naar homepage


Drank, drugs en seks bij krijgsmachtoperaties
Stimulerende middelen, drank en seks zijn bij krijgsmachtoperaties eigenlijk nooit weg te denken geweest
door Gielt Algra

De bepalingen en beperkingen die vanaf het begin van de negentiende eeuw gesteld werden aan de marketentsters in de Nederlandse krijgsmacht, spraken eigenlijk voor zich. Ze moesten gehuwd zijn met een van de militairen in de compagnie onder de rang van onderofficier en wat, waar en wanneer zij uit hun vaatje mochten tappen, werd ook gereguleerd. Hun voorgangsters waren nog al eens ongehuwd en hadden ten aanzien van hun gunsten niet echt last van een morele belemmering of kieskeurigheid. De oudere onderofficier die in deze dagen van de legerleiding op ‘deze meereizende horde’ moest letten, werd dan ook Hurenwaibel genoemd.

Inhoudsopgave
Inleiding
Oorzaken van alcohol- en drugsgebruik
Gebruik van LSD, benzedrine en amfetaminen
Drankgebruik bij gevechtstroepen
Alcoholisme in de frontlinie
Zin in seks, hevige verliefdheden en geslachtsziekten
Drugsproblemen onder militairen
Afreagweren na periode van spanning en stress

Inleiding
Stimulerende middelen, drank en seks zijn bij krijgsmachtoperaties eigenlijk nooit weg te denken geweest. Vaak was het, zoals ‘het oorlam’, ook een soort van recht voor de dienende militair. Als het dan al niet aanwezig of voorhanden was, dan was het wel aanwezig door het gemis dat veel soldaten hier aan hadden.
 
Gravure met soldaat en marketentster - 'Cholericus'  (Rijksprentenkabinet)

Krijgsmachten bestonden natuurlijk vooral uit grote groepen mannen van een bepaalde leeftijdscategorie die, om de woorden te gebruiken van toenmalig woordvoerder van de Stichting Maatschappij en Krijgsmacht Jan Schoeman, “in hun vrije tijd niet een potje gaan zitten ganzenborden.”

Stimulerende en hallucinerende middelen werden al door de Vikingen voor de slag gebruikt en ook de woorden Dutch courage vinden hun oorsprong in de flinke teug jenever die Britse soldaten in de lage landen voor het gevecht plachten te nemen. Het gebruik van drugs en alcoholische drank heeft bij mannen in de krijgsmacht meer dan alleen toevallige redenen.

Oorzaken van alcohol- en drugsgebruik
In zijn boek Acts of War: Behavior of Men in Battle onderscheidt auteur en wetenschapper Richard Holmes vier verschillende oorzaken van alcohol- en drugsgebruik in de krijgsmacht.

Zo wijst hij als eerste oorzaak op het gebruik van drank en drugs door oververmoeide militairen om te kunnen slapen of door gewonden om in zwijm te kunnen vallen.
Een tweede belangrijke reden die hij zag, was de mogelijkheid om in een roes te kunnen ontsnappen aan de voor vele dienstplichtige militairen ondragelijke levensomstandigheden in de krijgsmacht.
De derde reden is vaak het gebruik van vooral alcohol, maar ook van drugs, als initiatieriten in een groepsproces.
De vierde reden, die hij ook de meest zorgelijke noemt, is het gebruik van drank en drugs om gevechtsstress het hoofd te bieden. Hij wijst erop dat gebruik voor deze laatste reden in zekere zin ook officieel werd goedgekeurd.

Gebruik van LSD, benzedrine en amfetaminen
Zo zijn er van Zweden tot en met de Verenigde Staten proeven op militairen gedaan met LSD. Benzedrine werd in de Tweede Wereldoorlog massaal uitgedeeld aan militairen om maar wakker te blijven. Het wijdverspreide gebruik van amfetaminen – tegenwoordig bekend als ‘speed’ – is vooral begonnen in de gelederen van de Franse legers in de Eerste Wereldoorlog. Men bleef wakker en had geen last van een hongergevoel; een uitkomst in de modder van de loopgraven van de eerste linie.

