Bijlage 1 - Drinkwater voor het front 1914-1918

Drinkwaterzuivering te velde
Bron: NRC 26 februari 1915, ochtendblad A

Het moeilijke vraagstuk voor de legers te velde goed drinkwater te maken, want te vinden is het in de benoodigde hoeveelheid naturlijk maar zelden, wordt door de verschillende partijen op diverse wijzen opgelost.
Het Duitsche legerbestuur laat het water dikwijls koken, zoo ook de Franschen, die hier en daar een thee-voorzieningendienst hebben ingericht, want het gekookte water is noch lekker noch gezond.

Soms kan men ook volstaan met filtreeren, waarvoor de Birkfeld- en Hansafilters met succes gebruikt zijn, mits zij onder behoorlijk toezicht gesteld kunnen worden. Ozoniseeren is in het Duitsche leger eveneens gebruikelijk, de compacte, krachtige ozoniseertoestellen van Siemens bewijzen uitstekende diensten. Tevoren moet het water dan nog ruw gefiltreerd en zoonodig door zeoliet-filters ontijzerd worden.

De chemische zuivering biedt niet de grootste moeilijkheden en is ook niet de belangrijkste. Epidemieën te voorkomen in een land waar aarde en water door en door besmet worden tengevolge van het leven en sterven der legermachten, maakt een grondige bacetriologische zuivering noodig, zooals die o.a. door koken bereikt wordt. Het Oostenrijksche en het Fransche leger zijn voor dit doel ook voorzien van inrichtingen die van ultravioletlicht, ter dooding der ziektekiemen, gebruik maken.

Onlangs werd in dit blad bericht over de goede diensten, die men van die stralen bij de wondbehandeling had, en ook in de Finssen-instituten past men ze toe. Hun toepassing ter waterzuivering dateert ook al van jaren her, maar is toch eerst in den laatsten tijd in ’t groot mogelijk geworden door de vervaardiging der kwikdamplampen van kwarts.

Men weet dat de tusschen kwik-electroden opgewekte lichtboog, zooals die in Maiollampen bestaat, aan
ultraviolet licht bijzonder rijk is. Kwarts is het aangewezen materiaal, omdat het, veel beter dan glas, die stralen doorlaat. Een glazen buis, om een kwartslamp gebracht, laat nog slechts één duizendste der ultra-violette stralen door.

Rouaan was de eerste stad, die in een der voorsteden een groote waterreinigingsinstallatie, op dit beginsel berustende, had, met het resultaat, dat in het district dat hiermee gebaat was, practisch geen typhus meer voorkwam, wat van de omliggende streek niet gezegd kon worden. De ìnstallaties werken met lampen, welker lichtboog in een lange kwartsbuis is opgenomen, zoodat het geheel eenigszins pistool-vormig wordt.

De kwartsbuis steekt in het te behandelen water, dat door het aanbrengen van platen en stootwanden gedwongen wordt verscheidene malen langs de lichtbron te stroomen. Daar natuurlijk bij één maal langs voeren de bacteriën “in elkaars schaduw” kunnen schuilen en zoodoende niet alle gedood worden, is dit herhaald langs-vloeien onder voortdurend bewegen van het water noodig. Daarom ook mag het water niet troebel zijn, en wordt het eerst gefiltreerd.

Hoewel theoretisch een dikke laag vloeistof voordeelig zou lijken voor het stroomverbruik, en ook nog in een laag van 1 meter dikte de kiemdoodende werking goed valt waar te nemen, is het practisch toch beter gebleken de waterlaag om de lamp heen niet dikker dan 60 à 70 cm. te maken. De grootste inrichting van deze soort is die te Lunéville, waar 500 lampen per dag 8300 m3 water zuiveren.

Het stroomverbruik is hier bijzonder hoog: n.l. 30 kilowattuur per 1000 m3, dit ligt aan de donkere kleur en zeker moeilijk te verwijderen troebeling van ’t water. Het voltage der gebruikte lampen wisselt van 200 – 300 volt, het effect is binnen zekere grenzen met de stroomsterkte evenredig.

Wegens de snelle èn zekere werking (ook de sporen der bacteriën worden gedood) die zich tot alle kiemen gelijkelijk uitstrekt, en wegens den geringen omvang der installatie is beschreven zuiveringsproces ook te velde een succes gebleken. Niet weg te cijferen is ook het voordeel, dat een overmaat niet schaadt, men kan steeds de grootst mogelijke zekerheid betrachten, zonder de kans te loopen dat, zooals bij zuivering met chemicaliën ’t geval is, door te groote ijver van het goede te veel toegevoegd wordt.