De reconstructie op de oorspronkelijke grenslijn geeft
over een meter of zestig nauwgezet weer hoe de
versperring eruit heeft gezien. We wandelen er vanuit
het centrum van Hamont heen, maar… met een omweg en dat
is niet zonder reden.
Want ‘Den Droad’, zoals het fenomeen in het plaatselijk
dialect nog altijd heet, greep diep in in het leven van
de grensbewoners en vooral in de kloostergemeenschap van
de Achelse Kluis, die, gelegen op de grens van Nederland
en België, door de versperring letterlijk in tweeën werd
gedeeld.
Teutenhuizen
Even buiten de bebouwde kom van Hamont is op deze
vroege, drukkend warme ochtend geen levende ziel te
bekennen. Maisvelden rijzen hoog op en langs de oevers
van de Beverbeek is de bloemenpracht compleet.
Op een kruispunt van wegen staat de deur van een kleine
Mariakapel uitnodigend open. In het bos passeren we twee
prehistorische grafheuvels, zoals er meer in deze
omgeving zijn gevonden.
|
Teutenhuis in Achel met VVV en museum Grevenbroek |
In de middeleeuwen kwam Hamont onder het gezag te staan
van de prins-bisschop van Luik en kreeg het de titel van
‘goede stad’ (bonne ville). Later streken de Teuten er
neer, rondreizende handelaars, die goede zaken deden en
prachtige huizen lieten bouwen, waarop Hamont terecht
trots is.
Warmbeek
Langs kasteel Beverbeek, in de 19de eeuw gebouwd in
Engelse Tudorstijl, bereiken we de vallei van de
Warmbeek, die in Nederland Tongelreep heet. De paters en
broeders van de Achelse Kluis ontgonnen in dit gebied
grote stukken hei en haalden ook de bochten uit de beek.
Omstreeks 1990 verkocht het klooster het bouwland aan
natuurorganisaties, die het gebied zoveel mogelijk zijn
vroegere aanzien proberen te geven. Door hoog riet
zoeken we ons een weg langs de beek. In de verte luidt
een kerkklok en ontwaren we boven de rietpluimen de
torens van het klooster.
Kloostertuin
De geschiedenis van de Achelse Kluis gaat terug tot
1685, toen de uit Eindhoven afkomstige Petrus van
Eijnatten er een gemeenschap van kluizenaars stichtte.
Tijdens de Franse Revolutie werden de kluizenaars
verdreven, waarna de monniken van de Cisterziënzerorde
of Trappisten er hun intrek namen. De Achelse Kluis
kreeg tevens de naam van Sint-Benedictusabdij.
In de Eerste Wereldoorlog werd het klooster door de
Duitsers bezet. De meeste monniken vluchtten naar
Nederland. Dwars door de kloostertuin werd over een
lengte van 2.5 km de Dodendraad gespannen, waarvoor nota
bene het klooster zelf de rekening gepresenteerd kreeg.
|
Achelse Kluis tijdens
de Eerste Wereldoorlog. Links Nederland.
Foto: Archief Achelse Kluis (Klik op de foto
voor een vergroting) |
Bovendien werd het hele klooster leeggeplunderd. Er
werden aanzienlijke voorraden hooi, meel en aardappelen
meegenomen, alsmede veel zilverwerk, 30 horloges en twee
albums met zeldzame postzegels. Uit de wijnkelder
verdwenen 675 liter Franse wijn, 675 liter Italiaanse
wijn, 220 flessen rode en 500 liter witte wijn en 2300
liter bier.
Trappist
Maar de Achelse Kluis overleefde de tegenslagen. Er werd
nieuwbouw gepleegd en nieuwe activiteiten werden ter
hand genomen. Zo ontwikkelde het klooster zich tot de
belangrijkste toeristische trekpleister van de streek
met voorzieningen als een moderne supermarkt, een
café-restaurant met een groot terras, een galerie en een
kunsthal.
