naar veldslagenpagina - naar homepage






Nieuwe boeken over de Eerste Wereldoorlog

Tweedehands WOI boeken: Boekwinkeltje Niemandsland

Zie ook: Nieuw verschenen geschiedenisboeken

Bestel direct online!


 


Slag bij Passendale / Battle of Passchendaele

De Derde Slag bij Ieper – de hel van modder


In 2017 zal het 100 jaar geleden zijn dat de Slag bij Passendale plaatsvond; de slag die voorafgegaan werd door de succesvolle Slag bij Mesen-Wijtschate. Wat gebeurde er in 1917 en waarom wordt de Slag bij Passendale, de Britten spraken over de Battle of Passchendaele, tot de meest beruchte uit de Eerste Wereldoorlog gerekend?

Inhoudsoverzicht

Zomer 1917 - Groot offensief in Vlaanderen
Slag bij Mesen-Wijtschate
Slag bij Passendale / Battle of Passchendaele
De aanvallen in augustus en september
Oktober 1917 – slagveld wordt een modderpoel
De Canadezen beginnen hun Road to Passchendaele
De resultaten


 Herdenking 80-jarig bestaan Menenpoort


Zomer 1917 - Groot offensief in Vlaanderen
In de zomer van 1917 zijn de Britten vastbesloten een doorbraak aan het Vlaamse front te bewerkstelligen. Ze willen doorstoten naar de havens van Oostende en Zeebrugge waar de Duitse onderzeeërs voor anker liggen en een bedreiging vormen voor de scheepsroutes van de Britten. Tegelijkertijd hopen ze met een groot offensief in het noorden de druk op de Franse troepen in het zuiden te verlichten. De Fransen hebben zwaar geleden tijdens het offensief bij de Chemin des Dames en kampen met grootscheepse muiterijen als gevolg daarvan. Ze hebben daarom dringend tijd en rust nodig om orde op zaken te stellen.

Na de debacles van 1916 bij Verdun en aan de Somme kiezen de Duitsers resoluut voor de verdediging. De Britten daarentegen blijven tot het einde van de oorlog geloven in de doorbraak. In Vlaanderen plaatsen de Duitsers hun Vierde en Zesde Leger onder het bevel van Kroonprins Rupprecht von Bayern. Als stafchef van het Vierde Leger krijgt hij de beste Duitse defensiespecialist, kolonel Von Lossberg, die de grote Abwehrschlacht voorbereidt.

 

Ze kiezen voor een verdediging in de diepte met bunkers en mitrailleurs en een aflossingssysteem tussen eerstelijnstroepen, reserves en speciale Eingreifdivisionen, die klaarstaan om het verloren terrein terug te winnen als de vijand toch zou doorbreken. In de Wijtschateboog komen er drie linies in de diepte en in de Ieperboog zes. Voor Wijtschate-Mesen concentreren de Duitsers hun verdediging op de eerste linie, in de richting van Zonnebeke-Passendale tussen de derde, Wilhelmlinie, en de vierde, Flandern I-linie.

Slag bij Mesen-Wijtschate
De offensieven in de Wijtschateboog en de Ieperboog kennen voor de Britten een heel verschillende afloop. Mesen 1917 wordt één van de belangrijkste successen uit de hele oorlog, Passendale 1917 zonder meer de grootste catastrofe. Om de Ieperboog te kunnen doorbreken moet eerst het front ten zuiden van Ieper worden rechtgetrokken: de Wijtschate-boog, beter bekend als Messines Ridge.

Tussen 1915 en 1917 hadden de Britten hier tientallen pogingen ondernomen om de hooggelegen Duitse stellingen te doorbreken. Vanaf 1916 werken ze aan een grootse aanval die zal worden ingeleid door op 24 plaatsen in de Wijtschate-boog krachtige dieptemijnen tot ontploffing te laten komen.

 
Raadpleeg hier de kaart van Ieper

Maar de Duitsers krijgen weet wat zich daar afspeelt en verdedigen zich door het plaatsen van nog dieper gelegen tegenmijnen. Tussen Britse Tunnellers en Duitse Mineure ontwikkelt zich een bizar kat-en-muisspel van mijnen en tegenmijnen, een eigen oorlog onder de Ieper Salient. Bij La Petite Douve (een boerderij gelegen in de frontlijn) verliezen de Britten één lading aan de Duitsers en ook op andere plaatsen worden de mijnwerken bijna ontdekt. Toch is alles tegen de zomer van 1917 klaar voor Zero Hour.

