|
Theodore Roosevelt Jr. in
de Grote Oorlog
“The Rough Rider rides
again”
door Eric R.J. Wils |
|
In een scène in de bekende
oorlogsfilm The Longest Day uit 1962, over de
invasie in Normandië op 6 juni 1944, stapt de acteur Henry
Fonda voorzien van een wandelstok op Utah Bay aan land om
te bemerken dat de Amerikanen op de verkeerde plaats zijn
geland. Om vervolgens te besluiten: “We will start the
war from here”.
|
Scène
uit de film The Longest Day met links Henry Fonda als
Theodore Roosevelt Jr. |
Fonda speelde
brigade-generaal Theodore Roosevelt Jr. en bracht de
oudste zoon van de voormalige Amerikaanse president
Theodore Roosevelt zo weer tot leven. Ruim een maand na de
invasie van Normandië overleed junior op 12 juli 1944 op
de leeftijd van slechts 56 jaar. Het was de tweede keer in
27 jaar dat junior in Frankrijk – “Over there” –
oorlog ging voeren tegen de Duitsers. In 1917 behoorde hij
ook al tot de eerste Amerikaanse militairen die in
Frankrijk voet aan wal zetten, al ging het toen niet om
een landing vanuit zee. Hij maakte in 1917 deel uit van de
beroemde Amerikaanse 1e divisie, The Big Red One.
Wat deed junior nu in de Grote Oorlog, waarvan zijn vader
een groot voorstander van Amerikaanse deelname was en alle
vier zijn zonen de oorlog instuurde. |
|
Inhoudsopgave
Een beroemde president
als vader Broers Roosevelt bereiden zich voor op de
oorlog Majoor Theodore Roosevelt Jr. in de
Amerikaanse 1e divisie Strijd om Cantigny in mei
1918 Strijd bij Soissons in juli 1918
Jongste
broer Quentin Roosevelt sneuvelt Laatste
oorlogsmaanden van Theodore Roosevelt Jr.
Theodore
Roosevelt Jr. trekt opnieuw ten oorlog
Bronnen |
|
Een beroemde president als vader
Er zijn weinig Amerikaanse presidenten uit het begin van
de twintigste eeuw die nog zo tot de verbeelding spreken
als Theodore Roosevelt, bekend onder zijn initialen TR.
Een machofiguur die in 1898 een legertje vrijwilligers
aanvoerde om in Cuba oorlog te voeren tegen de
Spanjaarden. Met de cavaleriecharge tegen de heuvels van
San Juan werd de legende van ’Colonel Roosevelt and
the Rough Riders’ geboren. Op de jeep waar zoon
Theodore Jr. in de Tweede Wereldoorlog mee rond reed,
stond onder het windscherm dan ook ‘Rough Rider’.
TR was nog pas 42 jaar toen hij in september 1901
via de zijdeur de 26e Amerikaanse president werd, nadat de
zittende Republikeinse president William McKinley een
aanslag op zijn leven niet overleefde. In 1904 werd hij
dan toch met een grote meerderheid rechtstreeks gekozen.
Aan omschrijvingen van zijn energieke persoonlijkheid zijn
vele teksten gewijd en hij genoot overduidelijk van het
centrum van de macht. Onder hem deed Amerika zijn intrede
in de internationale politiek. En voor zijn bemiddeling om
de oorlog tussen Rusland en Japan te beëindigen, ontving
hij in 1906 de Nobelprijs voor de vrede.
Aan
tegenstellingen verenigd in een persoon is duidelijk geen
gebrek. Cum laude afgestudeerd op de elite universiteit
Harvard, maar ook als een cowboy vee drijvend op zijn
ranch in North Dakota. Oorlogvoeren in Cuba en vrede
stichten tussen Rusland en Japan. “Speak softly and
carry a big stick and you will go far” was een
favoriete uitspraak van TR.
In 1908 zag TR af van
de Republikeinse nominatie en ging op safari in donker
Afrika. Om in 1912 opnieuw een gooi te doen naar het
presidentschap met een eigen partij. Dat mislukte en de
Democraat Woodrow Wilson won de verkiezingen. In vele
opzichten was de intellectueel Wilson de tegenpool van de
‘cowboy’ TR, maar beiden voerden wetgeving in om de
federale overheid te versterken. Ze waren echter politieke
vijanden.