En sinds 1999 wordt er weer bier gebrouwen. Achel
behoort tot de zes bieren in België, die de naam
Trappist mogen dragen. Er wonen nog acht monniken,
tussen de 65 en 90 jaar. Het merendeel van het werk komt
neer op vrijwilligers.
Omstreeks het middaguur komen we op onze wandeling aan
op de binnenplaats van het klooster. Alle
parkeerplaatsen rondom het gebouw zijn bezet en het is
een komen en gaan van fietsers.
|
De
Nederlands-Belgische grens bij Achelse Kluis |
Halverwege de oprijlaan
wordt met een witte lijn schuin over de weg de grens
aangegeven. Daarover liep in de Eerste Wereldoorlog de Dodendraad. Tussen
de struiken vinden we de tuinmuur, waarvan destijds een
gedeelte voor de versperring werd afgebroken.
Blijvende hulde
Op Nederlandse bodem wandelen we enige tijd door het
natuurgebied Leenderbos en Groote Heide om vervolgens
uit te komen bij grenspaal 176. Langs de hele
Nederlands-Belgische grens staan bijna 400 van deze
genummerde gietijzeren palen, die er in 1843 werden
neergezet ter bezegeling van de Afscheiding van
Nederland.
Twee grenspalen terug, bij paalnummer 174 en
fietsknooppunt 216, ontdekken we in het bos de
reconstructie van de Dodendraad. Er staat een overkapt
paneel bij met uitvoerige informatie.
De versperring bestond uit zes stroomdraden, dertig cm
boven elkaar, bevestigd door middel van porseleinen
potjes aan houten palen van ca. twee meter hoog. De
elektriciteit kwam van de centrale van de
buskruitfabriek in het nabijgelegen Kaulille. De
versperring werd bewaakt door oudere, soms gewond
geraakte Duitse militairen.
|
Reconstructie Dodendraad bij Hamont-Achel |
De reconstructie is er in het jaar 2000 neergezet ‘als
monument van blijvende hulde aan onze frontsoldaten van
de IJzer en de slachtoffers van de draad’. De meeste
fietsers, die we zien passeren, nemen niet de moeite om
te stoppen en de tien motorcrossers, die uit het bos
komen aanscheuren, tonen al evenmin belangstelling.
Aktes
Toch is het monument er niet voor niets neergezet, vindt
Luc Van de Sijpe, voorzitter van de geschiedkundige
kring ‘De Goede Stede Hamont’, die het initiatief ertoe
nam. ‘Mensen hadden wel eens van de Draad gehoord, maar
wisten er zich toch geen duidelijke voorstelling van te
maken’.
Aan zijn bureau laat hij twee originele stroomdraden van
de versperring zien en houdt hij enkele porseleinen
potjes omhoog, die nog altijd bij de grens te vinden
zijn. Boeken, zoals de gebundelde krantenserie Het Epos
van de Draad, foto’s van slachtoffers en officiële
overlijdensaktes completeren zijn verzameling.
|
Luc Van de Sijpe, voorzitter
geschiedkundige kring De Goede Stede Hamont |
In Hamont-Achel lieten 17 mensen bij de Draad het leven.
In totaal vielen er naar schatting 500 doden.
Daartegenover staat een aantal van plm. 20.000 mensen,
die veilig over of door de versperring Nederland wisten
te bereiken.
Van de Sijpe: ‘De Dodendraad is een uniek, merkwaardig
en speciaal fenomeen. En WOI zit zoveel dieper in het
collectieve geheugen van de Belgen gegrift dan WOII.
Toen was er 4 jaar lang bezetting, WOI was 4 jaar lang
oorlog’.
De glasplaten van
Frans Bernaards
De elektrische grensversperring tussen Nederland en
België werd na afloop van de oorlog meteen opgeruimd. Stukken
ervan werden daarna nog wel eens gebruikt door boeren
voor de omheining van hun weilanden, maar ook die
tastbare herinneringen verdwenen na een tijdje.
|
De Draad in
Essen. Foto: Frans Bernaards/Karrenmuseum Essen
|
In het Belgische Essen, even ten zuiden van Roosendaal,
wordt aan het fenomeen aandacht besteed door het
Karrenmuseum. Er is een replica te zien en het
streekmuseum bezit samen met de Koninklijke Heemkundige
Kring Essen een collectie van 1600 oude foto’s op
glasplaten, waarvan het merendeel afkomstig is van
dorpsfotograaf Frans Bernaards en WOI en de Dodendraad
tot onderwerp heeft. In 2006 was er een tentoonstelling
aan gewijd.
