naar homepage


Amerikaanse sergeant Alvin C. York neemt 132 Duitsers krijgsgevangen door Marius van Leeuwen

Hieronder volgt het ongelooflijke verhaal van Sergeant Alvin C. York die in zijn eentje 132 Duitsers krijgsgevangen nam op 8 oktober 1918 bij Châtel-Chéhéry.
Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de Duitse kant van het verhaal. Voor de liefhebber volgt nog de Sergeant York wandeling door het gebied waar dit alles zich heeft afgespeeld met onderweg tal van bezienswaardigheden.  

Inhoudsopgave
Inleiding
The Lost Battalion
De dappere doffer Cher Ami
Sergeant Alvin C. York
De Duitse kant van het sergeant York verhaal
De film met Gary Cooper over sergeant York uit 1941
Sergeant York Discovery Expedition
De Sergeant York wandeling
Borriswald

 Inleiding
In september 2007 ben ik naar de Argonnen gegaan om met Jean-Paul de Vries een wandeling te maken. Hij is de eigenaar van het schitterende museum Romagne14-18 dat zich bevindt in Romagne-sous-Montfaucon. Voor overnachting stuurde Jean-Paul me door naar Jitske en Marc, een Nederlands stel dat in het dorp Châtel-Chéhéry een Chambres et table d'hôtes heeft met de naam La Songerie.
 
Châtel-Chéhéry in 2007 met rechts het huis van Jitske en Marc ‘La Songerie’

Zij vertelden me dat hun huis in de Eerste Wereldoorlog een Duits militair hospitaal was geweest en ze lieten me enthousiast foto’s van het dorp zien met Duitse soldaten en aan de voorgevel van hun huis een vlag met het Rode Kruis.

Châtel-Chéhéry tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Ook vertelden ze me het verhaal van de Amerikaanse sergeant Alvin York, die in oktober 1918, alleen, 132 Duitse soldaten gevangen heeft genomen. Verder bleek dat een paar maanden daarvoor een onderzoeksteam uit Amerika naar Châtel-Chéhéry was gekomen om uit te zoeken waar precies York z’n heldendaden had verricht.

Ook hoorde ik dat er op de Amerikaanse begraafplaats in Romagne een ingepakte gedenksteen voor York ligt die in de bossen ten westen van het dorpje zal worden onthuld. Ik ben op beide plekken gaan kijken. Kennelijk heeft Amerika behoefte aan helden en worden, bij gebrek aan nieuwe, de oude helden uit de Eerste Wereldoorlog weer uit de kast gehaald.

The Lost Battalion
Ik kende wel het heldenverhaal van The Lost Battalion waarover in 2001 een speelfilm is gemaakt met in de hoofdrol Rick Schroder. Het verhaal dat zich in werkelijkheid niet zo ver van Châtel-Chéhéry heeft afgespeeld, gaat over de Amerikaanse troepen van majoor Charles W. Whittlesey die op 2 oktober 1918 de opdracht krijgen een doorbraak te forceren in het Argonnen bos.

De hoes van de de DVD ‘The Lost Battalion

Slechts één bataljon Amerikanen slaagt erin de Duitse linies te doorbreken en het gestelde doel, de ruïnes van een molen bij Charlevaux, te bereiken. Alle andere legereenheden worden door de hevige Duitse tegenstand teruggeworpen op hun oorspronkelijke posities.

Het doorgebroken bataljon is in het Argonnen bos volledig omsingeld en geïsoleerd doordat hun telefoonlijnen verbroken zijn. Slechts met postduiven kunnen zij nog sporadisch verbinding met hun hoofdkwartier onderhouden.

Majoor Charles W. Whittlesey in november 1918

Het bataljon, dat onder bevel staat van majoor Whittlesey een advocaat uit New York, bestaat in overgrote meerderheid uit een samenraapsel van vrijwilligers, afkomstig uit de achterbuurten van die stad. De Amerikanen lijden, onder andere door eigen artillerievuur zware verliezen maar denken gewoon niet aan opgeven, dit tot verbijstering van de Duitsers die hun hele frontlijn bedreigd zien.

