De Slag der Zilveren Helmen
Op 12 augustus 1914 werd hevig gevochten bij Halen
(toen nog Haelen genoemd) tussen eenheden van het
Belgische leger en de Duitse cavalerie die westwaarts
oprukte. Halen is een stadje gelegen tussen de grotere
plaatsen Hasselt en Diest in de Belgische provincie
Limburg aan het riviertje de Gete.
Het lukte het Belgische leger die dag de Duitse
aanvallers, waar onder de gevreesde Uhlanen, niet alleen
tegen te houden maar op het einde van de dag moesten de
Duitsers zich zelfs verslagen terugtrekken.
In het totale verloop van de Eerste Wereldoorlog was
het slechts een kleine veldslag met aan beide zijden
enkele honderden doden, zeker in het licht gezien van de
latere gevechten aan het Westelijk Front zoals rond
Ieper, aan de Somme en Verdun waarbij miljoenen
slachtoffers vielen.
Toch heeft deze veldslag geschiedenis gemaakt omdat het
duidelijk maakte dat charges door de cavalerie met de
blanke sabel en de lans afgestopt kunnen worden wanneer
de tegenstander met moderne vuurwapens een verdedigende
stelling inneemt. Het verdere verloop van de Eerste
Wereldoorlog aan het westelijk front toonde aan dat de
cavalerie van weinig waarde meer was.
De cavalerie vanouds behorend tot de elite van de
Europese legers met hun fraaie uniformen en namen als
dragonders, huzaren, kurassiers, lansiers en Uhlanen
werd vanaf 1914 een anachronisme. De strijd aan het
Westelijk Front werd voortaan voornamelijk in loopgraven
gevoerd door de infanterie met de artillerie
overheersend op de achtergrond.
De veldslag bij Halen was ook een Belgische overwinning
in de ongelijke strijd tussen het Belgische leger en de
machtige Duitse vijand - als David tegen Goliath - en
verdiende daarom bejubeld te worden. Na afloop van de
gevechten was het slagveld bezaaid met honderden dode
paarden en metalen helmen van de cavaleristen. Helmen
van de Duitse kurassiers die als zilver blonken in het
zonlicht.
|
In een jubelgedicht maakte ene pastoor August Cuppens
uit Loksbergen – een verzameling huizen onder Halen - er
‘De Slag der Zilveren Helmen’ van onder verwijzing naar
het roemrijke Vlaamse verleden toen in 1302 de Franse
ridders het onderspit delfden in de buurt van Kortrijk.
‘De Slag der Gulden Sporen’ die in de negentiende eeuw
weer tot leven was geroepen door de schrijver Hendrik
Conscience met zijn historische roman ‘De Leeuw van
Vlaanderen’.
De tijden van Jan Breydel met zijn beenhouwers en
Pieter de Coninck met zijn wevers herleefden even op 12
augustus 1914. Helaas niet voor lang; Goliath had wel
een klap gekregen maar was niet onthoofd.
|
De Duitse inval in België
Voor een snelle beëindiging van een oorlog met
Frankrijk had Duitsland het Von Schlieffen-plan
uitgewerkt. Dit plan voorzag in een doortocht door
België. Op zondagavond 2 augustus 1914 werd een
ultimatum aan de Belgische regering overhandigd met het
verzoek om in te stemmen met een vrije doortocht van het
Duitse leger.
Dit plaatste de Belgische regering voor een enorm
dilemma en na uitvoerige discussie nam men het moeilijke
toch dappere besluit de neutraliteit te verdedigen, wel
wetende dat het Belgische leger kwantitatief en
kwalitatief geen partij zou zijn voor het Duitse leger.
In de vroege ochtend van maandag 3 augustus werd het
Belgische afwijzende antwoord op de Duitse ambassade
overhandigd en op 4 augustus stak het Duitse leger ’s
morgens de Belgische grens over op weg naar de vestingen
van Luik en Namen aan de Maas. Daar hoopte het Belgische
leger stand te kunnen houden.
