|
Notre Dame de Lorette
Reisverhaal door Menno Wielinga met
foto's van Marius van Leeuwen
|
|
De harde, koude wind stond dwars over dit op een heuvel gelegen, breed uitgestrekte Franse ereveld uit de Eerste Wereldoorlog. Bovendien regende het. Tussen de kapel en de ossuariumtoren werd herdacht dat zestig jaar geleden de Tweede Wereldoorlog ten einde was gekomen. Er waren lange rijen klapstoelen geplaatst die maar gedeeltelijk waren bezet. Vooraan zaten
anciens combattants uit die oorlog. Oude mannen en enkele vrouwen, allen voorzien van indrukwekkende decoraties. Een verregend kinderkoor stond te zingen. De ijle klanken verwaaiden in de wind.
Er werd een nieuw programmaonderdeel aangekondigd. Een kooi met een onrustige witte duif, werd op een van de traptreden van de ossuariumtoren geplaatst. Op het natte plankier verschenen acht oudere meisjes die door een dans de vrijheid zouden verbeelden. Ze waren blootsvoets en gekleed in nogal blote jurken van klassieke snit. Er waren twee blauwe, twee witte en vier rode jurken te zien.
Ze deden hun uiterste best. Op de tonen van klassieke muziek werden zorgvuldig ingestudeerde passen uitgevoerd. Glibberpartijen op het natte plankier zorgden voor een wat onvoorspelbaar verloop van het ballet. Nu en dan deed een rukwind de jurk van een meisje opwaaien waardoor een bloot bovenbeen zichtbaar werd. Een enkele veteraan vertoonde dan een glimlach van herkenning. Heel even herleefde bij hem de verleden tijd.
Na een aantal ingewikkelde danspatronen vormden de meisjes tezamen een stijlvol figuur dat zonder twijfel de Franse vlag voorstelde. Een van de witte meisjes maakte zich los van de groep en schreed zo bevallig mogelijk naar het kooitje met de inmiddels horendol geworden, wild fladderende duif. De bedoeling was duidelijk: dit was de vredesduif die de vrijheid zou krijgen. Maar de duif gedroeg zich als een echte duif en negeerde het geopende deurtje. Schudden hielp ook niet. De
in het wit gehulde Franse maagd graaide daarop in de kooi en gooide de duif met een elegante zwaai de lucht in.
Hierna werd het afsluitende deel van het ballet ingezet. Na de eerste passen werden aan de voorzijde van het plankier, drie sets van twee rookpotten elektronisch ontstoken in de kleuren van de Franse tricolore: blauw, wit en rood. De kleuren mengden zich door de wind tot een vuilgrijs rookgordijn dat de danseressen
nagenoeg volledig aan het oog onttrok wat, gezien de plaatsing van de rookpotten, kennelijk de bedoeling was van de artistieke leiding. Het rookgordijn werd vervolgens door de harde wind tegen de grond geslagen waar het als een smerige vuilgrijze deken
neersloeg op het argeloze kinderkoor, dat daar kleumend zat te wachten tot het programma afgelopen was. Het effect was verbijsterend: het leek wel oorlog.
De glimlachend toekijkende moeders van de kinderen kregen opeens een licht panische blik in de ogen. Sommige kwamen al in beweging om hun kinderen uit de gevarenzone te halen. Bij de volgende windvlaag kwamen de kinderen weer tevoorschijn, zichzelf met de handen schone lucht toezwaaiend. Ze leken een beetje bang, maar zich toch ook bewust van een zojuist beleefd, onverwacht avontuur.
Het Franse leger, bij deze plechtigheid vertegenwoordigd door een muziekkorps en een compagnie infanterie uitgerust met automatische wapens met opgezet bajonet en verantwoordelijk voor het veilig afsteken van de rookpotten, had voor een verrassing gezorgd. Nauwelijks was de gaswolk verdwenen of er werden nogmaals drie sets van twee rookpotten ontstoken die een zo mogelijk nog zwaarder, dit keer bijna zwart, rookgordijn produceerden. Opnieuw verdween het kinderkoor in het niets. Opnieuw ontstond er een angstige onrust onder de aanwezige moeders; de term rookvergiftiging was hen niet onbekend. En andermaal was er zichtbare opluchting toen de kinderen zonder direct waarneembare schade uit de gaswolk tevoorschijn kwamen. Er klonk een opgelucht applaus. Het ballet bleek inmiddels afgelopen.
