Vietnam
In de film ‘Born on the fourth of july’ uit 1989, is
‘eigen vuur’, of ‘friendly fire’ zoals het in het Engels
heet, een van de centrale thema’s. De film is gebaseerd
op de gelijknamige autobiografie van de bekende Vietnam-veteraan en activist Ron Kovic en gemaakt door regisseur
Olliver Stone (zelf ook een Vietnamveteraan).
In de film raakt Ron Kovic (gespeeld door Tom Cruise)
tijdens een gevechtsactie, terwijl hij door zonlicht en
stof is verblind, in paniek als er een gestalte opdoemt.
Hij opent het vuur. Het
blijkt de net nieuw aangekomen marinier Wilson te zijn,
die overlijdt aan de hem toegebrachte verwondingen.
|
Tom Cruise (rechts in rolstoel)
als Vietnam-veteraan Ron Kovic in de film
‘Born on the fourth of july’
waarin friendly fire een van de
centrale thema's is |
Dit zal Ron Kovic nooit meer loslaten en een van de
meest aangrijpende scènes in de film is als hij,
inmiddels zelf een veteraan in een rolstoel, een bezoek
brengt aan de weduwe en de ouders van marinier Wilson om
uitleg te geven en om vergiffenis te vragen.
Het frappante is dat dit in werkelijkheid Ron Kovic zelf
nooit is overkomen, maar - zo legde Olliver Stone later
uit - het onderwerp ‘friendly fire’,
is in de film opgenomen omdat het wel degelijk iets is waar duizenden
Vietnam-veteranen tot en met de dag van vandaag mee
worstelen.
Nederland
in Afghanistan
En niet alleen Vietnam-veteranen. Wat er ook geprobeerd
wordt, het 'eigen vuur' lijkt bij het voeren van oorlog een
onuitroeibaar probleem. En daarmee zullen er altijd
veteranen terugkeren verteerd door wroeging, schaamte of
woede. Nederland werd er gruwelijk aan herinnerd toen
vorig jaar januari korporaal Adert Poortema en soldaat
Wesley Schol door eigen vuur omkwamen. In diezelfde
nacht zouden ook twee Afghaanse bondgenoten; Abdal Qodos
en Boman Haider, sneuvelen door vuur uit Nederlandse
wapens.
General Berlijn, de toenmalige commandant der
strijdkrachten, reageerde naar aanleiding van commotie
die ontstond na de bekendmaking van de uitkomsten van
het ingestelde onderzoek met de mededeling dat er geen
maatregelen getroffen werden tegen de betrokken
militairen. 'Er is maar een militair op aan te spreken.
En dat ben ik.' schreef hij met gevoel voor understatement
in zijn reactie.
Er bleek uit het onderzoek dat er ‘geen individueel traceerbare strafrechtelijk verwijtbare
fouten’ waren gemaakt. Daarmee is het verlies natuurlijk
niet minder triest. Integendeel, de generaal greep met
zijn opmerkingen in, bij iets wat met recht een netelige
kwestie genoemd mag worden.
In dit geval ging het nog om Nederlanders en Afghanen
die het slachtoffer werden van het vuur van andere
Nederlanders. Voorbeelden zijn er te over waarbij er
door fouten en miscommunicatie slachtoffers worden
gemaakt bij bondgenoten onderling. Vaak wordt er met
alle gepaard gaande, begrijpelijke emoties, dan niet al
te diplomatiek meer gereageerd.
In oktober 2006 reageerde een BBC-woordvoerder cynisch
bij een discussie over de veiligheid van de Britse
troepen in Basra, Irak dat: 'Britse soldaten op een
dagelijkse bases worden beschoten, maar dat het
duidelijk mag zijn dat het veel veiliger zou zijn
wanneer de Amerikanen zouden weggaan en alleen de
Irakezen op hen zouden vuren.'
Korea
Nederlandse Korea-veteranen kunnen over soortgelijke
situaties meepraten. Een van de meest tragische
voorvallen zou zich voordoen bij de bestorming van
heuvel 325. Deze heuvel die de vallei van Wonju
beheerste, moest veroverd worden opdat anders omsingeling
dreigde.
