Voetbal op
het slagveld van de Eerste Wereldoorlog
De uitzendingen van dit VPRO radioprogramma handelden over de
Slag aan de Somme (1916) en hadden als leidmotief de
aanval van de East Surreys onder kapitein Wilfred Percy
(Billie) Nevill op 1
juli 1916.
|
Wilfred Percy
(Billie) Nevill (1894 - 1916) |
Kapitein Nevill twijfelde aan het doorzettingsvermogen
van zijn compagnie en had om de mannen aan te moedigen,
aan elk peloton een bal gegeven met het doel deze zo ver
mogelijk de Duitse linies in te schoppen. Het peloton
dat het verst met de bal wist door te dringen, zou een
prijs in ontvangst mogen nemen.
Net als de meeste van zijn ‘spelers’ zou kapitein Nevill
‘deze wedstrijd’ van ‘East Surrreys vs the Bavarians’
niet overleven. Twee van de vier ballen wel, deze zijn te
bewonderen in een museum.
Al in 1915 schijnt een bataljon van het 18e London
Regiment bij Loos vol bravoure een bal aan de voet in de
aanval meegenomen te hebben. Dit voorbeeld zal tot ver
in de oorlog gevolgd worden. Bij de aanval op Vimy Ridge
op 9 april 1917 wordt er door het Royal Canadian
Regiment dwars door de granaattrechters van het
niemandsland een bal tot bovenop de heuvelrug geschopt.
Ook deze bal is in een museum in Canada te bewonderen.
|
De ideaalbeelden die een sporter
vaak werden toegedicht,
werden door legers gebruikt en overgenomen.
|
Het mag duidelijk zijn dat voetbal gebruikt wordt om
oorlog te voeren. Toch geeft deze zelfde Eerste
Wereldoorlog het mooiste voorbeeld van verbroedering die
met sport wordt bereikt. Bij het befaamde kerstbestand
in 1914 in Vlaanderen komen Duitse en Britse troepen de
loopgraven uit om elkaar de hand te schudden in het
niemandsland. Al gauw komt er ook een bal tevoorschijn
en is er sprake van een heuse Duitsland - Engeland
voetbalwedstrijd, die door de Duitsers schijnt te zijn
gewonnen.
Militaire sporters
Voetbal en de Eerste Wereldoorlog lijken onlosmakelijk
met elkaar te zijn verbonden. Soldaten speelden het
spelletje onderling tegen verveling achter het front. Zo
ook in ons land: de voetbalsport zou zijn huidige
populariteit voor een groot deel aan de mobilisatie van
1914 - 1918 te danken hebben.
Ook andere sporten kregen een enorme stimulans door de
oorlogsomstandigheden. Zo legden bijvoorbeeld
geïnterneerde Belgische militairen in Harderwijk de
grootste wielerbaan van Nederland aan. De wielersport
was zeer populair onder vooral de Vlaamse militairen en
bij sommige van door hen georganiseerde wedstrijden
kwamen niet minder dan vijfduizend toeschouwers kijken.
|
Het velodrome in het
interneringskamp te Harderwijk (14-7-1918)
Vertrek kampioenschap club De Sportvrienden
(Collectie M.P.Wielinga) |
Sport is natuurlijk ook bij uitstek voor militairen een
methode om de noodzakelijke conditie op peil te houden
en vaardigheden te ontwikkelen. Een aantal sporten is
dan ook onlosmakelijk met het militaire vak verbonden.
Denk hierbij aan de wandelsport (Vierdaagse van
Nijmegen), de biatlon die voortkomt uit oefeningen van
Noorse soldaten en de ruitersport (military). Het is dan
ook geen wonder dat het vaak militairen zijn die in deze
sporten uit te uitblinken.