De Amerikaanse generaal Alexander heeft het 'verloren bataljon' voorgelogen dat de flanken gedekt zouden zijn door de Fransen en dus blijven de Amerikanen doorgaan, ondanks de verliezen, zonder voedsel of drinken, bijna zonder munitie. Pas na vijf dagen wanhopige gevechten slagen versterkingen erin hen te ontzetten. Slechts 194 van de oorspronkelijk meer dan 500 Amerikanen verlaten levend het bos.
Majoor Charles W. Whittlesey ontving voor dapperheid betoond tijdens deze actie de hoogste Amerikaanse onderscheiding: de Medal of Congres.  (Voor de Citation bohorende bij de uitreiking klik hier.)

De dappere doffer Cher Ami
De laatste duif die majoor Whittlesey tot zijn beschikking had was Cher Ami, een van de 600 duiven die het Amerikaanse leger inzette tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze duif bezorgde twaalf belangrijke berichten en dankt zijn faam aan die keer dat hij een noodkreet van de omsingelde majoor Whittlesey overvloog. Die noodkreet luidde:
'We are along the road parallel to 276.4. Our own artillery is dropping a barrage directly on us. For heaven's sake, stop it.' 

De doffer Cher Ami die werd onderscheiden met de Croix de Guerre avec Palmes

Tijdens die vlucht werd Cher Ami geraakt in zijn oog en zijn borst; het pootje met het kokertje met de boodschap werd er bijna afgeschoten. Zwaargewond vloog de duif door naar zijn nest, 25 kilometer verderop, waar de boodschap werd gelezen en de bombardementen werden stopgezet. Zo redde Cher Ami  het leven van 194 mannen.

De dappere doffer kreeg alle mogelijke medische verzorging maar hij verloor bij deze actie een oog en een pootje. De Franse overheid onderscheidde hem met het Croix de Guerre avec Palmes. Cher Ami werd overgebracht naar Amerika, waar hij een heldenontvangst kreeg. Hij overleed in 1919. Na zijn dood werd hij opgezet en hij is nog steeds te bewonderen in het
National Museum of American History

Het Lost Batallion monument aan de D442

Op de D442 tussen Apremont en Binarville staat een monument voor majoor Whittlesey en zijn Lost Battalion. Een pijl wijst omlaag, de steile hellingen af. Ik ben daar nog naar beneden gegaan om te kijken maar er was niets te zien.

Sergeant Alvin C. York
Het verhaal over Sergeant York is zo mogelijk nog opmerkelijker. Onderstaande versie hoorde ik van Jitske en Marc. Alvin C. York werd geboren op 13 december 1887 in Pall Mall, Tennessee, en groeide op in een gezin van elf kinderen. Zijn vader had een boerderij en was lid van de jachtvereniging. Alvin leerde dan ook al jong schieten en stond bekend als een zeer accuraat schutter.

Op dinsdag 8 oktober 1918 waren 17 Amerikaanse soldaten op patrouille in de bossen ten westen van Châtel-Chéhéry. Omdat ze een Franse kaart gebruikten in plaats van een Engelse kwamen de mannen per ongeluk midden in Duits gebied terecht.

Alvin York werd gepromoveerd tot sergeant en ontving de Medal of Honor
en verschillende andere hoge onderscheidingen

De patrouille werd in drie groepen gesplitst die onder leiding stonden van respectievelijk Cutting, Savage en corporal Alvin York. De Duitsers waren duidelijk in de meerderheid en er werd hevig gevuurd met mitrailleurs. Het team van Savage sneuvelde en dat van Cutting raakte gewond.

Alvin York besefte dat hij spoedig zonder geweermunitie zou geraken en ging over op zijn pistool, een Colt .45 Gouvernment, een semi-automatisch wapen. Steeds wanneer er een Duitser zijn hoofd boven de loopgraaf uitstak om te kijken, doodde York hem met één schot. Zo schakelde hij meer dan 20 soldaten uit.

