De Edese en Ginkelse Heide
Even ten oosten van Ede ligt langs de oude rijksweg
Arnhem-Ede, de huidige N224, de Edese en Ginkelse Heide.
Het is een stuk hei waarop de schapen vreedzaam grazen,
maar het is ook een van de weinige gebieden in Nederland
met tastbare herinneringen aan beide wereldoorlogen.
|
Detail van een kaart van
de Veluwe met fiets-
en wandelroutes op de heide rond de N224.
Voor een vergroting klik op de kaart.
|
De Ginkelse Heide was een van de landingszones van de
Britse luchtlandingstroepen tijdens de slag om Arnhem
die in september 1944 als onderdeel van de operatie
Market Garden werd uitgevochten. Het Airborne Memorial
langs de N224 herinnert bezoekers aan de gevechten op de
Ginkelse Heide voornamelijk door het 7e bataljon van The
King’s Own Scottish Borderers die op 17 en 18 september
1944 deze landingszone moest verdedigen tegen in Ede
gelegerde Duitse troepen.1)
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de Edese en Ginkelse
Heide echter het toevluchtsoord voor duizenden van de
Belgische vluchtelingen die na de val van Antwerpen in
oktober 1914 naar Nederland waren gekomen. Hier werd een
van de vier vluchtoorden gebouwd voor de meer dan 20.000
Belgen die besloten hadden voor de duur van de oorlog in
Nederland te blijven en die niet voor zich zelf konden
zorgen. De andere drie verrezen bij Gouda, Nunspeet en
Uden.2)
3)
De Nederlandse overheid deelde de armlastige Belgen die
in de vluchtelingenkampen gehuisvest werden in drie
groepen in: de gevaarlijke of ongewenste elementen, de
minder gewensten en de fatsoenlijke behoeftigen. Ede was
opgezet voor de laatste categorie en werd derhalve het
modelvluchtoord. Nunspeet daarentegen was bestemd voor
de eerste categorie ook wel omschreven als ‘de heffe des
volks’.
De hei is groot
genoeg
Eind 2008 verscheen over het vluchtelingenkamp in Ede
het boek ‘De hei is groot genoeg’ (ISBN:
978-90-8788-074-3) van de hand van de Edenaar Gerard van
Bruggen bij de Koninklijke BDU Uitgevers in Barneveld.4)
Dezelfde uitgever gaf tegelijkertijd
ook het boek ‘Onafzienbare heidevlakten’ (ISBN:
978-90-8788-073-6), geschreven door Fokke Postema, uit
over het vluchtelingenkamp in Nunspeet.
|
Omslag van het boek De
hei is groot genoeg. |
Het boek ‘De hei is groot genoeg’ beschrijft aan de hand
van documenten en foto’s gedetailleerd de bouw van het
vluchtoord Ede en het leven van de Belgische
vluchtelingen bij ‘dien Ollanders’. In het persbericht
verschenen in de lokale krant Ede Stad, n.a.v. de
presentatie van het boek, ging de auteur Van Bruggen in
op de achtergrond en de titel van zijn boek.
5)
Uit dit persbericht het volgende
citaat:
‘In de literatuur wordt er volgens Van Bruggen vaak over
gesproken dat toenmalig burgemeester Van Heeckeren de
man achter de komst van het vluchtelingenkamp was. Hij
zou gezegd hebben ‘de hei is groot genoeg, dus kom hier
maar heen’. Onderzoek leerde Van Bruggen dat dit niet
waar is.
|
“Het is Ede gewoon overkomen. Toen van overheidswege
werd gezegd dat er een vluchtelingenkamp in Ede
moest komen, wees Van Heeckeren op de Harskamp, niet
naar de Ginkel. Harskamp had toen al
opvangmogelijkheden. Door de mobilisatie waren veel
militairen elders gedetacheerd en was er voldoende
ruimte in Harskamp.”
