De eerste populaire Tubby
Het is in 1915 tijdens de eerste Wereldoorlog. Honderdduizenden
Britse dienstplichtigen en vrijwilligers schuilen in hun loopgraven. Modder, water, ratten, luizen, besmettelijke ziekten, artillerievuur, chloorgas en mosterdgas.
Geen verhalen om naar huis te schrijven. In Ieper, een stad in de Westhoek van Vlaanderen, vind je nog zo’n honderdvijftig begraafplaatsen van Britse, Franse, Duitse en Belgische militairen. Er staan ca
55.000 namen in de Ieperse Menenpoort. Het zijn de namen van de soldaten die nooit meer terug gevonden zijn.
Achter het toenmalige front komen we het
Talbot House tegen. Het is een soort Protestants Militair
Tehuis (PMT) geweest onder leiding van Britse legerpredikanten… Wat maakte dit huis zo bijzonder?
|
Kantine
van Talbot House tijdens de Eerste Wereldoorlog |
Poperinge was het eerste rustpunt voor de geallieerde militairen achter het front in de Ieper Sailient. Het kleine stadje werd daarom in de jaren 14-18 overspoeld door tienduizenden manschappen, die zich daar voorbereidden op uitzending naar het front, of er terugkeerden om op adem te komen en hun wonden te likken. Klein Soho of Little Paris noemden de Britten deze plaats. Kroegen en bordelen waren er zonder twijfel voldoende.
Maar twee Britse geestelijke verzorgers,
hoofdlegerpredikant Neville Talbot en chaplain ‘Tubby’ (tonnetje) Clayton, waren van mening dat er ook vanuit de Geestelijke Verzorging een thuis most worden geboden voor iedereen.
Daarom huurden ze van een rijke, gevluchte Belgische familie een groot herenhuis aan de Gasthuisstraat en richtten dat in als een soort PMT
(Protestants militair Tehuis).
Een huis waar de mannen op verhaal konden komen. Met een biljart, een concerthall met piano, een aantal slaapkamers, waaronder ‘The Generals Room’, de enige slaapkamer met een laken, dat voor een luttel bedrag kon worden gehuurd, zodat elke soldaat een keer in zijn leven ‘als een generaal kon slapen’.
Een kamer was als bibliotheek ingericht. Bezoekers mochten een boek lenen tegen inlevering van hun baret, zodat de bibliothecaris er zeker van kon zijn dat de geleende boeken ook weer terugkwamen. Er was een ruimte waar men in alle rust brieven naar huis kon schrijven. Een keuken, en een grote tuin met zorgvuldig onderhouden bloemen en heesters en een theehuisje. En er was een zolder, die al snel als kapel werd ingericht.
Het huis kreeg de naam
'Talbot House', genoemd naar Gilbert Talbot, een broer van legerpredikant Neville Talbot, die kort daarvoor in de frontlinie gesneuveld was. Maar in de wandelgangen werd het al snel door iedereen
'Toc H' [tok aitsj] genoemd, de seinersafkorting. Toc H werd al spoedig heel populair onder de geallieerde militairen, van hoog tot laag.
Tubby en zijn orgeltje...
Die populariteit was in belangrijke mate te danken aan de geestelijke verzorger, die de dagelijkse leiding van dit huis kreeg, dominee Phillip Clayton. Hij was zonder twijfel de juiste persoon op het juiste moment op de juiste plaats.
Samen met zijn soldaat-schrijver Arthur Pettifer, een scrounger (ritselaar) van formaat, zorgde hij dat het de mannen aan niets ontbrak. Clayton was een origineel mens, enorm belezen maar allesbehalve een wereldvreemde studeerkamergeleerde.
Hij stond met twee benen in de realiteit en deelde op allerlei manieren het lot van de manschappen die hij regelmatig in de loopgraven bezocht om
godsdienstoefeningen te velde te houden. Daarbij was hij gewapend met een hijgerig inklapbaar traporgeltje, dat hij meevoerde in het zijspan van zijn motor.
Phillip Clayton (Tubby was uiteraard zijn bijnaam, die hij dankte aan zijn kleine, ronde gestalte) had een groot gevoel voor humor, dat tot uiting
kwam in allerlei spreuken en leuzen, die hij op bordjes in het Talbot house liet aanbrengen. Bij de deur plaatste hij bijv. het bordje “To pessimists way out!”
