hendrik neemt de trein van
07.10 uur en gaat kijken naar de oefeningen in
samenwerking van de militaire geneeskundige dienst en
het Rode Kruis. ’s Avonds is hij met alle officieren van
het Haagse garnizoen bij het optreden van een
zangvereniging.
Donderdag 10 december Handelsblad: “Naar wij vernemen,
heeft HM aan het hoofdcomité van Nederlandsche vrouwen
voor het breien van bivakmutsen voor de soldaten een
bedrag van 500 gulden doen toekomen. Heden werden door
HM wederom een aantal giften geschonken aan weldadige
instellingen, voornamelijk betrekking hebbende op
zeevaart en visscherij.”
Maandag 14 december “De Prins vertrok hedenochtend weer
voor eenige dagen naar Het Loo.” zo laat Handelsblad
weten. Koningin Wilhelmina is ’s avonds bij een concert
van de zangvereniging van het 31e Landweerbataljon. Als
bijdrage voor het concert schenkt zij 100 gulden.
Dinsdag 15 december Handelsblad: “De Koningin heeft tot
steun van de werkverschaffing aan werklooze of
behoeftige vrouwen en meisjes besloten tot aankoop van
de wolhoeveelheid voor vervaardiging van 10.000 paar
handschoenen, 10.000 paar polsmoffen en 10.000 paar
sokken, allereerst bestemd voor de gemobiliseerde
weermacht.”
Donderdag 17 december De vorstin begint aan een
driedaagse inspectietocht van het veldleger in
Noord-Brabant.
|
Koningin Wilhelmina tijdens de
driedaagse inspectietocht in december 1914 |
Zaterdag 19 december Na afloop van de inspectietocht
toont koningin Wilhelmina zich “[…] zeer getroffen door
de groote geestdrift, welke bij haar bezoek door de
troepen is aan de dag gelegd.” De geestdrift is
wederzijds.
Dinsdag 22 december
“De Koningin verliet hedenochtend
vroeg andermaal per trein de residentie voor een
militairen inspectietocht, waarvan HM deze avond
ongeveer 6 uur wordt terug ververwacht,” aldus Handelsblad.
Donderdag 24 december
dat koningin Wilhelmina niet snel
iets vergeet, blijkt een jaar nadat de enige zoon van
premier Cort van der Linden is verongelukt. De niets
vergetende vorstin schrijft de ouders een brief:
|
24 December 1914.
Hooggeachte Heer en Mevrouw Cort van der Linden, Ik kom
U de verzekering geven dat mijne gedachten veel bij U
zullen zijn in deze droeve herinneringsdagen en ik
verzoek U de betuiging aan te nemen van mijn hartelijke
deelneming in al hetgeen deze treurige Kerstdagen U
nogmaals doen doorleven. Het is mij daarom ook
onmogelijk geweest U den Kerstgroet aan te bieden welke
ik voor mijn volk geschreven heb.
Geloof mij steeds Uwe U toegenegene
wg
Wilhelmina |
De verzending van feestelijke kerst- en
Nieuwjaarskaarten gaat niet door; dat vindt de vorstin
gezien het tijdsgewricht hoogst ongepast.
Wel is een
zelfgeschreven Kerstgroet van de koningin vanaf deze
donderdag verkrijgbaar “Mijn volk. […] onderlinge waardeering en samenwerking op velerlei gebied valt waar
te nemen […].”
Maandag 28 december Handelsblad: “De prins heeft
opdracht gegeven om een bedrag in te schrijven op de geldleening van de staat.”
|