Het Nederlandse bataljon had net een periode van zware
gevechten achter de rug waarbij ze onder andere de
bataljonscommandant luitenant kolonel M.P.A den Ouden
verloren toen ze deze opdracht kregen. De aanval van de
A-compagnie liep in eerste instantie vast doordat de
vijf Zuid-Afrikaanse
vliegtuigen die hen zouden ondersteunen tot drie maal
toe de Nederlanders bestookten.
Wat ze ook probeerden om de piloten hun identiteit
duidelijk te maken, het lukte niet. Ze probeerden een
kruisvorm aan te nemen, wat de code was en ze probeerden
radiocontact met de piloten te krijgen, maar de Zuid-Afrikanen
bleven aanvallen. Ze wierpen zelfs napalmbommen af die
wonder boven wonder niet afgingen. Toch moesten twee
Nederlandse militairen het met de dood bekopen.
Eigen vuur in vroeger
tijden
Het ligt in de lijn der verwachting dat wanneer wapens
geavanceerder worden en de schaal van het slagveld
groter wordt, de problemen rondom ‘eigen vuur’ ook groter
worden. Toch zijn er in het verre verleden ook tal van
voorbeelden te vinden waarbij men per ongeluk op elkaar
begint te schieten.
Toen de Pruisen in 1815 onder Blücher eindelijk op het
slagveld verschenen om Wellington met zijn Brits-Nederlandse troepen van de ondergang tegen Napoleon te
redden, ontstond er eerst nogal wat verwarring. Het
slagveld was vergeven van de rook
en in de bonte verzameling van kleurige uniformen was
het niet voor iedereen duidelijk wie nu wie was.
|
Wellington op het slagveld bij
Waterloo in 1815 |
De artillerie van de Britten was net druk bezig een
aanval van de Franse cavalerie af te slaan, toen de
Pruisen het vuur op hen openden. De Britten leden zware
verliezen maar werden vervolgens gered door een compleet
bezopen Belgische batterij die sowieso alle kanten op
vuurde, maar nu op haar beurt de Pruisen wegvaagde.
Ook in 1471 bij de slag om Barnet
in het Verenigd Koninkrijk, die uitgevochten werd in de
dichte mist, was er door het slechte zicht veel
verwarring en vielen eenheden die bij elkaar hoorden
elkaar aan. Vervolgens werd dat weer als verraad gezien,
wat geroepen werd, waardoor men zelfs bewust de strijd
met elkaar aanging om de
'overlopers'
aan te pakken.
Ook
in de Bijbel komt een voorbeeld van 'eigen
vuur' voor waar
slim
gebruik van wordt gemaakt. In het boek Richteren slaagt Gideon
er in met een verrassingsaanval met een paar honderd
man zoveel paniek te zaaien onder het veel grotere
leger van de Midjanieten, dat zij in blinde paniek
elkaar te lijf gaan. Deze oeroude tactiek van
infiltratie waarbij dit 'eigen vuur' uitgelokt wordt, is
ook een tactiek die door de Vietcong werd toegepast en
vandaag de dag door de taliban.
Eerste
Wereldoorlog en Tweede Wereldoorlog
De
problematiek van het ‘eigen vuur’ is sinds de oudheid in
principe niet anders geworden. Het gaat fout door slecht
zicht en slechte of verkeerde informatie. In ieder geval
worden er fouten gemaakt ten aanzien van de
identificatie en de positie van de anderen. Generaal
Percin schrijft in zijn boek ‘Le Massacre de notre
Infanterie, 1914 - 1918’ uit 1921 dat er naar schatting
75.000 Franse soldaten zijn omgekomen door het vuur van
hun eigen artillerie.
|
Franse artillerie tijdens de
Eerste Wereldoorlog |
In de
Tweede Wereldoorlog zou dit niet veel anders zijn. De
missers kwamen nu vaker op naam van luchtmacht te staan.
Het grootste debacle lijkt bij operatie Cobra te hebben
plaatsgevonden in Normandië op 25 juli 1944.
De
luchtmacht, die al zijn bedenkingen had ten aanzien van
deze inzet, voerde eerst een massaal tapijtbombardement
uit voordat de Amerikanen de aanval zouden
inzetten. Ze
vlogen echter loodrecht op Duitse linies af waardoor een
aantal bommen te vroeg werd afgeworpen en op de eigen
posities terechtkwam.