In Essen legden de Duitsers de draad ten zuiden van het
dorp aan en omdat ook de Nederlandse grens aan de
noordkant hermetisch was afgesloten, kwam het als het
ware op een eiland te liggen.
Het dorpsleven werd er volledig door ontwricht. Kinderen
konden niet naar school. Boeren konden alleen op vertoon
van een Ausweis hun akkers bewerken en de plaatselijke
ijzergieterij ging failliet vanwege onbereikbaarheid
voor werknemers en klanten. Het Karrenmuseum in Essen is
te vinden aan de Moerkantsebaan 48,
tel. 0032-6677390,
www.karrenmuseum.be.
Praktische
Informatie
Route
Deze rondwandeling loopt van het centrum van
Hamont-Achel naar de Achelse Kluis en terug langs de
Nederlands-Belgische grens en de reconstructie van de
Dodendraad. Lengte 19 km. Voor het traject tot de
Achelse Kluis maakten we gebruik van het Kempen-Maaspad,
een van de Vlaamse Grote Routepaden (GR 561/wit-rood
gemarkeerd). Het traject is onderdeel van de lusvormige
dagwandeling uit de Dagstappergids Limburg, waarin ook
de route is beschreven van de Achelse Kluis terug via de
grens naar Hamont-Achel, die niet is gemarkeerd.
|
Vervoer en horeca
Met de auto is Hamont-Achel snel bereikbaar vanuit
Eindhoven/Valkenswaard en Budel. Wie voor het openbaar
vervoer kiest, moet rekening houden met een aanmerkelijk
langere reistijd, omdat er geen directe trein- en
busverbindingen vanuit Nederland zijn. Neerpelt is het
dichtstbijzijnde treinstation. Vanuit Antwerpen Centraal
is er een keer per uur een rechtstreekse
treinverbinding. Vanuit Neerpelt gaat er een
rechtstreekse bus naar Hamont (lijn 307). Zie
www.delijn.be.
Kaarten en boeken
▬
Topografische kaart 1:25.000 Leende (nr. 57 E).
Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2004. ISBN 90 350
0574 0.
▬
Dagstappersgids Limburg, Lannoo, Tielt, 2006. ISBN 90 209
5968 9.
Routegids Grenslandpad (LAW 11), Wandelplatform-LAW,
Amersfoort, 2004,
ISBN 90 71068 62 5.
▬
Kroniek van een dorp in oorlog, door prof. dr. A.Vanneste.
Het dagelijks leven,
de spionage en de elektrische draadversperring aan de
Belgisch-Nederlandse grens tijdens de Eerste
Wereldoorlog, Universitas, Deurne (Blg.), 1998, ISBN 90
337 003 4.
Adressen
▬
VVV Hamont-Achel en Museum Grevenbroek, Generaal
Dempseylaan 1,
tel. 0032-11646070,
www.hamontachel.com.
▬
Geschiedkundige Kring De Goede Stede Hamont, Wal 18, tel.
0032-11538203.
▬
Achelse Kluis, Abdijweg 50 in Valkenswaard of De Kluis 1
in Hamont-Achel,
tel. 040-2069955 of 0032-11800760.
www.achelsekluis.org.
Herdenkingsmonument voor slachtoffers van Dodendraad in
de Voerstreek
Er liggen een paar verwelkte zonnebloemen in het grind.
Aan de stam van een dennenboom hangt een kruisbeeldje.