Op een gegeven moment had York een Duitse majoor onder schot en schreeuwde hem toe dat ook hij neergeschoten zou worden als hij niet het sein gaf om de aanval te staken. De majoor gaf een fluitsignaal en het schieten stopte. York riep de nog levende maten van zijn patrouille samen en zij brachten de in totaal meer dan 100 krijgsgevangenen naar de Amerikaanse linies. Later werden er in het dorp ook nog een aantal Duitsers krijgsgevangenen gemaakt waardoor het totaal op 132 kwam. Volgens Generaal Foch, de Franse opperbevelhebber, was dit nog niet eerder gepresteerd door één man alleen.

Zo staat het verhaal althans op de website van Jitske en Marc, en in hun omschrijving van de wandeling die ik gemaakt heb. Daarover later meer.

Thuisgekomen even ‘Sergeant York’ googelen. Er blijkt veel over de man geschreven te zijn maar al deze artikelen missen echter de Duitse versie van het verhaal. Naar aanleiding van het recente onderzoek naar York zijn opnieuw de Amerikaanse en Duitse archieven onderzocht om uit te vinden wat er nu precies gebeurde op dinsdag 8 oktober 1918.

Hieronder het door mij vertaalde verhaal van luitenant-kolonel Douglas Mastriano van het Amerikaanse leger die verschillende Duitse bronnen dienaangaande heeft geraadpleegd. Het verscheen in september 2006 in het Amerikaanse Millitary History Magazine.

De Duitse kant van het sergeant York verhaal
Dinsdag 8 oktober 1918 was een zware dag voor de 2de Württemberg Landwehr Divisie. Het 120ste, 122ste en 125ste regiment konden hun posities met moeite behouden tegen het Amerikaanse offensief dat op 26 september was gestart.

Luitenant Paul Jürgen Vollmer was een hoog onderscheiden officier die recentelijk het commando over het 1ste bataljon van het 120ste regiment had aanvaard.

De meeste van zijn soldaten kwamen uit Ulm waar Vollmer, voor de oorlog, directeur van het postkantoor was. Hij leidde op 8 oktober zijn troepen tegen de Amerikanen toen zijn bataljonsadjudant Karl Glass aan kwam rennen. Hij hoopte dat dit niet wéér een bericht was dat de Amerikanen elders waren doorgebroken.

Dat soort geruchten ging volop sinds 2 oktober toen het later zo genoemde Lost Battalion van de 77ste Amerikaanse Infanterie Divisie, een aantal kilometers verderop was doorgebroken.

Opgelucht hoorde Vollmer dat een deel van het 210de Pruisische reserveregiment een paar honderd meter achter hem was gearriveerd. Dit was wat hij nodig had om de verdediging tegen de Amerikanen te kunnen voortzetten.

Hij beval Glass dat hem te volgen naar zijn commandopost. Toen hij daar aankwam trof hij 70 soldaten van het 210de die hun wapens hadden neergelegd en aan het ontbijten waren. Hij vroeg waarmee ze in godsnaam bezig waren en de soldaten vertelden hem dat ze de hele nacht gelopen hadden en nu echt eerst iets moesten eten. Vollmer gaf hen het bevel direct hun wapens op te pakken en hem snel te volgen naar de frontlinie.

Plotseling kwam er een groep soldaten van het 210de de heuvel afrennen richting de commandopost en zij schreeuwden: ’Die Amerikaner kommen’. Daarna zag Vollmer aan zijn rechterkant een groep soldaten van het reserveregiment hun wapens weggooien en hun handen in de lucht steken terwijl ze riepen: Kamerad!, Kamerad

Vollmer was verbijsterd, trok zijn pistool en gaf de soldaten bevel hun wapens weer op te pakken. Achter zijn rug kwam nu een groep Amerikaanse soldaten de heuvel af. De Duitsers geloofden dat er sprake was van een grote Amerikaanse aanval en de mannen gaven zich over. Voordat hij in de gaten had wat er gaande was, was hij zelf ook gevangen genomen door een grote Amerikaan met een rode snor. Die Amerikaan nu was corporal Alvin Cullum York.

