|
De slag aan de IJzer
- Nieuwjaar 1915
Een reportage van
oorlogscorrespondent Izak Samson |
|
Ramskapelle-Veurne, Nieuwjaar
1915.
Hedenmorgen trok ik met twee collega's erop uit om een
tocht per auto te maken naar het terrein van den strijd.
Om 8 uur stapten wij te Duinkerken in een auto, die ons
te Veurne bracht. Hier werden wij allervriendelijkst
onthaald door den commandant Fastrez, gedetacheerd bij
het Belgische hoofdkwartier.
Deze officier begon eerst ons in te lichten omtrent het
gebeurde met het Belgische leger na den aftocht uit
Antwerpen. Met de kaart op tafel volgden we zijne
uiteenzetting. Allereerst merkte hij op dat geheel de
belegering van Antwerpen en de daarop gevolgde
terugtrekkende beweging een taktische questie was. Zeker
had men Antwerpen vinniger kunnen verdedigen, doch dit
was niet noodzakelijk, daar binnen drie dagen geheel het
leger met de artillerie en alle benoodigdheden in goede
orde was afgetrokken.
Door die manoeuvre legde men een deel van het Duitsche
leger vast, en bekwam zelf den tijd zich opnieuw tot den
strijd toe te rusten. Wenschelijk ware 't geweest, zoo
de troepen na den vermoeienden aftocht eenige rust
hadden kunnen genieten. Doch dat was onmogelijk, daar ze
onmiddellijk een verdedigende stelling tegen den
overmachtigen vijand moesten innemen. Aanvankelijk toch
waren geen andere troepen der geallieerden aanwezig.
Het tegenhouden der Duitschers aan het IJzergebied is
dus uitsluitend het werk der Belgen geweest. Pas na half
October kwamen twee bataljons Franschen aan, welke
geleidelijk aangroeiden tot een divisie. De Engelschen
traden intusschen langs de kust op en zoo werd 't
mogelijk de resultaten, door de Belgen behaald, te
behouden en te vermeerderen. We zouden ons nu
persoonlijk kunnen overtuigen van de vorderingen die de
geal1ieerden hebben gemaakt. Vastgesteld zij dus, dat de
Duitsche macht aan de IJzer tot staan werd gebracht. Dit
ging gepaard met een halt hoogerop aan 't Westfront.
Hieruit blijkt nog eens het taktisch voorbereiden dier
positie.
Na deze uiteenzetting stapten we opnieuw met den
commandant in een auto. Nu ging 't met flinke vaart naar
Ramskapelle. Voortdurend hoorden wij de kanonnen van
beide partijen. De Duitschers beschoten heden Pervijze,
vanwaar de verbondenen het antwoord gaven. Langs beide
kanten van den rijweg zag ik in 't land overal kuilen
door de projectielen veroorzaakt. Heel het land droeg de
sporen van den geweldigen strijd, die hier gevoerd is.
Hier ziet men overduidelijk, hoe de Belgen hun land duim
voor duim op den vijand hebben verdedigd en herwonnen.
Een steenbakkerij langs den weg heeft eveneens
ontzettend geleden. Geruimen tijd was de plek rondom dit
complex het geliefkoosde mikpunt der Duitsche
artillerie. Er waren gaten van wel 3 meter diep en 4 à 5
meter in doorsnede, midden in 't land. Op den hoek van
den weg Ramskapelle-Pervijze lagen de puinen van wat
eens een molen was. Ook dit punt is een strategisch punt
geweest, dat de Duitschers slechts noode opgaven.
Nu ving een droeve tocht aan. Immers we reden door de
dorpsstraat van Ramskapelle, waar geen huis ongeschonden
is gebleven. Ik heb reeds veel verwoestingen gezien, te
Antwerpen, Leuven, Lier en Dendermonde. Doch hier is
geen enkel huis meer bewoonbaar. De kerk ligt op enkele
brokstukken van muren na, geheel in gruis. Granieten
zerken liggen in puin als waren het brooze glazen
stolpjes. Hier heeft de vernieling wel haar toppunt
bereikt.