Vanuit Den Haag werd bepaald dat het
vluchtelingenkamp op de Ginkelse Heide moest komen.
“Waarom het de hei is geworden, is niet helemaal
duidelijk. De hei was al militair terrein en ver van
de bebouwde kom af. En het militaire terrein in
Harskamp was toch te dicht bij het dorp gelegen.
Daar heb ik overigens geen bewijzen voor gevonden”.’ |
Eind 1914 werd begonnen met de bouw van het vluchtoord
Ede en in februari 1915 kwamen de eerste vluchtelingen
al aan. Het kamp was berekend op 10.000 Belgen, maar het
zouden er nooit meer dan 5.400 worden. Een deel van het
kamp werd derhalve niet gebruikt. In het voorjaar van
1917 werd het vluchtoord Ede opgeheven wegens
bezuinigingen; het model was te duur geworden. De op dat
moment nog in het kamp verblijvende circa 3.000 Belgen
werden, onder protest, merendeels overgebracht naar het
vluchtoord Nunspeet. Het Edese kamp werd vervolgens
afgebroken.
Het Belgenmonument
Pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam in de
pers de belangstelling op gang voor het vluchtoord Ede
resulterend in een 1981 opgericht Comité Belgen Ede. Op
initiatief van dit comité is 70 jaar na de vlucht van de
Belgen naar Nederland, op 10 augustus 1984, een monument
opgericht op de plaats waar het kamp heeft gestaan. Het
bevindt zich midden op de hei op 5 minuten lopen van de
parkeerplaats langs de N224 aan het begin van de Groot
Ginkelseweg naar het Natuurcentrum Veluwe. Langs een
fietspad staat een informatiebord, waarvan de witte
letters van de tekst na 25 jaar vrijwel zijn uitgewist
en dat dus nodig vervangen moet worden wil het monument
zijn betekenis niet verliezen.
|
Het informatiebord met de
nauwelijks meer leesbare tekst (zie hieronder).
|
De nauwelijks nog goed leesbare tekst
aan de bovenkant van het
informatiebord luidt:
|
Het Belgenmonument is een zwerfkei die op
restanten van de fundering van het Vluchtoord
Ede staat. Een opvangkamp uit de Eerste
Wereldoorlog 1914-1918. Meer dan een miljoen
Belgen vluchtten indertijd voor het
oorlogsgeweld naar Nederland. Bijna 6000 mannen,
vrouwen en kinderen uit Vlaanderen werden tussen
1915 en 1918 hier op de Edese Heide opgevangen
in houten barakken op een terrein van 30 hectare
groot. Een “modelkamp” voorzien van alle
faciliteiten zoals een ziekenhuis, een kerk en
scholen. Met een eigen centrale voor verwarming
en elektriciteit voor die tijd een ongekende
luxe. Vluchtoord Ede is in 1918 gesloopt. De
materialen zijn gebruikt voor heropbouw in
België. |
Onder de tekst op het informatiebord wordt de
plattegrond van het vluchtoord Ede weergegeven. De
ingang was aan de huidige N224. Het rechthoekige kamp
werd doorsneden door twee haaks op elkaar staande
kampstraten – de Wilhelminalaan en Cort van der
Lindenlaan genoemd - resulterend in vier blokken.
De ongeveer 40 barakken stonden in drie woonblokken en
hadden de namen Scheldedorp, Maasdorp en Leyedorp. In
ieder dorp waren er slaapzalen, eetzalen en waslokalen.
In het vierde blok bevonden zich de gemeenschappelijke
ruimtes zoals het ziekenhuis, de kerk en de scholen. In
het Natuurcentrum Veluwe is ook nog een maquette van het
vluchtoord Ede te zien met aanvullende informatie.
|
De resten van het vluchtoord Ede met in het
midden het Belgenmonument. |
De zwerfkei van het Belgenmonument staat op de kruising
van de twee hoofdstraten van het voormalige kamp. Veel
meer is er niet te zien behalve enkele betonnen
funderingsresten. Op de zwerfkei is een plaquette
aangebracht met de tekst: ‘Belgisch vluchtelingenkamp
V.O.E. 1914-1918, Deze zwerfkei uit Ede doet ons denken
aan het verleden.’
