Het graf van Cort van de Linden
In de Volkskrant van 17 juli 2007 stond een artikel
onder de kop: “Zelfs premiers ‘creperen’ in verweerde
graven”. Daarin vraagt oud Tweede Kamerlid Ries Smits
van het CDA en tegenwoordig Haags raadslid aandacht voor
vergeten graven op de beroemde begraafplaats Oud Eik en
Duinen in Den Haag.
|
Het oudste
gedeelte van de Haagse begraafplaats Oud Eik en
Duinen, met vooraan
verweerde grafstenen waaronder de steen van het graf
van de familie Cort van der Linden. |
Het artikel opent met de volgende zinnen: ‘Misschien
zijn we wel te calvinistisch, antwoordt Ries Smit op de
vraag waarom Nederland zijn beroemde landgenoten laat
creperen in verweerde graven. We hebben zojuist halt
gehouden bij de laatste rustplaats van Pieter Cort van
der Linden en zijn op weg naar die van Isaäc Fransen van
der Putte.
Beiden zijn ooit minister-president geweest.
De eerste verdient zelfs het stempel staatsman omdat hij
het neutrale Nederland veilig door de Eerste
Wereldoorlog loodste. En moet je dat nu zien, zegt Smit
op een toon die boosheid en moedeloosheid verenigt.
Verticaal loopt een breuk door de grafsteen en de naam
van de premier in oorlogstijd is slechts met moeite
leesbaar’.
|
De
eenvoudige, verweerde grafsteen van de familie
Cort van der Linden anno 2007 |
De begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag is de
oudste begraafplaats van Nederland en gesitueerd rond de
ruïne van een kapel die graaf Willem II in de dertiende
eeuw voor zijn overleden vader Floris IV van Holland
liet bouwen. Op de begraafplaats liggen tal van
prominente Nederlandse personen begraven.
Het eenvoudige graf van de familie Cort van der Linden
vermeldt zelfs niet dat de staatsman mr. Pieter Cort van
der Linden hier op 18 juli 1935 werd bijgezet. De breuk
in de grafsteen is overigens slechts een barstje, maar
de steen is inderdaad volledig aangetast. En het graf is
pas te vinden na aanwijzingen van het personeel van de
begraafplaats. Mogelijk is het de keuze van de familie
geweest geen pronkgraf te plaatsen zoals dat van de
nabij gelegen graftombe van de vice-admiraal en
letterkundige Julius Constantyn Ryk (gestorven in 1854).
En dat moet uiteraard gerespecteerd worden.
Een voor de hand liggende reactie op de klacht van Ries
Smits, zoals verwoordt in het artikel in de Volkskrant,
is er een van steunbetuiging. Ja, daar moet iets aan
gedaan worden. Anderzijds heeft zo’n verweerd graf toch
ook wel iets moois; de schoonheid van de
vergankelijkheid. En zal Cort van der Linden, door het
graf op te knappen, daardoor meer bekendheid krijgen bij
het grote publiek?
De begraafplaats Oud Eik en Duinen heeft voor de
bezoeker een informatieblad met de graven van bekende
Nederlanders samengesteld. Daarop staan diverse
kunstenaars zoals de Haagse schrijver Louis Couperus,
wetenschappers en politici, maar de naam Pieter Cort van
der Linden ontbreekt. Wel op de lijst staan de
voormalige minister-president Willem Drees en ook Pieter
Sjoerds Gerbrandy, premier van de Nederlandse regering
in ballingschap tijdens de Tweede Wereldoorlog, die
beiden op de begraafplaats hun laatste rustplaats
hebben.
Maar er worden ook politici vermeld uit de tijd van Cort
van der Linden zoals mr. Hendrik Pieter Marchant die als
vrijzinnig-democratisch politicus van 1900-1933 lid van
de Tweede Kamer was. Marchant die in de kwestie van de
val van de minister van Oorlog Nicolaas Bosboom in 1917
in aanvaring kwam met premier Cort van der Linden.1)
Maar waarom geen aandacht voor Cort van der Linden? Dat
geeft toch de indruk dat hij en zijn daden, net als zijn
graf, zijn vergeten. Is dat echter wel zo en wordt dat
geschraagd door recente meningen in diverse media?
