naar homepage


De Slag der Zilveren Helmen
De Slag bij Halen (Haelen) - 12 augustus 1914
door Eric R.J. Wils

Kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd op woensdag 12 augustus 1914 hevig gevochten bij Halen (toen nog Haelen genoemd) in België. De Duitse aanvallers werden tegengehouden door het Belgische leger en moesten zich aan het einde van de dag zelfs verslagen terugtrekken.
Na afloop van deze veldslag was het slagveld bezaaid met honderden dode paarden en metalen helmen van de Duitse cavaleristen die als zilver blonken in het zonlicht. Over de Slag der Zilveren Helmen gaat onderstaand artikel.  

Inhoudsopgave
De Slag der Zilveren Helmen
De Duitse inval in België
Herinneringen aan de slag bij Halen
Het museum ‘De Slag der Zilveren Helmen’
Geraadpleegde bronnen
Noten

De Slag der Zilveren Helmen
Op 12 augustus 1914 werd hevig gevochten bij Halen (toen nog Haelen genoemd) tussen eenheden van het Belgische leger en de Duitse cavalerie die westwaarts oprukte. Halen is een stadje gelegen tussen de grotere plaatsen Hasselt en Diest in de Belgische provincie Limburg aan het riviertje de Gete.
 
Het lukte het Belgische leger die dag de Duitse aanvallers, waar onder de gevreesde Uhlanen, niet alleen tegen te houden maar op het einde van de dag moesten de Duitsers zich zelfs verslagen terugtrekken.
 
In het totale verloop van de Eerste Wereldoorlog was het slechts een kleine veldslag met aan beide zijden enkele honderden doden, zeker in het licht gezien van de latere gevechten aan het Westelijk Front zoals rond Ieper, aan de Somme en Verdun waarbij miljoenen slachtoffers vielen.
 
Toch heeft deze veldslag geschiedenis gemaakt omdat het duidelijk maakte dat charges door de cavalerie met de blanke sabel en de lans afgestopt kunnen worden wanneer de tegenstander met moderne vuurwapens een verdedigende stelling inneemt. Het verdere verloop van de Eerste Wereldoorlog aan het westelijk front toonde aan dat de cavalerie van weinig waarde meer was.
 
De cavalerie vanouds behorend tot de elite van de Europese legers met hun fraaie uniformen en namen als dragonders, huzaren, kurassiers, lansiers en Uhlanen werd vanaf 1914 een anachronisme. De strijd aan het Westelijk Front werd voortaan voornamelijk in loopgraven gevoerd door de infanterie met de artillerie overheersend op de achtergrond.
 
De veldslag bij Halen was ook een Belgische overwinning in de ongelijke strijd tussen het Belgische leger en de machtige Duitse vijand - als David tegen Goliath - en verdiende daarom bejubeld te worden. Na afloop van de gevechten was het slagveld bezaaid met honderden dode paarden en metalen helmen van de cavaleristen. Helmen van de Duitse kurassiers die als zilver blonken in het zonlicht.
 

In een jubelgedicht maakte ene pastoor August Cuppens uit Loksbergen – een verzameling huizen onder Halen - er ‘De Slag der Zilveren Helmen’ van onder verwijzing naar het roemrijke Vlaamse verleden toen in 1302 de Franse ridders het onderspit delfden in de buurt van Kortrijk. ‘De Slag der Gulden Sporen’ die in de negentiende eeuw weer tot leven was geroepen door de schrijver Hendrik Conscience met zijn historische roman ‘De Leeuw van Vlaanderen’.
 
De tijden van Jan Breydel met zijn beenhouwers en Pieter de Coninck met zijn wevers herleefden even op 12 augustus 1914. Helaas niet voor lang; Goliath had wel een klap gekregen maar was niet onthoofd.

De Duitse inval in België
Voor een snelle beëindiging van een oorlog met Frankrijk had Duitsland het Von Schlieffen-plan uitgewerkt. Dit plan voorzag in een doortocht door België. Op zondagavond 2 augustus 1914 werd een ultimatum aan de Belgische regering overhandigd met het verzoek om in te stemmen met een vrije doortocht van het Duitse leger.
 