Andere bommenwerpers, denkend
dat het opgeworpen stof op het doelgebied duidde,
volgden dat voorbeeld en honderden Amerikaanse
militairen waren al slachtoffer voordat ze de aanval
konden inzetten. Een van de gesneuvelden was generaal Lesley J. Mcnair, de hoogste in rang die bij de
Amerikanen zou sneuvelen in de Tweede Wereldoorlog.
|
Een van de gesneuvelden bij
operatie Cobra was generaal Lesley J. Mcnair
(1883-1944),
de hoogste in rang die bij de Amerikanen zou
sneuvelen in de Tweede Wereldoorlog |
De
luchtmacht was niet alleen verantwoordelijk voor het
maken van eigen slachtoffers. Ze waren zelf ook vaak
slachtoffer van veel te zenuwachtige
luchtafweerschutters van de landmacht en de Marine.
Zo opende bij
de landing op Sicilië in 1943 een
nerveuze luchtafweerschutter van de geallieerde vloot het vuur en
allen volgden. Ze richten echter een slachting aan onder
geallieerde luchtlandingeenheden die boven hun hoofd op
weg waren naar hun landingsplaatsen.
Dat
paniek en zenuwachtigheid dodelijk kunnen
zijn hadden de
geallieerden kunnen weten. Het schrijnendste geval moest
nog komen. Bij de landing
door Canadezen en Amerikanen
op Kiska, een eiland van de
Aleoeten, in augustus 1943
zouden er in twee dagen tijd
24 van hen sneuvelen en 71
vermist raken. Wat men niet wist was dat
de Japanners het eiland
al
hadden verlaten. De omgekomenen en de vermisten waren allen
slachtoffer van paniekerig ‘eigen vuur’.
|
Landing
door Canadezen en Amerikanen
op Kiska in 1943 |
Het
probleem van ‘eigen vuur’ zou ook leiden tot meer
slachtoffers juist omdat men het risico niet aandurfde.
Bij de landing op D-day op Omaha beach bijvoorbeeld,
hadden de geallieerde vliegtuigen, bang om eigen troepen
te raken, veel te laat hun bommen losgelaten.
Ze vielen
vervolgens kilometers landinwaarts vooral op Franse
burgers en koeien en misten totaal hun doelgebied.
En dat terwijl de Amerikaanse infanteristen juist zo
hadden
gehoopt op de
granaattrechters na het bombardement,
waar ze dekking in hadden kunnen zoeken
tegen het moordende Duitse machinegeweervuur.
De
ervaringen van krijgsgevangen gemaakte Nederlandse
militairen in mei 1940, waarbij Duitsers ze als levend
schild gebruikten is ook een dergelijk afschuwelijk
voorbeeld. De Duitsers die hoopten dat de Nederlandse
verdedigers het niet aan konden om hun eigen mannen
bloot te stellen aan 'eigen vuur',
en dachten op die manier
het Nederlandse verzet te kunnen breken. Dat lukte hier en daar,
maar al te vaak werd echter het vuur toch geopend en werden
onder andere bij de Grebbeberg velen het slachtoffer van
‘eigen vuur’.
Ook technische
problemen oorzaak van 'eigen vuur'
Niet
alles is blijkbaat ‘eigen vuur’ door fouten en
misverstanden. Een andere oorzaak die niet over het
hoofd mag worden gezien zijn de technische mankementen.
Zo zouden de uitgesleten lopen in de Eerste Wereldoorlog
voor talloze afzwaaiers zorgen, met nog meer slachtoffers
onder de eigen gelederen.
|
USS Tang was
de onderzeeboot die met 31 tot zinken
gebrachte
vijandelijke schepen de
Amerikaanse recordhouder was.
|
Een berucht en tragisch
voorval met een technisch mankement was het lot van de USS Tang
tijdens de Tweede Wereldoorlog. De USS Tang was
de onderzeeboot die met 31 tot zinken
gebrachte vijandelijke schepen de
Amerikaanse recordhouder was.
Tijdens zijn laatste zeer succesvolle campagne op 25
oktober 1944, lanceerde het zijn laatste torpedo, die
tot afgrijzen van diegenen die deze
per periscoop volgden,
een bocht maakte en de onderzeeboot zelf trof. Er waren
slechts enkele opvarenden die wisten te ontsnappen aan
de verdrinkingsdood.
