De herdershond Wolf uit Der Weg Zurück
‘Das ist ja der wahre Satan’, stottert der Bauer
entgeistert.
‘Jawohl’, sage ich stolz, ‘das ist eben altes Miltär. Damit
soll Mann nicht anfangen.’
Bovengenoemd citaat is een passage uit het boek Der Weg
Zurück van de schrijver Erich Maria Remarque uit 1931. Het
boek handelt over de vergeefse pogingen van een groep Duitse
veteranen uit de Eerste Wereldoorlog om hun draai in de
burgersamenleving te vinden. De hoofdpersoon Ernst heeft
zich, nadat ze de loopgraven definitief de rug toe hebben
gekeerd, ontfermt over de 'oorlogshond Wolf'. De boer noemde
de hond 'een echte satan', nadat de herdershond Wolf zijn
Duitse dog Pluto verscheurd had.
Even daarvoor had de boer Ernst nog gewaarschuwd voor zijn
Duitse dog Pluto, die er juist om bekendstond tientallen
andere honden afgeslacht te hebben. Ernst had de
waarschuwing in de wind geslagen met de mededeling dat Wolf
eerst die' Scheisspluto fertigmachen' moest.
In een latere passage, wanneer Wolf op een kudde schapen
afstormt, probeert Ernst op zijn beurt de schaapherder te
waarschuwen. De schaapherder reageert laconiek en wijst de
hoofdpersoon erop dat Wolf toch een herdershond is en dat
die niets zal doen. Ernst probeert de herder uit te leggen
dat wolf een 'oorlogshond' is en 'onder de granaten groot
geworden is'. Tot stomme verbazing van Ernst blijkt Wolf
heel goed in staat de kudde bijeen te drijven en de
schaapherder wil de hond meteen van hem kopen.
Tussen de regels door begrijpt de lezer dat waar de
hoofdpersoon niet in staat is om zijn rol in vredestijd te
vinden een dier daar wel toe in staat is.
|
Judy, het enige dier dat officieel
krijgsgevangen is gemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze
ontving de PDSA Dickin Medal 'For magnificent courage and
enduranc in japanese prisoncaps, wich helped to maintain
morale among prisoners and tor saving jives through her
intelligence and watchfulness’. |
|
In een notendop bevat dit bovengenoemde voorbeeld alles wat
de mens-dier relatie in een oorlog met zich meebrengt. Hoe
dapper en nuttig de dieren soms ook geweest kunnen zijn, dat
zijn ze natuurlijk voor willekeurig welke baas. Ze zullen
zich niet afvragen of ze aan de goede kant vochten en niet
in vertwijfeling vallen over hun handelen. Hoewel hierbij
een kanttekening geplaatst moet worden; ook dieren ervaren
wel degelijk stress en worden bovendien veelvuldig
slachtoffer van het oorlogsgeweld.
Het Amerikaanse leger kende na de Tweede Wereldoorlog zelfs
een speciaal programma waarin militaire honden weer gewend
werden aan het leven in de burgermaatschappij.
Grote diversiteit in het gebruik van dieren
Bij het gebruik van dieren in oorlogstijd wordt meestal
meteen gedacht aan paarden. De cavalerie heeft eeuwenlang
gebruik gemaakt van deze dieren als transportmiddel. Ook
trekdieren en lastdieren, zoals ezels en muildieren, worden
veel genoemd. Toch moeten we aan een veel grotere variëteit
uit ons dierenrijk denken, wanneer het gaat om het gebruik
van beesten in oorlogstijd.
Zo werden glimwormen door de Britse soldaten in de
loopgraven gebruikt om bij nacht in staat te zijn kaart te
lezen en werden er tijdens de Birma campagne in de Tweede
Wereldoorlog door het Britse leger nog 1.600 olifanten
gebruikt, die eerst op de Japanners waren buitgemaakt.
