naar archief - naar homepage



President Bush en de Duitse Keizer - 
de geschiedenis herhaalt zich 


Het is zo’n 88 jaar geleden dat Oostenrijk-Hongarije een ultimatum zond aan Servië met een aantal eisen waarvan ze wist dat geen zichzelf respecterend land die zou kunnen aannemen. De voornaamste eis was wel dat Servië zou accepteren dat het aan Oostenrijk-Hongaarse ambtenaren zou worden toegestaan om ter plaatse een onderzoek in te stellen naar de moord op de Oostenrijk-Hongaarse troonpretendent, aartshertog Franz-Ferdinand en zijn echtgenote Sophie. 

De Oostenrijk-Hongaarse eisen waren zo opgesteld dat aanvaarding daarvan onwaarschijnlijk leek en een pretext zou geven om Servië te kunnen aanvallen en daarmede een eind te maken aan de ontegenzeggelijke terroristische daden die, met medeweten en onder auspiciën van het Servische bewind, in de onder Oosternrijk-Hongaars beheer staande provincies Bosnië-Herzegovina, plaatsvonden en van zulk een aard waren dat ze terecht beschouwd konden worden als een bedreiging voor het voortbestaan van de Dubbel-Monarchie Oostenrijk-Hongarije was dan ook van mening dat ze, om deze dreiging het hoofd te kunnen bieden, nog slechts één middel ter beschikking had nadat jarenlange diplomatieke pogingen om tot een vergelijk te komen, steeds hadden gefaald en besloot dat het Servische regiem zou moeten verdwijnen om zo een eind te maken aan een voor haar onhoudbare geachte situatie. 

Tot ieders verrassing echter besloot Servië op het allerlaatste moment aan praktisch alle gestelde eisen, op een na, te voldoen. Er ontstond nu een situatie waarbij voor Oostenrijk-Hongarije in feite de pretext voor een aanval op Servië werd ontnomen. De Duitse keizer Wilhelm II merkte in elk geval op dat er sprake was van een briljante diplomatieke overwinning voor Oostenrijk-Hongarije maar dat met de Servische akkoordverklaring elke reden voor een oorlog met dat land kwam te vervallen. Oostenrijk-Hongarije echter aanvaardde het Servische aanbod niet omdat het daarin slechts een vertragingsactie zag en alle vertrouwen in het Servische regiem verloren had. Het viel Servië alsnog aan. De gevolgen waren vreselijk, de Eerste Wereldoorlog met ruim 30 miljoen slachtoffers was uiteindelijk het gevolg. Er is een duidelijke parallel te trekken met de situatie waarin de wereld zich thans bevindt. 

De Verenigde Staten, getroffen door een terroristische aanslag van ongekende omvang en geconfronteerd met extreem terroristische regiems, ziet zichzelf en de wereld in haar bestaan bedreigd, en probeert haar bondgenoten te overtuigen dat aan deze situatie, ten koste van alles, een eind gemaakt moet worden door met name het regiem in Irak, waarvan men vermoed dat dit land een der belangrijkste oorzaken van het terrorisme vormt, te doen verdwijnen. Jarenlange diplomatieke pogingen faalden allen en Amerika slaagde er bijna in haar bondgenoten te overtuigen dat een aanval op Irak de enige juiste manier zou zijn om aan de dreiging een eind te maken. Een ultimatum werd opgesteld en men was het er over eens, dat als dat niet zou worden aanvaard, er onvermijdelijk maatregelen zouden moeten volgen. 
Tot ieders verrassing echter, aanvaardde het regiem in Irak dit ultimatum op het laatste moment en de reactie bij de bondgenoten daarop is dezelfde als destijds die van de Duitse keizer, namelijk: 'een briljante diplomatieke overwinning voor Amerika, maar de reden tot oorlog vervalt hiermede'. De reactie van de Verenigde Staten nu, komt overeen met die van Oostenrijk-Hongarije destijds. Men ziet de aanvaarding van het ultimatum slechts als een vertragingsactie en heeft geen enkel vertouwen in de oprechtheid van het Irakese regiem. 
Derhalve blijft Amerika dreigen met een aanval en de grote vraag is nu of ze die, tegen het advies van haar bondgenoten in, toch zal trachten uit te voeren. De gevolgen daarvan zijn, evenals destijds, niet te overzien en de vraag lijkt gewettigd of ons alsdan een derde wereldoorlog of minstens een ernstig mondiaal conflict boven het hoofd hangt. Het is daarom te hopen dat de VN inderdaad zal besluiten tot een krachtige houding en meer garanties van Irak zal eisen om te voorkomen dat de Verenigde Staten alsnog tot eenzijdige actie zal willen overgaan. De geschiedenis herhaalt zich, maar zoals Churchill reeds opmerkte, het enige dat men van de geschiedenis geleerd heeft is dat men er niets van geleerd heeft. 

J.H.J. Andriessen 

J.H.J. Andriessen is voorzitter van de Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog, lid van de redactie van Kroniek 1914-1918 en auteur van De Andere Waarheid, Verdun 1916, De Eerste Wereldoorlog in foto’s en de Mythe van 1916. 



  naar archief - naar homepage