Dit plaatste de Belgische regering voor een enorm dilemma en na uitvoerige discussie nam men het moeilijke toch dappere besluit de neutraliteit te verdedigen, wel wetende dat het Belgische leger kwantitatief en kwalitatief geen partij zou zijn voor het Duitse leger.
 
In de vroege ochtend van maandag 3 augustus werd het Belgische afwijzende antwoord op de Duitse ambassade overhandigd en op 4 augustus stak het Duitse leger ’s morgens de Belgische grens over op weg naar de vestingen van Luik en Namen aan de Maas. Daar hoopte het Belgische leger stand te kunnen houden.
 
Een wereldoorlog later, in mei 1940, zouden de Duitsers bij de aanval op Frankrijk het diplomatieke verkeer met het overhandigen van een ultimatum zelfs maar overslaan. België werd toen al aangevallen voordat de Duitse ambassadeur zijn opwachting maakte.

Klik hier voor vergroting

Luik werd verdedigd door de Belgische derde divisie en door vestingtroepen – in totaal ongeveer 30.000 man – onder leiding van generaal Gérard Leman. Voor de verovering van Luik, dat omringd werd door twaalf forten, was door de Duitsers een speciaal Maasleger onder leiding van generaal Otto von Emmich gevormd bestaande uit drie cavaleriedivisies (8.000 man) onder leiding van generaal Georg von der Marwitz en zes infanteriebrigades (25.000 man).
 
 Het lukte de Duitsers bij Visé snel over de Maas te komen en de stad Luik werd op 7 augustus al ingenomen. De Belgische derde divisie werd naar het westen teruggetrokken op de lijn Tienen-Diest achter het riviertje de Gete. De hoofdmacht van het Belgische veldleger concentreerde zich hier ten oosten van Brussel.
 
 Hoewel de stad Luik was ingenomen hielden de forten nog stand en was een bombardement met zware houwitsers (de Dikke Bertha’s) voor nodig om de forten kapot te schieten en de vestingtroepen tot overgave te dwingen.
 
Op 15 augustus zou uiteindelijk het laatste fort vallen en generaal Gérard Leman gevangen genomen worden, maar toen was de eigenlijke strijd om de Duitsers tegen te houden al verder westwaarts verplaatst.
 
De honderdduizenden infanteristen van het eerste Duitse leger, dat de rechtervleugel bezette van alle Duitse troepen, marcheerderden onder leiding van generaal Alexander von Kluck richting Brussel om daar naar het zuiden af te buigen richting Franse grens en het uiteindelijke doel: ‘Nach Paris’.
 
Voorafgaand aan de infanterie voerde de cavalerie verkenningen uit. Op 12 augustus trokken de Duitse cavaleristen op langs de straatweg richting Diest en stuiten daarbij op de Belgische troepen bij de Gete.

 
Herinneringen aan de slag bij Halen
De slag op 12 augustus 1914 leeft voort in het dorp Halen. Dit komt niet alleen tot uiting in een aantal oorlogsmonumenten, de Belgische militaire begraafplaats en het aan de slag gewijde museum, maar ook in de straatnamen zoals Zwarte Duivelsstraat, Generaal de Wittestraat, Kanonniersstraat, Liniestraat, Lanciersstraat, Zilveren Helmenstraat en Gidsenstraat (zie kaart). En ook pastoor August Cuppens uit Loksbergen is niet vergeten.

Klik hier voor vergroting

Komend vanaf de staatsbaan Hasselt-Diest (de N2) voert de Zwarte Duivelsstraat over de brug over de Gete, een riviertje van slechts enkele meters breed. Het was hier dat de enige Belgische cavalerie-eenheid onder leiding van generaal Léon de Witte probeerde de Duitsers te beletten de Gete over te steken en de eerste fase van de slag plaatsvond.
 
Tot de troepen van De Witte behoorden naast regimenten lansiers en gidsen een compagnie pioniers-pontonniers-wielrijders en karabiniers-wielrijders (de Cyclisten), die door hun zwarte uniform de Zwarte Duivels werden genoemd. Ze waren gevreesd door de Duitsers die hen ‘Schwarze Teufel’ noemden. Aan de muur bij de brug hangt een plaquette ter herinnering aan hun acties.
 
