naar
poetry corner
|
Wilhelm Apollinaris Albertus Kostrowitsky, zoals Guillame
Apollinaire (1880-1918) in werkelijkheid heette, was de buitenechtelijke zoon van een Poolse moeder van aristocratische afkomst en een Italiaanse officier. “Kostro”, zoals hij later door zijn vrienden genoemd zou worden, werd geboren in Rome en verhuisde op vijfjarige leeftijd naar de Franse Rivièra, waar zijn moeder een grote interesse aan de dag legde voor de casino’s van Monte Carlo.
Zijn schoolopleiding maakt hij niet af. Hij trekt naar Parijs en werkt daar, behalve als bankemployé,ook als ‘nègre’ (iemand die kopij schrijft voor een ander).
Hij is soms privé-leraar en reist door België, Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Engeland. Ook Nederland bezoekt hij twee keer. In het artistieke Parijs maakt hij veel vrienden , vooral onder schilders: Picasso, douanier Rousseau, Matisse, Braque, Dufy, van Dongen. Hij zal meerdere malen geportretteerd worden.
Hij schrijft veel voor kranten en tijdschriften, over allerlei onderwerpen, vaak schilderkunst (in 1913 “Les Peintres
Cubistes”, een boek). Ook voor society-nieuws trekt hij zijn neus niet op. Hij laat een bloemlezing uit het werk van de Sade verschijnen. Hij schrijft verhalen, essays, gedichten. Hij komt in aanraking met de Italiaanse Futuristen met hun belangstelling voor de moderne tijd en techniek: snelheid, kracht, beweging, ook geweld. Anoniem publiceert hij twee erotische romans.
Afgewezen door een vrouw en zonder geld, neemt hij dienst in december 1914 bij de artillerie, waar hij een opleiding tot korporaal volgt. Als wachtmeester gaat hij naar het front. Eindelijk is er nu een vrouw die zijn aanzoek niet afwijst en hij trouwt. Als onderluitenant van de infanterie gaat hij naar de loopgraven.
|
Portret van
Apollinaire van Irène
Lagut (1916)
|
In 1916, in het gebied van de Chemin des Dames, boort zich een scherf door zijn helm en in zijn hoofd. Hij wordt diverse malen geopereerd, waarbij ook zijn schedel gelicht wordt.
In Zwitserland publiceert de Dada-beweging één van zijn gedichten. Ouder werk verschijnt in Frankrijk.
|
Apollinaire na zijn
verwonding in 1916
|
Hij gaat naar Parijs om te herstellen, waar hij een jaar later bij de censuur te werk gesteld wordt. In 1917 wordt zijn toneelstuk “Les Mamelles (=borsten) de Tirésias” opgevoerd. Hij noemt het een “drame surréaliste”, het eerste gebruik van het woord ‘surréaliste’. Het stuk wordt de inspiratie voor een compositie met dezelfde naam van Francis
Poulenc.
In 1918 verricht hij weer veel journalistiek werk tot begin november als hij aan de Spaanse griep sterft. Hij ligt begraven op
de beroemde begraafplaats Père Lachaise te Parijs.
Zijn gedichten
In de kunst tussen 1900 en 1914 heerst de avant-garde; in de literatuur vooral in de poëzie. Apollinaire stond in contact met veel van deze stromingen. André Billy noemde hem dan ook ‘le prince de l’esprit moderne’.
Als eerste bundel ‘Alcools’ (1913) biedt naast experiment ook traditie. Hij laat zich kennen als een belangrijk schrijver van liefdespoëzie.
Hier zien we
-onverwachte tegenstellingen
-gelijktijdigheid van gevoelens en gedachten
-discontinuïteit
-spreektaal
-surrealistische beeldspraak.
De traditie komt naar voren in de vorm.
Al deze kenmerken zien we terug in ‘Calligrammes’ (1918), plus als extra een
picturaal element. De vorm waarin het gedicht gedrukt wordt is ook een factor van belang. Het laatste gedicht ‘La Jolie Rousse’ is een ontroerend poëtisch testament waarin A. laat zien dat hij als ‘modern’ gezien wilde worden , maar waarbij hij een vroegere literaire traditie in zijn waarde laat:
Soyez indulgents quand vous nous comparez
A ceux qui furent la perfection de l’ordre
Nous qui quêtons partout l’aventure
Nous ne sommes pas vos ennemis
Nous voulons vous donner de vastes et d’étranges domaines
Où le mystère en fleurs s’offre à qui veut le cueillir
Parafrase: Wees toegeeflijk als u ons vergelijkt/ met degenen die het toppunt van de orde waren/ wij die vooral het avontuur zoeken / wij zijn uw vijanden niet/ wij willen u weidse en vreemde uitzichten bieden / waar het mysterie in de vorm van bloemen zich aanbiedt om geplukt te
worden
In zijn vernieuwingsdrift wordt hij later overtroffen door de Dadaïsten en Surrealisten. André Breton draagt zijn ‘Manifeste du Surrealisme’ van 1924 aan
Apollinaire op.
