Inleiding
Na de Eerste Wereldoorlog is voor de kust van Knokke door de
Engelsen en de Belgen minimaal 35.000 ton ammunitie in zee
gestort. Andere bronnen wijzen op 50.000 tot 200.000 ton. De
dumpplaats is een zandbank 'De Paardenmarkt' die tussen de
300 en 1.500 meter uit de kust van Knokke Heist / Duinbergen
ligt, op ongeveer 2 kilometer van de oostelijke strekdam van
Zeebrugge. De schattingen van de hoeveelheid gifgas uit de
granaten, voornamelijk mosterdgas, lopen uiteen van 500 ton
tot 1.100 ton. Mosterdgas veroorzaakt bij aanraking
o.a. ernstige brandwonden.
|
Op
bovenstaande kaart vormen
vijf stippellijntjes op deze zandplaat - precies
voor het strand van Knokke - samen een vijfhoek.
Hierin staan een visje plus
een ankertje getekend met een streep er door.
Dat betekent dat in dit gebied niet gevist of
geankerd mag worden. Het
gebied meet twee bij twee kilometer. Bakens (vanaf
het strand van Knokke duidelijk zichtbaar) geven de
hoeken aan. Het gifgas en de
andere munitie liggen op ten minste zeventien
plaatsen binnen dit gebied onder een laag rottend
slib.
Het gifgas ligt er al ruim tachtig jaar
en stamt uit de Eerste Wereldoorlog. Het werd
in 1971 bij baggerwerkzaamheden herontdekt
(©
Kaart Rob
Ruggenberg - www.greatwar.nl) |
Ook na de Tweede Wereldoorlog werden op deze plaats nog veel
explosieven gedumpt. Op het Nederlandse continentale plat
liggen geen gifgranaten. Na de Tweede Wereldoorlog zijn wel
grote hoeveelheden chemische wapens gedumpt in de Noord- en
Oostzee van Noorwegen, Denemarken, Polen en Zweden. Er is
een essentieel verschil tussen de dumping in de Oostzee en
de Paardenmarkt. In de Oostzee liggen de granaten ver uit de
kust op 300 meter diepte, op de Paardenmarkt liggen de
granaten vlakbij het strand op slechts 5 meter diepte. Dit
verschil is van belang omdat na onderzoek in de Oostzee, de
autoriteiten hebben geconcludeerd dat men de granaten niet
behoeft te ruimen en men de situatie beter kan laten zoals
ze is.
Het merkwaardige nu is dat men deze conclusie ook gebruikt
voor de dumpplaats op de Paardenmarkt waar echter een geheel
andere situatie bestaat en de risicofactoren veel groter
zijn. De Paardenmarkt valt onder de verantwoordelijkheid van
de Belgische federale overheid (Ministerie van
Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu).
Sinds 1972 is het gebied op zeekaarten aangegeven als
verboden anker- en visplaats. Het gebied is tegenwoordig ook
verboden voor zwemmers, duikers en surfers. Er staan echter
geen waarschuwingsborden en het gebied is slechts aangegeven
met enkele oranje ankerboeien. De overheid volgt het
standpunt dat de granaten beter kunnen blijven liggen omdat
het risico van verwijderen en de kosten onevenredig hoog
zouden zijn. Het gevaar voor mens en dier lijkt volgens de
overheid te verwaarlozen mits het vis- en ankerverbod wordt
nageleefd.
Monitoring
Bekend is dat de Belgische overheid in 1972, 1988 en vanaf
1995 onderzoek heeft laten uitvoeren op de Paardenmarkt. In
april 1995, november 1996 en april 1997 zijn
monitoring-onderzoeken uitgevoerd. Een onderzoek van
slibmonsters door twee verschillende laboratoria en een
wateronderzoek waarvoor op de Oostelijke strekdam een
meetstation is ingericht. De Belgische overheid maakte de
meetfrequentie, exacte methoden en de uitslagen van deze
onderzoeken tot nu toe echter niet openbaar. Er bestaat
daarnaast twijfel over de betrouwbaarheid van de gebruikte
methoden. De watertesten worden, gelet op de heersende zee-
en getijdenstroom, niet ten oosten van de Paardenmarkt
genomen maar op de strekdam die stroomafwaarts ligt. De
slibmonsters worden van de bodem genomen zonder dat dieper
in de bodem wordt gekeken naar de actuele toestand van de
gasgranaten.
Saneringsplan
Voor zover bekend bij de inmiddels opgerichte “Stichting De
Noordzee” bestaan er geen plannen om de locatie te saneren,
noch bestaat er een noodscenario voor het geval dat granaten
zouden losspoelen of gaan lekken. Volgens de Belgische
Marine is ruiming technisch mogelijk maar zal deze operatie
kostbaar zijn. De conclusie van de Belgische overheid om de
gifgasgranaten ongemoeid te laten is gebaseerd op dezelfde
conclusie die in onder andere OSPARCOM-verband is getrokken.
Milieuorganisaties, wetenschappers en de Belgische politieke
partij Agalev wijzen er op dat onvoldoende specifiek
onderzoek heeft plaatsgevonden en ook aan de objectiviteit
wordt getwijfeld. Het schijnt dat de Belgische overheid erg
beducht is voor de negatieve gevolgen voor het toerisme en
het probleem voor zich uit schuift.