Drankgebruik bij gevechtstroepen
Drank werd vaak ingezet als middel om de mannen aan te moedigen en over hun eerste angsten heen te komen. Zo was het in vele Britse eenheden in de Eerste Wereldoorlog de gewoonte om de mannen, vlak voor ze uit de loopgraven klommen en ten aanval gingen, een flinke teug uit een kruik met Navy Rum te geven.

Nederlandse ansichtkaart uit de Eerste Wereldoorlog.
Ook als er niet werd gevochten werd er graag gedronken.
Tekst op de kaart: 'n Nurretje van Betje. 

Dat dit niet altijd goed kan ging, wordt beschreven door de ervaringen van de Britse Eerste Wereldoorlogveteraan Albert McMillan in het boek The First Day on the Somme van Martin Middlebrook. Vlak voor de grote aanval bij de Somme op 1 juli 1916 werd zijn eenheid bevoorraad met zoveel rum als ze maar wilden:

  “Albert McMillan, die in grote opwinding om zich heen aan het kijken was, werd wat aangeboden, alhoewel hij het nog nooit eerder had gedronken. Hij nam een grote slok, die hem deed proesten, maar hij knapte er wel van op. Veel van de jongere soldaten namen veel teveel rum met voorspelbare resultaten: “Nu gebeurde het eerste van de vele lichtzinnige dingen. Ze hadden de thee met rum aangelengd; die rum daar was een echt dik stroperig goedje. Ik nam één sip en, wauw, ik ging mezelf niet van tevoren, voor wat ons te doen stond, beneveld maken. Sommige jongens dronken en namen nog wat meer en raakten aangeschoten. Twee van hen lagen op de grond en waren volkomen buiten bewustzijn. Een sergeant-majoor was tevergeefs tegen ze aan het schoppen om ze weer bij te krijgen.”

Wat drankgebruik en dapperheid betreft, stonden de Russen in de Tweede Wereldoorlog natuurlijk bovenaan. Dat de legerleiding dit wel doorzag en ook stimuleerde, bleek wel tijdens het beleg van Stalingrad toen het Rode Leger bij de bevoorrading over de rivier de Wolga, van zijn in Stalingrad standhoudende troepen, wodka voor liet gaan – na ammunitie – op voedsel en verbandmiddelen. Anthony Beevor, de auteur van het boek Stalingrad, beschrijft hoe belangrijk die drank voor de Sovjetverdedigers was:

  “Nog belangrijker dan het tabaksrantsoen was het wodkarantsoen, theoretisch 100 gram per dag. Er viel een stilte als de wodka tevoorschijn kwam en iedereen hield de fles in het oog. De spanning van de strijd was zo groot dat het rantsoen altijd te weinig was. De soldaten waren tot alles bereid om in hun behoefte te voorzien. Medische alcohol werd zelden gebruikt waar die voor gemaakt was. Industriële alcohol en zelfs antivries werd gedronken nadat het door een koolstoffilter van een gasmasker was gegoten.”

De eenheden van het Rode Leger verzwegen vaak hun verliezen, opdat de overlevenden ook de rantsoenen van de niet geregistreerde gesneuvelden toebedeeld kregen. In het geval van Stalingrad zou men kunnen redeneren dat de drank heeft voorkomen dat de weerstand van het Rode Leger instortte. Over het geheel van de oorlog redeneerden niet allen zo. In het boek Ivans oorlog van Catherine Merridale beklagen Russische officieren zich erover dat ze de oorlog twee jaar eerder hadden kunnen winnen ‘als ze maar niet zoveel hadden gezopen.’

'Gesponsord' peloton op Kornwerderzand tijdens mobilisatie Tweede Wereldoorlog.
Foto uit Blitzkrieg, halte Kornwerderzand (Uitgeverij Profiel)

Het meest stuitende voorbeeld van drankgebruik door leden van het Rode Leger is wel haar beschrijving van een tafereel, zoals verteld door een Russische officier op zoek naar een aantal van zijn soldaten tijdens de strijd om Boedapest. Hij trof de lijken van zijn mannen aan, drijvend in een tot de nok toe met wijn gevulde wijnkelder. Ze hadden gaten geschoten in de wijntonnen en de wijn gedronken die eruit spoot, tot ze erbij neervielen, om er vervolgens in te verdrinken.