Ongelukken
met een vuurwapen, moord
en executies
Vaak
wordt bij 'eigen vuur' ook gewezen op moord en executies.
Ten aanzien van executies ligt het verhaal in ieder
geval juridisch heel anders. Het is een onderwerp op
zich en het is in ieder geval niet onbedoeld. De
ongelukken met vuurwapens, in ieder geval onbedoeld,
vallen bij veel krijgsmachten dan ook
niet in dezelfde
categorie en hetzelfde geldt
ook voor moord.
Toch
zijn het wel degelijk zaken om rekening mee te houden.
De UNIFIL-uitzending bijvoorbeeld heeft ons geleerd hoe
dodelijk het gevaar is van de 'ongelukjes met een
vuurwapen'. De Nederlandse term
'eigen vuur'
dekt daarom
de lading beter dan de Engelse term 'friendly fire'.
De benaming 'friendly' is hier het misleidende. Soms
kan het vuur wel degelijk van de eigen kant komen maar
beslist niet onbedoeld zijn. Bekend zijn natuurlijk de
Franse schandalen uit de Eerste Wereldoorlog waar
eigen officieren bevel
gaven om het artillerievuur op de eigen
infanterie in de loopgraven te openen,
om ze zo te
dwingen de loopgraven te verlaten en in de aanval te
gaan.
Tijdens de Vietnam oorlog kwamen er nogal wat officieren
om het leven door fragmentatiegranaten die in hun
tentjes werden geworpen. De herkomst was dan, anders dan
met vuurwapens, onduidelijk. Deze officieren werden door
hun eigen manschappen vermoord opdat ze daarmee de vaak
roekeloze patrouilles in de jungle konden afbreken
om zo
hun eigen hachje te redden.
Het ging zelfs zo
ver dat
soldaten geld zetten op het hoofd van bepaalde
officieren die bekend stonden om hun ‘aanvalslust’.
Statistieken spreken van 600 vermoorde officieren en
1.400 vreemde doodsoorzaken. Het probleem werd zo groot
dat officieren met de aanslagen rekening moesten gaan
houden.
In ‘The African American experience in Vietnam’,
beschrijft James Westheider bijvoorbeeld hoe de latere
minister van Buitenlandse zaken Collin Powell in zijn
tijd als officier in Vietnam, om te voorkomen dat hij
zo’n granaat in zijn tentje kreeg, elke nacht zijn
tentje verplaatste.
Zelf toegebracht verwondingen
Zelf
toegebrachte verwondingen kunnen ook als een vorm van
'eigen vuur' gezien worden. Het fenomeen is vooral
bekend uit de Eerste Wereldoorlog:
soldaten
verwondden
zichzelf om zo onder de aanstaande aanval uit
te komen en te worden afgevoerd naar het
'veilige
achterland'.
De zwaarste straffen stonden er op wanneer
men betrapt werd, maar soms nam het zulke epidemische
vormen aan dat het niet meer tegen te houden was. De
Brits Indische eenheden die in 1914 in de strijd werden
gegooid bij de zogenaamde ‘Race naar de
Zee’, leden
zware verliezen.
Toen op een gegeven moment bijna elk
bataljon
in
november 1914
meer dan 200 man had verloren,
was er plotsklaps een stroom aan gewonden die door hun
hand waren geschoten. Alleen al bij het 47e
Sikhs bataljon en het 129e Baluchi bataljon
waren het respectievelijk 479 en 318 gevallen…
Soms
neemt hetzelfde incident in de loop der
tijd verschillende
vormen aan. Zo ligt de zaak Patt Tillman nog steeds
gevoelig in de Verenigde Staten. Patt Tillman was een
beroemd American football-speler
die zich na de aanslag van 9/11 vrijwillig meldde voor
het Amerikaanse leger.
Op 22 april 2004 sneuvelde hij in
Afghanistan. Eerst zou dat het gevolg
zijn van vijandelijk vuur.
Later bleek het 'eigen vuur' te zijn. Maar met drie
kogelgaten door zijn hoofd, afgeschoten op minder dan 10
meter spreekt men ook van moord. Tillmann was in de
maanden voor zijn dood een publiekelijk tegenstander van
de oorlog geworden. |