Het Duitse verhaal begint op 7 oktober als de 2de Württemberg Landwehr Divisie zich voorbereidt op verdediging aan de oostzijde van de Argonnen. Vollmer en zijn mannen gingen naar de vallei achter het dorp Châtel-Chéhéry.

Toen hij onderweg was trok tegelijkertijd de 82ste infanteriedivisie van het Amerikaanse leger het dorp binnen. De Amerikanen bereidden een aanval voor op Castle Hill en Hill 180. Beide heuvels waren van groot belang en controleerden dit deel van de Argonnen. Later die dag vielen de Amerikanen de twee heuvels aan. De Duitsers behielden, ondanks zware verliezen Castle Hill gedeeltelijk, maar Hill 180 moesten ze prijsgeven.

Generaal Max von Gallwitz, de Duitse commandant in die regio, maakte zich grote zorgen over deze ontwikkelingen en stuurde de 210de Pruisische reserve divisie om het 120ste te helpen en om Hill 180 te heroveren. De tegenaanval stond gepland voor de volgende dag, 8 oktober om 10.30 uur.

Generaal Georg von der Marwitz van het 5de Duitse Leger zag drie grote bedreigingen:
1 - de doorbraak op 2 oktober door een geïsoleerde groep Amerikanen van de 77ste divisie.
2 - de aanval van de 82ste en 28ste divisie van de Amerikanen om het oostelijk deel van de Argonnen veilig te stellen en die tevens diende om de flank van het offensief in de Maasvallei te beschermen.
3. de bedreiging van de Maasvallei, net ten oosten van de Argonnen.

Dit alles was de gevaarlijkste bedreiging voor het Duitse 5de leger. Het was híer naar toe dat generaal John J. Persing, commandant van de American Expeditionary Forces (AEF) het grootste deel van het Eerste Leger stuurde met als doel de Duitse aanvoerspoorlijnen af te snijden die samenkwamen in Sedan, ongeveer 30 km noordelijker.

In tussentijd rapporteerden Duitse verkenners dat er Amerikanen optrokken in de richting van Castle Hill. Dit was het bataljon van York dat de volgende dag, na een artilleriebeschieting van tien minuten in noordwestelijke richting zou aanvallen.

Het bataljon moest een vallei met de vorm van een trechter oversteken om de spoorlijn te bereiken die gebruikt werd voor de Duitse bevoorrading en de die de belangrijke noord-zuid verbindingsweg in de Argonnen vormde. Ze hadden echter geen idee dat de Duitsers meer dan 35 machinegeweren hadden opgesteld om iedereen neer te maaien die zich in de vallei zou wagen.

In de vroege ochtend van 8 oktober lag er een deken van dikke mist over de Argonnen. Plotseling werd de stilte doorbroken door geweervuur en het ratelen van machinegeweren en hoorden de Duitsers de Amerikaanse soldaten naderen. Ze waren hun aanval begonnen zonder de ondersteunende barrage van de artillerie simpelweg omdat die het commando daartoe niet had ontvangen.

De eerste en tweede aanvalsgolf kwamen halverwege de vallei maar werden toen vastgepind door het van drie kanten komende vuur van machinegeweren. ‘Het was vreselijk, onze verliezen waren erg hoog’, vertelde York later, ‘Ik geloof niet dat ons hele bataljon of zelfs de hele divisie in staat zou zijn geweest om met een frontale aanval die machinegeweren uit te schakelen’.

De aanval stopte en de Amerikanen zochten dekking en begonnen zich in te graven. Het terrein was heuvelachtig en er waren genoeg bosjes en struiken waarachter de Duitse machinegeweren zich konden schuilhouden.

Tussen de Amerikanen die vastzaten halverwege de vallei, was het sergeant Harry Parson die aan een peloton van zeventien man opdracht gaf om de machinegeweren via een omtrekkende beweging uit te schakelen. Korporaal York maakte deel uit van deze groep, die geleid werd door sergeant Bernard Early.

Op het moment dat de veel te laat ingezette Amerikaanse artillerie de Duitsers onder vuur nam, begonnen Early en zijn mannen aan de omtrekkende beweging waarbij zij een gat vonden in de Duitse stellingen.