De in ceremonieel uniform gehulde prefect van het departement schreed vervolgens, in gezelschap van een generaal, die op zijn beurt weer vergezeld werd door een aantal officieren van lagere rang, naar het militaire muziekkorps en de compagnie infanterie om hen te danken voor de eerder verrichte diensten. Daarop spoedden prefect en officiële gasten zich naar de veteranen om hen persoonlijk te prijzen voor hun aanwezigheid ondanks het beroerde weer en voor hun in het verleden betoonde verdiensten pour la Patrie. Het verhuurbedrijf was ondertussen begonnen de stoelen
hardhandig op te klappen en de vlaggen binnen te halen.
Er klonk geen Frans volkslied tot besluit. De trommels werden op de kop gehouden om het regenwater weg te laten lopen en het muziekkorps spurtte, zonder enig ceremonieel, in een bandeloze wanorde naar de gereedstaande bussen. Ook de compagnie hoefde zich niet uit te sloven. Na wat slap gegevens orders stommelden de militairen op lamlendige wijze weg. Opvallend was daarbij het aantal militairen dat het verschil tussen links en rechts niet bleek te kennen. Een reclamevliegtuigje cirkelde inmiddels rond de ossuariumtoren en beloofde plechtig:
nous n’oublions jamais!
Notre Dame de Lorette keek onbewogen toe: ze had ergere dingen gezien op deze heuvel.
Menno Wielinga – 7 mei 2005 |
|
|
|
|
|
|
Foto-impressies
van de herdenkingsplechtigheid van Marius van
Leeuwen |
|
|
Notre Dame de Lorette - De Heuvel des Doods
Een paar kilometer voorbij Aix-Noulette ligt het Cimetière National Notre Dame de Lorette. Via een vrij steile weg bereikt men de heuvel die de Fransen
indertijd de 'Heuvel des Doods' noemden.
Toen de Franse opmars na de Slag bij de Marne in 1914 tot staan werd gebracht, lagen de Duitsers boven op de heuvels van Lorette. De Fransen hebben vanaf oktober 1914 tot oktober 1915 vrijwel onafgebroken strijd geleverd om de Duitsers uit deze streek te verdrijven. Op 9 mei 1915 begon een enorm Frans offensief in Artois. De heuvel Notre Dame de Lorette werd hierbij definitief veroverd, maar elders werden de Fransen teruggeslagen zoals op de heuvelrug bij het nabijgelegen Vimy. Het offensief duurde veertig dagen waarbij meer dan 100.000 Franse soldaten sneuvelden.
|
|
De
kapel die gewijd is aan de Notre Dame de Lorette. De
rechterfoto toont de eeuwige vlam die
gelegen is tussen de ossuariumtoren en de
kapel. Deze eeuwige vlam blijkt helemaal niet
zo
eeuwig maar wordt s'avonds gewoon uitgezet. (Foto's
Marius van
Leeuwen- Aerdenhout) |
Op de heuveltop ligt het Cimetière National de Lorette Ablain-St-Nazaire, zoals de officiële naam luidt. Op dit immense kerkhof liggen ruim 20.000 Franse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog begraven. In het ossuarium liggen de resten van bijna 23.000 niet geïdentificeerde Franse militairen. Er brandt een eeuwige vlam tussen de ossuariumtoren en de kapel die gewijd is aan de Notre Dame de Lorette. De muren van deze kapel zijn bedekt met tal van herdenkingsplaquettes. Er is ook een klein gedenkteken (links voor bij het altaar)
voor de Luxemburger
François Faber, lid van het 1e Regiment Étranger en in 1909 winnaar van de Tour de France: 'cycliste, mort pour la
France'.
Op het kerkhof bevindt zich ook een
Abri des Visiteurs
met een zeer opmerkelijke akoestiek. Elke hoestbui wordt hier tussen de betonnen muren versterkt tot een mitrailleursalvo. Een strenge dame achter de toog houdt de zaak zorgvuldig in de gaten. Men moet eerst een consumptie bestellen
alvorens men gebruik mag maken van het achter in de zaak gelegen toilet, dat een bezoek trouwens meer dan waard is.
Waarschuwing: een slagveldtoerist gaat nooit zonder toiletpapier op stap!
Verder is er een
Musée Vivant 1914-1918 waar de bezoeker onder oorverdovend
kanongebulder door een pseudo-ondergrondse stelling wordt geleid. Zodra een nieuwe bezoeker voor € 5,00 een kaartje heeft gekocht en de toegangsdeur opent, sprint de kaartverkoper achter zijn toonbank vandaan en draait een knop om waardoor het licht aangaat en de oorlog opnieuw begint.
Buiten het Musée ligt nog een stukje slagveld waar originele loopgraven te zien zijn. Om dit stukje bos te bereiken moet men eerst over een weiland lopen waar diverse militaire objecten op volstrekt liefdeloze wijze zijn neergepleurd. Men dient dit op de koop toe te nemen. Toegangsmunten voor het draaihek zijn trouwens bij het Musée verkrijgbaar.
|
|
|