Een motorrijder rust uit op een bankje.
|
Geuldal met
kasteel Beusdaal |
Wandelend over een sterk stijgend pad vanaf het dorpje
Teuven zijn we aangekomen bij het herdenkingsmonument
voor de slachtoffers van de Dodendraad uit de Eerste
Wereldoorlog in de
Voerstreek in Vlaams Limburg. Opgericht in 1920 door
graaf Joseph d’Oultremont, heer van het nabijgelegen
kasteel Beusdaal in het Geuldal.
De Voerstreek was een van de eerste gebieden aan de
Belgisch-Nederlandse grens, die met de elektrische
versperring van het Duitse leger te maken kreeg. En ook
hier vielen doden: 18 in Gemmenich en 4 in Sippenaeken.
|
Draadmonument tussen Teuven en Sippenaeken
(Klik op de foto voor een vergroting) |
Het uit natuursteen opgetrokken monument aan de rand van
een dennenbos staat precies op de grens van Vlaanderen
(Belgisch-Limburg) en van Wallonië (provincie Luik). Het is
de tweede versie. In de Tweede Wereldoorlog maakten de Duitse bezetters de
tekst op het gedenkteken met cement onleesbaar. Later
werd het vernield, maar in 1962 kwam er op dezelfde
plaats een nieuw monument.
Spionage,
desertie, vluchtpogingen en smokkel voorkomen
Spionage, desertie, vluchtpogingen en smokkel. Dit alles
wilde de Duitse legerleiding met de aanleg van de draad
voorkomen. Maar of de versperring veel effect heeft
gehad, is de vraag. Op allerlei vindingrijke manieren
wisten duizenden het neutrale Nederland te bereiken.
Zo ontwierp een Vlaamse ingenieur in de elektrotechniek
een raamwerk van rubber dat tussen twee draden kon
worden gespannen. Ook bood de polsstok mogelijkheden om
de gevaarlijke barrière te nemen.
In de Voerstreek werden militairen en vluchtelingen in
het polsstokhoogspringen getraind door niemand minder
dan graaf De Sécillon, burgemeester van
Sint-Martens-Voeren, die daarvoor zijn kasteel
beschikbaar stelde.
Vanaf het herdenkingsmonument lopen we de weg op naar de
heuveltop, waar we een fraai uitzicht hebben over het
vredige Geuldal. Vlakbij schittert kasteel Beusdaal in
de zon. In een weiland grazen koeien en ezels. Van het
kasteel zou al sprake zijn geweest ten tijde van Karel
de Grote. In ieder geval dateert de versterkte toren, 48
m hoog en met 2.5 m dikke muren, uit de 13de eeuw.
Aanleg spoorlijn
met viaducten in Eerste Wereldoorlog
Naast het Draadmonument tussen Teuven en Sippenaeken
roept nog een ander bouwwerk in de Voerstreek
herinneringen op aan WOI. Het is de spoorlijn
Antwerpen-Tongeren-Visé- Aken, die het gebied zonder
enige gelijkvloerse kruising doorsnijdt.
|
Spoorwegviaduct bij Remersdaal |
Duizenden Belgische arbeiders en Duitse militairen
werkten er tijdens WOI aan. Er verrezen imposante
viaducten van gewapend beton in Sint-Martens-Voeren en
Remersdaal en het dorpje Veurs kwam op de kaart te staan
vanwege een 2 km lange spoorwegtunnel, die er werd
gegraven; de langste van België.
Vanaf 1958 worden geen reizigers meer vervoerd. Maar de
lijn is nog altijd belangrijk voor het goederentransport
tussen de Antwerpse havens en Duitsland.
Praktische Informatie
Het wandelen in de Voerstreek is er een stuk
gemakkelijker op geworden sinds de opening zomer 2008
van een 124 km lang wandelnetwerk dat alle zes dorpen in
deze regio met elkaar verbindt.
De bijbehorende wandelkaart is voor € 7,50 (excl.
verzendkosten) verkrijgbaar bij Toerisme Voerstreek,
Kerkplein 212 in ’s Gravenvoeren, tel. 0032- 43810736,
www.voerstreek.be.
Op dit adres is ook het goed geoutilleerde
bezoekerscentrum van de Voerstreek gevestigd. |