naar Engelse Kamp pagina

Het boek over het Engelse Kamp is verschenen.
Klik hier: Het Engelse Kamp - Groningen 1914-1918


Het Engelse Kamp in de 
periode van 1919 tot 1958


Het Engelse Kamp in Groningen 1919 -1958 (deel 13)

Dit is het dertiende deel uit de serie over de geschiedenis van het Engelse Kamp in Groningen waar tijdens de Eerste Wereldoorlog 1500 Engelse militairen waren geïnterneerd. 

klik op de foto vor een vergroting
 Het onderschrift bij deze foto uit 1920 luidt: Groningse Vrouwelijke Studenten hebben voor 7 weken een aantal Weense Vrouwelijke Studenten te gast. Ze zijn gehuisvest in het keurig gerestaureerde voormalige interneringskamp der Engelsen. Op deze foto ziet men de Weense dames met in hun midden luitenant kolonel Hogervorst commandant van de Rabenhauptkazerne. 
Nog even een toelichting: op de achtergrond barak T de oorspronkelijk huisvesting voor de Nederlandse bewaking. Barak K was het Engelse postkantoor annex bibliotheek. Links het wachtgebouwtje dat op een eerdere foto te zien was (deel 8 van deze serie) en hier kennelijk afgebroken wordt. 

Direct na afloop van de Eerste Wereldoorlog heeft het Engelse Kamp tot januari 1919 dienstgedaan als opvangkamp voor gerepatrieerde zieke Engelse krijgsgevangenen en krijgsgevangenen van andere nationaliteiten. Hierna konden de gebouwen en de grond weer worden gebruikt door het Ministerie van Oorlog, dat de eigenaar was. Toch had het Engelse Kamp in die jaren ook nog andere functies. In 1920 werd het Kamp gebruikt voor het onderbrengen van een aantal 'Weense Vrouwelijke Studenten'. Ook een aantal sportverenigingen vond hier gedurende enige jaren een onderkomen. 

In de loop van de twintiger jaren kreeg het Engelse Kamp de functie van dependance van de Rabenhauptkazerne. Dienstplichtige militairen hadden daar hun onderkomen. Ook waren er barakken ingericht als woningen voor officiersgezinnen. Na invoering van de Dienstplichtwet in 1922 moesten alle jongemannen van 18 jaar en ouder uit Groningen en omstreken zich laten keuren in een van de barakken op het Engelse Kamp. In 1938 verkeerden de oude barakken in zodanig slechte staat dat ze werden afgebroken. Het terrein heeft vervolgens een aantal maanden braak gelegen. In mei 1940 raakte ook het in de Rabenhauptkazerne gelegerde 12e Regiment Infanterie betrokken bij de oorlogshandelingen. Eind juni 1940 volgde de demobilisatie van dit Regiment. De mannen moesten zich daartoe melden op het Engelse Kamp waar ze werden ondergebracht in de nieuwe barakken die daar in de eerste maanden van dat jaar waren gebouwd. 

Foto van drie Duitse Kriegsmarine soldaten in het tot Otto Weddingenlager omgedoopte Engelse Kamp tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Deze zeldzame foto is afkomstig uit de collectie van Bjorn Spinder

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Rabenhauptkazerne het onderkomen van de Duitse bezettingstroepen. Op het Engelse Kamp werd in 1941 het 'Otto Weddingenlager' gevestigd waar een afdeling van de Kriegsmarine was gehuisvest. De Rabenhauptkazerne werd bij de bevrijding in 1945 in brand geschoten; het Engelse Kamp liep schade op. Toch zag men kans de barakken weer zodanig te herstellen dat de militaire dienstkeuring hier weer kon functioneren. Duizenden Groningse, Friese en Drentse jongemannen zijn in de loop der jaren gekeurd op het Engelse Kamp. In 1947 werd ook de Bereden Politie van Groningen op het terrein ondergebracht. De huisvesting was beslist onvoldoende maar de Bereden Politie bleef hier tot 1959 voordat nieuw onderdak werd gevonden in de paardenstal van Van Gend en Loos aan de Emmasingel. Het toen inmiddels braakliggende terrein van het Kamp werd nog wel gebruikt als buitenmanege. 

In de overige barakken werden dienstplichtige militairen ondergebracht die een functie vervulden bij een der militaire afdelingen die gevestigd waren aan de Hereweg. Ook huisden er groepen dienstplichtigen die in Groningen een speciale opleiding volgden bijvoorbeeld als operatiehelper of vervoerder van gevaarlijke stoffen. Tot 1958 lagen hier ook detachementen van het Regiment Van Heutz die bewakingsdiensten verrichtten bij bevoorradings- en munitiedepots in de omgeving van Groningen. Ook overnachtten hier soms afdelingen van de Nationale Reserve aan de vooravond van hun oefeningen in groot verband. Algemeen werd geklaagd over de krakkemikkige behuizing, het gebrekkige sanitair en de onvoldoende verwarming. 

In de loop van 1958 werd bekend dat het Engelse Kamp zou verdwijnen: op dit terrein zou de nieuwbouw komen van de Van Mesdagkliniek en de Rijksgebouwendienst. 

Het Kamp bood van mei tot augustus 1958 nog onderdak aan een bijzondere militaire eenheid: een detachement van de Gravendienst dat tot taak had alle stoffelijke overschotten van gesneuvelde Duitse militairen in de provincie Groningen op te graven en over te brengen naar de militaire begraafplaats te IJsselsteijn (L) waar de stoffelijke resten werden herbegraven. 

De allerlaatste bewoners van het Engelse Kamp waren de Spahis, het 7e eskadron bereden Franse militairen van Algerijnse afkomst, die het Gronings Ontzet van 1958 luister bijzetten met hun fraaie Berber paarden, witte jassen en rode tulbanden. 

In september 1958 werden de barakken van het Engelse Kamp definitief afgebroken. Het Duitse Circus Krone heeft het terrein in 1959 nog gebruikt als standplaats. Daarna was het tijdperk van het Engelse Kamp verleden tijd geworden.

  naar Engelse Kamp pagina