Even later hoorde Vollmer van Glass dat de reserve van het 210de was gearriveerd en hij trof ongeveer 70 Pruisische soldaten bij zijn commandopost aan die zaten te ontbijten. Daarna werd Vollmer gevangen genomen (zie hierboven) voordat hij in de gaten had wat er gebeurde. Glass, die wilde gaan rapporteren dat hij op de hellingen Amerikanen had gezien, werd ook door York gevangen genomen. Alles gebeurde zo snel dat zowel Vollmer als Glass als de soldaten van het 210de reserve regiment dachten dat er sprake was van een grote Amerikaanse verrassingsaanval.

Toen de zeventien Amerikanen hun 70 gevangenen verzamelden zagen Vollmers troepen verderop wat er gebeurde en zij seinden naar de gevangenen dat ze moesten gaan liggen en openden het vuur met machinegeweren. De regen van kogels dode zes Amerikanen onder wie sergeant Early en drie raakten ernstig gewond. Ook een aantal van de gevangenen werd bij deze actie gedood. De Duitse gevangenen begonnen met hun handen te zwaaien en schreeuwden: ‘Niet schieten! Er zijn Duitsers hier!’

Van de acht overgebleven Amerikanen was korporaal York de enige onderofficier. Terwijl zeven soldaten de gevangenen onder schot hielden zocht York in de chaos een positie waar hij goed zicht had op de Duitse machinegeweren. Om op York te kunnen vuren moesten de Duitsers hun hoofd boven hun dekking uitsteken. En telkens als York een Duitse helm zag vuurde hij met een geweer en schoot iedere keer raak. Vollmer zag dat York op deze manier al twintig van zijn manschappen had uitgeschakeld. Er waren zodoende minstens drie complete machinegeweerteams gedood.

York, die later zei dat hij een diep gelovig Christen was en niet meer mannen wilde doden dan strikt noodzakelijk was, schreeuwde dat de Duitsers zich moesten overgeven. Ondertussen had luitenant Endriss, die zag dat Vollmer in moeilijkheden verkeerde, een groepje manschappen om zich heen verzameld om een tegenaanval in te zetten.

York was door munitiegebrek overgegaan op zijn Colt .45 semi-automatische pistool en één voor één schakelde hij de soldaten van luitenant Endriss uit. De laatste die hij neerschoot was Endriss zelf. Later vertelde York dat hij de soldaten en de officier met zijn pistool neerschoot ‘like wild turkeys’.

Vollmer die Engels sprak en niet precies wist hoeveel soldaten er inmiddels waren gedood zag dat z´n vriend Endriss dringend hulp nodig had en schreeuwde naar York: ‘English?’ York antwoordde: ‘No, not English’. Vollmer die het niet begreep riep: ‘What?’ waarop York antwoordde: ‘American’.

Vollmer riep: ‘Good Lord! If you won´t shoot any more I will make them to give up’. York riep: ‘Go ahead’ en Vollmer blies op een fluit en schreeuwde een order naar z´n mannen dat ze zich moesten overgeven. De soldaten gooiden hun wapens neer en moesten zich aansluiten bij de andere gevangenen.

Vervolgens gaf York Vollmer het bevel dat de gevangenen zich in een rijen moesten opstellen en de Amerikaanse gewonden moesten dragen. Daarna kwam de colonne in beweging met Vollmer voorop en direct daarachter York die z´n pistool op z´n voorganger had gericht. York bracht z´n gevangenen terug naar de Amerikaanse linies in de richting van Châtel-Chéhéry.

Onderweg stuitte hij met zijn gevangenen nog op de Beierse luitenant Thoma en zijn peloton, deze wilde het gevecht aangaan met York maar Vollmer, die nog steeds het pistool in de rug voelde schreeuwde dat Thoma en zijn manschappen zich ook moesten overgeven en dat ze omsingeld waren, wat in werkelijkheid niet waar was.