Het bijzondere is dat 26 jaar later, op 12 en 13 mei 1940, weer op deze plaats om dezelfde brug is gevochten door een nieuwe generatie karabiniers-wielrijders. De geschiedenis herhaalt zich soms.

De Zwarte Duivelsstraat komt uit op de Markt waar voor de kerk in 1924 een monument werd opgericht: een witte gedenknaald met daarboven op een ruiter.
 
De tweede fase van de strijd vond plaats aan de zuidkant van het dorp langs het talud van de voormalige spoorweg, nu een toeristisch fietspad.
 
De laatste en meest bloedige fase van de gevechten voltrok zich ten zuiden van het dorp rond de plek waar nu langs de Liniestraat de Belgisch militaire begraafplaats ligt met 181 graven van de Belgische helden. Een aantal van hen is onbekend gebleven.
 
De Duitse gesneuvelden zijn later, in het kader van de concentratie van Duitse oorlogsgraven in België, overgebracht naar de begraafplaats Vladslo in de buurt van Diksmuide. Slechts een stenen paal herinnert aan de voormalige Duitse begraafplaats.
 
In totaal voerde de Duitse cavalerie onder leiding van Von der Marwitz op 12 augustus acht charges uit richting de hoeve de IJzerwinning, het centrum van de Belgische stellingen, nu nog altijd gelegen aan de IJzerwinningstraat.
 
In de nabijgelegen Betserbaan, een holle weg in de buurt van de Belgisch militaire begraafplaats, staat een apart monument voor de Zwarte Duivels: een grote zwarte steen met een beeltenis van de duivel.

Bij dit monument hangt een bord met onderstaande tekst die in kleurrijke bewoordingen het verloop van de gevechten bij Halen weergeeft. 1]
 

 

EERSTE STELLING: GETEBRUG
Op 12 augustus verdedigt de EERSTE Ruiterdivisie onder bevel van Luitenant - Generaal DE WITTE de streek van HALEN. Deze divisie bestaat uit het 1ste Karabiniers Wielrijders, het 1ste en 2de Gidsen, het 4de en 5de Lanciers, de groep Rijdende Artillerie en een compagnie Pioniers-Pontonniers Wielrijders.
Ze staan tegenover de 4de Duitse Ruiterdivisie, onder het bevel van Generaal von GARNIER. De vijand nadert vanuit de waterkant voorafgegaan door verkenners en verschijnt om 08.10 uur voor het dorp.
 
De Cyclisten, in hinderlaag opgesteld nabij de eerste huizen, laten hen, getrouw aan hun tactiek, naderen tot enkele meters en vuren dan van nabij op de nietsvermoedende vijand. Om 08.30 uur herbegint de strijd met een grote vijandelijke strijdmacht bestaande uit Jagers, Kurasiers en Uhlanen. Onder dekking slaagt de vijand erin om tot bij de GETE te geraken ondanks het nauwkeurig en hevig vuur van de Cyclisten.
 
Maar de druk is zo groot dat twee pelotons van de 1ste compagnie Cyclisten de 3de compagnie komen versterken. Tot 10.00 uur wordt de vooruitgang van de vijand gestuit. Doch vijandelijke troepen te voet, met steun van hun artillerie, kunnen de GETE oversteken ten ZUIDEN van de baan (door middel van een stalpoort) en nemen van hieruit de flank van onze Cyclisten onder vuur met hun mitrailleurs.
 
TWEEDE STELLING: SPOORLIJN NAAR TIENEN
De Duitsers dringen door tot in het dorp en hergroeperen zich. Om 11.30 uur besluit Generaal von GARNIER de overweg te bezetten en werpt verscheidene eskadrons van de 17de Dragonders in galop op de stelling. De mitrailleurs van de Cyclisten maaien hen echter neer. De gevallen paarden snijden de doortocht af en doen de kolonnes te pletter lopen op deze hindernis.
 