Bekendheid in België en
Nederland
In België is de Paardenmarkt al enige keren in het nieuws
geweest. De politieke partij Agalev volgt het dossier al
gedurende tien jaar. Zij heeft regelmatig vragen gesteld in
het parlement.
De Stichting De Noordzee heeft onlangs in Nederland
geïnformeerd naar de bekendheid van dit probleem binnen de
overheid en maatschappelijke organisaties. Slechts enkele
ambtenaren zijn op de hoogte en meestal kunnen zij zich
alleen vaag iets herinneren.
Rijkswaterstaat bijvoorbeeld gaf aan dat bij
geomorfologische studies, bodemkwaliteitsonderzoeken en
ecologische studies van het Westerschelde-estuarium het
gifgasprobleem op de Paardenmarkt tot nu toe niet was
meegenomen omdat de problematiek bij ambtenaren niet bekend
was. Bij operationele diensten zoals de brandweer en politie
in Vlissingen en Cadzand bleek men eveneens officieel niet
op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van gifgasgranaten
in zee. Alle ondervraagden vonden het nuttig om daarover wel
geïnformeerd te worden.
De gifgasproblematiek is wel bekend bij ambtenaren die
verantwoordelijk zijn voor rampenplannen. De stuurgroep
Openbare Veiligheid Zeeland heeft het probleem besproken en
besloten om geen rampenplan voor mosterdgas te maken. Bij
calamiteiten wordt in de Gemeenten Sluis, Oostburg en
Vlissingen het rampenplan gebruikt dat ook functioneert als
bijvoorbeeld gifzakjes aanspoelen.
Gevaren van mosterdgas voor de
volksgezondheid
De gifgasgranaten kunnen doorroesten en gaan lekken. Het
mosterdgas verliest in de loop der tijd zijn giftige werking
niet. Het lekkende mosterdgas wordt niet gasvormig maar zal
reageren op het zoute zeewater en zich vormen tot klompjes
met een harde buitenlaag met daarin het vloeibare gas. Deze
klompjes kunnen gaan drijven en met de stroming over de
zeebodem bewegen. Bij aanraking van deze klont of van het
vloeibare gif ontstaan brandblaren en als er damp vrijkomt
zal deze ernstige beschadiging aan ogen, luchtwegen en
longen veroorzaken. Mosterdgas kan mogelijk ook oplossen in
water, aldus de Belgische expert professor Heyndricks,
hoewel wetenschappers hier geen eenduidige mening over
hebben.
Veranderende
geo-morfologische situatie
De dumpplaats bevindt zich dicht bij de haven van Zeebrugge.
Deze haven wordt gekenmerkt door een zeer sterke
retourstroom waardoor regelmatig uitbaggeren noodzaak is.
Deze baggerspecie wordt gestort op een loswal dichtbij de
Paardenmarkt. Mede door deze suppleties heeft er in het
gebied aanlanding plaatsgevonden waardoor de chemische
wapens waarschijnlijk onder een dikke laag zand liggen. De
hele kust vanaf deze locatie tot aan de Zeeuwse Delta is
geomorfologisch niet stabiel en zal dit, na verwacht wordt,
ook niet worden.
Voorspellingen over mogelijke erosie of sedimentatie zijn
zonder regelmatige monitoring onmogelijk. Uitbaggeren van de
haven en de vaargeul in België, alsmede het verwijderen van
scheepswrakken en het verdiepen van de Westerschelde op
Nederlands grondgebied kan volgens RIKZ mogelijk invloed
hebben op de geomorfologische situatie van de Paardenmarkt
en dus op het eventueel vrijkomen van granaten. België
dringt overigens aan op verdere verdieping van de
Westerschelde.
Implosie,
stranding of ander extern geweld
De kans op spontane explosie van de wapens lijkt vrij klein.
Implosie van de granaten is wel mogelijk, eventueel onder
druk van de dikke laag slib. In de tachtiger jaren van de
vorige eeuw zonk de Herold of Free Enterprise vlak bij de
dumpplaats. Soortgelijke calamiteiten zijn, vlak naast een
grote zeehaven, nooit geheel uit te sluiten. Door een
stranding of andere externe druk kunnen granaten open
barsten.
Roest
en vrijkomend gif
Volgens technische bronnen zullen de granaten uiteindelijk
gaan doorroesten en lekken. Niemand kan met zekerheid
vaststellen wanneer dit gebeurt. Volgens de Belgische
overheid liggen de granaten onder een dikke laag zand.
Hierdoor zou de kans op doorroesten klein zijn en daarom
verwacht de overheid dat het gifgas niet zal gaan lekken.
Over de toestand van de granaten is op dit moment echter
niets bekend. De verwachting is dat, als granaten
doorroesten, er grote aantallen tegelijkertijd zullen gaan
lekken waardoor mogelijk grote hoeveelheden gifgas in een
korte periode vrijkomen. Gezien de heersende zee- en
getijdenstroom is het niet uitgesloten dat gif ook op
Nederlands grondgebied terecht zal komen.
Bron: Stichting Noordzee – maart 2004.
|