Thoma riep dat hij dat alleen kon doen als Vollmer daarvoor de volle verantwoording wilde dragen. Vollmer zei dat hij dat zou doen en vervolgens legde Thoma en zijn mannen, onder wie zich ook twee machinegeweerteams bevonden, hun wapens neer en sloten zich aan bij de rest van de gevangenen.

Luitenant Joseph A. Woods, York´s bataljons adjudant, zag de groep mannen in de verte aankomen en dacht dat er sprake was van een Duitse tegenaanval. Hij verzamelde zoveel mogelijk soldaten voor het gevecht maar toen hij voor de tweede keer door zijn verrekijker keek zag hij dat de Duitsers ongewapend waren.

Toen York bij Woods was aangekomen salueerde hij en zei: ‘Corporal York reports with prisoners, sir’. ‘How many prisoners do you have, corporal?’ York antwoordde: ‘Honestly Lieutenant, I don´t know, sir’. Woods die hoogst verbaasd was maar daarvan niets liet merken, zei vervolgens: ‘Take then back to Châtel-Chéhéry, and I will count them as they go by’. Woods telde 132 Duitsers.

Paul Vollmer heeft vier jaar aan het Westelijk Front gediend. Na de oorlog ging hij terug naar Ulm om weer bij de posterijen te werken. In 1929 werd hem gevraagd om over de gebeurtenissen op 8 oktober 1918 een verklaring af te leggen aan het Duits Archief in Postdam maar in eerste instantie wilde hij dat niet.

Na verschillende verzoeken heeft hij uiteindelijk toch een verklaring afgelegd. Volmer hield vol dat er een grote groep Amerikanen was en niet alleen York en zijn mannen. Volgens Vollmer was het onmogelijk dat zo weinig mannen zo´n grote groep goed getrainde Duitse soldaten gevangen kon nemen.

Korporaal Alvin C. York werd bevorderd tot sergeant en ontving voor zijn daden de Medal of Honor, de hoogste Amerikaanse onderscheiding. (Voor de Citation bohorende bij de uitreiking klik hier.) Hij werd ook onderscheiden met het Distinguished Service Cross, het Franse Croix de Guerre en verschillende andere hoge onderscheidingen. Na de oorlog keerde hij terug naar Tennesee waar de mensen uit zijn dorp zo trots op hem waren dat ze hem een boerderij gaven. Hij trouwde met z´n jeugdliefde Gracie Williams en samen kregen ze zeven kinderen: vijf jongens en twee meisjes. Hij overleed in 1964 op 76-jarige leeftijd.

De film met Gary Cooper over sergeant York uit 1941
Ter ere van Sergeant York staat er in Châtel-Chéhéry voor het gemeentehuis een gedenkplaat. Hoewel er van deze gebeurtenis in 1941 een Amerikaanse film is gemaakt met Gary Cooper in de hoofdrol, is het verhaal pas sinds 1987 bekend bij de bewoners van Châtel-Chéhéry.

 Filmposter uit 1941 met Gary Cooper in de rol van Sergeant York.

Hoe dit kan is gemakkelijk te verklaren. In de laatste maanden van de Eerste Wereldoorlog waren er geen inwoners van Châtel-Chéhéry meer aanwezig. Degenen die er gedurende de oorlog wel waren blijven wonen werden als gijzelaars door de Duitsers meegenomen naar Buzancy. Er was dus simpelweg geen Fransman in de buurt om het na te vertellen.

In 1987 was de geboortedag van Sergeant Alvin C. York precies 100 jaar geleden. Ter gelegenheid hiervan hebben de Amerikanen aan de burgers van Châtel-Chéhéry gevraagd of er een herdenkingsplaat geplaatst mocht worden. Vanaf dat moment is het verhaal ook in het dorp bekend. De herdenkingsplaat voor het gemeentehuis, is tot stand gekomen met steun van de Rotaryclub uit Nashville, Tennesee.

 De herdenkingsplaat uit 1987 voor het gemeentehuis Châtel-Chéhéry.