De regering Cort van der Linden (1913-1918)
Cort van der Linden was geen bevlogen politicus zoals
Abraham Kuiper, de voorman van de anti-revolutionairen,
of Pieter Jelles Troelstra, de voorman van de
socialisten. Hij was eerder een gelegenheidspoliticus
doordat Nederland in 1913 weer eens een politieke crisis
kende.
|
De regering
Cort van der Linden met de premier zittend in
het midden.
(Naar een schilderij gemaakt door Piet van der
Hem in 1922.) |
Alle liberale partijen hadden zich verenigd voor
de verkiezing en zelfs een pact gesloten met de
socialisten van Troelstra tegen de confessionele
partijen. De liberalen en socialisten wonnen de
electorale strijd, kregen de meerderheid in de Tweede
Kamer maar de socialisten waren nog niet rijp voor
regeringsdeelname.
De liberaal Cort van der Linden werd daarom, op de reeds
gevorderde leeftijd van zevenenzestig jaar, gevraagd een
regering te vormen. Hij was hoogleraar
staatshuishoudkunde aan de universiteit van Amsterdam,
maar bezat voldoende politieke ervaring. Hoewel nooit
deel uitmakend van het parlement, was hij van 1897-1901
minister van Justitie geweest en vervolgens lid van de
Raad van State.
Het werd een extraparlementair kabinet bestaande uit
negen liberale en vrijzinnig-democratische ministers,
voor het merendeel geen vooraanstaande politici, dat de
grote politieke kwesties van het algemeen kiesrecht en
de gelijkstelling van het openbaar en bijzonder
onderwijs zou moeten gaan oplossen. En alsof dat
allemaal nog niet genoeg was brak in augustus 1914 de
Eerste Wereldoorlog uit. Het extraparlement kabinet werd
een soort nationaal kabinet. De politieke partijen
realiseerden zich dat het handhaven van de neutraliteit
de nationale geschillen overheerste.
De Eerste Wereldoorlog
De regering Cort van der Linden moest noodgedwongen tal
van zaken regelen. Het Nederlandse leger werd begin
augustus 1914 gemobiliseerd en de enorme
vluchtelingenstroom uit België werd opgevangen. In de
loop van de oorlog dienden verder tal van ongewone
maatregelen genomen te worden genomen om de Nederlandse
economie overeind te houden. De buitenlandse handel had
ernstig te leiden van de Britse zeeblokkade en de Duitse
onderzeebootoorlog wat de distributie van voedsel en
brandstof nodig maakte. Daarbij kwam de steeds aanwezige
dreiging bij de oorlog betrokken te worden.
Ondanks of misschien wel dankzij de Eerste Wereldoorlog
werd de binnenlandse politieke problemen opgelost. Het
algemeen kiesrecht werd ingevoerd in 1917 en in de zomer
van 1918 werden nieuwe verkiezingen gehouden volgens de
evenredige vertegenwoordiging. Cort van der Linden
diende zijn ontslag in en werd de laatste liberale
premier die Nederland heeft gehad.
Zijn kabinet werd opgevolgd door een op een
parlementaire meerderheid steunende regering onder
leiding van de rooms-katholiek Charles Ruijs de
Beerenbrouck. Die kreeg vervolgens ook de nodige
problemen voorgeschoteld zoals de novemberrevolte van
Troelstra, de vlucht van keizer Wilhelm II naar
Nederland op 10 november 1918 en de Belgische eisen voor
annexatie van Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg.
Recente meningen over Cort van de
Linden
Hoe wordt nu, anno 2007, op Cort van der Linden en zijn
kabinet teruggekeken. Op de website van het Nederlandse
parlement valt te lezen:
‘Kleine, statige en beheerste geleerde, die door zijn
premierschap tijdens de Eerste Wereldoorlog één van de
belangrijkste staatsmannen van de twintigste eeuw werd.’2) En verderop staat: ‘Leidde het kabinet tijdens de
Eerste Wereldoorlog en kreeg veel lof voor de wijze
waarop zijn kabinet de Nederlandse neutraliteit wist te
bewaren’.
Ook elders zijn er woorden van grote waardering voor
Cort van der Linden te vinden. Enkele citaten van mr.