In de vroege ochtend van donderdag 7 juni 1917 worden negentien dieptemijnen gelijktijdig tot ontploffing gebracht. Het wordt de grootste kunstmatige explosie tot dusver, met het effect van een krachtige aardbeving. De ontreddering bij de Duitsers is compleet. Ze verlaten hun eerste linie in paniek met grote verliezen en enkele uren later moeten ze ook hun tweede linie prijsgeven. De Nieuw-Zeelanders nemen Mesen en de beide Ierse divisies de puinhopen van Wijtschate.

Pas op de derde linie, ter hoogte van Oosttaverne, kunnen de Duitsers zich reorganiseren. Het ondergronds werk van de Tunnellers en een briljant strategisch aanvalsplan van generaal Plumers Tweede Leger zorgen voor een enorm succes. Een week later is de hele Wijtschateboog opgerold en kan opperbevelhebber Haig zich concentreren op zijn ‘Flanders Offensive’, beter bekend als de Derde Slag bij Ieper of de Slag van Passendale.

Slag bij Passendale / Battle of Passchendaele
Voor de Derde Slag bij Ieper brengt de Britse opperbevelhebber Douglas Haig het Vijfde Leger van generaal Gough in stelling. Ten zuiden daarvan ligt het Tweede Leger van generaal Plumer. Haig en Gough plannen een groot offensief over een breed front. Eerst moet de Britse artillerie de Duitse verdedigingslinies vernietigen, daarna volgt een massale aanval van de infanterie. De infanterie moet daarna in één klap oprukken tot de Wilhelmstellung en daarna misschien zelfs tot Flandern I.

Op 12 juli 1917 beschieten de Duitsers voor het eerst de Britse stellingen met mosterdgas, beter bekend als Yperiet. Een slecht begin voor het geallieerde artilleriebombardement dat vier dagen later van start gaat. In twee weken tijd vuren de Britten ruim vier miljoen projectielen af op de Duitse linies, dat is tweeënhalve keer zoveel als een jaar eerder aan de Somme.

 
Raadpleeg hier de kaart van Ieper

Aan de vooravond van de slag vindt, op 26 juli bij het Polygoonbos, één van de grootste luchtgevechten uit de hele oorlog plaats. Er zijn maar liefst 94 vliegtuigen bij betrokken.

Eind juli begint het hevig te regenen. Het kapotgeschoten terrein wordt al snel uiterst drassig. Na herhaaldelijk uitstel openen de negen divisies van het Britse Vijfde Leger op 31 juli 1917 eindelijk de aanval. Maar de tankbrigades komen niet vooruit door de modder; de aanval loopt vast op de Wilhelmstellung en moet worden gestaakt. In drie dagen tijd hebben de Britten drie kilometer terreinwinst geboekt, amper de helft van wat ze zich als doel hadden gesteld.

De aanvallen in augustus en september
Op 10 augustus lanceren de Britten een aanval op de hoogten rond Geluveld. Die zijn voor de Duitsers van groot strategisch belang: van daaruit kunnen ze immers de hele Britse rechterflank onder vuur nemen. Maar de aanval mislukt, alleen Westhoek wordt ingenomen. Midden augustus verplaatsen de gevechten zich naar Langemark.

Na een paar warme dagen is er een droge korst op de modder gekomen. Daardoor kunnen er opnieuw tanks worden ingezet. Maar die lopen opnieuw vast. De beoogde doorbraak lijkt steeds verder weg.

Eind augustus beseft de Britse opperbevelhebber Haig dat hij verkeerd heeft gegokt met generaal Gough en geeft hij het initiatief opnieuw aan generaal Plumer. Die besluit de Duitse Eingreifdivisionen met hun eigen tactiek te bestrijden. Hij ontwikkelt een ‘step-by-step’-tactiek: beperkte, gerichte aanvallen in plaats van een massaal offensief over een breed front.

Plumer krijgt ook de beschikking over twee nieuwe korpsen, het I. en II. Anzac, Australian and New Zealand Army Corps. De combinatie van nieuwe troepen en een aangepaste tactiek mist haar uitwerking niet. Op 20 september wordt er met succes gestreden rond de Meenseweg en op 26 september verovert de 5de Australische Divisie het Polygoonbos.

