naar homepage



Het ABC der Eerste Wereldoorlog


Oorlogsalfabet 

A is het appèl van de laatsten Julidag,
    dat opriep ter verdediging van Nederlands vlag.
B is het bulletin, dat 't oorlogsgevaar heeft bericht
    en het bevel van mobilisatie tot het leger gericht.
C is Cort van der Linden en de ministerraad,
    die de Koningin bijstaan met woord en daad.
D is het défilé voor de vorstin, die toont in deze dagen
     het waard te zijn de koningskroon te dragen.
E is de exercitie om in de kortst mogelijken tijd
    zoowel oud-soldaat als vrijwilliger te oefenen voor den strijd.
F zijn de forten, in staat van tegenweer gebracht,
    om met het water samen te keeren 's vijands macht.
G is de grens, die evenals de kust wordt bezet,
    waardoor het indringen van vreemde legers wordt belet.
H is Holland, dat lang streed voor zijn vrijheid
    en die nu hoopt te bewaren door strikte onzijdigheid.
I  zijn de geïnterneerden van verschillende naties,
   die hier gevonden hebben rustige plaatsies.
J is de jammer, door den oorlog verspreid,
   gelenigd door het steuncomité, dat collecteert met noeste vlijt.
K is de Koningin, die ook hierbij de eerste plaats bekleedt
    en het initiatief nam ter bestrijding van het leed.
L is het luchtschip, waardoor veel kwaad wordt verricht.
    Eén gooide bij vergissing een bom in Maastricht.
M zijn de mijnen, heel gevaarlijke dingen
     voor de schepen op zee en bij 't laten springen.
N is het noodbrood, op hoog bevel gebakken,
    dat echter niet bij allen even snel wil zakken.
O is de oorlog, die Europa in vuur en vlam zette,
    en de soldaten het vieren van Sint-Niklaas thuis belette.
P is de Prins, leider van het Roode-Kruis-comité,
    die zooveel doet ter bestrijding van het oorlogswee.
Q zijn de quaesties, die iederen dag moeten opgelost,
    en die de regeering heel veel hoofdbrekens hebben gekost.
R is het reizen, in 't begin een heele toer:
    Alle treinen waren in gebruik voor soldatenvervoer.
S is Snijders, een kranig generaal,
    naar het blijkt een man van het echte metaal.
T zijn de tufs, in dienst van het leger gekomen
    dat ook de motors en paarden heeft genomen.
U is de uittocht der Belgen uit hun land,
    want een groot deel der steden is verwoest en verbrand.
V zijn de vluchtelingen van verschillende standen en rangen,
    die door de Nederlanders met liefde zijn ontvangen.
W is de wol, waarvan sokken en mutsen worden gemaakt.
     Voor de soldaten hoopt de Sint, dat ze niet te gauw opraakt.
X is de toekomst, die niemand kan weten,
    wat de voorspellers maar niet kunnen vergeten.
IJ is de ijver, waarmee de verschillende rijken
    elkaar beschuldigen: wie gelijk heeft moet nog blijken.
Z is de zege, wie zal haar behalen?
    Zal 't lang nog duren of kort, wie zal dat bepalen?
    En moge dan de vrede ook spoedig nu komen,
    Zonder dat aan den strijd wij deel hebben genomen,
    Dan kunnen de soldaten zich huiswaarts begeven,
    Zij deden hun plicht en behielden het leven. 

 


Oorlogs-ABC

A
  is koning Albert, de Belgische held
B  is Bulgarije, die strijdt op het slagveld
C  is Canaille, door Frankrijk geroemd
D  dat zijn de Duitschers, in de oorlog verdoemd
E  dat is Engeland, die vecht met ,,full speed"
F  dat is Frankrijk, voor de strijd steeds gereed
G  dat zijn de Grieken, geen baas in eigen land
H  is Hongarije, die Servië uitbrandt
I   is Italië, gemengd in de strijd
J   is Japan, die roert op zijn tijd
K  is de Kommer die Europa regeert
L  is de Lusetania die werd getorpedeerd,
M is Montenegro met zijn vorst aan de spits
N  is Nederland, die steeds neutraal is
O  is de oorlog, die de ellende thans zaait
P  is Portugal, waar de oorlogsvlag waait
Q  zijn de Quitanties in de oorlog niet betaald
R  dat is Rusland, die nooit zegepraalt
S  dat is Servië, een leeuw in 't gevecht
T  is Turkije, waar de Griek nu mee vecht
U  zijn de Onderzeeërs, die moorden ongehoord
V  zijn de Vliegmachines, die vrouw en kind vermoordt,
W dat is Wilson, om zijn nota's bekend
X  is zijn Excellentie door een ieder gekend
Y  is de Yser, gevreesd door elk Duitsch soldaat
Z  zijn de Zeppelins, door een ieder gehaat.