B.C.L. Waanders in zijn stuk ‘Kabinetten van de eeuw’ in
het NRC Handelsblad van 21 september 1999:
‘Het kabinet-Cort van der Linden heeft ongetwijfeld twee
historische verdiensten gehad. Heel belangrijk was in de
eerste plaats het buitenlands beleid tijdens de van 1914
tot 1918 durende Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland
neutraal kon blijven, ofschoon niet zonder perikelen.’
en:
‘Ondanks alle oorlogsmoeilijkheden slaagde het
kabinet-Cort van der Linden ook nog in het voltooien van
een grondwetsherziening om te komen tot algemeen
kiesrecht, evenredige vertegenwoordiging en beëindiging
van de schoolstrijd. Dat is zeker de tweede historische
verdienste van dit kabinet geweest. Hier was volgens de
parlementaire geschiedschrijver Oud sprake van “groot
staatsmansbeleid”.’3)
De historicus Han van der Horst heeft recent in zijn
boek ‘Onze premiers (1901-2002)’ een overzicht gegeven
van de eenentwintig premiers uit de twintigste eeuw en
schetste kort hun levens en carrière. De laatste zin in
het hoofdstuk over Cort van der Linden luidt ironisch:
‘Veel gemeentebesturen noemden een straat naar Cort van
der Linden. In het algemeen zijn die vergeleken met zijn
prestaties wat smalletjes.’4)
Van der Horst presenteerde geen toptienlijst met de
beste premiers van de eeuw, maar in een bespreking van
zijn boek staat de volgende kwalificatie:
‘Niet Den Uyl, en zelfs niet Drees, de meest geroemde
premier in canonachtige geschiedschrijving, maar Pieter
Cort van der Linden is de meest bekwame
minister-president van de twintigste eeuw. Cort van der
Linden, de liberale premier, loodste ons land op een
voorbeeldige manier door de jaren 1913-1918.
Geen tweede
premier wist in een vergelijkbaar zware tijd - het waren
de jaren van de eerste wereldoorlog - zo standvastig en
toch elegant de moeilijkheden te trotseren. Hooguit kan
men van de anti-revolutionaire Londense oorlogspremier
Pieter Sjoerds Gerbrandy zeggen dat hij een goede tweede
zou zijn.’5)
Uit deze citaten blijkt toch dat Cort van der Linden
anno 2007 nog steeds woorden van lof worden toegediend
en door historici zeker niet vergeten is. Dat hij bij
het grote publiek niet meer bekend is, komt door de
tijdsfactor. Geldt dat ook niet voor Sjoerds Gerbrandy,
de andere premier in oorlogstijd, hoewel de Tweede
Wereldoorlog toch dichter bij ons ligt en waarvoor in
Nederland meer belangstelling bestaat dan voor de tijd
van de Eerste Wereldoorlog. En zal over vijftig jaar
vadertje Drees de Nederlanders nog wat zeggen?
Premiers worden in Nederland niet zo belangrijk gevonden
is een conclusie van Han van der Horst. Wie dat niet
gelooft, moet maar eens de straatnamen in zijn gemeente
nagaan. Geen brede boulevards dragen hun herinnering.
‘Cort van der Linden, De Meester, Colijn, Drees, zij
moeten het doen met de zijstraatjes en de woonerven.’6)
Hoe waar dit is blijkt uit een zoekactie in de database
van Microsoft Autoroute 2006. In Nederland hebben
achtendertig gemeenten straten of pleinen naar Cort van
der Linden genoemd. Merkwaardig daarbij is wel dat Den
Haag geen straat naar Cort van der Linden heeft genoemd,
men moet daarvoor naar de buurgemeente Rijswijk.
Mocht
het daarom ooit eens zo ver komen dat zijn graf op de
begraafplaats Oud Eik en Duinen wordt opgeknapt, dan zou
Den Haag ook eens een voorname straat of plein naar hem
moeten vernoemen. Het plein naast het gebouw van de
Tweede Kamer zou moeiteloos van ‘Plein’ omgedoopt kunnen
worden in ‘Cort van der Lindenplein’.
Noten
[1] Paul Moeyes, Buiten schot, Nederland tijdens de
Eerste Wereldoorlog 1914-1918, Amsterdam/Antwerpen,
2005, p. 217-219.
[2]
Zie:
Parlement & Politiek -
Kabinet Cort van der
Linden 1913-1918
[3]
Zie:
B.C.L. Waanders
- Kabinetten van de eeuw
[4] Han van der Horst, Onze premiers (1901-2002), Hun
weg naar de top, Amsterdam, 2007, p. 77.
[5]
Zie:
geschiedenis.vpro.nl
[6] Van der Horst, p. 428. |