In grote wanorde trekken de Dragonders zich in het dorp terug waar de nieuwe aankomen en de chaos wordt nog vergroot door de nauwkeurige beschieting van de 1ste bereden Artilleriebatterij. In HALEN krioelt het nu van paarden en soldaten. Er volgt een vreselijk bloedbad: HALEN staat in brand! Rond 13.00 uur ziet de 1ste compagnie Cyclisten, die zich eveneens wil terugtrekken op de lijn van de Lanciers, plots Dragonders ten WESTEN van HALEN. Dit eskadron maakt zich op om in colonne van vier de Cyclisten te vernietigen. Dan weerklinkt een bevel, en de bajonetten worden op het geweer geplaatst. Ijzig kalm zien de Cyclisten de paarden op zich afstormen. Dan volgt het bevel: "Op de knieën! ...VUUR!".
 
De Cyclisten maaien het eerste peloton weg. Zij krijgen de tijd niet om een tweede maal aan te leggen en planten hun bajonet in de borst van de paarden of in het lichaam van de ruiters die de stelling van de Cyclisten overschrijden. In een wolk van stof vechten Dragonders en Cyclisten met de sabel, de lans en bajonet. Als het gewoel tenslotte luwt blijven er nog slechts een handvol Cyclisten overeind. Maar de vijandelijke charge is gebroken!
 
DERDE STELLING: HOLLE WEG VELPEN
Het 4de eskadron van het 18de Dragonders chargeert ten NOORDEN van de IJZERENBEEK waar het op 300 meter van de hoeve onder vuur wordt genomen door het 4de Lanciers en noodgedwongen rechtsomkeer maakt. Tijdens de aanval van de 17de brigade is de 3de Brigade over de GETE geraakt en bereikt DONCK.
 
 Het 2de Kurassiers trekt onmiddellijk ten aanval met twee eskadrons langs de noordoostkant van VELPEN. Maar in de holle weg, die geen kans geeft op onsnappen worden ze tegengehouden door hevig vuur van de 3de compagnie Cyclisten en door de ruiters van het 4de en 5de Lanciers en 1ste Gidsen. Een derde eskadron komt nog ter hulp maar ondergaat hetzelfde droevige lot. De overblijvenden trekken in de grootste wanorde terug.
 
Het 9de Uhlanen, dat achter het 2de Kurassiers de GETE is overgestoken, is aan de baan VELPE - HALEN gekomen. Het 1ste en 2de eskadron stormen langs voor in galop naar de hoeve IJZERENBEEK en worden zijdelings onder vuur genomen door 5de Lanciers en 2de Gidsen. Ze vluchten in de holle weg. Ditmaal gaat het ganse 9de Uhlanen chargeren, rechts gesteund door de overlevenden van de vier eskadrons 2de Kurassiers. De Cyclisten van de 3de compagnie, tegen de grond liggend, wachten kalm de huilende meute af.
 
 De storm rolt over de overblijvenden van de compagnie naar de hoofdstelling. De Lanciers openen het vuur en de eerste elementen van het 4de Linie, dat ten gepaste tijde de verlaten stellingen van het 2de Gidsen hebben ingenomen, nemen de flank van de charge onder vuur. De Zwarte Duivels, waarvan één enkele gekwetst werd, richten zich op en openen het vuur in de rug van de ruiters die zware verliezen lijden.
 
 Dit zal de laatste charge zijn. Vier Regimenten van de Duitse Ruiterij zijn vernietigd door de Karabiniers Cyclisten gesteund door de Lanciers, door enkele elementen van de Gidsen en gedurende de laatste charge, door een compagnie van het 4de Linie. De steun van de bereden artillerie is bewonderenswaardig.
 
 De strijd was bloedig en de moedige weerstand van de Zwarte Duivels kon niet beletten dat er talrijke doden waren.
 
DE KARABINIERS WIELRIJDERS HEBBEN MEER DAN ZES UUR STAND GEHOUDEN: ZIJ HEBBEN DE VIJANDELIJKE SCHUTTERS OPGEHOUDEN EN AAN ACHT CHARGES VAN DE RUITERIJ WEERSTAAN !!!!!

