naar homepage


2014-2018: Het vieren van de overwinning?
Het eren van 'onze' doden?


door Leo van Bergen

In navolging van The Sunday Times heeft de Britse Western Front Association, een groep Eerste Wereldoorlog-vorsers en/of slagveldtoeristen met in de gelederen achtenswaardige wetenschappers als Peter Simkins en John Bourne, zich uitgesproken ten faveure van een ‘gedenking van de overwinning(en)’.

In de ‘festiviteiten’ - vreemd woord met betrekking tot het menselijk drama beter bekend als Eerste Wereldoorlog - zou niet alleen gekeken moeten worden naar ‘nederlagen’ als ‘de Somme’, niet alleen naar desastreuze data als ‘1 juli 1916’ met 20.000 dode Britten, maar ook naar de ‘overwinningen’, zoals die van Amiens, augustus 1918.

Naast het stilstaan bij de enorme aantallen doden, gewonden, verminkten - uiteraard met name die aan Britse zijde -, zou op zijn minst óók duidelijk moeten worden wat voor een glorieuze rol Groot-Brittannië heeft gespeeld in het verslaan van het keizerrijk Duitsland. Niet 'the war dead' moesten worden herdacht, maar 'our war dead' geëerd.

Behalve dat de Britten zich hierbij weer eens laten kennen als een toch wel heel erg navelstaarderig volkje dat denkt nog steeds de wereldzeeën te regeren, zijn er wel wat kanttekeningen bij dit standpunt te plaatsen.

Ten eerste is de overwinning van de een, de nederlaag van de ander. Door te focussen op ‘onze overwinningen’ laten The Sunday Times en de Britse WFA zien nog steeds, of misschien beter: weer, volledig uit te gaan van Angelsaksich perspectief op de oorlog, waarbij de fronten moeten worden ingedeeld in ‘goed’ (de geallieerden zoals Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland) en ‘slecht’ (de Centralen ofwel Duitsland, Oostenrijk-Hongarijë en het Ottomaanse Rijk).

Dat de historische werkelijkheid ingewikkelder in elkaar zit dan zo’n simpele indeling in goed en fout, is te veel een open deur om verder op in te gaan, en is bovendien ook met betrekking tot de Eerste Wereldoorlog allang door menig historicus aangetoond. Zeker de leden van de Britse WFA hadden dus beter moeten weten. In plaats van hun instemming te betuigen hadden zij derhalve tegengas moeten geven tegen dit nationalistisch standpunt van The Sunday Times.

Het is overigens een perspectief dat ook veel andere Eerste Wereldoorlog-fanaten in bezit heeft genomen, deels te wijten aan de overvloed van Angelsaksische literatuur op dit terrein en deels door de klaproos, the poppy, als symbool van die oorlog. Het kwam nog eens tot uiting in een opmerking die ik onlangs hoorde waarbij in volle ernst werd beweerd dat de Britten veruit de meeste verliezen hadden geleden. In werkelijkheid zijn hun verliescijfers beduidend lager dan die van bijvoorbeeld Frankrijk, Rusland of Duitsland.

Ten tweede is het woord ‘overwinning’ een gotspe in relatie tot de Eerste Wereldoorlog. Bij veel zogenaamde overwinningen kon dat woord alleen met betrekking tot een paar meter gewonnen grond na maanden vechten, modderworstelen, lijden en sterven, in de mond worden genomen.

De menselijke verliezen zijn te groot geweest, ook tijdens de geallieerde opmars najaar 1918, om een dergelijk triomfalistisch woord te gebruiken, tenzij menselijke verliezen louter worden gezien als de prijs die nu eenmaal voor een overwinning moet worden betaald. Als je flink moet hakken vallen er nu eenmaal ook veel splinters en een groot omelet kan alleen worden gebakken door veel eieren te breken. Het lijkt mij stug dat dat een standpunt is dat de Britse WFA onderschrijft.

En ten derde: was Groot-Brittannië echt zo ‘goed’ dat het zich op de borst mag kloppen omdat het zo’n enorme bijdrage had geleverd aan het verslaan van de ‘forces of evil’? Waren het niet de Britten die in hun oorlog voorafgaand aan 1914-1918, de Boerenoorlog in Zuid-Afrika, hun tegenstanders alleen maar op de knieën kregen door hun vrouwen en kinderen in concentratiekampen op te sluiten en de hongersdood te laten sterven? Waren het niet de Britten die enkele maanden na november 1918 bij de Gouden Tempel in het Indische Amritsar honderden onafhankelijkheid wensende Indiërs in koelen bloede neermaaiden? Waren het niet de Britten die in de tijd van de oorlog zelf weinig zachtzinnig omgingen met de Ieren die onafhankelijkheid wensten? En waren het niet de Britten (en Fransen) die na de oorlog allerlei in de oorlog aan hun Arabische medestrijders in het Midden-Oosten gedane beloften, aan hun laars lapten?

Het kost al met al moeite dit standpunt van The Sunday Times en de Britse WFA, niet te zien als een van de uitingsvormen van het splendid isolation-denken dat de eilanden aan de andere van de chunnel weer in zijn macht lijkt te hebben gekregen. Het is met andere woorden een standpunt over een historische periode die weer eens meer zegt over de periode waarin zij wordt verkondigd, dan waarover zij wordt verkondigd.

De Britse WFA zou een voorbeeld kunnen nemen aan Duitse historici over de oorlog (en van de oorlog erna). Bij hen staat simpele waarheidsvinding voorop waarbij ze hun voormalige landgenoten allesbehalve sparen. Maar ja, die hadden dan ook de oorlog verloren.

Leo van Bergen

10 februari 2011

 Over de auteur: Dr. Leo van Bergen (1959) is medisch-historicus aan het VUmc-Amsterdam, afdeling Metamedica. Hij is gespecialiseerd in de relatie tussen oorlog en geneeskunde. In 2009 kreeg hij de Dr. J.A. Verdoornprijs uitgereikt vanwege zijn uitmuntend wetenschappelijk werk op het gebied van oorlog en geneeskunde. Zijn bekende boek over de Eerste Wereldoorlog, Zacht en Eervol. Lijden en sterven in een Grote Oorlog, verscheen in 2009 bij Ashgate Publishing onder de titel Before my Helpless Sight. Suffering, Dying and Military Medicine on the Western Front.

© 2013 - Leo van Bergen. De auteursrechten van bovenstaand artikel berusten bij de auteur. Voor gehele of gedeeltelijke overname is dan ook uitdrukkelijk voorafgaande schriftelijke toestemming vereist van de auteur: l.vanbergen@kpnmail.nl.
Ook vragen en opmerkingen kunnen via dit emailadres aan de auteur worden voorgelegd.
 

naar homepage










eXTReMe Tracker