Alcoholisme in de frontlinie
Ook in de wereldliteratuur vinden we vele voorbeelden van drankgebruik en alcoholisme om het maar vol te houden aan het front. Her Privates We van Frederick Mannings is misschien wel het bekendste voorbeeld, al was het maar omdat beroemdheden als Ezra Pound, T.E. Lawrence en Ernest Hemingway zo lovend over dit boek waren. Volgens Hemingway was dit “het mooiste en indrukwekkendste boek dat ik ooit heb gelezen over mannen in oorlog.”

De auteur Frederick Manning beschrijft een alcoholisch alter ego, de soldaat Bourne, die al drinkend de jaren in de loopgraven van het Westelijk Front probeert door te komen. Manning zelf belandde in 1917 als officier met een delirium tremens (ontwenningsverschijnsel bij alcoholverslaving) in het ziekenhuis, kwam voor de krijgsraad en gaf zijn rang op om vervolgens terug te keren naar zijn eenheid in de loopgraven aan het front.

Dat de schrijver Hemingway, die gewond raakte aan het Italiaanse front in 1918 en meevocht in de Spaanse burgeroorlog, dit zo’n goed boek vond, bevestigt nogmaals een van de kwalificaties die aan hem zelf werd gegeven: ‘een vechtende, gewelddadige, notoire drinkebroer.’

Zin in seks, hevige verliefdheden en geslachtsziekten
Hemingway, die in zijn boek A Farewell to Arms zijn eigen frontervaringen van het Italiaanse front in de Eerste Wereldoorlog gebruikte, zou niet zo oprecht schrijven over dit drinkgedrag als Manning deed. Wel gebruikte hij zijn eigen verliefdheid op de verpleegster Agnes van Kurowsky. De film In Love and War, die onder meer op basis van de teruggevonden brieven van Agnes gemaakt is, geeft een ontnuchterend beeld van deze hele affaire.

Hemingway schijnt voor de rest van zijn leven niet meer over de breuk met haar heen gekomen te zijn. Feit is dat hij een relatie aanging met een vrouw voor wie dat streng verboden was. Op straffe van terugzending, mochten de verpleegsters geen relatie aangaan met patiënten. Vanzelfsprekend was dat voor deze generatie een vrijwel onmogelijke opgave.

Nederlandse ansichtkaart uit de Eerste Wereldoorlog.
Een gewaagde tekst: Liefde alleen tegen distributiebon verkrijgbaar

De mannen in deze leeftijdscategorie gaan in hun vrije tijd meestal ‘niet ganzenborden’. Zin in seks en hevige verliefdheden zijn kenmerkend voor deze leeftijdsgroep. Wanneer er oorlog aan te pas komt probeert men er vaak in te vluchten. Ook Erich Maria Remarque beschrijft dit in zijn boek Van het westelijk front geen nieuws als de hoofdfiguur Paul Baümer tijdens een rustperiode vlak achter het front in ruil voor wat eten in bed belandt bij een lokale Française:

  “Maar dan voel ik de lippen van de tengere brunette op mijn mond en ik beantwoord die liefkozing; ik sluit mijn ogen en zou op die manier alles willen uitwisschen, den oorlog en zijn ellende en zijn slechtheid, om jong en gelukkig wakker te worden.”

Dat er feitelijk betaald moet worden voor de liefde, lijkt op geen enkele manier verschil te maken voor de hoofdfiguur. Net als in andere oorlogen lijkt de uitval vanwege geslachtziekten in de Eerste Wereldoorlog voor zich te spreken. Van de Canadese soldaten liep bijvoorbeeld 200 man op elke 1.000 met een geslachtsziekte rond en van de Australiërs 85 man op elke 1.000.
 
