|
De geneeskunde in oorlogstijd
Reportage van oorlogscorrespondent Izak Samson |
|
Meermalen viel me het voorrecht
te beurt om veldhospitalen en hospitalen kort achter het
front gelegen te bezoeken. Weliswaar kreeg ik in die
hospitalen een juiste indruk van het ontzettende
gebeuren op het eigenlijke oorlogstooneel, doch
bovendien merkte ik toch ook hoe met succes
verschillende pogingen werden gedaan om de slachtoffers
van den oorlog bij te staan.
De heelkunde speelt natuurlijk de voornaamste rol. Hoe
verder men achter het front komt, des te meer bemerkt
men de vervolmaking van deze kunst. Zoo bezocht ik
onlangs het Grand Palais waarin honderden gewonden
worden verpleegd.
In dit groote gebouw, dat een gelegenheidhospitaal is,
vindt men de meest moderne werktuigen die de genezing
moeten bevorderen. Veel gewonden worden hier behandeld
in een nakuur. Ik ga met stilzwijgen voorbij de talrijke
zalen waarin de gewonden toeven.
Doch ik merk in het voorbijgaan op, dat het grootste
deel der hier verpleegden behoort tot den werkenden
stand. Men kon dit o.a. opmaken uit het voorkomen, de
kleeding enz. der talrijke bezoekers, die naast de
bedden der gewonden hadden plaats genomen.
Maar ook uit de aan het hospitaal verbonden werkplaats
blijkt, dat er hier veel werklieden worden verpleegd.
Die werkplaats gelijkvloers, is n.l. ingericht om de
gewonden, die weer min of meer het gebruik hunner
ledematen te hunner beschikking hebben, gelegenheid te
geven zich te oefenen in die handgrepen, die ze in hun
bedrijf vóór den oorlog beoefend, noodig hadden.
Een vrij groot aantal werkbanken met bankschroeven enz.,
vindt men reeds in de voorzaal. Met ingenomenheid deelde
mij een officier van gezondheid mede, dat dit goede werk
ingericht en onderhouden wordt door onzen landgenoot,
den juwelier Asser, die deze inrichting schiep.
Behalve voor metaalbewerking, was er een afdeeling voor
houtbewerking. Reeds wisten vele gewonden handig
allerlei nuttige bruikbare voorwerpen te maken. Aan het
hospitaal is een zeer groote afdeeling verbonden voor
orthopaedie en massage.
Tientallen werktuigen van hand-, arm-, voet-, been- en
rompbeweging zijn hier voorhanden en in gebruik. De
dokter wees er met nadruk op, dat de meeste dier
hulpmiddelen ontworpen waren naar Zweedsche uitvinding,
en gemaakt waren in Duitschland vóór den oorlog.
Op staten wordt aangegeven de duur en de aard der
verrichtingen die de patiënt moet doen of ondergaan. Men
doet hier ook veel aan Zweedsche gymnastiek en massage.
In een groote zaal zag ik o.a. wel een twee dozijn
masseurs en masseuses, gelijk bezig patiënten te
behandelen. Nagenoeg alle patiënten nemen na de
behandeling rust.
Dan wordt hier ook, veel gewerkt met electrische zonnen
en andere bestralingstoestellen. Warmte en licht van
verschillende kleuren doen hier dienst bij het
heelingsproces, evenals lucht, licht en allerlei baden.
Zeer veel interessants is er te zien.
Een opmerkelijk schilderstuk in de zaal der orthopaedie
wil ik nog even vermelden. Op een groot doek boven den
doorgang van twee zalen, staat een heel groote
afbeelding.
Op het doek ziet men een neergeschoten Duitsche
vliegmachine, vernield, waaronder de bestuurder
verpletterd neerligt. Rechtop, het militaire saluut
brengende, staat een Fransche vlieger die den gevallen
tegenstander de eer bewijst die flinke dappere kerels
elkander geven.
Van hier toog ik nog naar het hospitaal Val de Grâce.
Daar vindt men wel de meest moderne inrichting voor
hospitaalverpleging, ingericht voor speciale gevallen.
Ook vindt men in iedere kamer waar een gewonde ligt,
behalve allerlei anders, een badkuip met toebehooren.
Elke patiënt ligt alleen. Natuurlijk eischt dit meer
personeel en is die soort verpleging kostbaar. Doch men
ziet nu eenmaal niet tegen kosten en inspanning op, om
de zonen van Frankrijk te behouden.
In een der gebouwen van dit hospitaal is een bijzondere
afdeeling ingericht tot museum. Daar ziet men
merkwaardige genezingen aan gelaat, handen, voeten en
andere lichaamsdeelen in was afgebeeld, zoo
natuurgetrouw mogelijk. De patiënten die de
kunstbewerking ondergaan, worden door beeldhouwers in de
verschillende stadiën hunner genezing afgebeeld, zoodat
men een zeer levendige voorstelling krijgt van den
toestand waarin zich de patient bevond, voor en na de
operatie.