De film over York werd gemaakt nog voordat Amerika in de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte en was bedoeld als propagandafilm. Landbouwer Alvin C. York heeft het niet gemakkelijk om samen met zijn moeder, broer en zus de eindjes aan mekaar te knopen. Hij droomt van een groot vruchtbaar stuk oeverland waar hij zijn familie een menswaardig bestaan zou kunnen geven en trouwen met Gracie Williams, zijn jeugdliefde. Maar ondertussen is Eerste Wereldoorlog begonnen en wordt Alvin onder de wapens geroepen.

Alvin probeert als gewetensbezwaarde erkend te worden, maar wanneer zijn aanvraag verworpen wordt, ontwikkelt hij zich tot een modelsoldaat. York is de meest gedecoreerde Amerikaanse militair van de Eerste Wereldoorlog. Aan de film uit 1941 over zijn heldendaden moest het Amerikaanse volk inspiratie ontlenen. Gary Cooper ontving een Oscar voor zijn vertolking van Sergeant York.

Sergeant York Discovery Expedition
In juli 2007 streek er in Châtel-Chéhéry een heel onderzoeksteam uit de VS neer. Dit was de Sergeant York Discovery Expedition (SYDE) dat met steun van de Amerikaanse regering, na jaren van speurwerk in Duitse en Amerikaanse archieven, op zoek zou gaan naar de exacte locatie waar York z’n heldendaad had verricht.

Jean-Paul de Vries vertelde me later dat niemand van de Franse regering toestemming krijgt om met metaaldetectors het voormalige slagveld te betreden maar voor de Amerikanen gingen alle deuren open. Veertig dagen zijn ze bezig geweest en ze hebben na lang zoeken de hulzen gevonden van York’s pistool waarmee hij de Duisters heeft neergeschoten.

De hulzen uit de Colt .45 gevonden door de Sergeant York Discovery Expedition
in de bossen ten westen van Châtel-Chéhéry

Op de website van Sergeant York Discovery Expedition kan je het complete eindrapport van het onderzoeksteam downloaden. Daaruit blijkt ook dat, naast allerlei Amerikaanse militairen en onderzoekers, Jean-Paul de Vries en zijn vrouw Brigit deel uitmaken van het research team. Van hem kreeg ik te horen dat men een Sergeant York wandelpad wil gaan maken en dat men op de locatie een gedenksteen wil onthullen.

De nieuwe herdenkingssteen voor York die nog ingepakt op de Amerikaanse
begraafplaats van Romagne lag.
De tekst in Engels, Frans en Duits luidt:
In honor of the heroic action of Corporal Alvin C. York and all soldiers who
served in the Great War 1914-1918. 70 meters south of this plaque is the location
where York fought off a bayonet attack launched from the trench to your left.
This action, and the capture of a machine gun, saved his battalion from
destruction and resulted in the German retreat from the Argonne.
“So I am a witness to the fact that God did help me out of that hard battle; for the
bushes were shot up all around me and I never got a scratch.”
Alvin York.

Deze gedenksteen ligt al – ingepakt in een kist met veel piepschuim – in een loods op het terrein van de Amerikaanse begraafplaats van Romagne. Ik zei hem dat ik de steen wel wilde zien en fotograferen. Na een telefoontje van Jean-Paul was dit geregeld. Wanneer precies de steen onthuld wordt was toen nog niet bekend.

De Sergeant York wandeling
Jitske en Marc hebben een omvangrijke map met prachtige wandelingen in de omgeving van hun huis en sinds kort zit daar ook de Sergeant York wandeling bij. Met hun welwillende toestemming heb ik deze wandeling overgenomen. Deze voert langs de bewuste locatie en is ongeveer 6 km. lang. Hier volgt de route die begint bij La Songerie.

klik hier voor een complete kaart van het gebied
Kaart met de route van de Sergeant York wandeling.
(Klik op de plattegrond of
hier voor een groot uitgevoerde kaart van het gebied)
 
De Sergeant York wandeling
 
1
Vanuit het huis La Songerie ga je linksaf het dorp uit. Als je buiten de bebouwde kom bent en de geasfalteerde weg omhoog gaat, neem je het halfverharde pad dat hier links van ligt. Dit blijf je volgen tot je op een open plek/kruising met een grote, verharde weg uitkomt.
 