Een wereldoorlog later, in mei 1940, zouden de Duitsers
bij de aanval op Frankrijk het diplomatieke verkeer met
het overhandigen van een ultimatum zelfs maar overslaan.
België werd toen al aangevallen voordat de Duitse
ambassadeur zijn opwachting maakte.
|
Luik werd verdedigd door de Belgische derde divisie en
door vestingtroepen – in totaal ongeveer 30.000 man –
onder leiding van generaal Gérard Leman. Voor de
verovering van Luik, dat omringd werd door twaalf
forten, was door de Duitsers een speciaal Maasleger
onder leiding van generaal Otto von Emmich gevormd
bestaande uit drie cavaleriedivisies (8.000 man) onder
leiding van generaal Georg von der Marwitz en zes
infanteriebrigades (25.000 man).
Het lukte de Duitsers bij Visé snel over de Maas te
komen en de stad Luik werd op 7 augustus al ingenomen.
De Belgische derde divisie werd naar het westen
teruggetrokken op de lijn Tienen-Diest achter het
riviertje de Gete. De hoofdmacht van het Belgische
veldleger concentreerde zich hier ten oosten van
Brussel.
Hoewel de stad Luik was ingenomen hielden de forten nog
stand en was een bombardement met zware houwitsers (de
Dikke Bertha’s) voor nodig om de forten kapot te
schieten en de vestingtroepen tot overgave te dwingen.
Op 15 augustus zou uiteindelijk het laatste fort vallen
en generaal Gérard Leman gevangen genomen worden, maar
toen was de eigenlijke strijd om de Duitsers tegen te
houden al verder westwaarts verplaatst.
De honderdduizenden infanteristen van het eerste Duitse
leger, dat de rechtervleugel bezette van alle Duitse
troepen, marcheerderden onder leiding van generaal
Alexander von Kluck richting Brussel om daar naar het
zuiden af te buigen richting Franse grens en het
uiteindelijke doel: ‘Nach Paris’.
Voorafgaand aan de infanterie voerde de cavalerie
verkenningen uit. Op 12 augustus trokken de Duitse
cavaleristen op langs de straatweg richting Diest en
stuiten daarbij op de Belgische troepen bij de Gete.
Herinneringen aan de slag bij Halen
De slag op 12 augustus 1914 leeft voort in het dorp
Halen. Dit komt niet alleen tot uiting in een aantal
oorlogsmonumenten, de Belgische militaire begraafplaats
en het aan de slag gewijde museum, maar ook in de
straatnamen zoals Zwarte Duivelsstraat, Generaal de
Wittestraat, Kanonniersstraat, Liniestraat,
Lanciersstraat, Zilveren Helmenstraat en Gidsenstraat
(zie kaart). En ook pastoor August Cuppens uit
Loksbergen is niet vergeten.
|
Komend vanaf de staatsbaan Hasselt-Diest (de N2) voert
de Zwarte Duivelsstraat over de brug over de Gete, een
riviertje van slechts enkele meters breed. Het was hier
dat de enige Belgische cavalerie-eenheid onder leiding
van generaal Léon de Witte probeerde de Duitsers te
beletten de Gete over te steken en de eerste fase van de
slag plaatsvond.
Tot de troepen van De Witte behoorden naast regimenten
lansiers en gidsen een compagnie
pioniers-pontonniers-wielrijders en
karabiniers-wielrijders (de Cyclisten), die door hun
zwarte uniform de Zwarte Duivels werden genoemd. Ze
waren gevreesd door de Duitsers die hen ‘Schwarze
Teufel’ noemden. Aan de muur bij de brug hangt een
plaquette ter herinnering aan hun acties.
Het bijzondere is dat 26 jaar later, op 12 en 13 mei
1940, weer op deze plaats om dezelfde brug is gevochten
door een nieuwe generatie karabiniers-wielrijders. De
geschiedenis herhaalt zich soms.
|
De Zwarte Duivelsstraat komt uit op de Markt waar voor
de kerk in 1924 een monument werd opgericht: een witte
gedenknaald met daarboven op een ruiter.