TR trok zich, nadat de Eerste
Wereldoorlog was uitgebroken, bepaald niet terug uit het
openbare leven. Hij bepleitte vurig Amerikaanse deelname
aan de oorlog en stond lijnrecht tegenover Wilsons slogan
van “Too proud to fight”. De leeuw TR wilde
vechten zoals in 1898 in Cuba. Maar toen Amerika op
6 april 1917 aan de zijde van de Entente ging deelnemen
aan de oorlog was TR met zijn 58 jaar wel wat aan de oude
kant om nog een cavaleriecharge uit te gaan voeren. Een
verzoek om net als in 1898 een vrijwilligersleger te mogen
oprichten werd afgewezen. Maar hij had inmiddels wel vier
volwassen zonen.
TR was in 1880 getrouwd met Alice
Lee. Kort na de geboorte van zijn dochter Alice in 1884
stierf zijn vrouw. In 1886 hertrouwde TR met Edith Carow.
Uit dit huwelijk werd in 1891 een tweede dochter, Ethel,
geboren en vier zonen. Theodore Jr. in 1887, Kermit in
1889, Archibald (Archie) in 1894 en de benjamin Quentin in
1897.
|
De familie Roosevelt in 1908 voor het Witte Huis te
Washington. V.l.n.r. dochter Ethel, Kermit, jongste zoon
Quentin, vrouw Edith, oudste zoon Theodore Jr., president
Theodore Roosevelt, Archie en oudste dochter Alice met
haar man Nicholas Longworth. |
De gehele familie poseerde in het laatste
jaar van TR’s presidentschap voor het Witte Huis voor de
foto. Theodore Jr. staande naast zijn geblokte vader. Even
lang maar half zo breed. Een naamdrager die zijn beroemde
vader niet wilde teleurstellen en leefde met de vraag wat
zou Daddy van hem vinden.
Broers Roosevelt bereiden zich
voor op de oorlog Theodore Jr. volgde de voetsporen van zijn vader en ging
eveneens studeren aan de universiteit van Harvard. Na het
behalen van zijn graad in 1908 begon hij aan zijn carrière
met een baan in de industrie. De bedoeling was veel geld
te verdienen, financieel onafhankelijk te worden en daarna
de politiek in te gaan. In juni 1910 trouwde hij met
Eleanor Alexander en een jaar later kwam al het eerste
kind, dochter Grace. In 1914 kwam de eerste mannelijke
nakomeling ter wereld en die werd dus Theodore III
gedoopt.
Na het torpederen van de Lusitania in mei
1915 door een Duitse onderzeeboot begon langzaamaan het
besef te groeien dat Amerika betrokken kon worden bij de
oorlog. En dat het land met zijn kleine beroepsleger zeker
niet was toegerust om een oorlog te gaan voeren zoals die
in Europa woedde. Particuliere initiatieven werden
geopperd om de militaire paraatheid te verbeteren.
Met als gevolg dat door het ministerie van Oorlog in
juni 1915 een programma werd gestart om trainingskampen te
organiseren met als doel mannelijke vrijwilligers tot 45
jaar op te leiden. Officieel de Military Training Camp
Association genaamd maar meer bekend geworden als de
Plattsburg trainingskampen. Een eerste kamp startte in
augustus 1915 en duurde vijf weken. De militaire
basisopleiding werd er gegeven door beroepsmilitairen.
Ondanks dat de deelnemerskosten door de vrijwilligers
gedragen dienden te worden, waren de kampen een succes. In
de zomer van 1915 volgden ruim duizend Amerikanen een
dergelijke opleiding. Daaronder drie broers Roosevelt:
Theodore Jr., Archie en de jonge Quentin. Junior besloot
het kamp met de rang van reserve eerste luitenant. Zijn
eerste stap op weg naar een ietwat ongebruikelijke
militaire carrière was gezet.
In de zomer van 1916
gingen Theodore Jr. en Archie opnieuw naar het kamp in
Plattsburg. De uit Europa overgewaaide loopgravenoorlog
werd zo goed mogelijk geoefend inclusief het ‘over the
top’ gaan. Junior werd aan het einde van deze tweede
oefenperiode zelfs bevorderd tot reservemajoor en Archie
tot reserve eerste luitenant.
Nadat Amerika op 6
april 1917 Duitsland de oorlog had verklaard, moest het
wel nog een miljoenenleger opbouwen. Uit de grote
bevolking konden genoeg soldaten gerekruteerd worden maar
er was een schrijnend tekort aan officieren. Mannen uit de
top van de samenleving zoals de broers Roosevelt, die
weliswaar geen beroepsmilitair waren maar toch al enige
militaire kennis hadden opgedaan, konden aan de slag. En
een aanbeveling van een oud-president hielp daarbij. TR
schreef in mei 1917 een brief naar generaal John Pershing,
de net aangestelde opperbevelhebber van het Amerikaanse
expeditieleger. De eerste alinea luidde:
|
“I write you now to request that my two sons,
Theodore Roosevelt, Jr., aged 27, and Archibald B.