Wanneer we het hebben over de ervaringen van militairen en
dieren in oorlogstijd, gaat het nog veel verder. Dan moeten
we ook denken aan ongedierte als luizen en ratten, dieren
als voedsel en gewoon lastige dieren. 'Lastige dieren' lijkt
in eerste instantie een vreemd begrip, maar hierbij moet men
denken aan rondzwervende dieren op het slagveld.
Zo waren de roofdieren uit Ouwehands Dierenpark op de
Grebbeberg tijdens de Duitse inval in mei 1940 wel gedood,
maar de apen en tropische vogels had men losgelaten. Deze
dieren zouden vervolgens al krijsend rondhangen in de bomen
op de berg en in de nacht voorafgaand aan de Duitse
stormloop voortdurend de Nederlandse militairen verontrusten
dan wel uit hun slaap houden. Ook kan men denken aan de
muggenplagen die ontstonden door het stilstaande water in de
geïnundeerde gebieden. Een ander voorbeeld zijn de
muizenplagen die in de steppes van Rusland tijdens de Tweede
Wereldoorlog hele pantsercolonnes tot stilstand dwongen. De
beestjes hadden de complete bedradingen van de voertuigen
doorgeknaagd.
Dieren kunnen mijnen opsporen
Ratten worden veelal genoemd als ongedierte. Tegenwoordig
weet men deze dieren echter ook voor een heel nuttige taak
in te zetten. Zo blijken ze prima in staat om mijnen op te
sporen. Ook varkens blijken deze opdracht uitstekend aan te
kunnen. Op zee worden ook dolfijnen voor deze taak ingezet.
Het opsporen van mijnen en explosieven op het land werd en
wordt wereldwijd echter vooral door honden gedaan.
|
Een grote Gambiaanse hamsterrat speurt via
zijn reukorgaan naar een antipersoneelsmijn in een
mijnenveld nabij Vilancoulos, 450 kilometer ten noordoosten
van de hoofdstad Maputo in het zuiden van Mozambique,
november 2004. |
|
In de Tweede Wereldoorlog hebben met name de Russen hiermee
grote successen behaald. Zo werden alleen al in 1943 door
Russische 'mijnenhonden' 529.000 Duitse mijnen opgespoord.
De heldenrol was weggelegd voor de hond Zucha die 2.000
mijnen opspoorde in 18 dagen.
Men zou bij deze successen verwachten dat de Russen het
voordeel van 'de beste mensenvriend', de hond, wel in zouden
zien. Toch aarzelden ze niet honden ook in te zetten in een
soort van kamikazerol. Zo werden honden grootgebracht die
steeds hun voedsel kregen onder tanks met draaiende motoren.
Wanneer Duitse pantserformaties in de buurt waren
gelokaliseerd, werden deze honden eerst uitgehongerd en
vervolgens met explosieven omhangen...
De goede reuk en het goede hoorvermogen van de hond,
gecombineerd met de mogelijkheid een hond goed af te
richten, waren al sinds jaar en dag bekend. Ook nu nog
worden honden voor allerlei taken door krijgsmachten overal
ter wereld gebruikt. Alleen al het Belgische leger heeft er
meer dan 500 in dienst.
In de Eerste Wereldoorlog werd het Duitse thuisfront
opgeroepen honden af te staan 'voor het vaderland'.
Duizenden honden werden ingelijfd. Ten behoeve van de inzet
van de Special Air Service (SAS) werden door de Britten
zelfs honden aan parachutes neergelaten. Dit deden ze
overigens, bij gebrek aan landingsbanen in Birma, ook met
muilezels die, om te voorkomen dat ze met hun gebalk de
posities aan de Japanners verraden, eerst de stembanden werd
doorgesneden.
