Isaac Rosenberg


naar poetry corner

Isaac Rosenberg - August 1914

What in our lives is burnt
In the fire of this?
The heart’s dear granary? (= graanschuur)
The much we shall miss?

Three lives hath one life –
Iron, honey, gold,
The gold, the honey gone –
Left is the hard and cold.

Iron are our lives
Molten right through our youth. (= gegoten)
A burnt space through ripe fields
A fair mouth’s broken tooth.


Isaac Rosenberg
(1890-1918) werd geboren uit Russisch-joodse ouders en hij bracht zijn jeugd door in een arme wijk van Londen, Whitechapel. Zijn belezen vader, een aanhanger van Tolstoys pacifistische ideeën, was marskramer en marktkoopman. 
Toen Rosenberg 14 was, werd hij in de leer gedaan als graveur. 
Hij experimenteerde met schilder- en dichtkunst. In 1911 kon hij met steun van andere joodse families naar de beroemde Slade School of Art gaan.

Isaac Rosenberg in 1917

In 1914, als de oorlog uitbreekt, is Rosenberg in Zuid-Afrika, waar zijn ouders eerst naar toe emigreerden en waar zijn zuster nog woont, vanwege de invloed van het milde klimaat op zijn zwakke gezondheid. Hier is dus het bovenstaande gedicht geschreven. Tegen de zin van zijn ouders, neemt hij dienst in 1915 in het Engelse leger. Als een van de redenen van deze voor hem ongewone stap, want hij verafschuwt oorlog, maar hij heeft toch ook het idee dat deze ervaring belangrijk is, geeft hij dat zijn moeder het geld dat hij krijgt (‘separation allowance’) goed kan gebruiken. Omdat hij te klein is voor het gewone leger, wordt hij ingedeeld bij de ‘Bantams’. Op 1 april 1918 sneuvelt hij. 

In 1912 geeft hij in eigen beheer zijn eerste gedichten, NIGHT AND DAY, uit. Zijn volgende gedichten worden evenmin in wijde kring gelezen. Door een enkele dichter wordt hij opgemerkt en vele jaren later kan men bij critici lezen dat het toch zo jammer is dat hij niet meer bekendheid heeft gekregen. Een dichter voor dichters? In de ogen van velen is hij de grootste (oorlogs-)dichter.

Rosenberg verschilt van de andere Engelse war poets om:
-1  zijn joodse achtergrond met de daarbij horende studie van de joodse geschriften;
-2  zijn achtergrond van armoede;
-3  zijn andere opleiding; niet naar een dure kostschool of andere beroemde middelbare school geweest;
-4  zijn opleiding als graficus en schilder;
-5  zijn ontwikkeling als dichter; niet het volgen van de ‘Georgian’ traditie met zijn pastorale elementen en ook niet het zich er tegen afzetten, maar vanaf het begin met een volstrekt eigen en zich ontwikkelende en veranderende stem;
-6  zijn ervaring als gewoon soldaat, niet als officier. (Hoewel ‘gewoon’? Het is moeilijk om zich een ‘ongewonere’ soldaat voor te stellen dan de kleine, vergeetachtige Rosenberg met zijn zwakke gezondheid.)

Parafrase en toelichting:

Dit is een relatief eenvoudig en kort gedicht: Rosenberg maakt het zichzelf en de lezer vaak niet makkelijk in andere gedichten door een grote concentratie van beelden. Critici noemen dit gedicht als voorbeeld van zijn ‘symbolistische’ periode, dus niet zo zeer concrete gebeurtenissen en personen, maar symbolen voor min of meer abstracte ontwikkelingen.

Het eerste beeld is vuur: wat wordt er verbrand in deze oorlog? Het goede in ons hart? Wat zal er ontbreken?

Eén leven heeft drie levens: ijzer, honing, goud. Van deze drie beelden blijft alleen ijzer over, hard en koud. Het ligt voor de hand in het ijzer kogels, granaten te herkennen. We spreken niet voor niets van ‘koud staal’ en ‘hard als staal’. 

Het ijzer zal ons leven beheersen, het ijzer dat we onze hele jeugd al kennen. Maar youth kan ook ‘alle jonge levens’ betekenen en het resultaat wordt zichtbaar: rijpe velden met verbrande stroken en in een mooie mond wordt een tand gebroken. Het is niet moeilijk in de laatste twee regels de schade aan de natuur en aan volwassen wordende wezens te zien. 

Fred van Woerkom

naar poetry corner