Nederlandse ansichtkaart uit de Eerste Wereldoorlog.
Ook de inkwartiering was aanleiding voor ondeugende gedachten.

De uitvalcijfers werden dusdanig hoog, dat het oplopen van een geslachtsziekte door de Britten werd gezien als boze opzet om maar te ontkomen aan de loopgraven. De legerleidingen probeerden in te grijpen met maatregelen als gecontroleerde legerbordelen, ‘korte arm inspecties’ en het uitdelen van condooms.

Veel zou het allemaal niet helpen. Na de bloedbaden in de loopgraven was er nog weinig over van de vooroorlogse kuise moraal (als die er al was). Bovendien wilden vele jonge militairen in ieder geval niet als maagd sterven.

Drugsproblemen onder militairen
Bij drugsgebruik en militairen wordt vooral aan de oorlog in Vietnam gedacht. Wellicht is dat beeld vooral ontstaan door de bekendheid die vooral het gebruik van marihuana kreeg door films als Apocalypse Now en Platoon

Feit is dat alleen al in 1970 een aantal van 11.000 Amerikaanse militairen werd aangeklaagd voor het gebruik van harddrugs zoals heroïne en opium, waarbij men ervan uitging dat er een pakkans was van 1 op 5. Het spreekt voor zich dat vele van deze in Vietnam dienende militairen deze gewoontes als veteraan na hun tour of duty mee naar huis namen.
 

Marlon Brando als de doorgedraaide kolonel Kurtz in Apocalypse Now (1979).
Het gebruik van marihuana kreeg bekendheid door deze film.

Voor de Sovjet-Unie was de situatie niet veel anders tijdens hun ‘Afghanistan avontuur’. Veel van de Sovjetmilitairen kregen de smaak zo goed te pakken, dat ze ook de organisatie van het transport van de heroïne naar huis maar op zich namen. Dit zou ze later geen windeieren leggen. Voor velen was dit avontuur een grote eerste stap in hun carrière in de georganiseerde misdaad. Dit is een van de redenen dat in het huidige Rusland de Afghanistanveteraan niet alleen maar als ‘zielig’ wordt gezien.

Afreageren na periode van spanning en stress
De verhalen over dronken wangedrag van Nederlandse militairen die terugkeren uit Afghanistan en eerst op Cyprus mogen bijkomen, hebben ook de Nederlandse pers bereikt. Internationaal en historisch gezien is hiermee niets nieuws onder de zon.

In de Britse pers zijn berichten te vinden over het kroegverbod voor militairen in Stanford die terugkomen van hun ‘tour of duty’. Volgens de pubeigenaren heb je maar “vijf van die idioten” nodig om de hele kroeg op stelten te zetten en kunnen die militairen nergens meer tegen “na zes maanden onthouding.”

Militairen lijken zich nu eenmaal af te moeten reageren na een periode van spanning en stress. Het kan dan ook als een typisch Nederlandse benadering gezien worden om dat vooral gecontroleerd te laten gebeuren. Anders is het natuurlijk waar het gaat om de vlucht in drugs, drank en seks om maar het hoofd te bieden aan de spanningen waaronder men gebukt gaat.

Ook hiervoor moet niet de kop in het zand worden gestoken. Antony Beevor wijst hier op in zijn boek Berlin: The Downfall 1945. Bij zijn beschrijving van het zich volkomen beneveld aan elkaar vergrijpen door de laatste jonge verdedigers van Berlijn, concludeert hij met gevoel voor understatement dat: “Het geslachtsdrift-prikkelende effect van dodelijk gevaar nauwelijks is te beschouwen als een onbekend historisch fenomeen.”


© Gielt Algra - 2007. Bovenstaand artikel is op deze website geplaatst met toestemming van de uitgever van Checkpoint - Maandblad voor veteranen. Voor gehele of gedeeltelijke overname is daarom uitdrukkelijk toestemming vereist van de uitgever van Checkpoint. Dit artikel verscheen eerder  in Checkpoint 9 - november 2007 onder de titel 'Dutch courage'.

naar homepage


eXTReMe Tracker