Roosevelt, age 23, both of Harvard, be allowed to
enlist as privates with you, to go over with the
first troops. The former is a Major and the latter
a Captain in the Officers’ Reserve Corps. They are
at Plattsburg for their third summer.” |
Theodore Jr. was al 29 jaar en Archie was slechts een
reserveluitenant. Toen TR nog president was, had hij
Pershing bevorderd en daarbij de nodige opperofficieren
gepasseerd. Pershing was TR dus nog wel iets schuldig en
zowel Theodore Jr. als Archie voerden op 20 juni 1917 naar
Frankrijk. Met de rangen van respectievelijk majoor en
luitenant toegekend in de Plattsburg kampen.
|
Majoor Theodore Roosevelt Jr. |
De
jonge Quentin had in juni 1917 net zijn tweede jaar in
Harvard beëindigd en volgde een opleiding tot piloot op
een vliegbasis in Long Island. Ook hier hielp TR een
handje. Een maand later dan zijn twee oudere broers was
hij ook op weg naar Frankrijk. Kermit, de tweede zoon van
TR, was minder aangestoken door zijn vaders passie voor
oorlogvoeren. Hij verbleef in het begin van de oorlog in
Zuid-Amerika en nam niet deel aan de Plattsburg kampen in
1915 en 1916.
Toch kon hij in niet achterblijven
bij zijn broers en volgde de opleiding in de zomer van
1917. TR regelde vervolgens een aanstelling voor hem in
het Britse leger om te dienen in het Midden-Oosten. Maar
in het voorjaar van 1918 werd Kermit op eigen verzoek
overgeplaatst naar het Amerikaanse leger en diende hij als
kapitein bij de artillerie in Frankrijk. De broers
vertrokken zeker niet onopgemerkt naar het front. In
kranten zoals de New York Times werd daarover
bericht met koppen als “Roosevelts boys gone to France
to join Pershing”. En ook over hun belevenissen aan
het front werd het Amerikaanse publiek geïnformeerd.
Majoor Theodore Roosevelt Jr. in de Amerikaanse 1e divisie
Uit de troepen die in de zomer van 1917 in Frankrijk
arriveerden, werd uit vier bestaande regimenten de
Amerikaanse 1e divisie gevormd. Het embleem werd een grote
rode ‘1’ en de divisie kreeg later de bijnaam The Big
Red One. De divisie was echter in de zomer van 1917
zeker nog niet groots.
Tweederde van de
manschappen bestond uit rekruten en het merendeel van de
ervaren officieren en onderofficieren was in Amerika
gebleven omdat ze daar nodig waren voor de opbouw van het
leger. De divisie bestond uit twee infanteriebrigades van
elk twee regimenten en een artilleriebrigade. De 1e
infanteriebrigade werd gevormd door het 16e en 18e
regiment. De 2e infanteriebrigade door het 26e en 28e
regiment.
|
Embleem van
The Big Red One. |
De divisie kreeg
inclusief de ondersteunende diensten een sterkte van
ongeveer 26 duizend man. Hun eerste commandant was
generaal William Sibert maar die voldeed niet in de
strenge ogen van generaal Pershing en moest eind 1917 al
plaats maken voor generaal Robert Lee Bullard. Bullard
werd in juli 1918 gepromoveerd tot korpscommandant en
kreeg nog twee opvolgers.
Majoor Theodore
Roosevelt Jr. kreeg in juli 1917 een aanstelling als
commandant van het eerste bataljon van het 26e regiment.
Zijn broer Archie werd in het 16e regiment geplaatst.
Achter hun ruggen werden door de beroepsofficieren wel
vragen gesteld over de benoeming van deze amateurs. Een
benoeming die toch te danken was aan de nog steeds
bestaande invloed van hun vader. Maar het Amerikaanse
expeditieleger was aan een enorme expansie bezig om zich
om te vormen tot een miljoenenleger. Elke man met enig
gezag was nodig en Theodore Jr. kwam wel tot zijn recht.
|
Manschappen van de 1e divisie worden getraind door
Franse Chasseurs d’Alpine. |
Vechten was er voorlopig niet bij voor de
Amerikanen. Het was trainen, trainen en nog eens trainen
in de militaire basiselementen en het loopgravengevecht.