De tweede fase van de strijd vond plaats aan de
zuidkant van het dorp langs het talud van de voormalige
spoorweg, nu een toeristisch fietspad.
De laatste en meest bloedige fase van de gevechten
voltrok zich ten zuiden van het dorp rond de plek waar
nu langs de Liniestraat de Belgisch militaire
begraafplaats ligt met 181 graven van de Belgische
helden. Een aantal van hen is onbekend gebleven.
De Duitse gesneuvelden zijn later, in het kader van de
concentratie van Duitse oorlogsgraven in België,
overgebracht naar de begraafplaats Vladslo in de buurt
van Diksmuide. Slechts een stenen paal herinnert aan de
voormalige Duitse begraafplaats.
In totaal voerde de Duitse cavalerie onder leiding van
Von der Marwitz op 12 augustus acht charges uit richting
de hoeve de IJzerwinning, het centrum van de Belgische
stellingen, nu nog altijd gelegen aan de
IJzerwinningstraat.
In de nabijgelegen Betserbaan, een holle weg in de
buurt van de Belgisch militaire begraafplaats, staat een
apart monument voor de Zwarte Duivels: een grote zwarte
steen met een beeltenis van de duivel.
|
Bij dit monument hangt een bord met onderstaande tekst
die in kleurrijke bewoordingen het verloop van de
gevechten bij Halen weergeeft.
1]
|
EERSTE STELLING: GETEBRUG
Op 12 augustus verdedigt de EERSTE Ruiterdivisie onder
bevel van Luitenant - Generaal DE WITTE de streek van
HALEN. Deze divisie bestaat uit het 1ste Karabiniers
Wielrijders, het 1ste en 2de Gidsen, het 4de en 5de
Lanciers, de groep Rijdende Artillerie en een compagnie
Pioniers-Pontonniers Wielrijders.
Ze staan tegenover de 4de Duitse Ruiterdivisie, onder
het bevel van Generaal von GARNIER. De vijand nadert
vanuit de waterkant voorafgegaan door verkenners en
verschijnt om 08.10 uur voor het dorp.
De Cyclisten, in hinderlaag opgesteld nabij de eerste
huizen, laten hen, getrouw aan hun tactiek, naderen tot
enkele meters en vuren dan van nabij op de
nietsvermoedende vijand. Om 08.30 uur herbegint de
strijd met een grote vijandelijke strijdmacht bestaande
uit Jagers, Kurasiers en Uhlanen. Onder dekking slaagt
de vijand erin om tot bij de GETE te geraken ondanks het
nauwkeurig en hevig vuur van de Cyclisten.
Maar de druk is zo groot dat twee pelotons van de 1ste
compagnie Cyclisten de 3de compagnie komen versterken.
Tot 10.00 uur wordt de vooruitgang van de vijand
gestuit. Doch vijandelijke troepen te voet, met steun
van hun artillerie, kunnen de GETE oversteken ten ZUIDEN
van de baan (door middel van een stalpoort) en nemen van
hieruit de flank van onze Cyclisten onder vuur met hun
mitrailleurs.
TWEEDE STELLING: SPOORLIJN NAAR TIENEN
De Duitsers dringen door tot in het dorp en
hergroeperen zich. Om 11.30 uur besluit Generaal von
GARNIER de overweg te bezetten en werpt verscheidene
eskadrons van de 17de Dragonders in galop op de
stelling. De mitrailleurs van de Cyclisten maaien hen
echter neer. De gevallen paarden snijden de doortocht af
en doen de kolonnes te pletter lopen op deze hindernis.
In grote wanorde trekken de Dragonders zich in het dorp
terug waar de nieuwe aankomen en de chaos wordt nog
vergroot door de nauwkeurige beschieting van de 1ste
bereden Artilleriebatterij. In HALEN krioelt het nu van
paarden en soldaten. Er volgt een vreselijk bloedbad:
HALEN staat in brand! Rond 13.00 uur ziet de 1ste
compagnie Cyclisten, die zich eveneens wil terugtrekken
op de lijn van de Lanciers, plots Dragonders ten WESTEN
van HALEN. Dit eskadron maakt zich op om in colonne van
vier de Cyclisten te vernietigen. Dan weerklinkt een
bevel, en de bajonetten worden op het geweer geplaatst.
