Over het aantal doden,
gewonden en vermisten is niets met zekerheid te zeggen. De
officiële Franse oorlogsgeschiedenis, gepubliceerd in
1916, stelt de Franse verliezen in Verdun op 377.231
waarvan 162.308 dood of vermist. De betrouwbaarste
schattingen van de Duitse verliezen komen uit op 337.000
man waarvan 100.000 dood of vermist (Reichsarchiv,
Potsdam, 1918). Het totale aantal slachtoffers zou dan
zijn: 714.231 en het totaal aantal doden en vermisten is
dan: 262.308 (Noot: dit aantal dient nog te worden
gecorrigeerd voor het aantal na de oorlog naar huis
teruggekeerde krijgsgevangenen.)
Franse
verliezen |
377.231 |
van
wie 162.308 dood of vermist |
Duitse
verliezen |
337.000 |
van
wie 100.000 dood of vermist |
Totaal
aantal |
714.231 |
waarvan
262.308 dood of vermist |
Alistair Horne geeft in
zijn boek 'Death of a generation' een overzicht van Franse
en Duitse slachtoffers per maand gedurende de periode
februari - augustus 1916 (zonder bronvermelding):
Maand |
Franse
verliezen |
Duitse
verliezen |
Februari |
24.000 |
25.363 |
Maart |
65.000 |
56.244 |
April |
42.000 |
38.299 |
Mei |
59.000 |
54.309 |
Juni |
67.000 |
51.567 |
Juli |
31.000 |
25.969 |
Augustus |
27.000 |
30.572 |
Totaal |
315.000 |
282.323 |
(NB.
de cijfers over september tot en met december
ontbreken!) |
Churchill noemt zijn boek
'The World Crisis' veel hogere getallen maar dit zijn
aantallen die betrekking hebben op het gehele westelijke
front en dienen dan gecorrigeerd te worden voor de
slachtoffers die buiten het gebied van Verdun zijn
gevallen.
In de loop der tijden zijn veel getallen genoemd: 362.000
Fransen en 336.831 Duitsers (dus bijna 700.0000 mannen)
zouden in de vleesmolen van Verdun om het leven zijn
gekomen (bron onbekend). Ernst Glaeser noemt een aantal
van 300.000 ongeïdentificeerde dodelijke slachtoffers.
Kurt Tucholsky spreekt zelfs over 400.000 doden aan Franse
kant. Generaal J. Rouquerol zegt in zijn boek 'Le drame de
Douaumont' dat er 2.000.000 (sic!) mannen (Fransen en
Duitsers) in 1916 zijn gevallen 'op de velden die vandaag
door de vuurtoren van het Ossuaire worden verlicht'. De
Nederlandse auteur H. Jonkers baseert hierop zijn cijfers:
700.000 doden en 1.000.000 gewonden.
Ook het begrip verliezen is vaag: het betreft iedereen die
(tijdelijk) niet langer inzetbaar is voor de actieve
dienst. In de frontsituaties betreft dat inderdaad meestal
doden en gewonden maar ook vermiste personen en mannen met
griep, longontsteking, kaakabcessen etc. worden tot de
verliescijfers gerekend. Ook de krijgsgevangenen, die op
deze manier van de gruwelen van het slagveld gered werden,
worden tot de slachtoffers gerekend.
Omdat de cijfers vaak onnauwkeurigheid zijn werkt men
meestal met schattingen. In
de statistieken wordt een algemene ratio gehanteerd van 1
: 3 voor de verhouding tussen doden en gewonden. Dat zou
betekenen dat het aantal doden en vermisten,
gebaseerd op een totaal aantal slachtoffers van 714.231
rond 180.000 zou kunnen zijn.
German Werth berekent
zijn aantallen op het 'Sanitätsbericht über das deutsche
Heer' tussen 21 februari en 10 september (meer gegevens
zijn niet beschikbaar). Het totale uitval aan manschappen
was 708.524 bij een gemiddelde sterkte van het Ve
Legercorps van 572.855 mannen. Van dit totale uitval
herstelden weer 275.770 man en keerden 75.000 terug uit
het lazaret. Het definitieve verliescijfer is dan: 708.524
- (275.770 + 75.000) = 357.745 man. (Noot: dit is trouwens
nog altijd 62,5% van de gemiddelde sterkte!) Na tellingen
komt Werth uit op een aantal van 81.668 Duitse doden en
vermisten. Dit is dus 22,8% van het totaal aantal Duitse
slachtoffers.
Wellicht moeten dan ook de Franse cijfers worden
aangepast; misschien zijn ze in percentages vergelijkbaar
met de Duitse verliescijfers. Het lijkt dan aannemelijk
dat het totale aantal slachtoffers (afgerond) op 358.000
Duitsers (volgens Werth) en 400.000 Fransen kan worden
geschat. (Het Franse aantal slachtoffers genoemd in de
eerste alinea is ruim 10% hoger dan het Duitse aantal.)
Totaal aantal: 758.000
Het aantal doden zou dan schommelen tussen de 22,8% van
Werth en de 25% die voortvloeit uit de 'normale' ratio van
1 : 3. Het gemiddelde is dus bijna 24%.
Het totale dodental zou dan zijn: 24% van 758.000 =
182.000
(Noot: dit cijfer dient nog te worden gecorrigeerd voor de
teruggekeerde krijgsgevangenen; hierover zijn echter geen
nauwkeurige cijfers bekend.)
De verliezen zijn echter in werkelijkheid nog veel groter
dan uit deze cijfers blijkt: onder de verliezen moeten
namelijk ook worden gerekend de verminkten, de psychische
patiënten, blinden, kreupelen, gasslachtoffers en alle
anderen, die weliswaar de oorlog overleefden, maar die
nooit weer op een normale wijze aan het maatschappelijk
verkeer deel zouden nemen.
|