Als onderdeel van hun training werd de 1e divisie in
januari 1918 voor het eerst naar een stil stuk front
gestuurd in de Saint-Mihiel sector ten zuiden van Verdun.
Om daar onder Franse supervisie te leren wat het betekende
om een deel van het front te verdedigen in de voorste
loopgraven.
Dat een stil stuk front niet van gevaar
ontbloot was, ondervond de inmiddels tot kapitein
gepromoveerde kapitein Archie Roosevelt op 11 maart 1918.
Hij werd zwaar gewond aan een arm en been door een
ontploffende Duitse artilleriegranaat. Hij was het eerste
slachtoffer onder de broers Roosevelt. Na verschillende
operaties en maanden in het ziekenhuis werd hij
uiteindelijk afgekeurd en in september 1918 terug naar
Amerika gestuurd.
Als troost kreeg hij van de
Fransen het Croix de Guerre uitgereikt, de eerste
van de onderscheidingen aan de broers Roosevelt, hetgeen
vader TR met trots vervulde. Archie herstelde nooit
helemaal van zijn verwondingen maar trok in de Tweede
Wereldoorlog als kolonel weer ten strijde. In 1943 werd
hij opnieuw zwaar gewond tijdens de strijd in
Nieuw-Guinea.
Strijd om Cantigny in mei 1918
Op 21 maart 1918 startte het Duitse leger een groot
offensief tegen het Britse leger. In enkele dagen werd een
bres geslagen bij Saint-Quentin en de Duitse opmars kwam
pas 60 kilometer verder tot stilstand op 10 kilometer
afstand van de stad Amiens. De beslissende strijd aan het
Westelijk Front was begonnen.
Begin april 1918
werd de Amerikaanse 1e divisie van de Saint-Mihiel sector
naar het front bij Amiens overgeplaatst. En wel naar een
streek bij de stad Montdidier waar het Franse 1e leger
onder generaal Eugène Debeney aan het front stond. De
trainingsperiode was voorbij en de 1e divisie diende nu
eindelijk eens voor een offensieve actie het strijdperk te
betreden. Dat gebeurde bij het dorp Cantigny.
|
Kaart van het Westelijk Front tussen
Château-Thierry en Arras in mei-juli 1918, met de Duitse
opmars richting Amiens (---) en de Marne (xxx). |
Cantigny ligt op ongeveer vijf km ten noordwesten
Montdidier in een glooiend terrein. Het was het uiterste
puntje van het gebied dat de Duitsers hadden veroverd bij
de opmars richting Amiens. Vanuit het dorp hadden ze een
goed overzicht richting het westen. De Amerikaanse aanval
was gepland voor 28 mei en diende uitgevoerd te worden
door het 28e regiment. Komend vanuit het westen moest het
dorp genomen worden.
Het 26e regiment van Theodore
Jr. diende de zuidkant te beschermen. De Duitsers hadden
door een raid informatie over de voorgenomen aanval
verkregen en bestookten op 27 mei de Amerikanen met
artillerie waaronder mosterdgasgranaten. Theodore Jr. liep
een gasverwonding op met hoesten, overgeven en
gezichtsverlies tot gevolg. Hij weigerde zich echter ziek
te melden en bleef tot 1 juni zijn bataljon aanvoeren in
de voorste linie.
De Amerikaanse aanval begon om
06.45 uur op 28 mei met steun van Franse artillerie en
enkele Franse tanks. Er wordt weleens smalend geschreven
over dit eerste Amerikaanse optreden aan het Westelijk
Front. Dat de troepen zwaar bepakt en schouder aan
schouder optrokken tegen de Duitse mitrailleurs zoals de
Britten op 1 juli 1916 bij de Somme hadden gedaan. En dus
kennelijk niets hadden geleerd.
De Britten gingen
echter in de aanval nadat de artilleriebarrage was verlegd
naar het achterveld en gaven de Duitsers de tijd om hun
machinegeweerposten weer te bemannen. De Amerikanen gingen
op 28 mei in de aanval onder een vuurwals aangelegd door
de artillerie. Het spervuur verplaatste zich ongeveer 100
meter in twee minuten. Het was dus zaak niet te snel op te
trekken om niet door eigen vuur uitgeschakeld te worden.
De eerste Duitse linies werden vlot ingenomen.
