terug naar Gedichten


Le poilu inconnu

I.

Hij wijdde God zijn allerschoonste krachten
bij dag en nacht steeds tot den dienst gereed.
Hij preekte liefde en genas het leed
dat de vermoeiden tot hem brachten.

Hij droeg de liefde niet alleen als kleed.
geen, die hij helpen kon liet hij versmachten.
Zijn leven was de "daad" en geen flauwhartig "trachten",
dat maar "gedaan" noemt wat men nimmer "deed".

Hij was een mensch - maar der gemeente herder.
En als men 's avonds in het dorp soms van hem sprak,
dan kwamen stil de kinderen wat nader
en hoorden de vermaning van hun vader:
"Des pastors engel waakt hier aan het dak!
Die zegt al jullie kwaad aan God straks verder".

II.

Hij was een mensch - maar dienaar van den vrede.
Geen haat, geen leugen kende zijn gemoed.
Toch vroeg de dienst des haats zijn bloed
en nam - God weet - ook zijn geloof, de wreede!

Zijn lichaam, slechts vaneengereten weergevonden,
onkenbaar als het zijn' - wat doet men daarmee nu?
Kom, menschdom spreek; 't was immers uw poilu....
Hij werd tot dienaar u door God gezonden!

Sticht hem een heldennaam en ook een heldengraf.
En vlecht van bloemen - want die zijn er nog genoeg -
een krans voor hem. Grift in den marmersteen
deez spreuk: "Geen mensch stierf ooit te vroeg
die voor het Recht zijn leven gaf".
En ga dan met gebogen hoofden heen.


Uit: Jan W. Jacobs (1895-1967) - De dag (1922). De bundel bevat voornamelijk gedichten van anarchistisch-socialistische snit. Des te merkwaardiger is het feit dat de illustraties bij deze bundel gemaakt zijn door de Belgische kunstenaar Frans Nackaerts. Nackaerts verbleef na 1918 enkele jaren in Nederlandse ballingschap. Hij was een Duitsgezinde flamingant en allesbehalve antimilitarist.

(In de dagbladpers kwam een bericht voor, meldende: 'Op een spiritistische séance heeft de geest van den onbekenden soldaat zich gemanifesteerd en medegedeeld, dat hij in leven geestelijke was geweest'.)

Een sterke stroming in de linkse kringen van de twintiger en dertiger jaren was die van het antimilitarisme. Principiële dienstweigering was een uiting van deze stroming. Bekende dienstweigeraars uit die tijd zijn Garmt Stuiveling en Geert van Oorschot, beiden in hun jonge jaren dichter. Jacobs en zijn linkse geestverwanten verwoordden die stroming in hun poëzie. Vandaar dat de Eerste Wereldoorlog af en toe in hun gedichten opduikt. 

(Ingezonden door Rob Kammelar die bezig is met een studie naar het werk van deze dichter)


terug naar Gedichten