Er is wel enige denkkracht voor nodig om staande bij de
zwerfkei een voorstelling te maken van een kamp van 30
hectare (500 bij 600 m) groot hier op de hei, waar op
zijn hoogtepunt ruim 5.000 mannen, vrouwen en kinderen
samenleefden. Niet veel minder dan in het dorp Ede zelf.
|
Ansichtkaart met afbeelding van
het vluchtoord Ede |
Over het leven als bewoner van vluchtoord Ede schreef de
toen 17-jarige Jos Hoeck een aantal gedichten.6)
Op de aan die gedichten gewijde
website is ook een aantal foto’s geplaatst van hoe het
kamp er heeft uitgezien. De bovenstaande foto toont de
Wilhelminalaan waar nu het Belgen-monument staat. De
woonbarakken staan rechts op de foto.
Loopgraven op de
hei
De Edese Heide kent overigens nog een herinnering aan de
Eerste Wereldoorlog, maar die wordt niet gemarkeerd door
een monument of informatiebord. De hei was namelijk
militair terrein en dit militaire verleden van Ede als
garnizoensplaats sinds 1906 leeft o.a. voort in de
kazernes langs de Nieuwe Kazernelaan.
Op de hei werd tijdens de Eerste Wereldoorlog door de
hier gemobiliseerde Nederlandse militairen flink
geoefend. Aan de westelijke kant van de Edese Heide,
langs het Edese Bos, werden loopgraven gegraven waarvan
de zig-zag contouren anno 2009 nog altijd duidelijk
zichtbaar zijn. Het omvangrijke complex loopgraven ligt
langs een fietspad op ruim 5 minuten lopen ten noorden
van de parkeerplaats in het Edese Bos bij de rotonde van
de N224 en de Nieuwe Kazernelaan.7)
|
De contouren van de
loopgraven op de Edese
Heide. |
Het bleef gelukkig bij oefenen voor de Nederlandse
troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op 10 mei 1940
moest er wel gevochten worden en probeerde een eskadron
huzaren te paard aan de oostelijke kant van Ede tussen
de N224 en de spoorweg de opmars van de oprukkende
Duitsers te vertragen. Met achterlating van een aantal
doden moesten ze zich al snel terugtrekken op de
Grebbelinie. Twee van deze doden liggen op de Algemene
Begraafplaats in Ede.
In september 1944
vochten de Britten en de Duitsers hier om de landingszone op
de Ginkelse Heide. Ze voegden de schuttersputjes toe aan
de loopgraven. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog zocht
de soldaat bescherming in moeder aarde.
Over de opbouw en afbraak van de loopgraven op de Edese
Heide verhaalde de heer Nijenhuis, auteur van
verschillende boeken over oud Ede, in zijn
jeugdherinneringen. Daarin wordt ook het Belgische
vluchtelingenkamp genoemd. Hieronder een citaat uit zijn
verhaal:8)
|
‘Mijn prilste herinneringen aan de heide dateren
van vijf à zesjarige leeftijd, als ik met mijn
ouders op zondagmiddag lange wandeling naar het
Belgische vluchtoord maakte. Veel mensen deden
dat in de zomermaanden als een soort attractie,
die “Belsen” bezaten een geheel ander
leefpatroon dan men hier gewend was. Nog zie ik
de vrouwen in groepjes de Paasberg afkomen om
inkopen in het dorp te doen om daarna in “de
Roskam” een glas bier te vatten, tot grote
verbazing en verontwaardiging van de Edese
dorpsgemeenschap.