Maar tijdens het vervolg van de aanval richting de derde
Duitse loopgravengordel moest open veld overgestoken
worden dat onder Duits vuur lag. Een ooggetuige meldde dat
de soldaten eerst op een afstand van vijf passen van
elkaar optrokken, maar door de verliezen de onderlinge
afstand al vlug toenam tot vijftig meter en vervolgens tot
nog meer.
|
Soldaten van de
Amerikaanse 1e divisie in de aanval op 28 mei 1918 op
Cantigny. |
In de loop van de ochtend hadden de
Amerikanen Cantigny ingenomen en waren op de voorgenomen
positie op een kilometer ten oosten van het dorp
uitgekomen. Enkele honderden Duitsers waren gevangen
genomen. De Amerikaanse verliezen bedroegen 199 doden en
867 gewonden. De doden liggen niet vlakbij Cantigny
begraven maar op het Somme American Cemetery in het dorp
Bony langs de weg tussen Saint-Quentin en Cambrai.
Na de verovering van Cantigny begon de strijd echter
pas goed omdat de Duitsers het dorp begonnen te
bombarderen en tot 31 mei verschillende malen probeerden
het dorp te heroveren. Dit lukte niet door taaie
Amerikaanse tegenstand. En ook het 26e regiment van
Theodore Jr. was tot 1 juni betrokken bij de verdediging.
Junior leidde al op 28 mei zijn bataljon om een Duitse
tegenaanval te stuiten. Voor zijn acties ontving hij het
Distinguished Service Cross en het Croix de
Guerre. In de citatie staat vermeldt dat hij tijdens
een raid een gewonde soldaat redde die onder zwaar vuur
lag van granaten en machinegeweren.
|
In Cantigny gevangen genomen Duitse soldaten
worden door Amerikanen begeleid. |
De Amerikanen
bleven tot 8 juli 1918 in Cantigny en hun verliezen liepen
uiteindelijk op tot meer dan vijfduizend man, waarvan
ongeveer duizend doden. Hoewel de inname van Cantigny van
weinig strategische betekenis was voor de enorme strijd
die in het voorjaar langs het Westelijk Front woedde, was
generaal Pershing tevreden dat zijn troepen een offensieve
actie konden uitvoeren. Dat ze konden vechten en winnen.
Pershing sprak na afloop dan ook zijn waardering uit:
|
“It was a matter of pride to the whole AEF that
the troops of this division, in their first
battle, displayed the fortitude and courage of
veterans, held their gains, and denied to the
enemy the slightest advantage.” |
In het midden van het dorp Cantigny werd in augustus
1937 een monument onthuld ter herdenking van dit eerste
Amerikaanse offensief. De obelisk is bovenaan op de hoeken
versierd met vier gestileerde adelaars. Op de zijkanten is
in het Engels en Frans de volgende inscriptie aangebracht:
|
“The First Division United States Army, operating
under the X French Corps captured the town of
Cantigny on May 28, 1918, and held it against
numerous counterattacks. Erected by the United
States of America to commemorate the 1st attack by
an American Division in the World War.” |
Niet ver van dit formele monument werd 70 jaar later,
in 2007, een beeld van een Amerikaanse soldaat geplaatst,
zoals deze Doughboy vermoedelijk in mei 1918 ten
aanval trok met het bajonet op het geweer.
|
Beeld in Cantigny van een aanvallende
Amerikaanse soldaat. |
Strijd bij Soissons in juli 1918
De aanval van de Amerikaanse 1e divisie op 28 mei 1918
werd overschaduwd door de grote Duitse aanval tegen het
Franse leger die op 27 mei begon aan de Chemin des Dames
en begin juni eindigde aan de Marne. De Duitsers leken na
vier jaar weer op weg naar Parijs en uiteindelijk de
oorlog te gaan winnen. Maar door koppig verzet van de
Fransen bijgestaan door steeds meer Amerikaanse troepen
kon de opmars gestuit worden.
De Duitsers hadden
een 50 km diepe saillant tussen Soissons, Château-Thierry
en Reims gevormd. Op 18 juli opende het Franse leger een
groot tegenoffensief en tijdens deze zogenoemde Tweede
Slag aan de Marne werd het keerpunt van de strijd aan het
Westelijk Front in 1918 bereikt.
Twee Amerikaanse
divisies, het 1e en 2e, waren toegevoegd aan het Franse
10e leger van generaal Charles Mangin. Zijn leger moest de
saillant aan de noordkant bij Soissons afsnijden. De
slagorde aan de noordkant van het front was van noord naar
zuid: de Amerikaanse 1e divisie, de Franse Marokkaanse
divisie en de Amerikaanse 2e divisie (zie kaart).