Dieren krijgen medailles en onderscheidingen
De inzet van dieren heeft in de geschiedenis dusdanige
bewondering bij de mens verworven dat er ook veelvuldig
onderscheidingen zijn uitgereikt aan dieren. De Britten
hebben zelfs een speciale onderscheiding voor dieren: de
Dickin Medal van de dierenbescherming (PDSA).
|
Scheepskat Simon
aan boord van
HMS Amethyst |
Het bovengenoemde relaas over honden doet vermoeden dat het
vooral honden zijn die deze onderscheidingen in de wacht
slepen. Toch is een van de bekendste gedecoreerde beesten de
kat Simon van de Britse torpedobootjager HMS Amethyst. Simon
bleef volhardend op ratten jagen, terwijl het schip
dagenlang vastlag op een zandbank en onder vuur lag van
Chinese kustbatterijen tijdens de gevechten tussen de
nationalisten en de communisten. Het dier raakte gewond,
werd geopereerd en ging vervolgens verder met de
rattenjacht.
De jacht op ratten was op dat moment van het
grootste belang, omdat de voedselvoorraden van het schip op
dreigden te raken. De grootste rat die er rondliep en die de
bemanning herhaaldelijk getracht had te vangen, had van hen
de bijnaam Mao Zedong gekregen. In een direct duel slaagde
Simon erin deze rat te doden. Tussendoor had de kat nog even
tijd om de vele gewonden aan boord te troosten. De medaille
moest uiteindelijk postuum worden uitgereikt, omdat de kat
alsnog aan de gevolgen van zijn verwondingen zou bezwijken.
Het gebruik van postduiven
Ook postduiven zijn voor hun dapperheid gedecoreerd. In
Brussel staat zelfs een monument voor deze dieren.
Postduiven werden gebruikt om berichten over te vliegen.
Veel van deze berichten hebben talloze militairen het leven
gered. Cher Ami was zo'n duif. Het beestje werd gebruikt
door de Amerikaanse 77e divisie tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Tijdens de strijd in de Argonnen brak een
Amerikaans bataljon door, maar raakte vervolgens in de
bossen achter de Duitse linies het contact kwijt met de rest
van de divisie. Dit zogenoemde Lost Bataljon werd zwaar
beschoten door de eigen artillerie. De commandant liet de
duif gaan met het bericht: ‘We are along the raad parallel
to 276.4. Our own artillery is dropping a barrage directly
on us. For heaven's sake stop it.’
|
De beroemde Amerkaanse duif Cher Ami |
De Duitsers probeerden de duif neer te schieten, maar
ondanks dat ze het beestje zware verwondingen toe wisten te
brengen aan zijn oog en poot, slaagde het erin de
Amerikaanse linies te bereiken. Cher Ami verloor een pootje
en een oog, maar werd goed verzorgd. De duif kreeg de Croix
de Guerre avec palmes uitgereikt en werd overgebracht naar
de Verenigde Staten, waar hij een heldenontvangst kreeg. Na
zijn dood in 1919 werd de duif opgezet en sindsdien is hij
nog steeds te bewonderen in het National Museum of American
History van het Smithsonian Institute in Washington.
In de Eerste Wereldoorlog moesten duiven vooral oppassen
voor Duitse kogels en gifgas. In de Tweede Wereldoorlog kwam
daar een andere tegenstander van formaat bij: door de
Duitsers getrainde haviken. Deze vijand kostte de special
agent Mary of Exeter - postduiven werden veel door
verzetsbewegingen en inlichtingendiensten gebruikt - een
vleugel.
Daarnaast was het beestje ook nog geraakt door drie Duitse
kogels. De duif overleefde en in 1950 werd ze op het
militaire erekerkhof van Londen begraven, na nog van een
welverdiende oude dag te hebben genoten.
De Britse duif
Gustav, beroemd geworden omdat hij als eerste op D-Day zijn
berichtje thuisbracht, kwam wat ongelukkiger aan zijn einde.
Nadat de PDSA Dickin Medal aan deze duif was uitgereikt,
kwam Gustav aan zijn einde omdat iemand op hem was gaan
staan.
De beroemde oorlogshond Rin Tin Tin
De duif Gustav mag dan niet lang van zijn veteranenleven
hebben kunnen genieten, voor de hond Rin Tin Tin gold het
tegenovergestelde. Het beest, een Duitse herder, werd door
een Amerikaanse militair gevonden op het slagveld van Saint
Mihiel in de Eerste Wereldoorlog. De hond leed zwaar onder
shellshock en de Amerikaanse militair Lee Duncan ontfermde
zich over de 'krijgsgevangen hond'.