Wat ouder geworden, als schooljongens werd de
heide op vrije dagen, een openbaar speelterrein.
Als men vanaf de Kreelseweg, de Tra en dus ook
de heide had bereikt, lagen eveneens links van
het fietspad allereerst de loopgraven. In
navolging van de bittere stellingoorlog in Noord
Frankrijk waren deze door militairen tijdens de
mobilisatiejaren 1914-1918 aangelegd.
De opzet was tweeledig, de soldaten bezig te
houden en bij oefeningen de werkelijkheid zo
goed mogelijk te benaderen. Ruim twee meter
diepe gangen met talrijke kruisingen kwamen uit
bij de ondergrondse verblijfplaatsen. Om het
geheel compleet te maken was de oostelijke zijde
van dit loopgravengebied voorzien van
uitgebreide prikkeldraad-versperringen, waar
menige jongensbroek een winkelhaak heeft
opgelopen.
Al met al een ideaal oord voor een stel jongens
om verstoppertje of rovertje te spelen. De
steile, met hei en gras begroeide wanden van
deze loopgraven leenden zich bovendien prachtig
tot vuurtje stoken: “boddeken” noemden wij dat
opwindende spel. De vlammen kropen knetterend
omhoog en dan was het de kunst die zover te
laten komen dat je, gewapend met takken het vuur
nog juist op tijd kon bedwingen.
In de twintiger jaren raakten de loopgraven in
verval: militaire autoriteiten keken er niet
meer naar om, maar wel ondernemende mensen uit
de omgeving van de “Bunschoten”. Met de
kruiwagen trokken zij naar de hei om zich het
zware stuthout van de onderkomens, die
geleidelijk in elkaar zakten en prima brandhout
opleverde, te ontfermen. Voor hen die dit stukje
hei nog weten te vinden, vormen slechts wat vage
greppels sporen van de plek waar eens de Edese
jeugd hartstochtelijk speelde.’ |
Zoals duidelijk blijkt uit het verhaal van Nijenhuis is
een tastbare herinnering aan de mobilisatieperiode van
het Nederlandse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog
letterlijk in rook opgegaan. En dat is erg jammer, want
als er iets is wat de herinnering aan die oorlog levend
houdt dan zijn het wel loopgraven. Veel meer dan een
steen met de tekst: ‘Deze zwerfkei uit Ede doet ons
denken aan het verleden.’
Noten
[01]
C.E.H.J. Verhoef, De slag om de Ginkelse Heide bij Ede.
17 en 18 september 1944, Soesterberg, 2002.
[02]
Evelyn de Roodt, Oorlogsgasten. Vluchtelingen en
krijgsgevangenen in Nederland tijdens de Eerste
Wereldoorlog, Zaltbommel, 2000.
[03]
Vluchtelingen in Nederland 1914-1918,
www.wereldoorlog1418.nl/vluchtelingen/index.htm.
[04]
Zie voor meer informatie over het boek:
www.bduboeken.nl/page/Boekenwinkel.
[05]
Het is Ede gewoon overkomen, 5 november 2008,
www.edestad.nl/page/Lokaal/Regionaal/Achtergrond/Het-is-Ede-gewoon-overkomen.281768.news.
[06]
Oorlogsgedichten 1914-1918. Vluchtoord Ede, Nederland.
Jos. Hoeck (J.Ph.A. Hoeck,1898-1968),
www.oorlogsgedichten.net/index.htm.
[07]
Vlakbij de rotonde van de Nieuwe Kazernelaan met de N224
staat nog een herinnering aan de Tweede Wereldoorlog,
namelijk een goed onderhouden Sherman tank met de naam
Cougar. Die behoorde tot een Canadees cavalerieregiment
dat Ede op 17 april 1945 bevrijdde.
[08]
H.J. Nijenhuis, Een onafzienbaar speelterrein,
http://nostalgischede.nl/geschiedenis/hei.htm. |