De aanval van de 1e divisie bij Cantigny op 28 mei was een
kleinschalige operatie geweest, maar nu nam de divisie
deel aan een aanval waarbij honderdduizenden soldaten met
artillerie, tanks en vliegtuigen betrokken waren. Dit was
de grote strijd en de Amerikanen zaten er middenin.
|
Het aanvalsgebied van de
Amerikaanse 1ste divisie op 18 juli 1918 richting Buzancy. |
Alle vier de regimenten van de 1e divisie stonden
zij aan zij opgesteld aan de frontlijn bij Cutry aan het
begin van de aanval. De drie bataljons van ieder regiment
waren in de diepte opgesteld om de haasje-over tactiek te
volgen. Een bataljon valt aan, het tweede neemt de aanval
over gevolgd door het derde bataljon. De Amerikanen vielen
om 04.35 uur op 18 juli aan in de regen.
Op eerste
dag werd de meeste terreinwinst geboekt maar door stug
doorvechten veroverde de 1e divisie op 21 juli de dorpen
Berzy-le-Sec en Buzanzy. Daarmee werd de belangrijke
Duitse aanvoerroute van Soissons naar Château-Thierry
afgesneden. Buzancy kon niet behouden blijven toen de
divisie op 22 juli werd terugtrokken en werd vervangen
door de Schotse 15e divisie om de aanval verder te zetten.
Theodore Jr. maakte de laatste fase van die strijd
echter niet meer mee. Op de tweede dag van de aanval was
het de beurt aan zijn bataljon om de aanval te vervolgen
en het dorp Ploisy te nemen. In dat dorp werd hij geraakt
door een mitrailleurkogel in zijn rechterdijbeen en gewond
afgevoerd. Hij was niet de enige officier van het bataljon
die werd uitgeschakeld. De oorlog was even voorbij voor
Theodore Jr. en het duurde tot september 1918 voordat hij
terugkwam bij het 26e regiment. Weliswaar met een
wandelstok.
|
Monument voor
de Amerikaanse 1e divisie langs de D1 weg bij Buzanzy. |
De strijd van de Amerikaanse 1e divisie bij
Soissons was heviger en belangrijker dan die om Cantigny.
Maar Cantigny was het eerste grote gevecht en dat wordt
altijd meer herdacht. Langs de huidige D1 weg tussen
Soissons en Château-Thierry staat bij Buzancy een van de
karakteristieke monumenten voor de 1e divisie.
Er
staan er vijf van langs het Westelijk Front, buiten het
dorp Cantigny staat er ook een. De andere drie staan in de
Saint-Mihiel sector, de Argonne en bij Sedan. Het is een
pilaar met de namen van de gevallenen erop aangebracht.
Bovenop staat een adelaar die zijn vleugels plooit om het
embleem van de ‘1’ omgeven door een lauwerkrans. De tekst
op de plaquette voor het monument bij Buzancy luidt:
|
“In four days of continuous attack from the line
Saint-Pierre L’Aigle – Cutry, the First Division
A.E.F. penetrated 11 kilometers into the German
Lines at this point, capturing by assault on the
morning of July 21st the château and heights of
Buzancy and the village of Berzy-le-Sec.” |
De verliezen staan ook op de plaquette: 2.213 man
gedood en 6.347 gewond. Samen ongeveer de sterkte van een
Franse of Britse divisie. De doden liggen samen met de
gesneuvelden van andere Amerikaanse divisies begraven op
twee begraafplaatsen in het gebied van de Marne en de
Aisne: het American Aisne-Marne Cemetery bij het dorp
Belleau en het American Oise-Aisne Cemetery bij het dorp
Seringes.
Jongste broer Quentin Roosevelt
sneuvelt De grootste
klap voor de familie Roosevelt in 1918 was echter de dood
van de benjamin Quentin. Na beëindiging van zijn
vliegopleiding werd hij als luitenant geplaatst bij het
95e Amerikaanse squadron. Hij vloog zijn eerste missie op
5 juli 1918, gevolgd door zijn eerste overwinning in een
luchtgevecht op 10 juli boven het front aan de Marne.
Daarvoor werd hem het Croix de Guerre toegekend.
Maar de jeugdige euforie duurde niet lang. Op 14 juli
werd hij op 20-jarige leeftijd neergeschoten na een
luchtgevecht met een Duitse patrouille. Zijn Nieuport
vliegtuig stortte neer bij het dorpje Chamery. De Duitsers
begroeven hem met militaire eer. Toen een maand later de
Amerikaanse 32e divisie dit gebied veroverde, werd het
graf ontdekt. De plaats werd na de Eerste Wereldoorlog een
soort pelgrimsoord.
|
Quentin Roosevelt als piloot in 1918. |
TR was
natuurlijk geschokt door de dood van zijn jongste zoon.