Nederland was voor de Tweede Wereldoorlog toonaangevend
in de military en het zal niemand verbazen dat de
ruiters vooral bij de Huzaren dienden. Dolf van der
Voort van Zijp bijvoorbeeld diende bij het Tweede
Regiment Huzaren en vocht in de meidagen van 1940 mee
bij de Grebbelinie. Bij de Olympische Zomerspelen van
1924 en die van 1928 won hij diverse gouden medailles.
|
V.l.n.r.: Van
der Voort van Zijp, De Kruijff, Colenbrander en
Pahud de Mortanges.
Zij vormden de Olympische ruiterploeg tijdens de
Olympische Spelen in Parijs in
1924.
Allen waren luitenant bij de cavalerie, want
volgens de toenmalige reglementen mochten
alleen officieren meedoen aan de
ruiterwedstrijden op de Olympische Spelen.
|
Een andere gouden medaillewinnaar in deze sport was
Charles Pahud de Mortanges. In de Tweede Wereldoorlog
wist hij, na krijgsgevangen te zijn gemaakt, uit een
rijdende trein te springen en via Gibraltar
Groot-Brittannië te bereiken. Hij sloot zich aan bij de
Prinses Irene Brigade en eindigde zijn militaire
carrière in de rang van luitenant-generaal als Chef van
het Militaire Huis van de koningin.
Deze militaire sporters hebben een traditie ingezet die
tot vandaag de dag nog navolging vindt in het
Nederlandse leger. Denk alleen maar aan Mark Huizinga,
olympisch kampioen judo en kapitein bij de luchtmacht.
Oorlogsheld Walter Tull
Ook de ideaalbeelden die een sporter vaak had, werden
door legers gebruikt en overgenomen.
Propagandaoverwegingen hebben hier vrijwel zeker een rol
in gespeeld en doen dat nog. Zo was Walter Tull een van
de eerste zwarte profvoetballers in Groot-Brittannië
voor de Eerste Wereldoorlog. Hij speelde voor Tottenham
Hotspurs en Northampton Town.
|
Walter Tull als
speler van de Tottenham
Hotspurs
(© Crown Copyright/MOD 2008) |
In 1914 zou hij tekenen voor de Glasgow Rangers, toen de
oorlog uitbrak. Hij tekende toen voor het ‘Football
Battalion’ van het Middlesex Regiment. Hij zou, geheel
tegen de regels in, de eerste zwarte officier worden in
het Britse leger. Tull vocht o.a. bij de Somme, Piave,
Passendaal en St. Quentin. Hij sneuvelde in maart 1918
bij Favreuil. Zijn lichaam werd nooit gevonden.
Oorlogsheld Pat Tillman
Een hedendaags voorbeeld van de sporter die oorlogsheld
wordt, is de American Football-speler Pat Tillman. In
plaats van in 2002 aan een contract te beginnen van
3,6
miljoen dollar bij de Arizona Cardinals, tekent Tillman
een contract bij het Amerikaanse leger voor 1.800 dollar
per maand.
|
|
|
Pat Tillman (1976 – 2004) als football-speler
en als militair |
Tillman vindt dit zijn plicht na de aanslagen van 11
september. Dit wordt natuurlijk breed uitgemeten. Helaas
komt Tillmann op 22 april 2004 onder verdachte
omstandigheden om het leven in Afghanistan. Hij wordt
getroffen door eigen vuur, terwijl er geen gevecht
gaande is.
Aan zijn familie worden door de legerautoriteiten
onwaarheden over de omstandigheden van zijn dood
verteld. Over de juistheid van de Amerikaanse rol in de
oorlog schijnt Tillman te zijn gaan twijfelen, maar zijn
dagboeken worden nooit meer aan de familie overhandigd.
FC Start in de Tweede Wereldoorlog
Sportsterren worden door alle krijgsmachten als de
ideale strijders gezien. Hun gehele beeldvorming past
uitstekend bij het plaatje dat een krijgsmacht wil
uitstralen. Ook bestaande reputaties kunnen dan wel eens
in de weg zitten.
