Uitbreken Eerste Wereldoorlog bijzondere openbaring Gods
Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is een
bijzondere openbaring Gods. Althans, als je de Duitse
predikanten uit die tijd moet geloven. Vier jaar lang
blijven zij de oorlog zien als een nieuw Pinksterfeest.
Otto Dibelius, later een van de belangrijkste
protestantse leiders, zei destijds in een preek: ‘Nooit
zal God op zo’n indrukwekkende manier tot ons spreken
als in deze maanden. Nooit zal Zijn genade en Zijn eis
zo dichtbij komen als nu. Ook al staat Zijn vaderhart
altijd voor u open, nooit zullen Gods engelen u meer op
adelaarsvleugels dragen dan in deze tijd. Vindt u nu
geen moed tot volledige overgave aan uw God, dan
ontneemt u zichzelf de hoop dat u dit ooit nog zult
vinden.’
Duitsland
is sterk verdeeld
In de aanloop naar de oorlog heeft de kerk veel aan
invloed moeten inboeten. Rond 1914 doet de moderniteit
zijn intrede en een groot deel van de elite zegt de
kerkbanken vaarwel.
Tegelijkertijd raakt de kerk ook de arbeiders kwijt aan
de socialisten en communisten. Theologen zijn somber en
worstelen met de vraag hoe het christelijk geloof weer
aansluiting kan vinden.
Duitsland is sterk verdeeld. Het land, in 1866 ontstaan
uit een (gedwongen) samenvoeging van vorstendommen, is
geen eenheid. Ook op godsdienstig gebied zijn er
verschillen: het noorden is grotendeels protestants
(luthers of gereformeerd), het zuiden katholiek.
De hand van
God
Dan breekt in 1914 de oorlog uit. Mensen zijn bang en
vinden de gang naar de kerk terug. Deze stromen weer
vol. Beduusd door zoveel aandacht raken de predikanten
enthousiast. Al snel zien zij de oorlog als een teken
van God, een nieuw Pinksterfeest. God stort Zijn Heilige
Geest uit. Het sterk verdeelde Duitsland krijgt van God
de mogelijkheid om één te worden, zo prediken zij.
|
Duitse scherpschutters wachtend op een slachtoffer |
Een land dat weinig meer om de kerk gaf, krijgt de
gelegenheid terug te keren tot God. Een laatste kans
voor het Duitse volk. Dit geloof leeft in alle
kerkelijke geledingen. Het verschil tussen kerken en
stromingen valt plots weg. Vrijzinnige en piëtistische
predikanten, luthersen en gereformeerden, allen worden
aangestoken door deze geest.
Dolkstootlegende
Vier jaar lang blijven de predikanten hier aan vast
houden. Ook wanneer de gemoederen ten aanzien van de
oorlog tot bedaren zijn gekomen, preken zij vanuit deze
geest. Ze zien het als hun taak om het enthousiasme van
de mensen weer aan te wakkeren en het volk moed in te
spreken.
Als de oorlog voorbij is, verliest het volk de Heilige
Geest weer, vrezen ze. Het is daarom een bittere
pil als de nederlaag voor Duitsland in zicht komt. Toch
komen de geestelijk leiders niet uit bij God, maar gaan
ze op zoek naar zondebokken. Want de heilige zaak, de
zaak van God, is verraden!
De nederlaag heeft geen militaire oorzaak, maar een
godsdienstige. De vijand die de nekslag gaf, was niet
het Franse of Engelse leger, maar het gebrek aan geloof
en de ontrouw van het Duitse volk aan Gods zaak.
Daardoor werden ze vatbaar voor verderfelijke
democratische en socialistische invloeden en moest de
oorlog wel verloren worden.
|
Veldpreek op het kerkhof van
Chaillon |
Na de Eerste Wereldoorlog raakt de dolkstootlegende in
zwang: het leger maakt het volk wijs dat de oorlog niet
op het slagveld is verloren, maar dat de Duitse zaak van
binnenuit is verraden, door volksgenoten. De linkse
regering van democraten en socialisten die enkele dagen
voor het einde van de oorlog aan de macht kwamen, hebben
het Duitse leger in de rug aangevallen door zich over te
geven.
Deze dolkstootlegende wordt opgepikt door predikanten,
die daardoor bevestigd worden in hun opvatting dat er
een direct verband is tussen de nederlaag en de ontrouw
van het Duitse volk aan Gods zaak. De legende treedt
voor het eerst op in een preek van de Berlijnse
predikant Bruno Doehring.
Wat ging er mis?
De Duitse kerken staan in 1914 weinig kritisch ten
opzichte van het nationalisme. Al voor 1914 is het
geloof sterk verweven met het nationalisme.
Geloofshelden zijn de grote figuren uit de Duitse
geschiedenis, zoals Luther (de reformator) en Bismarck
(degene die Duitsland verenigde).
De Duitse geschiedenis
wordt gezien als door God geleid: de Duitse vijanden
zijn Gods vijanden, Fransen en Engelsen zijn moreel
verderfelijk. Door hen te verslaan, voltooit men Gods
geschiedenis.
|
Transport van Duitse
zwaargewonden |
Terecht geloofde men in die tijd dat God de geschiedenis
leidt. De fout die de Duitsers echter maakten, is dat ze
God voor hun eigen karretje spanden. Men zag de
nederlaag niet als een ingrijpen van God, maar als het
afdwalen van het Duitse volk.
Een denkfout die al in de Bijbel wordt aangewezen: ‘Je
denkt dat je zelf het oordeel van God ontloopt. Het
oordeel van God zal jouw vijanden treffen.’ Volgens de
Bijbel zijn het valse profeten die deze woorden spreken.
In 1932, toen Hitler aan de macht kwam, zouden veel
christenen weer diezelfde fout maken. Toen was het
Hitler die werd gezien als de leider, door God gezonden
om het Duitse volk te redden.
▬
Ds Matthijs Schuurman is
predikant in Ilpendam en Watergang.
|