Hij schreef naar Theodore Jr.: “The last of the lion
’s brood has been blooded”. En naar een vriend: “It
is very dreadful that he should have been killed; it would
have been worse if he had not gone”.
In het dorpje
Chamery staat een enigszins verweerde fontein ter
nagedachtenis van Quentin, die een soort cultusfiguur is
geworden. Behalve zijn naam staat er onder de beestenkop
waar het water uitstroomt een nog maar slecht leesbare
inscriptie: “Only those are fit to live who are not
afraid to die”.
Laatste oorlogsmaanden van
Theodore Roosevelt Jr.
Op 16 september 1918 ontving Theodore Jr. de promotie
tot luitenant-kolonel, dezelfde rang die zijn vader in
1892 had. Omdat hij nog niet geheel hersteld was van de
schotwond in zijn been, werd hij slechts goedgekeurd voor
beperkte dienst en naar het Amerikaanse kamp in Langres
gestuurd om weer troepen te gaan trainen. Iets wat hij
ruim een jaar geleden bij aankomst in Frankrijk ook al had
gedaan. Maar hij wilde per se het einde van de strijd
meemaken.
Op 18 oktober kreeg Theodore Jr. het
commando van het 26e regiment en werd daarmee de eerste
reserveofficier die een reguliere legereenheid aanvoerde.
Ook zijn broer Kermit diende nu in de Amerikaanse 1e
divisie als artillerieofficier. De divisie maakte in
september/oktober 1918 deel uit van het Amerikaanse 1e
leger dat nu eindelijk als zelfstandige strijdmacht vocht
in de Argonne en aan de Maas. Niet langer meer onder
Franse vleugels.
Toen Theodore Jr. op 18 oktober
terugkwam was de divisie bezig zijn wonden te likken van
de klappen die het had gekregen van de strijd in de
Saint-Mihiel saillant van 12-13 september en vooral van
het op 26 september gestarte Amerikaanse offensief in de
Argonne. Van 1 tot 11 oktober had hun aandeel in die
strijd ongeveer 8000 slachtoffers geëist.
De 1e
divisie werd weer op sterkte gebracht en volgde als
onderdeel van het Amerikaanse Ve Korps het spoor van de 2e
divisie naar het noorden. De oorlogvoering was in de
laatste weken sterk veranderd doordat er geen sterke
defensieve posities meer waren en de Duitsers niet meer om
elke meter grond vochten. Pershing bleef zijn leger echter
opjagen en wilde het liefst zo ver mogelijk en zelfs tot
in Duitsland laten optrekken. Hij had zijn oog laten
vallen op de stad Sedan aan de Maas om die te bevrijden.
Op 6 november 1918 kreeg de 1e divisie het bevel
de stad Mouzon aan de Maas te veroveren en was daar mee
bezig toen ze een nieuwe order kreeg om op te trekken naar
Sedan dwars door het operatiegebied van twee andere
divisies. Er ontstond een dwaze en onnodige race naar
Sedan. Voordat de Amerikanen echter aanvielen besloot het
geallieerde opperbevel dat Sedan door de Fransen genomen
moest worden. Het was tenslotte de stad waar ze in 1870 de
oorlog tegen de Pruisen hadden verloren. Op 8 november
1918 eindigde de oorlog voor Theodore Jr. en zijn 26e
regiment op 5 kilometer voor Sedan en maakte daar de
wapenstilstand op 11 november mee.
Van de vier
broers Roosevelt hadden drie het overleefd, hoewel
Theodore Jr. en Archie nooit helemaal herstelden van hun
verwondingen. Met vader TR ging het echter in Amerika niet
goed. Op wapenstilstandsdag verbleef TR in een ziekenhuis
in New York. Zijn gezondheid liep sterk terug en de
dokters meldden dat ze niets meer voor hem konden doen.
Hij verbleef de laatste weken van zijn leven in zijn huis
op Sagamore Hill. Theodore Jr.’s vrouw Eleanor bezocht hem
daar op zijn ziekbed en kreeg te horen dat TR enorm trots
was op zijn naamdrager.
Op 6 januari 1919 stierf
TR op 60-jarige leeftijd aan een hartaanval. Theodore Jr.
en Kermit verbleven nog in Duitsland in een kamp bij
Koblenz als onderdeel van de geallieerde bezettingsmacht.
Ze kregen een telegram van hun broer Archie met de woorden
“The old lion is dead”. In maart 1919 voer
Theodore Jr. naar huis, zijn eerste oorlog was afgelopen.