Oorlog
Als in 1914 de oorlog uitbreekt heerst er bij invloedrijke schrijvers een intens patriottisme. Een mystieke liefde voor Frankrijk, la
Patrie, gaat hand in hand met de roep om teruggave van Elzas-Lotharingen. Een gemeenschappelijk gevoel voor orde en de tradities van Leger en
(Rooms-katholieke) Kerk is alom aanwezig. Maar het samengaan van patriottisme en poëzie gaat veelal ten koste van de laatste.
Als we Frankrijk en Engeland vergelijken, is er in Frankrijk nauwelijks sprake van protestpoëzie als bij Owen en Sassoon. Trouwens in Engeland was er ook eerst geen sprake van protest.
Apollinaire schrijft de beste Franse poëzie van deze oorlog. Hij werd zich bewust van zijn eigen sterfelijkheid , genoot intenser van de liefde en kwam in aanraking met nieuwe esthetische ervaringen. Het eerste vers van een gedicht uit de oorlogsperiode combineert pathos en deze nieuwe esthetische
levensbeschouwing:
Si je mourrais là-bas sur le front de l’armée,
Tu pleurerais un jour, ô Lou, ma bien-aimée,
Et puis mon souvenir s’éteindrait comme meurt
Un obus éclatant sur le front de l’armée
Un bel obus sembable aux mimosas en fleur.
Parafrase: als ik daar sterf, dan zou je wel eens huilen, Lou, mijn geliefde, en ik zou uit je herinnering verdwijnen zoals een granaat uiteen spat, een mooie granaat als een mimosa.
Hierna een van zijn bekendste gedichten, "Tristesse d'une Étoile".
Het gaat over zijn hoofdwond. Hij vergelijkt die wond met een ster:
TRISTESSE D'UNE ÉTOILE
Une belle Minerve est l’enfant de ma tête
Une étoile de sang me couronne à jamais
La raison est au fond et le ciel est au faîte
Du chef où dès longtemps Déesse tu t’armais
C’est pourqoi de mes maux ce n’était pas le pire
Ce trou presque mortel et qui s’est étoilé
Mais le secret malheur qui nourrit mon délire
Est bien plus grand qu’aucune âme ait jamais celé
Et je porte avec moi cette ardente souffrance
Comme le ver luisent tient son corps enflammé
Comme au coeur du soldat il palpite la France
Et comme au coeur du lys le pollen parfumé.
Vertaling:
Vedriet ener ster
Een mooie Minerva is het kind van mijn hoofd
Een ster van bloed kroont mij immer
De rede achterin en de hemel bovenin
Het hoofd waar de Godin je sinds lang wapende
Daarom was het van mijn kwalen niet de ergste
Dit bijna dodelijke gat is een ster geworden
Maar het verborgen ongeluk dat mijn waan voedt
Is veel groter dan wat enige ziel ooit verborgen heeft
En ik draag die vlammende pijn
Zoals de glimworm zijn lijf vurig houdt
Zoals in het hart van de soldaat Frankrijk klopt
En zoals in het hart van de lelie het geurige stuifmeel ligt
Minerva: in de mythologie de godin der wijsheid en dapperheid, voorgesteld met schild en speer, dochter van Jupiter, beschermster van kunsten en wetenschappen.
CALLIGRAM, 15 MAY 1915
The sky's as blue and black as ink
My eyes drown in it and sink
Darkness a Shell whines over me
l write this under a willow tree
r
a a
t
s
p
u
g
n
n
c
The eveni
tual gem
S
m
H
e
I
d
N
a
E
i
S
d
a
L
r j
I
a a
K
h
E
'
s
or like the look some lovely she sends shining on our battery
(Typografie: de laatste regels zijn in een soort baan weergegeven die een (licht-)granaat beschrijft. Op de computer kan dat niet goed weergeven worden.)
Calligrammes was de naam die de dichter aan deze verzen gaf: een soort experimenten in kalligrafie: het schoonschrift. Enige tijd later zie je dit experiment ook bij Paul van Ostaijen. Waarschijnlijk leverde hij de gedichten geschreven in bij de uitgever. In ieder geval is het gemakkelijker ze te schrijven dan te typen op een typmachine, hoewel dat weer veel makkelijker lijkt dan het typen op een tekstverwerker.