Behalve in bloemrijke taal is de slag bij Halen eveneens vereeuwigd door beeldende kunstenaars zoals in onderstaande voorstelling van Alphonse Lalauze (1872-1936), een Franse schilder van militair-historische taferelen. Galopperende en steigerende paarden hebben altijd een spectaculair beeld van een veldslag opgeleverd. Ook door de Belgische schilder James Thiriar (1889-1965) werd een serie tekeningen gemaakt die het verloop van de strijd verbeelden. 2]
 

Wellicht belangrijker dan het nagaan van de precieze gebeurtenissen, welke zich tijdens de gevechten op 12 augustus hebben afgespeeld, is toch het feit dat uit de beschrijving blijkt dat het Belgische leger zich, ook na de terugtrekking uit Luik, fel bleef verzetten tegen de Duitse invaller.
 
Het volgde zijn jonge koning Albert, die op 4 augustus 1914 in het Belgische parlement in zijn rede de volgende woorden sprak: ‘Een land dat zich verdedigt, verdient de eerbied van allen. Een dergelijk land gaat niet ten onder’.
 
En na zoveel jaren dwingt het Belgische verzet nog steeds respect af. Koning Albert verhief bovendien generaal de Witte in de adelstand en die mocht zich voortaan baron De Witte de Haelen noemen.
 
 
Het museum ‘De Slag der Zilveren Helmen’
Het museum ‘De Slag der Zilveren Helmen’ biedt de beste herinnering aan de veldslag bij Halen. Het is gelegen in de Rotemstraat en herbergt een privé-verzameling van de familie Stroobants. In een loods bij de houthandel van de familie worden verzamelde militaria en documenten van de Belgische en Duitse legers uit augustus 1914 overzichtelijk tentoongesteld.
 
De verzameling is na de Tweede Wereldoorlog begonnen door Josef Stroobants die op de hoeve de IJzerwinning, gelegen midden op het slagveld, is geboren. In 1960 heeft dat geleid tot de opening van een museum, dat in de maanden mei tot oktober geopend is voor het publiek, en nu door zijn kinderen wordt geleid (zie hiervoor ook  www.slagderzilverenhelmen.be).
 
 Ieder jaar wordt er door Julien Stroobants rond 12 augustus een herdenking georganiseerd met een wandeling over het voormalige slagveld, waarvan de contouren nog duidelijk zichtbaar zijn. Daarbij wordt onder meer deskundig uitleg gegeven over de uitgevoerde charges door de diverse Duitse cavalerie-eenheden. En na afloop kan in het museum nog nagepraat worden onder het nuttigen van een glaasje van de appellikeur ‘Halens Helmke’.
 

In het museum, met een oppervlakte van 450 vierkante meter, kan aan de hand van een maquette en documentatie het verloop van de slag gevolgd worden. Behalve kleurrijke uniformen, wapens en voorwerpen is er een fiets van de Zwarte Duivels te zien en natuurlijk een vitrine met de zilveren helmen (rechts op bovenstaande foto).

Geraadpleegde bronnen
 Over de inval in België:
 • Inval in België, Deel 9 van de serie 14-18, De Eerste Wereldoorlog, Amsterdam Boek, Amsterdam, 1975, p. 197-220.
 • Roger Lampaert, België tijdens de Eerste Wereldoorlog, 1914: De inval, België in oorlog 8, Erpe, 1994.
 • Joop Peeters, België 1914, Utrecht, 1997.
 • Sophie De Schaepdrijver, De Groote Oorlog, Het Koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, Amsterdam / Antwerpen, 1997.
 • Barbara Tuchman, De kanonnen van augustus, Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1976.
 
 Over Halen en de Slag der Zilveren Helmen zijn op een aantal websites gegevens en foto’s te vinden. Hieronder een selectie:
Wikipedia - Slag der zilveren helmen
 
Ryttertræfningen ved Haelen - Deense website met veel afbeeldingen
A Trip to the Haelen Battlefield by Hugh Gibson, Secretary of the American Legation in Brussels in 1914.
 
 
Noten
[1] Dit is de letterlijke weergave van de tekst op het monument.
[2] Ansichtkaarten van deze prenten zijn samen met andere informatie over de Slag der Zilveren Helmen te koop in het gelijknamige museum.


© 2007 - Eric R.J. Wils. De auteursrechten van bovenstaand artikel berusten bij de auteur.
Voor gehele of gedeeltelijke overname is dan ook uitdrukkelijk toestemming vereist van de auteur.

  naar homepage


eXTReMe Tracker