naar homepage


Het graf van Hindenburg

d
oor Eric R.J. Wils


Generaal Paul von Hindenburg (1847-1934) trad in augustus 1914 op zevenenzestig jarige leeftijd opnieuw in dienst van het Duitse leger om opperbevelhebber te worden van het Achtste Leger, waarmee hij de Russen versloeg in de slag bij Tannenberg. Dit werd door de Duitse oorlogspropaganda uitgebuit en Hindenburg werd toegejuicht met omschrijvingen als ‘Sieger von Tannenberg’ en ‘Retter von Ostpreussen’.
 

Zoals bekend bleef de tot veldmaarschalk gepromoveerde Hindenburg tot het einde van de Eerste Wereldoorlog actief en vormde hij samen met generaal Erich Ludendorff vanaf 1916 de spil van de ‘Oberste Heeresleitung’. Hij vormde Duitslands trots, de man die pal achter keizer Wilhelm II stond.

Na de oorlog was Hindenburg tijdens de republiek van Weimar van 1925 tot aan zijn dood in 1934 rijkspresident van Duitsland. In zijn laatste levensjaar werd Adolf Hitler rijkskanselier ondanks Hindenburgs uitspraak dat hij deze Boheemse korporaal nooit zou benoemen. Om de grote Duitse oorlogsheld op passende wijze te eren werd Hindenburgs graftombe, samen met die van zijn vrouw Gertrud, geplaatst in het enorme Tannenberg monument in het toenmalige Oost-Pruisen.

Dit monument was in 1927 gereed gekomen om de Duitse zege in het oosten te gedenken. De bijzetting vond plaats met uitgebreid militair vertoon. Lang zou hij daar echter niet blijven liggen, omdat in 1945 het monument werd opgeblazen bij de nadering van de Russische troepen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er was toen geen nieuwe Hindenburg meer beschikbaar om net zoals in 1914 de Russen tegen te houden. En zelfs als die er was geweest had het Duitse leger niet meer dezelfde potentie als in augustus 1914.

De graven van Hindenburg en van zijn vrouw werden naar het westen getransporteerd en bevinden zich sinds 1946 in de Heilige Elisabethkerk in Marburg an der Lahn. Marburg is een eeuwenoud stadje, ongeveer halverwege tussen de steden Kassel en Frankfurt gelegen, in de deelstaat Hessen. De grote, gotische kerk dateert uit de dertiende eeuw en werd gebouwd ter ere van de in 1235 heilig verklaarde Elisabeth van Thüringen.

Zij zette zich haar leven lang in voor zieken en behoeftigen. Marburg was in de vijftiende eeuw tijdelijk de hoofdstad van het vorstendom Hessen, en behalve Elisabeth, liggen in de kerk ook Hessische vorsten begraven. Marburg was ooit een vestigingsplaats van de Duitse Orde, die tot 1809 de kerk gebruikten voor hun diensten. Vier eeuwen eerder, in 1410, waren de ridders van de Duitse Orde bij Tannenberg door de Polen en Litouwers verslagen en uit Oost-Europa verjaagd. Hindenburgs zege in 1914 werd in de Duitse propaganda als wraak hiervoor gezien.

Op het eerste gezicht lijkt het er dan ook op dat Hindenburg op een gepaste locatie opnieuw is bijgezet. Het graf bevindt zich echter in een pikdonkere nis die niet belicht wordt (locatie nr. 22 op de tekening). Op een pilaar er naast staat een algemene tekst om slachtoffers van oorlog en geweld te herdenken zonder enige verwijzing naar Hindenburg. Naast en boven het graf hangen wapenschilden van ridders van de Duitse Orde.
 

Het is zonder extra belichting moeilijk een behoorlijke foto van het graf te maken (zie hierboven voor een poging van auteur dezes). De graftombe ligt bovendien naast de ingang, terwijl de heilige Elisabeth en de Hessische vorsten in het koor van de kerk liggen.

Het lijkt er op dat men zich enigszins schaamt voor één van Duitslands grootste oorlogshelden. Wordt hiermee Hindenburg nog steeds bestraft voor het feit dat hij Adolf Hitler in 1933 tot rijkskanselier benoemd heeft?


  naar homepage