Het 'moderne' van Apollinaire ligt onder meer in het verbinden van dingen die niet samen gaan in het gedachteleven, zodat je steeds een schok of schokje krijgt: wat hebben die dingen/die elementen gemeen? Ook valt op het eenvoudige taalgebruik, dat in het Frans nog veel makkelijk rijmt dan in het Engels van de vertaler, omdat het Frans veel woorden of woordvormen heeft die op elkaar rijmen.
Het begin is al merkwaardig: de lucht is niet alleen 'zwart als inkt', maar ook nog 'blauw' als inkt, waarin de ogen 'verdrinken'.
Is het “Darkness: a shell whines over me”, met een dubbele punt, zodat je eerst de achtergrond schetst waartegen de actie (the shell whines/de granaat jankt) zich afspeelt? Gelijk gevolgd door een merkwaardige mededeling dat de dichter dit onder een wilg schrijft.
Dan de vreemde combinatie van de avondster, een 'punctueel juweel', (ik begin van de weeromstuit ook te rijmen), en de diadeem van een uitheemse vorst (de 'rajah').
Een granaat = een avondster = een diadeem? Het eindigt met de blik die een mooie vrouw ('some lovely she') aan onze batterij zendt. Een
granaat = avondster = diadeem van uitheemse vorst = blik van een mooie vrouw.
Heeft de wereldoorlog zo veel invloed op een dichter dat hij zo, op deze manier, gaat schrijven? Mogelijk, maar het is ook te combineren met de invloed van andere kunstenaars, pioniers van nieuwe stromingen als de componist Satie, schilders als Picasso, die toen al kubistisch werkte. En Apollinaire bewoog zich veel in deze kringen. Picasso heeft hem vaak getekend.
CORNFLOWER, 1917 *
Young men
of twenty
who have seen such terrible things
what do you think of the grown men of your
childhood
you
you
have
seen
know
death
face
bravery and cunning
to
face
more
than
a
hundred
times
Communicate your fearlessness
you
do
to those who will come
not
know
after you
what
life
is
Young man
You are full of joy your memory is full of blood
Your soul is also red
With joy
|
You have absorbed the life of those who died dose to you
You have the quality of decision
It is 1700hrs. And you would know how to
Die
|
CORNFLOWER
If no better than your elders
At least more piously
For you know death better than life
O sweetness of other times
Immemorial slowness
|
De oorspronkelijke Franse titel van het gedicht is Bleuet. Dit
staat voor korenbloem, blauwtje maar ook: jonge recruut. Bleuet was de populaire bijnaam voor de jonge
Franse soldaten van de lichting 1917, toen 20 jaar oud. Het verklaart de
eerste regel van het gedicht "Young man/Of twenty".
Apollinaire laat ook leestekens achterwege. Het gaat, volgens hem, om de vraag wat een jonge man weet/kent/kan. Je leert wat ('you have absorbed the life of those who died close to you') en je moet kennis ook weer doorgeven ('Communicate your fearlessness/To those who will come/After you") . Je kan in ieder geval vromer sterven ('Die....at least more piously') dan de ouderen ('elders'). Je kent de dood beter dan het
leven. Hoe mooi waren die andere tijden, traagheid van eeuwen her.
Opvallend is de verdeling van de tekst over de bladzijde, de gelijktijdigheid van twee soorten kennis ['Je weet niet wat leven is', 'Je weet wat moed en list (bravery and cunning) is'].
Wat ook opvalt is dat er steeds een discontinuïteit is: je verwacht dat de dichter doorgaat met het ene en hij begint met iets anders :"... your memory is full of blood/Your soul is also red/With joy"
De meest raadselachtige regel is : "You have the quality of decision", je kunt een keuze maken/een besluit nemen. Nu is in de Franse filosofie, en zeker in die van de 20e eeuw, het begrip 'keuze' van groot belang: je 'kiest' wie je bent. Het geestelijke van 'een besluit nemen' wordt dan gelijk gekoppeld aan iets alledaags als "het is1700 uur", waarop volgt “en je zou weten hoe te sterven", wat dan weer gemodificeerd wordt met "tenminste vromer dan hen die ouder zijn".
Is dit een angst voor grote woorden, verheven gevoelens of is dit 'modern', dit steeds op het verkeerde been zetten? Het een is zeker geen logisch gevolg van of vervolg op het ander. Laten we het maar 'modern' noemen of 'discontinuïteit' of 'verscheurdheid'.
Fred van Woerkom
Bronnen:
Pascal Pia : APOLLINAIRE par lui-même
France: A Companion to French Studies (D.G. Charlton, ed.)
Joyce M.H. Reid: The Concise Oxford Dictionary of French Literature
naar
poetry corner
|
|