In 1916 verscheen een in het Nederlands vertaald boekje onder de titel ‘Oorlogsbrieven van Duitsche studenten’ (oorspronkelijke titel: ‘Kriegsbriefe deutscher Studenten’ uitgegeven te Gotha in 1916) samengesteld door Professor Dr. Philipp Witkop. (1) In dit boekje waren brieven opgenomen van Duitse studenten en scholieren die zich, soms collectief als jaargenoten of eindexamenklassen en soms niet ouder dan 16 of 17 jaar, bij het uitbreken van de oorlog in augustus 1914 in grote getale als ‘Kriegsfreiwilliger’ hadden opgegeven voor de militaire dienst.
|
Enthousiaste
jonge mannen in Berlijn bij het uitbreken van de oorlog
augustus 1914 |
Kriegsfreiwilliger
Onwillekeurig denkt men bij deze ‘Kriegsfreiwilliger’ aan de Slag bij het Belgische Langemark (21 - 23 oktober 1914). Hierbij werden vier uit Kriegsfreiwilliger bestaande Duitse reservekorpsen ingezet die uit ongeveer 15% studenten of eindexamenkandidaten bestonden. Tijdens deze slag kwamen vele (jonge) studenten en scholieren om het leven. Het waren er bovendien zoveel dat zelfs de Britten zich geschokt toonden door een dergelijk vertoon van opofferingsbereidheid en daarna spraken over de ‘massacre of the innocents’. De Duitsers noemden het zelfs de ‘Kindermord van Langemarck’; een begrip dat in latere jaren, tijdens het nationaal-socialistische bewind, een misbruikt symbool werd voor de opofferingsbereidheid van de Duitse jeugd.
|
|
Soldatenkerkhof
Langemark: ingang en beeldengroep (prof. Krieger) |
Op het Soldatenkerkhof Langemark rusten thans volgens de cijfers van de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge 44.317 Duitse doden: 19.400 stoffelijke overschotten op het grafveld en 24.917 onbekenden in het kameradengraf. Onder deze doden bevinden zich ook ongeveer 3.000 vrijwilligers die stierven tijdens de Duitse bestorming van Langemark in de oktobermaand van 1914. (2)
‘Kriegsbriefe gefallener Studenten’
De samensteller van het boekje, professor dr. Philipp Witkop, schrijft in de inleiding: …… ‘En wij zijn er zeker van [……] dat deze oorlog één groot heldendicht van heel het Duitsche volk, van den Duitsche geest is……’. Even verder: ‘……In dit boekje wordt slechts een deel dezer brieven in het licht gegeven. Het gehele werk, dat bestemd is een blijvend nationaal monument te worden, zal eerst na den oorlog verschijnen……’ Nog in 1918 werd te Berlijn uitgebracht: ‘Kriegsbriefe gefallener Studenten’ wat ‘ein kleines, vorläufiges Bändchen’ is zoals Witkop het later zelf typeert.
Pas in 1928 verscheen te München de in 1916 al aangekondigde uitgave, nu in een omvang van 343 bladzijden, opnieuw onder de titel ‘Kriegsbriefe gefallener Studenten’. Hoe belangrijk een dergelijke uitgave toen werd geacht blijkt uit het feit dat het boek ‘In Verbindung mit den Deutschen Unterrichts-Ministerien herausgegeben’ werd. Regelmatig werden nieuwe drukken uitgebracht waarbij in 1933 werd vermeld dat het 151ste-160ste duizendtal was bereikt. Het boek is na de Tweede Wereldoorlog nooit weer in druk verschenen. Maar…
l’histoire se répète: in 1952 verscheen een boek met dezelfde titel nu echter met brieven van gevallen studenten tijdens de Tweede Wereldoorlog. (3)
Wat Dr. Witkop natuurlijk nooit kon bevroeden was dat de belangstelling voor de Eerste Wereldoorlog zo zeer is toegenomen dat zijn ‘blijvend nationaal monument’ ooit nog eens beschikbaar zou komen voor de kinderen en kindskinderen van de voormalige vijand. In het jaar 2002 is ‘Kriegsbriefe gefallener Studenten’ in een Engelse vertaling verschenen onder de titel: ‘German Students’ War Letters’. (4)
Brieven
van Duitsche studenten
Een aantal brieven uit het boekje ‘Oorlogsbrieven van Duitsche studenten’ wordt in dit artikel weergegeven. Uit de
gekozen brieven blijkt een bijna religieuze liefde voor Duitsland en
een in onze ogen onbegrijpelijke argeloosheid in de bereidheid zich op te offeren voor het ‘Vaterland’.
Hartverscheurend is de toon uit de eerste brief waarin een zoon zijn ouders vertelt dat zijn broer is gedood: ‘…dat hij den schoonsten dood gestorven is, dien een Duitsche jonge man vinden kan…’ en dat hij natuurlijk niet geleden heeft: ‘…het schot door zijn slapen heeft hem onmiddellijk gedood…’ een gebruikelijke term onder dit soort omstandigheden.
In deze brieven, geschreven door onwetende en misleide jonge mensen,
worden de verschrikkingen van het slagveld en de waanzin van de oorlog glashelder weergegeven, juist door hun naïeve karakter.
Brief van Kurt Lommatsch - 28
october 1914
Brief van Erich Bockhorn -
midden october 1914
Brief van Joseph Weidmüller
- 31 december 1914
Brief van Hans Hirschborn
- Kerstmis 1914
Brief van Alfons
Ankenbrand - 11 maart 1915
Brief van Hugo Steinthal -
4 april 1915
Brief van Gerhart Pastors
- 10 april 1915
Brief van Wolfgang
Stammler - 15 mei 1915
|
|