Ik zag o.a. een serie neus, mond en wang operaties. De
verwondingen waren alle zeer afzichtelijk, doch alle
verwonden zagen, nadat ze als genezen waren ontslagen er
weer vrijwel normaal uit. Er wordt gewerkt naar de
Morestin methode. Ik zag neus
operaties in vijf stadiën. Er waren gevallen waarbij
geheel de neus was weggeschoten; met behulp van de huid
van het voorhoofd, verschafte men den verwonde een
nieuwen neus.
Daar van de meeste patiënten een portret voor hun
verwonding gemaakt aanwezig was, kon men zelfs
vaststellen dat sommigen in uiterlijk schoon hadden
gewonnen. Kaak- en andere aangezichtsherstellingen waren
eveneens met goed gevolg uitgevoerd. Verder was hier ook
gedemonstreerd de Carrell-methode. Carrell houdt de
wonden in plaats van met pluksel of anderszins, door
waterspoeling vrij van infectie. Alweer met behulp van
wasbeelden wordt die verrichting hier duidelijk gemaakt.
Al wat ook maar eenige betrekking heeft op de
oorlogsgeneeskunde is hier verzameld.
Zoo vindt men hier allerlei chemische praeparaten. Doch
niet alleen met wat voor de genezing noodig was en is te
verzamelen hield men zich onledig. Neen! Al wat kan
bijdragen om den mensch tegen de oorlogsmiddelen te
beschermen vindt men hier.
Zoo tientallen stalen helmen, die den dragers het leven
redden, of hen voor verwondingen behoedden. In die
helmen steken nog de stukken staal, ijzer, koper of
steen, die door het geweld der ontploffingen er in
terecht kwamen.
Miniatuur inrichtingen van hospitalen, Roode
Kruis-auto's, en zelfs loopgraven-hulpposten vindt men
er. Zelfs de onderscheiding met den halsband van een
gevallen Roode Kruis-hond wordt er in dankbare
herinnering bewaard. Natuurlijk is hier ook het eerste
Duitsche gasmasker, dat bij Beaumont was buitgemaakt en
naar welks model men er duizenden maakte. Voorts
allerhande granaten van de 75 mm. tot de 38.1 cm. toe.
Dan afbeeldingen van beenbreuken en andere verwondingen
die om een of andere reden merkwaardig waren. Bij al die
voorwerpen staat volledig vermeld waar en aan wien de
wond was toegebracht, waarnaar de afbeelding is gemaakt.
Verder of de persoon overleed, dan wel genas.
Dit museum is niet ingericht om de nieuwsgierigheid te
bevredigen, doch om tot leering te strekken.
Particulieren krijgen dan ook maar hoogst zelden toegang
tot deze inrichting. Wel komen vele geneesheeren hier
hun licht opsteken.
Het ligt niet op mijn weg nu in allerlei onderdeelen die
inrichtingen te bespreken, doch in het bijzonder vestig
ik nog even de aandacht op de afdeeling der oogheelkunde
die men er aantreft. Weliswaar kan men het licht niet
terug schenken aan hen die dit kostelijk goed verloren.
Doch de verstrekte kunstoogen dragen er veel toe bij om
de omgeving van het slachtoffer minder smartelijk aan
het verlies te herinneren.
Men heeft hier ook de methode-Kouindjy voor
wondenbehandeling gedemonstreerd. Om de tegenstelling
aan te toonen, heeft men ook de oude methode van
windsels aangebracht.
Laat ik nog even vermelden een speciale
loopgraafdraagbaar. Het ligvlak is hier een net van dun
sterk koord, bevestigd aan korte stokken. De gewonde
komt er in zittende houding in. Die kortheid is noodig
om gemakkelijk langs de scherpe bochten en hoeken te
kunnen komen. |
|
▬
Personalia Izak Samson (1872-1928)
Een van de Nederlandse verslaggevers die indertijd voor
verschillende bladen vanaf het front als ooggetuige verslag
gedaan van de gruwelen van de oorlog was Izak Samson. Hij
was in de loop van zijn leven behalve als journalist, ook
werkzaam als diamantbewerker, vertegenwoordiger in
alcoholvrij bier en boekhandelaar.
Izak Samson was een overtuigd socialist en anti-militairist
en schreef voor Het Volk, het Algemeen Handelsblad en Het
Nieuws van den Dag.
De op deze website gepubliceerde stukken van Samson zijn
afkomstig uit Brieven, indrukken en beschouwingen door een
neutraal journalist aan het Westfront der Geallieerden
gedurende de jaren 1914, 1915, 1916, 1917 (Amsterdam 1917). |
|
|