Hij nam zelfs contact op met de krijgsgevangen Duitse
hondentrainer om ervaringen met hem te delen. Lee Duncan nam
Rin Tin Tin mee naar huis na de wapenstilstand. Daar leerde
hij de hond allerlei kunstjes en dit werd ontdekt door een
Hollywoodproducent. Die besloot de hond met al zijn
vaardigheden tot HolIywoodster te bombarderen.
|
Rin Tin Tin in een hoofdrol in The Clash of the
Wolves (1925) |
Rin Tin Tin zou in 26 films de hoofdrol spelen. Het schijnt
dat de hond in zijn dagen als veteraan een eigen kok had die
hem een elke dag een diner bereidde met tenderloin steak.
Het verhaal gaat dat hij is gestorven in de handen van een
prachtige actrice. Veel hiervan kan waarschijnlijk worden
toegeschreven aan de gebruikelijke Hollywoodmythes. Zo
kwamen er bijvoorbeeld ook 10.000 brieven per week aan
fanmail binnen.
Lee Duncan begon met nakomelingen van Rin Tin Tin een
trainingsschool voor honden voor het Amerikaanse leger in de
Tweede Wereldoorlog. Na de Tweede Wereldoorlog begon hij ook
nog een rehabilitatiecursus voor deze honden, zodat ze terug
konden keren naar de families die ze aan het leger hadden
gedoneerd.
De terriërs Rommel en Hitler en andere bekende dieren
Naast de taak in de werkelijke strijd, werden dieren ook
vaak gehouden als gezelschapsdier of als mascotte. Dit was
en is natuurlijk een belangrijke factor voor het moreel.
Zelfs de hogere generaals hadden hier een handje van. Zo had
de Britse generaal Montgomery twee terriërs, waarvan hij de
ene Rommel en de andere Hitler had genoemd.
|
De beer Voytek, mascotte van de Poolse 22e
compagnie Army Service Corps |
De Poolse 22e compagnie Army Service Corps (artillerie) in
de Tweede Wereldoorlog hield er zelfs een beer op na. De
beer heette Voytek en hielp, naast het hooghouden van het
moreel, ook mee met het ontladen van de zware granaten.
Uiteindelijk zou Voytek bij de overwinningsparade in Glasgow
als soldaat mee marcheren. Hij werd gedemobiliseerd in de
dierentuin van Edingburgh.
De mascotte van de Duitse kruiser SMS Dresden uit de Eerste
Wereldoorlog kreeg niet zo'n mooie demobilisatie. De kruiser
werd in 1915 tot zinken gebracht door de Britse kruisers HMS
Glasgow en Kent. Een van de weinige overlevenden was de
mascotte van de SMS Dresden; een varken.
De Britse matrozen die het in het water rondzwemmende varken
oppikten, adopteerden het en gaven het de naam Tirpitz (naar
de opperbevelhebber van de Duitse zeevloot). Tirpitz bracht
in 1919 bij een veiling van varkensvlees, ten bate van het
Rode Kruis, 1.785 Britse ponden op.
Dieren zullen altijd gebruikt worden door mensen in de
krijgsmacht. Door het oprichten van monumenten en het
uitreiken van medailles lijkt het alsof de beesten zich
bewust zijn van de rol die de mens ze geeft. Waar het gaat
om het lijden van de dieren te gedenken, lijkt het nog op
zijn plaats. Toch is het bekendste voorbeeld uit de meest
recente geschiedenis van het gebruik van dieren in de
krijgsmacht een teken aan de wand. Iedereen herinnert zich
de foto's uit de Abu Ghraib-gevangenis in Irak, waar honden
opgehitst werden tegen weerloze en doodsbange Iraakse
gevangenen. Ook dit kunnen we van Rin Tin Tin verlangen.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in:
Checkpoint - Maandblad voor
veteranen nr. 8 -
oktober 2006
|