Een goed voorbeeld daarvan is de bekende film Escape to
Victory uit 1981 (met onder anderen Co Prins van Ajax),
waar een groep geallieerde krijgsgevangenen het op moet
nemen tegen een elftal van de Duitse Wehrmacht. Deze
film blijkt te zijn gebaseerd op een waar gebeurd
verhaal. Deze wedstrijd werd ook bekend als ‘de
wedstrijd des doods’ en bestond eigenlijk uit een aantal
wedstrijden.
|
Foto uit de film Escape to Victory met o.a.
Sylvester Stallone als keeper, Pele,
Michael Caine en (oud) voetballers als Bobby Moore en Co Prins (voorste rij
rechts) |
Dynamo Kiev was de club van de politie en het ministerie
van Binnenlandse Zaken en stond voor de oorlog al bekend
als een voetbalgrootmacht. Bij de strijd om Kiev in 1941
werd een groot aantal voormalige voetbalgrootheden van
Dynamo Kiev door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt.
Zij vormden een elftal dat zich FC Start noemde. Dit
team werd ondanks hun slechte fysieke gesteldheid
gedwongen te spelen tegen teams van Oekraïense
nationalisten, Hongaren en Roemenen. De bedoeling was
dat de reputatie van dit Sovjet-team (en daarmee de
communistische ideologie) gebroken werd.
Allen werden echter door hen afgedroogd en de
populariteit van FC Start nam onder de zwaar onderdrukte
bevolking enorm toe. De propaganda leek zich tegen de
Duitsers te keren. De Duitsers werden bezorgd en haalden
hun topteam, Flakelf van de Luftwaffe.
|
|
Op het terrein van voetbalclub Dynamo Kiev (Ukraine) staan
twee monumenten die herinneren aan FC Start
(Courtesy of
WESTA
member Alistair Firth
- © Alistair Firth) |
Ook zij werden ingemaakt en bij de revanchewedstrijd
werd het Duitse team wederom vernederd, ondanks alle
intimidaties en een scheidsrechter die werkelijk alles
toeliet. De intimidaties werden hierna door de Duitsers
kracht bijgezet en het hele FC Start-team verdween in
het kamp. Een aantal van hen werd geëxecuteerd.
Voetbaloorlog Honduras en El Salvador
Dit zijn allemaal verhalen en anekdotes die gaan over de
invloed van sport op krijgsmachten en van krijgsmachten
op sport. Toch is er ook heel direct oorlog gevoerd
waarbij voetbalwedstrijden de aanleiding waren.
De bekendste ‘voetbaloorlog’ is die tussen Honduras en
El Salvador uit 1969. Alhoewel als onderliggende
oorzaken de sociale problematiek van het land,
hervorming en immigratie golden, werd de aanleiding voor
het uitbreken van het conflict een voetbalwedstrijd
tussen beide landen, waarbij rellen tussen de
verschillende supportersgroepen uitbraken. Er zouden in
het gewapende conflict bijna vierduizend doden vallen.
Supportersgeweld als begin van de oorlog
Minder bekend is dat ook het uiteenvallen van
Joegoslavië, in het begin van de jaren negentig van de
vorige eeuw, gekenmerkt werd door vooral
supportersgeweld. Alhoewel het openlijke conflict in
juni 1991 begon, beschouwen velen 30 mei 1990 als het
begin van de oorlog.
Dit is de dag waarop fans van Rode Ster Belgrado, onder
leiding van de beruchte Arkan, in Zagreb slaags raken
met de supporters van Dynamo Zagreb. Het komt tot een
bijna middeleeuwse veldslag op het veld, waarbij
honderden gewonden vallen.
▬
Deze middeleeuwse veldslag is vastgelegd op YouTube (klik
hier)
De competitie gaat nog een jaar door met tal van
gewelddadigheden. Vele duizenden van de ‘supporters’
zullen in de daarop volgende jaren vallen in de
loopgraven van dit verscheurde land. |