De Britten slagen er bijna overal in om de Wilhelmstellung te doorbreken.
De Duitse bunkers moeten één voor één worden ingenomen. Dat gebeurt meestal door vrijwilligers, die rond de bunker sluipen en de verdedigers overmeesteren met handgranaten, knuppels en messen. Voor zo'n aanval is uitzonderlijk veel moed nodig. Nergens zijn dan ook zo veel Victoria Crosses de hoogste Britse militaire onderscheiding ¬ uitgereikt als hier in de streek.

 Op 4 oktober bereiken de Britten de Flandern I-Stellung. Die linie willen de Duitsers koste wat kost verdedigen. Daarom wijken ze af van hun gebruikelijke tactiek en plaatsen ze al hun troepen in de voorste linie. Het resultaat is een bloedige catastrofe: 4 oktober wordt een zwarte dag voor de Duitsers. De Nieuw-Zeelanders veroveren 's Graventafel en de 3e Australische Divisie doorbreekt de Flandern I-stelling bij het latere Tyne Cot Cemetery.

Oktober 1917 – slagveld wordt een modderpoel
Oktober 1917 is één van de natste maanden van de eeuw. Plumer en Gough vragen om het offensief op te schorten, maar Haig heeft een overwinning nodig. Hij wil ook voorkomen dat de Duitsers verder naar het zuiden de uitgetelde Fransen zullen aanvallen. Wat aanvankelijk het doel van de eerste fase van het offensief was, wordt nu het einddoel van de hele campagne: de puinhopen van het dorp op de heuvelkam veroveren – Passendale.

In enkele dagen tijd veranderen aanhoudende stortregens het landschap in een modderzee, waarin mens, dier en machine verzuipen. Op 9 oktober kost het de Britse troepen elf uur om vanuit Ieper over smalle loopplanken hun vertrekposities te bereiken; de artillerie naar voren brengen wordt al helemaal onmogelijk.

Vóór de aanval kunnen de Britten dus niet, zoals gebruikelijk, de Duitse stellingen onder vuur nemen. De Slag bij Poelkapelle eindigt dan ook in een bloedige mislukking. Op 12 oktober proberen de geallieerden troepen Passendale in te nemen, maar de Duitsers slaan de aanval af met mitrailleurvuur vanuit hun bunkers.

Op 13 oktober geeft Haig het bevel de aanval te stoppen. Hij laat de uitgeputte Australische en Nieuw-Zeelandse troepen voor een groot deel vervangen door Canadezen.

De Canadezen beginnen hun Road to Passchendaele
Op vrijdag 26 oktober beginnen de Canadezen in de stromende regen aan hun Road to Passchendaele. Vijf dagen later krijgt generaal Plumer nog meer troepen ter beschikking. De naam van het dorp heeft intussen mythische proporties aangenomen: Passion-dale, ‘dal van het lijden’.

 
Raadpleeg hier de kaart van Ieper

Op 6 november kunnen de Canadezen het dorp, of wat er nog van over is, eindelijk innemen. Verder komen ze niet meer - op 10 november loopt het offensief dood op de top van de heuvelkam.

De resultaten
Het resultaat van Haigs Flanders Offensive is bedroevend. Na 100 dagen zijn de geallieerde troepen amper acht kilometer opgerukt. De menselijke tol is enorm. 250.000 Britten zijn gesneuveld, gewond of vermist, een kwart van alle ingezette manschappen. Aan Duitse zijde liggen de verliezen iets lager.

Een Britse overwinning leek trouwens van tevoren al onhaalbaar. De Britten vielen aan met 57 divisies; de Duitsers verdedigden met 88 divisies, een verhouding van één tegen anderhalf. Om succes te hebben had de verhouding omgekeerd moeten zijn: een Brits overwicht van twee of zelfs drie tegen één.

Toch is de Slag van Passendale medebepalend voor de afloop van de oorlog. Doordat de Duitsers in het noorden door Britse troepen worden gebonden door het daar uitgevoerde offensief, kunnen ze in het zuiden geen offensief inzetten tegen de Franse troepen.

Tijdens de Slag van Passendale verliezen de Duitsers ook enorme hoeveelheden materieel die door de Duitse industrie niet meer kunnen worden aangevuld. Haig heeft Zeebrugge nooit bereikt, maar met zijn uitputtingsslag heeft hij de Duitsers net die reserves ontnomen die ze in 1918 te kort komen om de oorlog te winnen. De Materialschlacht van 1917 zal de Duitsers een jaar later alsnog fataal worden.






  naar veldslagenpagina - naar homepage


eXTReMe Tracker