vorige pagina | inhoudsopgave | volgende pagina

  


De beschietingen van het Fort La Malmaison

In het voorjaar van 1886 tekende de Franse minister van Oorlog, generaal Boulanger, het bevel voor de beschieting van het Fort La Malmaison.  

Wat bezielt een Franse generaal om in volle vredestijd met zijn eigen kanonnen op een in 1883 gereed gekomen Frans fort te schieten? Had hij misschien een voorgevoel dat het resultaat van deze beschietingen verstrekkende gevolgen zouden hebben voor het Franse fortenstelsel? Of ... zouden de gevolgen misschien nòg ingrijpender blijken en leiden tot een geheel nieuwe opzet van de Franse verdedigingsstrategie ?

De binnenplaats van Fort La Malmaison voor 1880

Wij zullen eerst eens gaan zien wat er zoal bij de artillerie in die periode is veranderd, en daarna nagaan welke invloed dat heeft op de bouw van forten. 

Er zijn in de afgelopen decennia verschillende ontwikkelingslijnen geweest: verbetering van het kanon, de ontwikkeling van nieuwe springstoffen en verbeterde granaten hebben tot een heel nieuw product geleid dat in zijn gebruik en zijn effectiviteit hun weerga in de laatste helft van de negentiende eeuw niet hadden. Men moest wel een experiment uitvoeren omdat er op dat moment geen oorlog werd gevoerd waar men dat nieuwe wapen kon testen. En dus zette generaal Boulanger zijn handtekening onder het bevel tot de beschieting van het Fort La Malmaison. En ...... voor de fortificatie-ingenieurs werd 1886 een zwart jaar.

De vergunning omvatte het afschieten van 36 granaten van 220 mm, 127 van 155 mm en de ontploffing van 5 à 30 kg springstoffen. Een batterij werd opgesteld op 300 meter zuidelijk van de Chemin des Dames en 2300 meter afstand van het fort. De batterij bestond uit een 155 mm kanon model 1881 en een 220 mm mortier model 1880. In de periode tussen 11 augustus en 25 oktober 1886 vuurde deze batterij in totaal 171 granaten op Fort La Malmaison. In 1892 werd Fort La Malmaison voor de tweede maal als proefobject gebruikt.

Resultaat van een inslag van een 220 mm granaat op de façade van het kazernegebouw

De resultaten waren verpletterend:
- projectielen die de taluds doorboorden en ontploften tegen de 'contrescarpe', sloegen daar bressen in van 3 tot 6 meter breedte
- het talud liet los over lengtes van 4 à 24 meter.
- een projectiel van 220 mm doorboorde de kazerne op de eerste verdieping, ontplofte in het inwendige; de gevel werd eruit geblazen tegen de gevel van het tegenoverliggende gebouw.
- een bepantsering van spoorstaven of van balken weerstond het geweld van de nieuwe granaten niet.
- een projectiel doorboorde 3 meter aarde en 80 cm dik metselwerk om tot ontploffing te komen in de ruimte daarachter.
- twee projectielen sloegen na elkaar, na een aarden wal van 4 meter dik te hebben doorboord, in het gewelf van het kruitmagazijn dat totaal werd verwoest.
- enz. enz.

Proefnemingen op Fort La Malmaison. Plattegrond van het fort met daarop 
aangegeven de plaatsen van de inslagen en de geplaaste ladingen 

Deze resultaten toonden overtuigend aan dat dit type, sinds 1875 gebouwde forten, uiterst kwetsbaar waren voor de moderne artillerie. Men heeft later, in 1908, dezelfde proeven herhaald met het fort Saint-Antoine in Pontarlier (Jura) en daar minder desastreuze resultaten gekregen: 
- minder doordringing van de granaten
- onbetekenende schade aan de omringende grachten
- de wallen van rotsblokken remden de doordringing af zonder te verpulveren, maar daarentegen bleken de rondvliegende scherven zeer gevaarlijk te zijn.

Er werd wel aangetoond dat in bergwerken de uitgehakte schuilplaatsen onder de rotsen geschikt waren als steunpunten voor de infanterie. 

Onder de wetten van 26 juni en van 30 december 1888 begon men met de renovatie van de oude forten en de bouw van geheel nieuwe forten. Een tegenvaller was dat deze modernisering van de oude forten meer ging kosten dan de bouw van geheel nieuwe forten. 

Men moest toch wel wat doen dus werden er maatregelen getroffen:
- om de afstand van 6 km tussen de forten van het model 1874 voor de infanterie te overbruggen, werden tussen de forten verblijfplaatsen, kazematten en geschutopstellingen gebouwd. 
- de nieuwe geschuttorens werden voortaan opgetrokken eerst in speciaal beton (1888) en later in gewapend beton (1897). Vanaf 1892 is ook gebruik gemaakt van speciale staalsoorten met name de nikkel-chroom staalsoorten. 
- de constructies van de forten zoals de muren en de steunmuren werden voortaan van beton gebouwd
- de taluds werden verlaagd of vervangen door roosters
- ook werden kazematten geplaatst op de hoeken van de steunmuren
- de binnenplaatsen werden weggelaten
- er werden ondergrondse verbindingsgangen en gewelven van versterkt metselwerk gebouwd (vanaf 1897 werd hiervoor gebruik gemaakt van tegels van gewapend beton van 1.80 meter dik)
- er werden als observatieposten voor de artillerie kleine stalen koepels geplaatst
- enz. enz.

Fort La Malmaison tijdens de Eerste Wereldoorlog
na de slag van oktober 1917

Zoals later bleek had men nog maar een 25-tal jaren de tijd om alles gereed te krijgen voor de Eerste Wereldoorlog de 'Grande Guerre' in alle hevigheid zou losbarsten. De vraag blijft in hoeverre de bouw van de vernieuwde fortenreeks in algemene zin de strijd wezenlijk heeft kunnen beïnvloeden. 

© René Litan - 28 februari 2003

Geraadpleegde literatuur
Columbia University - Columbia Encyclopedia 6th edition 2002
Grand Dictionnaire Encyclopédique Larousse 1985, 10, 10481
Martin et Jean Barros -Le Fort de Codé-sur-Aisne
Annales Historiques Compiègnoises no 40/1987
Richard D. Frantz - Chronology of Black Powder
Oscar Guttmann - Annual Report of the Smithsonian Institute 1908
Philippe Truttmann - La Crise de l'Obus-Torpille in: 
La Barrière de Fer - L’Architecture des Forts du Général Séré de Rivières (1872-1914)
Un Pionnier - Les Forts et la Mélinite 

 

  vorige pagina | inhoudsopgave | volgende pagina