 


De abc uit de Eerste Wereldoorlog

A is den Aanvang des oorlogs dezer dagen
B is Belgie waar men beleeft droevige dagen
C is de Courant die ons schetst het oorlogsleven
D is Duitsland dat de wereld doet beven
E is Engeland dat België te hulp snelde
F is de Fransman die ook mee trok te velde
G is het Geschut dat alles vernielt
H is de Heldenmoed die een goed soldaat bezielt
I is Italie dat zich onttrok aan de bond
J is Japan dat Duitsland een ultimatum zond
K zijn de Kanonnen met hun moordend lood
L is de stad Luik waar men veel tegenstand bood
M zijn de Mitrailleurs het oorlogstuig van heden
N is Nederland door zijn neutraliteit buiten oorlog gebleven
O zijn Onderzeeërs ofwel de duikende boten
P zijn de Patronen die zoveel worden verschoten
Q zijn Quartetsen die brengen dood en verdriet
R is het Rode Kruis dat flink hulpe biedt
S is Servie dat de oorlog deed verwekken
T zijn de Torpedos die de zeeën doortrekken
U is het Ultimatum het verbrak de vriendschapsband
V is de Vrede begeert van alle kant
W is het Wreedaardige dat men op het slagveld ziet
X is een letter die noem ik maar niet
IJ is IJzendijke die met dichten afbreekt
Z is den Zegen die men van boven afsmeekt


Bron:
Fokko Hendriks - Algarve - Portugal
 


Alfabetisch Oorlogsexemplaar


A
  is Amerika, staat van milliardairs en politiek
B  is België, mikpunt van de Europeesche oorlogskliek,
C  is China, bezield met hemelsrijke macht
D  is Duitschland, een staat van reuzenkracht
E  werelddeel, Europa, abattoir, een passender naam
F   beteekent Frankrijk, die vecht met Engeland saam
G  is Griekenland, onder toezicht der Geallieerden
H  zijn de heeren, die reeds lang daarop speculeerden
   is Italië, die zijn bondgenoot niet meer wilde verstaan
J   
is Japan, dat eens vooraan komt staan
K  is kapitaal, waarnaast oorlog en egoïsme
L   is ons leven, waarin we ons nimmer vergewissen
M  zijn de milliarden, staatsschulden, jaren lang
N   zijn de neutralen, nog immer in 't gedrang
O  is Oostenrijk, trouwe, vaste burg der centralen
P   is Portugal, die ponden goud in d'oogen stralen
Q  une Question Grande, guerre, de Commerce
R  is Roemenië, door Russisch bloed bijgestaan
S   zijn Servië met Montenegro, op de lange baan
T  is Turkije, met Bulgarije saamverbonden
U  zijn de uittreksels der gesneuvelden en gewonden
V  is de Vrede, waarnaar ieder oog zich richt
W  is de Waarheid, met een masker voor 't gezicht
X  zijn de X-stralen, instrument voor hersenlooze diplomaten.
Y  is de ijdelheid, die schaamteloos voort blijft gaan
Z  is het zieleleed, van dees groote oorlogswaan.



Het eerste ABC gedicht is afkomstig uit een catalogus behorend bij een tentoonstelling over de Eerste Wereldoorlog - verdere gegevens ontbreken.  De laatste twee gedichten komen uit 'Het straatlied' van 
D. Wouters en J. Moormann (Amsterdam 1933). 


Kent u nog een ABC-gedicht? E-mail dit dan aan: 

     naar homepage