En eenmaal binnen las de gast de tekst:
'If you’re in the habbit of spitting on the carpet at home, please do it here'. Dat de chaplain niet altijd gemakkelijk was, bleek uit waarschuwingsbordjes als ‘Be reasonable… do it my way!’ en natuurlijk uit het wereldberoemd geworden gezegde: ‘The boss is not always right, but he’s always the boss!’. Wie de chaplain op zijn spreekkamer wilde ontmoeten, moest onder een bordje door waarop te lezen stond (met een knipoog naar Dante): ‘All rank abandon, ye who enter here’.
Every Man’s club
Die boodschap was trouwens van fundamentele betekenis voor het Talbot House. Het was zoals het bord buiten op de voordeur al aangaf, een ‘Every Man’s club’. Hier werd iedereen met respect en liefde ontvangen. Iedereen was welkom, de generaal evenzeer als de gewonde soldaat.
Clayton was er een meester in, al deze mensen, die normaliter niet of nauwelijks met elkaar in contact kwamen, bij elkaar te zetten en met elkaar in gesprek te laten raken. Hem ging het erom, dat het Talbot House een plaats was waar elk mens naar waarde geschat werd, zonder aanzien des persoons.
En voor talloze militairen was dat een unieke en weldadige ervaring, nadat ze in de loopgraven als kanonnenvoer hadden gediend ter wille van de hogere strategische doelen van hun superieuren.
Het belangrijkste deel van het Talbot House was de kapel. Dominee Clayton had de wens uitgesproken dat deze ‘near to heaven’ zou zijn en om die reden was de keuze op de zolder van het huis gevallen.
Een goed idee, maar niet zonder gevaar, want er waren avonden dat zich op zolder meer dan honderdtwintig mensen samenpakten voor het avondgebed. En dat op een plankenvloer, die niet was aangelegd om veel gewicht te torsen.
Clayton schreef erover in een brief aan zijn moeder en vertelde dat op sommige avonden de zoldervloer ‘was rocking like a cradle’. Talrijke militairen vonden en zochten troost in het geloof dat hier gezamenlijk beleden en beleefd werd. Velen ontvingen hier de doop, of gingen voor het eerst – en niet zelden voor het laatst – ter communie.
Een engel in de hel......
Na de oorlog werd het huis gekocht door de rijke Engelse lord Wakefield, die het schonk aan de inmiddels gevormde Toc H beweging. Deze stichting heeft zich ten doel gesteld, de herinnering aan die bewogen jaren levend te houden door het huis in onveranderde staat te bewaren.
Dat betekent dat bezoekers vandaag binnentreden in dezelfde sfeer waarin toentertijd de geallieerde manschappen werden ontvangen. Men kan er nog altijd logeren, voor een zeer schappelijk bedrag, en heel veel nakomelingen van militairen, vooral Britse, die in de oorlog van 14-18 in de Ieper Salient gevochten hebben of er begraven zijn, komen naar het Talbot House en starten vandaar hun zoektocht naar het verleden.
En niet zelden ontdekken ze, dat hun grootvader, broer of oom destijds ook
voet over de drempel van het Talbot House heeft gezet en daar een herberg vond, waar voor iedereen een plaats was, waar rang en stand niet telde. Voor dominee Tubby Clayton was dat de kern van de boodschap van Jezus van Nazareth en vanuit dat geloof handelend is hij voor heel veel Britse militairen een engel in de hel geweest.
Hofpredikant
Na de oorlog bleef Clayton lange jaren de ziel achter de Toc H beweging. Hij werd tot ereburger van Poperinge benoemd, en was jaren lang
als hofpredikant werkzaam bij de 'Queen Mum'.
Hij publiceerde diverse boeken, onder meer een bundel met een groot aantal door hem zelf verzonnen citaten en spreuken, ‘Tubby Clayton Verb sap’. Uit dit boekje stamt ook het prachtige citaat:
'Oordeel niemand naar zijn paraplu… Het kan een geleende zijn'.
Bij zijn dood in 1972 nam de BBC op radio en TV een minuut stilte in acht. En heel veel oorlogsveteranen zullen een traan gelaten hebben bij de herinnering aan deze bijzonder geestelijk verzorger, een man Gods en mens met de mensen
(Bron: Uitgave van de Katholieke en Protestantse Geestelijke Verzorging bij de Krijgsmacht, door Ds. Henk Fonteyn in
'Dubbel Accent'.
Voor meer informatie zie
de
website van Talbot House
|