2
Hier ga je heel scherp naar rechts, bijna terug naar waar je vandaan komt, de GR14 op. Deze volg je weer een stuk, je steekt een geasfalteerde weg over en loopt langs de velden.
 
3
Dan kom je op een halfverharde weg en je gaat hier, nog steeds de GR14 volgend, naar links.
 
4 Vlak voordat aan je linkerhand het bos begint kun je rechts een bospad op. Het pad gaat vrijwel direct naar beneden. Dit pad blijf je volgen. Soms is het wat springen over de modderige paden.
 
5 Midden in het bos, bij de een klein beekje, zie je op een gegeven moment bij een boom wat Amerikaanse vlaggetjes en een foto van Alvin York. Loop nog iets verder, hier is geen pad meer.
 
6 Dit is volgens het onderzoeksteam de plaats waar York de Duitsers één voor één uitschakelde. Hier heeft men ook de hulzen uit het Colt pistool van York gevonden. Veel is er nu niet te zien, maar ik neem aan dat híer de nieuwe gedenksteen komt te staan.
 
7 Dit is de locatie waar de Duitsers zich ophielden die zich aan York hebben overgegeven. Je gaat weer terug naar de boom met de vlaggetjes, punt 5, en hier ga je naar links. Het pad loopt omhoog. Je blijft het pad volgen en je komt aan je linkerhand een meertje tegen. Gewoon het pad blijven volgen tot je weer in het dorp uitkomt.
 
8 In het dorp ga je rechts de hoofdstraat in. Je komt nu langs het gemeentehuis waar een herdenkingsplaat uit 1987 voor de heldendaden van Alvin York te vinden is.

 
Middenin het bos zie je bij een boom wat Amerikaanse vlaggetjes en foto’s van Alvin York

Borriswald
Voor dat ik naar huis ging vertelde Jitske en Marc me nog over het Duitse kamp Borriswald dat precies tegenover de Duitse begraafplaats bij Apremont in het bos heeft gelegen. Ik ben eerst op de Duitse begraafplaats gaan kijken en vond naast het monument voor het 27ste Landwehr regiment nog talloze mooie Duitse zerken die tijdens de oorlog gemaakt zijn.
 
Monument voor het 27ste Landwehr regiment op de Duitse begraafplaats bij Apremont

Van het kamp had men mij diverse foto’s laten zien waaronder een met Duitse officieren die in het bos aan witgedekte tafeltjes zitten te dineren.
 
Kamp Borriswald met Duitse officieren die aan witgedekte tafeltjes zitten te dineren

Op de tafel zijn ook drankflessen zichtbaar. In het bos kwam ik naast allerlei onduidelijke stukken oud roest ook pannen, ketels, een strijkijzer, hoefijzers en een enorm aantal flessen tegen. Zowel bier- als wijnflessen. Blijkbaar was ik bij de vuilnisbelt van het kamp uitgekomen. Van die flessen heb ik een paar mee genomen. Ze waren helaas allemaal leeg.
 
Een enorme hoeveelheid (lege) flessen het voormalige Borriswald.
Volgens Jean-Paul de Vreis zowel bier- als wijnflessen uit WO I

Met hartelijke dank aan Jitske, Marc en Jean-Paul de Vries.
Marius van Leeuwen - voor reactie en suggesties: marius@nederlandsontwerp.nl 


© 2007 - Marius van Leeuwen. De auteursrechten van bovenstaand artikel berusten bij de auteur. Voor gehele of gedeeltelijke overname is dan ook uitdrukkelijk voorafgaande schriftelijke toestemming vereist van de auteur. Ook vragen en opmerkingen kunnen via dit emailadres aan de auteur worden voorgelegd. Dit artikel is eerder geplaatst in De Groote Oorlog, het huisorgaan van de Western Front Associatie Nederland onder de titel 'Sergeant York en Châtel-Chéhéry'. 

  naar homepage


eXTReMe Tracker