Ijzig kalm zien de Cyclisten de paarden op zich
afstormen. Dan volgt het bevel: "Op de knieën!
...VUUR!".
De Cyclisten maaien het eerste peloton weg. Zij krijgen
de tijd niet om een tweede maal aan te leggen en planten
hun bajonet in de borst van de paarden of in het lichaam
van de ruiters die de stelling van de Cyclisten
overschrijden. In een wolk van stof vechten Dragonders
en Cyclisten met de sabel, de lans en bajonet. Als het
gewoel tenslotte luwt blijven er nog slechts een handvol
Cyclisten overeind. Maar de vijandelijke charge is
gebroken!
DERDE STELLING: HOLLE WEG VELPEN
Het 4de eskadron van het 18de Dragonders chargeert ten
NOORDEN van de IJZERENBEEK waar het op 300 meter van de
hoeve onder vuur wordt genomen door het 4de Lanciers en
noodgedwongen rechtsomkeer maakt. Tijdens de aanval van
de 17de brigade is de 3de Brigade over de GETE geraakt
en bereikt DONCK.
Het 2de Kurassiers trekt onmiddellijk ten aanval met
twee eskadrons langs de noordoostkant van VELPEN. Maar
in de holle weg, die geen kans geeft op onsnappen worden
ze tegengehouden door hevig vuur van de 3de compagnie
Cyclisten en door de ruiters van het 4de en 5de Lanciers
en 1ste Gidsen. Een derde eskadron komt nog ter hulp
maar ondergaat hetzelfde droevige lot. De overblijvenden
trekken in de grootste wanorde terug.
Het 9de Uhlanen, dat achter het 2de Kurassiers de GETE
is overgestoken, is aan de baan VELPE - HALEN gekomen.
Het 1ste en 2de eskadron stormen langs voor in galop
naar de hoeve IJZERENBEEK en worden zijdelings onder
vuur genomen door 5de Lanciers en 2de Gidsen. Ze
vluchten in de holle weg. Ditmaal gaat het ganse 9de
Uhlanen chargeren, rechts gesteund door de overlevenden
van de vier eskadrons 2de Kurassiers. De Cyclisten van
de 3de compagnie, tegen de grond liggend, wachten kalm
de huilende meute af.
De storm rolt over de overblijvenden van de compagnie
naar de hoofdstelling. De Lanciers openen het vuur en de eerste elementen van
het 4de Linie, dat ten gepaste tijde de verlaten
stellingen van het 2de Gidsen hebben ingenomen, nemen de
flank van de charge onder vuur. De Zwarte Duivels,
waarvan één enkele gekwetst werd, richten zich op en
openen het vuur in de rug van de ruiters die zware
verliezen lijden.
Dit zal de laatste charge zijn. Vier Regimenten van de
Duitse Ruiterij zijn vernietigd door de Karabiniers
Cyclisten gesteund door de Lanciers, door enkele
elementen van de Gidsen en gedurende de laatste charge,
door een compagnie van het 4de Linie. De steun van de
bereden artillerie is bewonderenswaardig.
De strijd was bloedig en de moedige weerstand van de
Zwarte Duivels kon niet beletten dat er talrijke doden
waren.
DE KARABINIERS WIELRIJDERS HEBBEN MEER DAN ZES UUR
STAND GEHOUDEN: ZIJ HEBBEN DE VIJANDELIJKE SCHUTTERS
OPGEHOUDEN EN AAN ACHT CHARGES VAN DE RUITERIJ WEERSTAAN
!!!!! |
|
Behalve in bloemrijke taal is de slag bij Halen
eveneens vereeuwigd door beeldende kunstenaars zoals in
onderstaande voorstelling van Alphonse Lalauze
(1872-1936), een Franse schilder van
militair-historische taferelen. Galopperende en
steigerende paarden hebben altijd een spectaculair beeld
van een veldslag opgeleverd. Ook door de Belgische
schilder James Thiriar (1889-1965) werd een serie
tekeningen gemaakt die het verloop van de strijd
verbeelden.