Theodore
Roosevelt Jr. trekt opnieuw ten oorlog
Na terugkomst in Amerika begon Theodore Jr. aan zijn
politieke carrière die minder hoog zou reiken als die van
zijn vader. Als Republikeinse kandidaat deed hij in 1924
mee aan de verkiezingen voor gouverneur van de staat New
York, maar verloor van de Democratische kandidaat. Die
werd gesteund door Franklin D. Roosevelt, een verre neef
van Theodore Jr. en dat deed de familieverhoudingen geen
goed.
In 1929 werd Theodore Jr. tot gouverneur
benoemd van het eiland Puerto-Rico en in 1932 tot
gouverneur-generaal van de Filippijnen. In 1934 keerde hij
terug naar Amerika en met Franklin Roosevelt vast in het
zadel als president was zijn politieke carrière voorbij.
Hij ging opnieuw in zaken tot in december 1941 Amerika de
oorlog verklaarde aan de Asmogendheden.
|
Brigade-generaal Theodore Roosevelt Jr.
in zijn
jeep “Rough Rider” begin 1944 in Italië. |
Alsof er in 22 jaar niets was veranderd, nam Theodore
Jr. in 1941 het commando weer op van het 26e regiment van
de Amerikaanse 1e divisie. Hij maakte de campagne in
Noord-Afrika in 1942-1943 mee, gevolgd door de invasie van
Italië en werd gepromoveerd tot brigade-generaal. Voor de
invasie in Normandië in 1944 werd hij overgeplaatst naar
de Amerikaanse 4e divisie en leidde de aanvalstroepen op
Utah Beach op 6 juni 1944. Hij sneuvelde niet, maar stierf
aan een hartaanval op 12 juli 1944.
Theodore Jr.
ligt begraven op het Normandy American Cemetery bij het
dorp Colleville-sur-Mer. Vlakbij Omaha Beach, het tweede
en meer bloedige Amerikaanse invasiestrand van 6 juni
1944. Daar landde zijn oude 1e divisie samen met de 29e
divisie. Met ruim 9.300 kruisen is het een van de grotere
Amerikaanse begraafplaatsen in Frankrijk.
Bij de
inrichting werd in 1955 het stoffelijk overschot van zijn
jongere broer Quentin van Chamery overgebracht en naast
Theodore Jr. begraven. Er liggen meer broers op de
begraafplaats, maar een gesneuvelde uit de Eerste en een
uit de Tweede Wereldoorlog is bijzonder. Het verbindt als
het ware de beide oorlogen tot een 30-jarige strijd. De
symboliek had nog groter kunnen zijn als beiden op
dezelfde dag in juli waren gestorven.
|
Het graf van Theodore Roosevelt Jr.
op het
Normandy American Cemetery. |
Voor zijn leiding
geven tijdens de invasie op Utah Beach werd Theodore Jr.
in september 1944 de Medal of Honor, de hoogste
Amerikaanse militaire onderscheiding toegekend. Weliswaar
postuum maar junior had zijn vader in militair opzicht
overtroffen. Tot het jaar 2001. In 1892 was al voorgesteld
om TR te onderscheiden met de Medal of Honor voor
zijn cavaleriecharge in San Juan in Cuba. Dat was echter
niet gebeurd tot in het jaar 2001 de 42e Amerikaanse
president William (Bill) Clinton 109 jaar na dato alsnog
de onderscheiding toekende. Het was of de ‘oude leeuw’ nog
een keer brulde.
Bronnen
Voor het schrijven van dit artikel werd gebruikt gemaakt
van de volgende bronnen: • H. Paul Jeffers, In the
Rough Rider’s Shadow, The Story of a War Hero - Theodore
Roosevelt Jr. , New York, 2002. • Robert W.
Walker, The Namesake, The Biography of Theodore
Roosevelt, Jr., New York, 2008. • James Scott
Wheeler, The Big Red One, America’s Legendary 1st
Infantry Division from World War I to Desert Storm,
Kansas, 2007. |
|
▬
©
2012 - Eric R.J. Wils. De auteursrechten
van bovenstaand artikel
berusten bij de auteur.
Voor gehele of
gedeeltelijke overname is dan ook uitdrukkelijk voorafgaande
schriftelijke toestemming vereist van de
auteur. Ook vragen en opmerkingen kunnen via dit
emailadres aan de auteur worden voorgelegd.
Dit artikel werd eerder
gepubliceerd in het tijdschrift Wereld in Oorlog, nummer 25,
van november 2011, p. 7-14. |
|
|