Bijlage 2 - Drinkwater voor het front 1914-1918


Geïmproviseerd waterfilter voor de troepen te velde
Ontleend aan: W.H.Cool - Leerboek der Pionierkunst, Deel 1, Breda, 1914

De in oorlogstijd te velde zelf te maken inrichtingen voor zuivering van water, zullen dikwijls uit niet meer bestaan dan uit twee boven elkaar te plaatsen bakken (tonnen, kuipen) (fig. 172) waarvan men de bovenste als filter inricht en de onderste ter verzameling van het gezuiverde water gebruikt.
Men moet den bodem van den bovensten bak van gaatjes (sleuven) voorzien of als dit lastig is, aldaar een open ruimte houden en het water er met behulp van een buis (slang) uithevelen (maken, dat de hevel niet af kan slaan).
Als filter kan men eenige schoone doeken (desnoods kruislings gelegd stroo), grind, grof zand, met voor drinkwater zoo mogelijk nog een laag(je) houtskool, cokes of beenderkool. er tusschen in gebruiken.
De gaatjes n in het onderste vat (fig. 172) dienen om de lucht goed te laten toetreden.
Door den ondersten bak een veel grootere oppervlakte dan den bovenste te geven, kan men de inrichting zoo maken, dat men het water er rechtstreeks uit putten kan en de voor niet ambachtslieden vrij moeilijk aan te brengen kraan als volgens fig. 172 onnoodig wordt (en tevens de gaatjes n).
 

Maakt men de bakken van goed droog, stevig aaneensluitend hout, dan zwellen de naden bij het nat worden van zelf geheel dicht; de waterdichtheid van zulke onbekleede houten bakken valt over het algemeen zeer mee.
Zijn de bakken ten opzichte van het gebruik slechts klein, dan zorge men er voor, dat men bij het wegnemen van gezuiverd water, in beginsel dadelijk weer een minstens even groote hoeveelheid ongezuiverd water op het filter brengt.
In den regel hangt de mate van zuivering voor een groot deel ook af van den duur van de filtratie.
Heeft men voldoende tijd en gelegenheid, dan kan men uit den handel (of van den Geneeskundigen Dienst) vaak zeer goede en zelfs vrij snel werkende filters verkrijgen.