2]
|
Wellicht belangrijker dan het nagaan van de precieze
gebeurtenissen, welke zich tijdens de gevechten op 12
augustus hebben afgespeeld, is toch het feit dat uit de
beschrijving blijkt dat het Belgische leger zich, ook na
de terugtrekking uit Luik, fel bleef verzetten tegen de
Duitse invaller.
Het volgde zijn jonge koning Albert, die op 4 augustus
1914 in het Belgische parlement in zijn rede de volgende
woorden sprak: ‘Een land dat zich verdedigt, verdient de
eerbied van allen. Een dergelijk land gaat niet ten
onder’.
En na zoveel jaren dwingt het Belgische verzet nog
steeds respect af. Koning Albert verhief bovendien
generaal de Witte in de adelstand en die mocht zich
voortaan baron De Witte de Haelen noemen.
Het museum ‘De Slag der Zilveren Helmen’
Het museum ‘De Slag der Zilveren Helmen’ biedt de beste
herinnering aan de veldslag bij Halen. Het is gelegen in
de Rotemstraat en herbergt een privé-verzameling van de
familie Stroobants. In een loods bij de houthandel van
de familie worden verzamelde militaria en documenten van
de Belgische en Duitse legers uit augustus 1914
overzichtelijk tentoongesteld.
De verzameling is na de Tweede Wereldoorlog begonnen
door Josef Stroobants die op de hoeve de IJzerwinning,
gelegen midden op het slagveld, is geboren. In 1960
heeft dat geleid tot de opening van een museum, dat in
de maanden mei tot oktober geopend is voor het publiek,
en nu door zijn kinderen wordt geleid (zie hiervoor ook
www.slagderzilverenhelmen.be).
Ieder jaar wordt er door Julien Stroobants rond 12
augustus een herdenking georganiseerd met een wandeling
over het voormalige slagveld, waarvan de contouren nog
duidelijk zichtbaar zijn. Daarbij wordt onder meer
deskundig uitleg gegeven over de uitgevoerde charges
door de diverse Duitse cavalerie-eenheden. En na afloop
kan in het museum nog nagepraat worden onder het
nuttigen van een glaasje van de appellikeur ‘Halens
Helmke’.
|
In het museum, met een oppervlakte van 450 vierkante
meter, kan aan de hand van een maquette en documentatie
het verloop van de slag gevolgd worden. Behalve
kleurrijke uniformen, wapens en voorwerpen is er een
fiets van de Zwarte Duivels te zien en natuurlijk een
vitrine met de zilveren helmen (rechts op bovenstaande
foto).
Geraadpleegde bronnen
Over de inval in België:
• Inval in België, Deel 9 van de serie 14-18, De Eerste
Wereldoorlog, Amsterdam Boek, Amsterdam, 1975, p.
197-220.
• Roger Lampaert, België tijdens de Eerste
Wereldoorlog, 1914: De inval, België in oorlog 8, Erpe,
1994.
• Joop Peeters, België 1914, Utrecht, 1997.
• Sophie De Schaepdrijver, De Groote Oorlog, Het
Koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog,
Amsterdam / Antwerpen, 1997.
• Barbara Tuchman, De kanonnen van augustus, Elsevier,
Amsterdam/Brussel, 1976.
Over Halen en de Slag der Zilveren Helmen zijn op een
aantal websites gegevens en foto’s te vinden. Hieronder
een selectie:
Wikipedia - Slag der zilveren helmen
Ryttertræfningen
ved Haelen -
Deense
website met veel afbeeldingen
A
Trip to the Haelen Battlefield by Hugh Gibson,
Secretary of the American Legation in Brussels in 1914.
Noten
[1] Dit is de letterlijke weergave van de tekst op het
monument.
[2] Ansichtkaarten van deze prenten zijn samen met andere
informatie over de Slag der Zilveren Helmen te koop in
het gelijknamige museum. |