Hier ook sloegen de projectielen van 42 en 30 cm gaten
van meters diep. Zie daar staat nog een kruis rechtop
als vragend om erbarming en ontzag. Brokken metselwerk
van verscheiden kubieke meters inhoud liggen op en over
elkaar als waren het blokjes uit een bouwdoos. En nog
steeds werd het aspect erger. Hoe meer we 't dorp
ingingen, hoe droever de aanblik. En steeds hoorden we
't kanon.
Aan het kruispunt van het dorp lieten we de auto verdekt
staan en gingen verspreid de puinhoopen bezoeken. Dit
laatste was noodig, wijl nog steeds zoo nu en dan op dit
dorp werd geschoten, en wij geen noodeloos gevaar
mochten loopen.
We kwamen nu tot vlak voor de inundatie, die loopt tot
den spoordijk. Hier was de aanblik triestig. Zoover 't
oog reikte water en hier en daar een wagen of hut, die
er boven uit stak. Zwermen kraaien en andere aasvogels
bewogen zich boven de velden om hun prooi te zoeken. In
de goed verborgen loopgraven lagen de posten, die,
gewoon als ze waren aan 't gevaar, rustig hun potje
kookten. Midden uit de puinhoopen hoorden we luide den
Vlaamschen zang. En zoowaar, enkele huizen werden weer
in bewoonbaren staat gebracht, een aanduiding te meer,
dat men erop rekent die plek te behouden. Reeds zag ik
op eenige minuten voor het dorp boerenhoeven bewoond, en
staken twee leutige jongenskopjes door de ramen om ons
na te zien.
Overal langs den weg waren graven van gevallen soldaten,
van beide kanten. De strijd was hier ontzettend. Men kan
dat nagaan, als men weet dat dagen achtereen noodig
waren om de gevallenen ter aarde te bestellen.
Ik vernam intusschen nog eenige bijzonderheden over den
tocht naar hier. Er werden marschen afgelegd van 90
kilometer in de 24 uur. En de troepen, die na dien
marsch ter plaatse kwamen, lagen 10 à 11 dagen
onafgebroken in de loopgraven. Welk een ontzettende
inspanning is er van dit dappere troepje gevergd. En dan
te weten, dat de tegenpartij viermaal zoo sterk was! Van
rust kon geen sprake zijn, omdat steeds nieuwe drommen
Duitschers werden aangevoerd.
Nu eindelijk kon er regelmatig afgelost worden. En toch
niemand beklaagde zich. Allen voelden, dat het noodig
was. En dan, aldus een der soldaten: ‘Ons keunig deed
toch ook mee. Dien mensch vecht toch als n'n gewone piot
en als n'ne santinel stond-ie op wacht.’ Inderdaad is de
persoonlijke moed van koning Albert bewonderenswaardig.
Ik begrijp dat zulk een voorbeeld bezielend werkt.
Intusschen raakte de tijd, die aan ons kon worden
gewijd, ten einde, en aanvaardden we den terugtocht. Ik
had nog gelegenheid vanuit de verte Nieuwpoort te zien
en De Panne. Doch die plaatsjes heb ik al eerder
bezocht. Wat Veurne betreft, ik kan nog melden, dat de
schade, hier door bommen aangericht, slechts gering is. |
|
▬
Personalia Izak Samson (1872-1928)
Een van de Nederlandse verslaggevers die indertijd voor
verschillende bladen vanaf het front als ooggetuige verslag
gedaan van de gruwelen van de oorlog was Izak Samson. Hij
was in de loop van zijn leven behalve als journalist, ook
werkzaam als diamantbewerker, vertegenwoordiger in
alcoholvrij bier en boekhandelaar.
Izak Samson was een overtuigd socialist en anti-militairist
en schreef voor Het Volk, het Algemeen Handelsblad en Het
Nieuws van den Dag.
De op deze website gepubliceerde stukken van Samson zijn
afkomstig uit Brieven, indrukken en beschouwingen door een
neutraal journalist aan het Westfront der Geallieerden
gedurende de jaren 1914, 1915, 1916, 1917 (Amsterdam 1917). |
|
|