|
Madeleine De
Brabandere (103) zag Ieper branden
'Ik hoor nog het gefluit van de bommen' |
|
Veurne - Madeleine
De Brabandere (103) herinnert het zich als gebeurde het
gisteren. Kort nadat de Duitsers Ieper in brand hadden
geschoten, vluchtte ze met haar familie eind 1914 met paard
en kar van Vlamertinge naar Frankrijk.
Madeleine is 103 jaar intussen, een van de laatste getuigen
van de Eerste Wereldoorlog. In haar kamertje van het
OCMW-rusthuis Ter Linden in Veurne hangen vergeelde foto's
aan de muur. Niet dat Madeleine ze nodig heeft als
geheugensteun.
,,Vader was landbouwer', vertelt ze. ,,Ik groeide met acht
broers en zussen op in Zillebeke. Toen de Duitsers er alles
kapot geschoten hadden, zijn we naar Vlamertinge verhuisd.
Daar zijn we maar een vijftal maanden kunnen blijven. Ik
hoor nog het gefluit van de bommen boven ons hoofd. Op een
bepaalde dag zagen wij dat heel Ieper in brand stond. Ik was
bang, al besefte ik als kind van 11 nog niet de volle
draagwijdte van wat toen gebeurde. Ik weet nog dat papa zei
: de oorlog zal nu vlug voorbij zou zijn.''
De familie De Brabandere besloot om toch maar naar Frankrijk
te vluchten. De bestemming was Avrigny, een dorpje tussen
Clermont en Compiègne, waar een zuster van Madeleine woonde.
,,We vertrokken op tweede kerstdag met heel ons hebben en
houden op een kar getrokken door twee paarden, een broer
voorop. Hij had aan het front een kogel in zijn zij gekregen
en was met ziekteverlof. We waren acht dagen onderweg en
sliepen in schuren. Veel boerinnen van wie de man aan het
front was, vroegen ons om op hun hoeve te blijven werken.
Maar wij moesten verder. Op 2 januari zijn we op onze
bestemming gearriveerd.''
Uiteindelijk zou Madeleine 22 jaar in Frankrijk blijven
wonen. ,,Ik ben er één jaar naar school geweest. Nadien
bleef ik thuis om te helpen op de boerderij. Een
boerendochter die studeerde, dat was toen nog ongehoord. Ik
was graag in Frankrijk gebleven, ik had er heel wat vrienden
gemaakt. Maar mijn schoonbroer wou absoluut terug naar
België, en zo zijn we in Poperinge beland.''
Enkele jaren later brak de Tweede Wereldoorlog uit. ,,Ik ben
opgegroeid tussen de soldaten'', zegt Madeleine. ,,Eerst
tussen de Engelsen en de Fransen, en in de Tweede
Wereldoorlog tussen de Duitsers. Ik heb veel ellende
gezien.''
De familie De Brabandere werd niet gespaard. In de Eerste
Wereldoorlog verloor Madeleine enkele familieleden. ,,Een
neef stierf door een granaat in een kelder. Hij was
afschuwelijk verminkt. Een oom vond de dood in zijn bed,
terwijl tante naar de mis was. En van de Tweede Wereldoorlog
zal ik me altijd het platgegooide weeshuis in Poperinge
herinneren. Van de 40 kinderen stierven er 39 onder de
bommen. Ik hoop dat zoiets nooit meer gebeurt.''
(Bron: Het Nieuwsblad - 10
november 2006) |
|
|